doken (kram/bout)

Eigenschappen

Voorkeurslabel	doken (kram/bout)
Definitie	Ijzeren of koperen kram of bout waarmee stukken gehouwen steen aan elkaar of aan achterliggend of onderliggend metselwerk of houtwerk worden bevestigd. Op die wijze worden ook natuurstenen neuten met stijlen van houten kozijnen of staanders verbonden. De doken worden in de natuursteen bevestigd in daarvoor gemaakte groeven of gaten en met lood, cement of steenlijm vastgegoten. (Haslinghuis)
Bron	https://thesaurus.cultureelerfgoed.nl/concept/cht:b16e286f-e8b5-4337-8409-ca5198beaec5

Ijzeren of koperen kram of bout waarmee stukken gehouwen steen aan elkaar of aan achterliggend of onderliggend metselwerk of houtwerk worden bevestigd. Op die wijze worden ook natuurstenen neuten met stijlen van houten kozijnen of staanders verbonden. De doken worden in de natuursteen bevestigd in daarvoor gemaakte groeven of gaten en met lood, cement of steenlijm vastgegoten. (Haslinghuis)

Harde delfstof die niet smeedbaar, niet brandbaar en (vrijwel) niet in water oplosbaar is. Wordt in de bouwkunst gebruikt als houw-, breuk- of veldsteen. (Haslinghuis)

Kozijnen, die in muren zijn gezet om ramen te bevatten. Ze kunnen ommanteld zijn voor een schuifraam, of vast en gerabatteerd voor openslaande ramen. (AAT-Ned)

natuursteen: gesteente, niet gevormd in ambachtelijke of industriële processen.

Te gebruiken voor het zuivere metaalelement met het symbool Pb en het atoomnummer 82; het metaal is zacht, kneedbaar en vaalgrijs van kleur. Ook te gebruiken voor het metaal wanneer het wordt bewerkt en gevormd om, meestal in combinatie met andere stoffen, verscheidene voorwerpen en materialen te maken. (Archeological Base Register)