Begeleid verval op begraafplaatsen

Versie door RCEbot (overleg | bijdragen) op 10 mrt 2023 om 04:01
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)

Introductie

Over hoe je grafmonumenten restaureert en begraafplaatsen onderhoud en beheert, is al veel geschreven. Voor historische begraafplaatsen met veel oude grafmonumenten valt nog al eens de frase 'begeleid verval'. Maar informatie over wat dat precies inhoudt is wat lastiger te vinden. Hieronder wordt beschreven wat vanuit monumentenzorg verstaan wordt onder begeleid verval op begraafplaatsen.

Een liggende steen van marmer met daarboven een kap van plexiglas om de steen te beschermen, gelegen in groene struiken
Begeleiden van verval is bijvoorbeeld ook het beschermen van een kwetsbare steen, ook al is het niet de meest fraaie oplossing.
Een liggende steen die op verschillende plaatsen gebroken is met in de scheuren wat onkruid
Een gebroken zerk, mits er geen kelder onder zit, is op deze wijze prima te behouden. Belangrijk is dat er geen stukken kwijtraken of dat iemand schade kan oplopen door de situatie.
Een staand grafmonument van hout met tekst en een zinken kapje bovenop, staand in een gazon
Een compleet herstelde houten stèle is in sommige gevallen de enige manier om hout te behouden. Regelmatig onderhoud kan de levensduur van houten grafmonumenten verlengen.
Close-up opname van een grafsteen waarbij grind zichtbaar is
Detail van een stèle van kunststeen. Het basismateriaal is hier bloot komen te liggen. Hier is het wel aanbevolen om dit toe te dekken met een passende mortel om te voorkomen dat inwatering meer schade veroorzaakt.

Onvermijdelijk verval

Begeleid verval geeft aan dat we aanvaarden dat grafmonumenten vergankelijk zijn en er geen enkele (be-)handeling is die de grafmonumenten op een niveau kan houden zoals ze oorspronkelijk waren. De term is gangbaar geworden aan het begin van deze eeuw. Begeleid verval wordt regelmatig gebruikt voor historische begraafplaatsen en vooral als het gaat om grafmonumenten van natuursteen. Natuursteen vervalt als gevolg van interne krachten in de steen, maar ook door bijvoorbeeld door de aard van de constructie, druk van bomen (wortels) en weersinvloeden. Dat verval is niet terug te draaien, wel te begeleiden zodat het verval vertraagd en de waarden langer in stand blijven. Bij begeleiden van het verval hoort ook niet de term restaureren, maar consolideren. Bij restaureren wordt veelal gestreefd naar herstel van de aanvankelijke uitgangspunten voor het monument, inclusief alle toegepaste materialen. Bij consolideren wordt vooral gewerkt met wat er nog is, er wordt niets toegevoegd en uitgangspunt is vooral dat het monument niet onveilig is en niet in een situatie terecht komt waardoor het verval versneld. Het verval is niet te stoppen, wel te vertragen en begeleiden door maatregelen.

Een van die maatregelen is bijvoorbeeld goed te monitoren wat bomen in de omgeving van oude grafmonumenten doen en op tijd beslissingen te nemen hierover. Bijvoorbeeld door te anticiperen op groei van een boom, maar bijvoorbeeld ook door opdringende struiken op tijd te snoeien of wellicht te verwijderen. Het effect van ingroei van wortels is enorm groot op de constructie van een grafmonument, dus tijdig verwijderen van kiemende planten is al een goede vorm van begeleid verval. Andere maatregelen die passen bij begeleid verval is het tijdig vervangen van materiaal waarmee onderdelen van een grafmonument aan elkaar zijn gezet. Daarvoor werden meestal ijzeren doken gebruikt, die aangegoten zijn met lood. Het ijzer kan door roest gaan uitzetten waardoor de steen kapot gedrukt wordt. Door zo'n verbinding te demonteren, het ijzer te vervangen door een dook van RVS of messing kan toekomstige schade uitgesloten worden. Het uiterlijk van een grafmonument hoeft voor zo'n ingreep verder niet te veranderen.

Biodiversiteit en verval

Begeleid verval gaat vaak hand in hand met het handhaven en soms versterken van de biodiversiteit. Dat soms al te invasieve ingroei verwijderd moet worden, staat los van het laten zitten van kleine plantjes. De vraag die daarbij gesteld dient te worden is of zo'n plantje schade oplevert voor de constructie. Een muurvaren of muurviooltje levert nauwelijks schade op. Ook het overgroeien van een steen met mos of korstmos hoeft niet te betekenen dat de steen sneller vervalt. Met name korstmossen vormen geen bedreiging. Dat worden ze wel wanneer ze ondeskundig verwijderd worden. Daarbij kan juist wel het oppervlak van de steen beschadigd raken. Mossen leveren met name problemen op waar ze zich nestelen in scheuren en deze vochtig houden. Dat kan bijdragen aan het proces van verval. In sommige gevallen kan mos dus verwijderd worden, maar beter is het eerst te onderzoeken om wat voor mos het gaat en of er daadwerkelijk sprake is van een 'bedreiging'.

