Eigenschap:Definitie

Kennismodel
:
Type eigenschap
:
Tekst
Deze datatypespecificatie wordt genegeerd; de specificatie uit de externe vocabulaire krijgt voorrang.
Geldige waarden
:
Meerdere waarden toegestaan
:
Nee
Weergave op formulieren
:
Tekstvak
Initiële waarde
:
Verplicht veld
:
Nee
Toelichting op formulier
:
Een begrip kan een formele definitie (Nederlangstalig) hebben. Deze wordt waar mogelijk overgenomen uit een officiële publicatie. (skos:definition)
Subeigenschap van
:
Geïmporteerd uit
:
Formatteerfunctie externe URI
:

Klik op de button om een nieuwe eigenschap te maken:


Showing 100 pages using this property.
A
A/C-profielen zijn bodemprofielen waarin een humusrijke A-horizont direct gelegen is op het ongeroerde moedermateriaal. (C-horizont) (Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed)  +
Amerikaans heeft betrekking op alles wat afkomstig is uit Amerika, als werelddeel of uit de Verenigde Staten van Amerika. Amerikaans-Engels is de naam voor de varianten van de Engelse taal die gesproken worden in de Verenigde Staten van Amerika en bij uitbreiding in Canada.  +
De Amsterdamse School is een stijl in de bouwkunst, te plaatsen in de periode van de moderne bouwkunst, waartoe ook onder meer De Stijl, het nieuwe bouwen, de Chicago School en het expressionisme gerekend worden, die als reactie op de zogenaamde neostijlen te zien zijn. (Wikipedia)  +
De naam Art deco is ontleend aan de grote expositie voor moderne decoratieve kunst, de 'Exposition des Arts décoratifs et Industriels modernes', die in 1925 in Parijs gehouden werd. Nederland kwam met een inzending die gedomineerd werd door de Amsterdamse School. De Amsterdamse school stijl wordt over het algemeen beschouwd als de Nederlandse variant van de Art deco. Art deco toont veel overeenkomst met Art nouveau. Wel zien we meer rechte lijnen en geometrische vormen. Ook vallen de Oriëntaalse, Egyptische en klassieke invloeden op binnen de Art deco. Een typisch voorbeeld van een Art deco gebouw is het theater Tuschinski in Amsterdam uit 1921. (www.infonu.nl)  +
Augiet is een mafisch mineraal.  +
B
B-horizonten (inspoelingshorizonten) zijn op een bepaalde plaats in een bodemprofiel aanwezige inspoelingslagen. Dit ingespoeld materiaal kan humus, klei, ijzer- of aluminiumoxiden betreffen (Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed) Inspoelingslagen zijn lagen van op een bepaalde plaats in een bodemprofiel ingespoeld materiaal. (Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed)  +
Balegemse steen: zandige kalksteen welke gewonnen wordt nabij het dorp Balegem in de Provincie Oost Vlaanderen, België. De steen is kwartshoudend, groenachtig bruin of blond van kleur en heeft een meestal duidelijk zichtbaar horizontaal leger. De Balegemse steen bevat plaatselijk vrij grote schelpen. De steen wordt gevonden in schollen met een harde kern tussen zandlagen.  +
Baumberger kalksteen: zandige kalksteen welke gewonnen wordt in de heuvelrug Baumberge, in de omgeving van Billerbeck en Havixbeck, 20 km ten westen van Munster, Duitsland. De steen is crème- tot okerkleurig, bevat donkergroene of bruine spikkels van glauconiet en is gelijkmatig en fijn van structuur. Van oudsher worden een aantal varianten onderscheiden, die evenwel lang niet in altijd in alle groeven gelijk ontwikkeld zijn en deels ook kunnen ontbreken: fliess: variant van Baumberger kalksteen, afkomstig uit de bovenste banken. Deze steen is blond van kleur, fijnkorrelig en redelijk zacht. lappen: variant van Baumberger kalksteen, afkomstig uit de middelste banken. Deze steen is soms meer grauw van kleur en vaak wat harder dan de fliess. paol: variant van Baumberger kalksteen, afkomstig uit de onderste bank. Eveneens grauw van kleur. Deze bank bevat het hoogste kwartsgehalte en is in het algemeen harder dan lappen en fliess.  +
