aalstekers

IJzeren vork met drie of vier tanden, vaak van weerhaken voorzien, waarmee men vroeger aal stak. (ABR),Soort hark waarmee men op aal vist. (De Binnenvaart),Viswerktuig waarmee men paling kan vangen, het palingsteken. Het bestaat uit een drietand, of soms wel vijf tot zes tanden, waarvan de binnenzijde plat zijn en er slecht een dun reepje ruimte overblijft, de uiteinden lopen krom naar buiten toe bij de buitenste twee tanden. Aan de bovenkant zit een grote open ruimte. Dit werktuig haalt men door het water waarbij de paling blijft steken tussen de tanden.

• Synoniem: aalgeren,aalgeer,aalschaar,aalscharen,elger,palingijzer,palingijzers,palingschaar,palingscharen,palingsteker,palingstekers,aalsteker,elgers
• Breder: gereedschap en uitrusting voor materialen
• Smaller: zeilelgers en [[1]]
• Begrippenkader: Cultuurhistorische Thesaurus
• Thesaurus: aalstekers