Boerderijen op Texel
Introductie
De Texelse boerderijen behoren tot de noordelijke huisgroep. Vanwege hun witte kleur, rieten piramidedak en lang voorend zijn ze bekend als de Texelse stolp.
Geologie
Texel is het grootste en meest zuidelijk gelegen Waddeneiland van Nederland. Het ligt op slechts enkele kilometers van het vasteland en vormt tezamen met de duinenrij van de Nederlandse westkust en de andere vier Waddeneilanden een reeks strandwallen. Evenals het nabijgelegen voormalige eiland Wieringen bestaat Texel uit een licht glooiende stuwwal die in de voorlaatste IJstijd is ontstaan. Achter de duinen en de stuwwal heeft zich gedurende de holocene periode een zeekleilandschap ontwikkeld, dat door middel van een dijk is afgeschermd van de Waddenzee. Door de combinatie van zand, keileem en zeeklei is de bodem op Texel geschikt voor het gemengde bedrijf.
Huidige boerderijen
De huidige boerderijen op Texel zijn een variant van de Noord-Hollandse stolp en zijn na 1600 ontstaan. Voordat de stolpboerderij ontstond, was er sprake van een ander en minder opvallend type boerderij. Over de middeleeuwse boerderijbouw op Texel is weinig bekend. Mogelijk is de ontwikkelingslijn vanaf de middeleeuwen vergelijkbaar met die op het Noord-Hollandse vasteland en was er sprake van een rechthoekig houten woonstalhuis met rieten dak. Omstreeks 1600 deed de stolpvorm zijn intrede op Texel. De stolp was in meerdere opzichten efficiënt en vooruitstrevend voor de tijd. De compacte ruimtevorm sloot goed aan bij het in de zeventiende eeuw dominerende middelgrote bedrijf. De essentie was dat de hooiopslag in de boerderij zelf kon plaatsvinden, dichtbij het vee. Het boerderijtype is waarschijnlijk in West-Friesland ontstaan. Dat gebeurde in het begin vaak als uitbreiding of wijziging van een bestaande boerderij. Later werden ook steeds meer nieuwe stolpen gebouwd en breidde het boerderijtype uit naar o.a. Texel.
Bedrijfsgedeelte
De basis van de stolp bestaat uit een nagenoeg vierkante plattegrond met een dito middenkern en daaromheen aansluitende ruimten. De middenkern bestaat uit een hoge constructie van dekbalkgebinten, waarvan de gebintstijlen op de hoekpunten rusten op poeren. Deze constructie wordt geschraagd door al dan niet dubbele schoren en draagt in zijn geheel het piramidevormige dak. Daardoor zijn de vaak deels houten buitenwanden niet dragend. Dat bood voordelen omdat er beperkt gefundeerd hoefde te worden, hetgeen de bouwkosten kon drukken. De middenkern diende als ruimte voor hooiopslag – dit was het hoogste deel van de boerderij midden onder het piramidale dak. Aan de zijkant of (deels) aan de voorkant bevond zich het woongedeelte.
De Texelse stolp vertoont in grote lijnen gelijkenis met de stolpen op het vasteland. Er zijn echter enkele significante verschillen te noemen, die aantonen dat er wel degelijk sprake is van een karakteristieke eilandvariant. Het eerste betreft de indeling van de koestal: bij veel Texelse stolpen was de koestal klein van omvang, ca. vier boxen diep, en stond het vee met de koppen naar de tasruimte in het midden van de boerderij gericht. Achter het vee lag een mestgoot en een smalle voergang. In de tweede plaats hebben stolpboerderijen op Texel vaak een diep voorhuis ofwel voorend.
Woongedeelte
Dit woongedeelte was veelal twee gebintvakken diep en bevatte al dan niet een gang, een woonvertrek met voordeur en daarachter een slaapvertrek met een paar bedsteden. De keuken zat doorgaans in de ruimte tussen het woon en bedrijfsgedeelte, in de buurt van het vee en de werkruimte. In de derde plaats zijn de wanden van het bedrijfsgedeelte op Texel doorgaans vrij laag en zijn ze tegenwoordig wit geschilderd. De deeldeuren bevinden zich op een van de hoeken en zijn vanwege de vereiste doorrijhoogte onder een verhoogde steekkap aangebracht, of de daklijn ligt aan de zijde van de deeldeuren hoger dan aan de andere zijden of is enkel boven de deeldeuren opgetild. Een vierde verschil is dat de Texelse boerderijen vrijwel allemaal uit stenen buitenmuren bestaan, terwijl de gevels op het vasteland tot op heden vaak deels nog van hout zijn. Hieruit kan worden afgeleid dat op het eiland relatief vroeg een grootschalige verstening van de boerderijen heeft plaatsgevonden.
Deze pagina is voor het laatst bewerkt op 8 aug 2024 om 04:53.