Een compact, hard marmer uit België, dat wordt beschouwd als het beste zwarte marmer voor beeldhouwen, vanwege de diepe kleur en het ontbreken van aderen en strepen. (AAT-Ned)  +
Belgische hardsteen: polijstbare kalksteen welke gewonnen wordt in de Belgische Ardennen (o.m. in het Ourthe bekken) en bij Soignies , provincie Henegouwen. De grondmassa van Belgische hardsteen is gelijkmatig donker van kleur waarin de versteningen van de doorsneden van crinoiden (stengelfragmenten van zeelies) zich als grijs-witte kringetjes aftekenen. Het breukvlak is ruwkorrelig. Kristallijne koolzure kalk kan geconcentreerd voorkomen in de vorm van calcietplekken. Soms verraden deze vlekken de aanwezigheid van oplossingsholtes in de steen.  +
Bentheimer zandsteen: zandsteen welke gewonnen wordt nabij Bentheim, Duitsland. De steen heeft een geelgrijze tot witte ondergrond bestaande uit kwartskorrels met een middelmatige grove korrel. Door oxidatie van ijzerhoudende bestanddelen kunnen roodbruine strepen aanwezig zijn. De steen is homogeen van structuur, kleur en kwaliteit.  +
De Biedermeier-periode in de Duits/Oostenrijkse (kunst)geschiedenis is ruwweg van 1815 (het Congres van Wenen) tot het revolutiejaar 1848. De Biedermeier was een reactie op de overladen empirestijl en zijn militaire op de Romeinen geïnspireerde ornamenten.  +
Baksteenformaat 18x9x5,2, rood/bruin. (Agriwiki)  +
Brauvilliers: witte kalksteen welke gewonnen wordt in het Département de la Meuse, Frankrijk. De grondmassa is gelijkmatig van structuur en kleur, het breukvlak is ruw korrelig. Brauvilliers liais: variant van Brauvilliers.  +
C
De C-horizont is het horizont onderin het bodemprofiel, bestaande uit ongeconsolideerd (los) moedermateriaal, onaangetast door bodemvorming.  +
De L*a*b* kleurenruimte, ook bekend als CIELAB, is een in 1976 door de CIE gedefinieerde manier om kleur uit te drukken als een punt ergens in een bolvormige ruimte. De L* is de lichtheid die van wit naar zwart loopt. De a* geeft de groen-rood waarde en de b* geeft de blauw-geel waarde. Iedere kleur heeft zijn eigen L*a*b*-coördinaten. Het verschil tussen twee kleuren, DeltaE, wordt uitgedrukt als de afstand tussen de twee coördinaten in de bol.  +
Calais-afzettingen is een verouderde benaming voor Holocene getijdeafzettingen in het kustgebied langs de zuidelijke Noordzeekust (incl. Nederland). Het zijn zanden en kleien afgezet in getijdegeulen, lagunes, wadplaten, kwelders en rietgorzen. Ze zijn gevormd tijdens het relatief snel stijgen van de zeespiegel in de grofweg de eerste helft van het Holoceen (Boreaal, Atlanticum en Subboreaal). Een andere verouderde term voor deze afzettingen is 'oude zeeklei', tegenwoordig worden deze afzettingen grotendeels bij het Laagpakket van Wormer binnen de Naaldwijk Formatie ondergebracht. In veel diepe droogmakerijen in West-Nederland ligt deze afzetting aan de oppervlakte. (Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed)  +
De Chaletstijl is een romantiserende bouwstijl die, vooral in het laatste deel van de 19e eeuw en het begin van de 20e eeuw (dus ruwweg rond 1900), onder meer in Duitsland, Nederland, Noorwegen en IJsland, werd toegepast bij villa's, boerderijen en openbare gebouwen.  +
D
Onderzoek van een monster, liefst vrij van contaminatie, van bijv. menselijke skeletresten om geslachtsbepaling, verwantschapsonderzoek, genetische groepssamenstelling groep, geografische herkomst te bepalen.  +