Cultuurhistorie voorop

Begeleid verval vindt plaats met oog voor en behoud van cultuurhistorische waarden. Vaak is de keuze voor consolidatie te verkiezen boven restauratie, aangezien bij het laatste een nieuwstaat wordt nagestreefd, waarbij cultuurhistorische waarden direct verloren kunnen gaan. Voorbeelden daarvan zien we waar het oppervlak van een grafsteen opgeschuurd worden met verlies van ouder en origineel steenhouwerswerk. Met het verdwijnen van de kenmerkende slagen van een steenhouwershamer, verdwijnt feitelijk een stukje waarde. Immers, de steen is vervangbaar, de bewerking in de meeste gevallen niet.

Bij behoud van cultuurhistorische waarden hoort in dit geval ook het rekening houden met de gevolgen van historische gebeurtenissen die hun impact hebben nagelaten. Dat kan variëren van schade door kogels of granaten in de Tweede Wereldoorlog, maar ook schade van bijvoorbeeld een storm. In sommige gevallen mag zichtbaar blijven dat die schade is opgetreden, zeker wanneer het verder geen consequenties heeft voor de constructie of veiligheid van het monument. Anders wordt het dus wanneer schade is opgetreden die zonder ingrijpen verder gevaar voor het monument of de omgeving kan opleveren.

Verschil in aanpak van materialen

Op begraafplaatsen vinden we vooral veel grafmonumenten van natuursteen, maar er zijn ook grafmonumenten van hout, kunststeen en metaal te vinden. Bij metaal gaat het ook vaak om hekwerken van smeedijzer met onderdelen van gietijzer. Compleet gietijzeren grafmonumenten zijn wat zeldzamer. Over het onderhoud van verschillende materialen zijn in de kennisbank verschillende items te vinden die hieronder ook genoemd worden. Maar wat houdt begeleid verval in bij houten of kunststenen grafmonumenten?

Houten grafmonumenten en hekwerken

Bij houten grafmonumenten is onderhoud essentieel om inwatering te voorkomen. Wanneer hout wordt aangetast door vocht kan uiteindelijk het houtwerk verloren gaan en daarmee ook de drager van een tekst over een overledene. Wanneer een deel van zo'n houten monument is ingerot kan het deels of geheel vervangen worden door gelijkwaardig materiaal. Dit is in lijn met het historisch gebruik van hout. Belangrijk is dat houten objecten op begraafplaatsen, dus niet alleen stèles maar ook houten hekwerken, periodiek behandeld worden met een verfprogramma. Het vervangen van de onderkant door een duurzamer materiaal is ook een mogelijkheid, mits dit ten aanzien van het beeld en uiterlijk geen gevolgen heeft. Een vorm van begeleid verval is bijvoorbeeld een zinken afdekking bovenop het hout aan te brengen. Hiermee wordt inwatering voorkomen en gaat het hout langer mee.

Grafmonumenten van kunststeen

In de periode rond de Tweede Wereldoorlog werd volop geëxperimenteerd met kunststenen grafmonumenten. Van de eerste monumenten van Portlandcement tot de monumenten van terrazzo of granito, alle hebben gemeen dat ze uiteindelijk kwetsbaar zijn. Veel van deze monumenten kennen problemen door de uitbloei van zouten en het roesten van bewapening. De kwaliteit van de gebruikte materialen maakt het verschil. Goed samengestelde en gegoten stenen hebben minder last van uitbloei en ook daar waar de bewapening goed is aangebracht blijkt de steen lang mee te gaan. In sommige gevallen treffen we als bewapening onderdelen aan van fietsen of ander restmetaal. Dit maakt de steen op den duur kwetsbaar. Met name de uitbloei van zouten is een irreversibel proces. Herstel is in dat geval nagenoeg onmogelijk, consolideren is de enige optie. Blootliggende bewapening valt soms nog wel te vervangen, maar laat vaak sporen achter omdat het oorspronkelijke oppervlak bijna te imiteren is. Het verval van gegoten of geperste kunststenen grafmonumenten gaat in veel gevallen sneller dan van natuursteen.

Begeleid verval ten aanzien van kunststenen grafmonumenten hangt af van de kwaliteit. In veel gevallen kan beter in het geheel niet ingegrepen worden en zal men het beeld dat dan ontstaat moeten accepteren.

Visie

Een historische begraafplaats onderhouden en vooral in stand houden vergt visie. Periodiek om de 10 of 15 jaar alles restaureren is een te kostbare ingreep en op den duur is er weinig origineels meer te vinden. Beter is om alleen daar in te grijpen waar het echt noodzakelijk is, dus bijvoorbeeld wanneer de constructie bedreigd wordt of de integriteit van het monument op het spel staat. Dat laatste kan bijvoorbeeld doordat een metalen onderdeel breuken gaat veroorzaken of verzakking leidt tot breuk. In dat laatste geval kan ervoor gekozen worden de steen op een vaste ondergrond, een betonplaat, te leggen. Daarbij hoeft de hele steen niet meteen hersteld, gelijmd of gedookt te worden.

Begeleid verval richt zich feitelijk meer op monitoring en kleine ingrepen dan op grootschalige restauraties. Aan de hand van inventarisatie kan greep verkregen worden op het aantal te behouden grafmonumenten, hun staat, de verwachting ten aanzien van verwering en verval en de mate waarin en op welke termijn er ingegrepen dient te worden. Het kan dus zomaar voorkomen dat bij sommige stenen nooit meer ingegrepen wordt, anders dan het periodiek reinigen met water, zachte borstel en groene zeep.

Vragen, verbeteringen of opmerkingen?
U kunt op deze kennisbank reageren via het reactieformulier.

Deze pagina is voor het laatst bewerkt op 10 mrt 2023 om 04:01.