De Stijl is een groep van Nederlandse schilders, architecten, dichters en beeldhouwers rond het gelijknamige tijdschrift (1917-1931), opgericht door Theo van Doesburg. Typerend voor De Stijl is de combinatie van verschillende kunstvormen in een harmonisch, abstract Gesamtkunstwerk (ook wel gemeenschapskunst). Enkele elementen die steeds terugkomen in de kunst en architectuur van de leden van De Stijl zijn asymmetrische composities van geometrische vormen, primaire kleuren, zwarten, witten en grijzen. Hiermee wordt volstrekte abstractie nagestreefd. Een gebouw dat volgens velen De Stijl vertegenwoordigt, is het Rietveld-Schröderhuis(18329). Groep van voorn. Nederlandse kunstenaars rond het gelijknamige tijdschrift (1917-1931), opgericht door Theo van Doesburg. Beginselen: volstrekte abstractie, elementaire gegevens (rechte lijn en hoek), primaire kleuren (schilderijen van Piet Mondriaan). In de architectuur resulteerde dat in rechtlijnige gebouwen met weids uitzicht naar buiten, zoals G. Rietvelds Schröderhuis en andere Utrechtse woningen. (Haslinghuis)  +
Het Deltaplan voor het Cultuurbehoud was een rijkssubsidiebeleid om de achterstand in behoud en beheer van de Nederlandse erfgoedinstellingen (musea, bibliotheken en archieven) in te lopen.De subsidie werd beschikbaar gesteld van 1990 tot 1994. De subsidieregeling werd daarna met vier jaar verlengd tot 1998.  +
Doornikse steen is een zwartblauwe, gelaagde kalksteensoort, die in de omgeving van Doornik wordt gewonnen. Door verwering wordt de steen zilvergrijs. (Wikipedia)  +
Trachiet werd gewonnen op de Drachenfels in het Siebengebirge in Duitsland, tegenwoordig een natuurreservaat. Vandaar de naam Drakenvelder steen of Drachenfelstrachiet. (www.joostdevree.nl)  +
Duinkerke-afzettingen is een verouderde benaming voor Holocene getijdeafzettingen in het kustgebied langs de zuidelijke Noordzeekust (incl. Nederland). Het zijn zanden en kleien afgezet in getijdegeulen, lagunes, wadplaten en kwelders. Ze zijn gevormd tijdens inbraken in het Laat-Holoceen (Subboreaal en Subatlanticum). Een andere verouderde term voor deze afzettingen is 'jonge zeeklei', tegenwoordig worden deze afzettingen grotendeels bij het Laagpakket van Walcheren binnen de Naaldwijk Formatie ondergebracht. In grote delen van het kustgebied liggen deze afzettingen aan het oppervlak in zowel de oude als in de jonge zeekleipolders. (NB oud/jong slaat hier op de polder, niet op de zeeklei). (Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed)  +
E
E-horizonten bestaan uit de uitspoelingslaag van een podzol of brikgrond. Mineralen en humus zijn hier uitgespoeld. In podzols is dit horizont daarom grauwgrijs van kleur. (Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed)  +
EPDM staat voor Ethyleen Propyleen Dieen Monomeer en is een synthetisch rubber; ook de variant met Terpolymeer i.p.v. Monomeer wordt EPDM genoemd. Meestal worden extra stoffen toegevoegd om de karakteristieken te verbeteren, bijvoorbeeld roet en vulkaniseermiddelen. Er is ook een gewapende variant. EPDM-folie is verkrijgbaar is verschillende diktes (meestal 1,0-2,5 mm).  +
De stichting Erkende Restauratiekwaliteit Monumentenzorg (ERM) is een platform voor monumenteneigenaren, ontwerpers en uitvoerders, en toezichthouders. Gezamenlijk werken zij heel praktijkgericht aan de kwaliteit bij onderhoud en restauratie van monumenten. En natuurlijk hoort het verduurzamen van monumenten daarbij. ERM beheert de beoordelings- en uitvoeringsrichtlijnen zoals die worden vastgesteld door het Centraal College van Deskundigen Restauratiekwaliteit.  +
Het Eemien was het laatste interglaciaal (warme tijdperk) in het Pleistoceen. Het klimaat van het Eemien was te vergelijken met het huidige warme tijdperk, het Holoceen, of zelfs iets warmer. De naam Eemien wordt vooral gebruikt in de geologische tijdschaal voor het vasteland van Europa. Het Eemien duurde van 126-116 ka geleden. Samen met het Weichselien vormt het Eemien het Laat Pleistoceen. (Wikipedia) Het Eemien (Vlaams: Eemiaan) was het laatste interglaciaal (warme tijdperk) in het Pleistoceen. Het klimaat van het Eemien was te vergelijken met het huidige warme tijdperk, het Holoceen, of zelfs iets warmer. De naam Eemien wordt vooral gebruikt in de geologische tijdschaal voor het vasteland van Europa. Het Eemien duurde van 126-116 ka geleden.  +
Het Engels (English) is een Indo-Europese taal, die vanwege de nauwe verwantschap met talen als het Fries, (Neder-)Duits en Nederlands tot de West-Germaanse talen wordt gerekend. De taal is ontstaan in Engeland in de tijd van de Angelsaksen en is nu de lingua franca in grote delen van de wereld, als resultaat van de militaire, economische, culturele, wetenschappelijke en politieke invloed van het Britse Rijk gedurende de 18e, 19e en begin 20e eeuw en de invloed van de Verenigde Staten vanaf het begin van de 20e eeuw tot op heden.  +
De Erfgoedwet is een Nederlandse wet gericht op de bescherming van (erfgoed) collecties van nationaal belang. (Wikipedia)  +
Ethafoam is een duurzaam en stevig schuim met een dichte celstructuur gemaakt van polyetheen. Het wordt gebruikt voor het maken van steunen voor driedimensionale voorwerpen.  +
Expressionisme is een bouwstijl waarbij de expressie van een innerlijke ervaring van de architect een vorm creeert waarbij een emotioneel effect wordt bewerkstelligd. In de Nederlandse architctuur wordt het expressionisme vooral gekenmerkt door expressieve baksteenarchitectuur tussen 1910 en 1930 met name in Amsterdam. De nadruk lag op de plastisch vormgegeven buitenzijde. In Nederland werd deze bouwstijl Amsterdamse school genoemd. Wanneer het om overwegend decoratieve onderdelen gaat, bijvoorbeeld winkelpuien, spreekt men wel over art deco. (Bouwstijlen in Nederland 1040-1940 / Roland Blijdestijn, Ronald Stenvert, 2000)  +
F
Florale Jugendstil is een subtak van de Jugendstil waarbij asymmetrie en zogenaamde zweepslagmotieven van belang zijn. (Bouwstijlen in Nederland 1040-1940 / Roland Blijdestijn, Ronald Stenvert, 2000)  +
Verzamelnaam voor meer dan honderd witgele en geelbeige kalksteensoorten uit Frankrijk. (Haslinghuis)  +
Friese pannen zijn machinaal vervaardigde dakpannen die in verschillende vormen in de tweede helft van de 19e en de eerste helft van de 20e eeuw in Friesland gemaakt zijn. Er zijn vlakke en gegolfde modellen. Gegolfde pannen komen met twee en drie golven voor.  +
G
Zandige kalksteen, grijswit van kleur, met verkiezelde strepen die de steen een generfd aanzien geven. Afkomstig uit de streek ten oosten en noordoosten van Brussel, m.n. Gobertange bij St.-Remy-Geest. Dikte niet meer dan 14 cm. Hoofdzakelijk gebruikt voor parementwerk. Voor geprofileerd werk werd Ledesteen gebruikt. Door de harde kern verweert de steen meelzakvormig. Ook als vloertegels in Zuidwest-Nederland. Men spreekt van witte Brabantse arduin. In België wordt de steen soms Haspengouwse mergel genoemd. Opvallend is, dat in m.e. bronnen vrijwel nooit wordt gesproken over steen van Gobertingen. De indruk is, dat er toen geen steen uit deze omgeving naar het noorden werd gebracht. In Tienen (Br.) en omgeving, vlak bij dit wingebied, sprak men in de 16de eeuw inderdaad van ‘Gubbertinsche steenen’, die werden geleverd als ‘rousteens’, als ‘arduyne’ (met één vlakke kant), als ‘hamelsarduyns’ (enigszins gefatsoeneerde blokken) en ook als klaargemaakt geprofileerd werk. (Haslinghuis) Gobertange: zandige kalksteen welke gewonnen wordt in de omgeving van Jodoigne, België. De steen is geelachtig wit van kleur, soms met bruine strepen of gewolkt. Kenmerkend is de fijne, soms onderbroken lijntekening van het leger. Schelpenknollen van ruim drie vierkante centimeter komen voor; deze kunnen uit elkaar vallen.  +
H
Hamerpannen zijn machinaal vervaardigde dakpannen met kop- en zijsluitingen. De oorsprong lag in de Elzas, rond 1841 ontwikkeld door de gebr. Gilardoni. Sinds 1886 bij Hamer & Co. te Nijmegen geproduceerd. Het zijn platte pannen die lijken op tuiles du Nord, maar groter zijn en een dubbele wel hebben. Verkrijgbaar met ronde en platte wel.  +
Helderpannen zijn ruitvormige geribde machinaal vervaardigde dakpannen. Ze werden vanaf ca. 1890 geproduceerd door Helder & Co. te Dokkum (Friesland).  +
Bouwtrant die in XVIII in Engeland onder de regering van George i-iv van Hannover (1714-1830) overheersend was. Ten dele vertoont deze stijl nog de invloed van Christopher Wren, voor het overige in monumentale gebouwen en landhuizen enz. die van Palladio (het Palladianisme, Palladiostijl). Stadswoonhuizen en wijken van Londen vertegenwoordigen deze stijl in versoberde en comfortabele vormen. Daarnaast is de aanleg en opbouw van de stad Bath (1754 door vader en zoon Wood) een voorbeeld van grootscheeps urbanisme. (Haslinghuis) De Empire stijl is een neoclassicistische stijl die tegen 1800 tot bloei komt. Het is in hoofdzaak een decoratieve stijl waarvan de architectuur motieven heeft overgenomen. We zien Egyptische invloeden zoals bijvoorbeeld sfinxen, kariatiden, palmetten en rozetten. (Haslinghuis) De Lodewijk XV-stijl of Rococo is voornamelijk een interieurkunst waarin stucwerkplafonds, betimmeringen en wandbekleding één geheel vormen. Kenmerkend zijn de lichtere ornamenten en de elegante, speelse decoratie. Er is een voorkeur voor asymmetrische, zwierige vormgeving en lichte (pastel)kleuren. Het centrale decoratieve element is de roccaille, een asymmetrisch schelpachtig, aan rotsvormen ontleend siermotief. (Bouwstijlen in Nederland 1040-1940 / Roland Blijdestijn, Ronald Stenvert, 2000)  +
Hollandse pannen zijn golfvormige pannen, in feite een holle en bolle pan aan elkaar. (Dus als een platliggende S). Deze pannen gebruikte men voor steilere daken.  +
I
Inspectie die toeziet op de toegankelijkheid van overheidsinformatie en op de zorgvuldige omgang met erfgoed. Zij kijkt hoe de regels in de praktijk werken.  +
De Internationale Organisatie voor Standaardisatie (ISO) is een internationale organisatie die normen vaststelt. De organisatie is een samenwerkingsverband van nationale standaardisatieorganisaties in 163 landen.  +
J
Japans papier is een fijn vezelpapier van plantaardige vezels. Het wordt vaak gebruikt als facing bij de conservering van schilderijen en van gepolychromeerd beeldhouwwerk.  +
Art Nouveau is een architectuurstijl die na 1890 ontstond en slechts tot enkele jaren na 1900 van belang was. Kenmerkend voor de Art Nouveau bouwkunst is het laten zien van constructieve elementen, echter op zo'n manier dat zij als versiering dienen. Giet-, smeedijzer en glas spelen een belangrijke rol. Kenmerkend zijn de asymmetrie en de toepassing van grote bogen en versiering met majolicategels, zowel binnen als buiten. Grote plasticiteit van gevels werd bereikt door gebruik van loggia's, erkers en torentjes. De stijl werd voornamelijk toegepast op winkels, apotheken, verzekeringskantoren en warenhuizen. Jugendstil is een architectuurstijl die werd toegepast tussen 1890 en 1914 en zijn naam te danken heeft aan het Duitse blad 'die Jugend'. Jugendstil is afkomstig uit Duitsland en Oostenrijk en is verwant aan de Art Nouveau, het verschil met Art Nouveau is dat de Jugendstil vaak strenger en hoekiger is. (Wikipedia)  +
K
Een KOMO-procescertificaat is een kwaliteitsverklaring met betrekking tot een bepaald realisatieproces in de bouw- en infrasector. Het certificaat verklaart dat het eindresultaat van een proces in overeenstemming is met de in het certificaat vastgelegde ‘specificaties’ en dat het daarvoor benodigde proces in overeenstemming is met de in het certificaat vastgelegde processpecificaties. In relatie tot het Bouwbesluit is een KOMO-procescertificaat een document dat verklaart dat een bouwdeel dat vervaardigd wordt met het betreffende proces zal voldoen aan de relevante eisen van het Bouwbesluit.  +
Kirchheimer muschelkalksteen: polijstbare kalksteen welke gewonnen wordt in de omgeving van Würzburg, Duitsland. De steen heeft een geelroodbruine of bruingrijze ondergrond, wisselt per laag van kleur, en heeft een grove adering. De steen is opgebouwd uit talloze schelpresten, is vaak duidelijk gelaagd en is meestal homogeen van structuur en kwaliteit.  +
Lichtbruine of gele steen, gelijkend op mergel maar harder. Afkomstig uit groeven in de buurt van Kunrade (L.). Reeds door de Romeinen in Zuid-Limburg gebruikt. (Haslinghuis)  +
Het geologisch tijdperk Kwartair is in de geologische tijdschaal de jongste periode en in de stratigrafische colom het bovenste systeem. Het Kwartair beslaat de tijdspanne van 2,58 miljoen jaar geleden (Ma) tot heden en is de jongste, bovenste of laatste onderverdeling van de era Cenozoïcum. Het Kwartair is onderverdeeld in twee tijdvakken of series: het Pleistoceen en het Holoceen.  +
L
Long Term Evolution.  +
De landschapsstijl is een overkoepelende term voor de vroege of late landschapsstijl. Het meer specifieke gebruik van die laatste termen heeft de voorkeur. (Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed)  +
M
Modernisme wordt gehanteerd voor alle architectuur die getuigt van een streven naar vernieuwing door een versobering van de vormentaal. De meest pure vorm van modernisme, vaak benoemd als de internationale stijl of functionalisme, wordt gekenmerkt door een rationeel grondplan, eenvoudige geometrische vormen, dragende (beton)skeletten met platte daken, lichte scheidingswanden en het gebruik van moderne materialen. De meeste gebouwen bereiken echter niet het pure van de internationale stijl, maar getuigen niettemin van een streven naar verzakelijking. Zij zijn doorgaans uitgewerkt met egale bakstenen parementen, met een bescheiden volumewerking en een sterk gereduceerde decoratie. (jaren 1920 tot jaren 1960).  +
Schelpenkalksteen uit Zuid- en West-Duitsland en Luxemburg. Komt voor in dichte en in poreuze structuur. Grijswit, bruingrauw (meest toegepast), blauwachtig of rood. (Bouwmaterialen / encyclopaedische gids voor theorie en practijk / P.W. Scharroo / 3e herz. en verm. dr.) Muschelkalk is een afzetting van mergelachtige kalksteen uit de Trias. Deze afzettingen zijn ongeveer 200 miljoen jaar geleden afgezet in ondiepe zeeën. (Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed)  +
N
NEN is de afkorting van NEderlandse Norm.  +
NEN-EN is de aanduiding van Europese normen (EN) overgenomen in Nederland en gepubliceerd door het Nederlands Normalisatie-Instituut NEN. Voor Europese normen geldt dat deze in alle Europese lidstaten geldig zijn en eventuele eerder bestaande landelijke normen vervangen.  +
NEN-EN is de aanduiding van Europese normen (EN) overgenomen in Nederland en gepubliceerd door het Nederlands Normalisatie-Instituut NEN. IEC staat voor de International Electrotechnical Commission (IEC). Deze commissie ontwikkelt en publiceert algemene internationale normen voor elektrische componenten en apparatuur.  +
Naamse steen, ook wel Naamse hardsteen, in vakliteratuur Namense steen, Namense hardsteen, Pierre de Vinalmont of Calcaire de Vinalmont, is een soort kalksteen die gewonnen wordt uit de kalksteengroeven bij Vinalmont in de provincie Luik en in de provincie Namen in België. (Wikipedia)  +
Het Nederlands is een West-Germaanse taal en de moedertaal van de meeste inwoners van Nederland, België en Suriname. In de Europese Unie spreken ongeveer 23 miljoen mensen Nederlands als eerste taal, en een bijkomende vijf miljoen als tweede taal. Verder is het Nederlands ook een officiële taal van de Caraïbische (ei)landen Aruba, Curaçao en Sint-Maarten, terwijl er nog minderheden bestaan in Frankrijk, Duitsland en in mindere mate Indonesië, en nog ruim een half miljoen sprekers in de Verenigde Staten, Canada en Australië. De Kaap-Hollandse dialecten van Zuid-Afrika en Namibië werden gestandaardiseerd tot Afrikaans, een dochtertaal van het Nederlands.  +
Het Neoclassicisme is de architectuurstijl uit de periode na 1750 tot eind 19e eeuw. Deze stijl gebruikt de kenmerken van het classicisme, zoals zuilen en tempelfrontons, opnieuw. (Haslinghuis)  +
Verwijst naar een trend onder de Duitse architectonische avant-garde van het midden van de jaren 1920, die gegevens en praktisch functionalisme bevorderde. (AAT)  +
Nivelsteiner zandsteen is een fijnkorrelig tertiaire zandsteen dat afkomstig is uit het gebied van het Worm-dal in het grensgebied Nederlands Zuid-Limburg en Duitsland. (Wikipedia)  +
Noord-Brabantse stenen zijn bakstenen vervaardigd uit klei die voornamelijk gewonnen is in het gebied tussen 's-Hertogenbosch, Tilburg en Breda. De stenen zijn ten dele gemaakt in Waalformaat, en ten dele in drielingen of Belgisch formaat. Kleuren overwegend paarsig tot grijzig rood, soms ook geel.  +
O
OSL-datering (Optical Stimulated Luminescence) gaat uit van het gegeven dat mineralen zoals kwarts en veldspaat licht (luminescentie) kunnen uitstralen. Met de methode wordt het moment van afzetting en begraving van sediment bepaald, of het moment van bakken van aardwerk.  +
Obernkirchner zandsteen: zandsteen welke gewonnen wordt in de omgeving van Hannover, Duitsland. De steen heeft een gele ondergrond met lichtbruine strepen van ijzerhydroxiden en een zwakke adering en is homogeen van structuur, kleur en kwaliteit. Het breukvlak is fijnkorrelig.  +
Beverstaarten zijn daktegels die aan de onderzijde afgerond en schubvormig gedekt zijn. Ze zijn voornamelijk in Duitsland toegepast (Biberschwanz). In Nederland wordt de naam ook wel gebruikt voor Oegstgeester pannen. Oegstgeesterpannen zijn schubvormige, machinaal vervaardigde dakpannen. Deze pannen zijn van 1852 tot ca. 1914 vervaardigd aan de Oude Rijn in de gemeente Oegstgeest. Ze worden ook wel hartjespannen genoemd.  +
Het mineraal olivijn is een nesosilicaat met als chemische formule (Mg,Fe)2SiO4, waarbij de eindleden tussen magnesium en ijzer worden gevormd door de mineralenreeks forsteriet (rijk aan Mg) en fayaliet (rijk aan Fe).  +
Oost-Indische inkt, in België ook bekend als Chinese inkt, is een lichtechte diepzwarte inkt die veel door kunstenaars wordt gebruikt. Voordat de computer zijn intrede deed op de tekenkamer werd deze inkt daar ook gebruikt voor het maken van technische tekeningen op calqueerpapier. Het is een van de oudst bekende soorten inkt. Zelfs na eeuwen verbleekt de inkt niet – pure koolstof kan immers niet door het licht afgebroken worden – en het is ook op zeer afgesleten papyri en perkamenten nog mogelijk de tekst te lezen, vaak betrekkelijk beter met behulp van infrarood licht.  +
P
De Photographic Activity Test is een gestandaardiseerde kwaliteitstest (ISO 14523:1999) om de chemische inertie van (conserverings)materialen vast te stellen waar het het beeldzilver en verkleuringen betreft van fotografische papieren. Zie ook Image-Interaction-Test, Stain-Test, Mottle-Test.  +
Pictoright is een Nederlandse collectieve beheersorganisatie voor auteursrechten van aangesloten illustratoren, grafisch vormgevers, fotografen en beeldend kunstenaars. Ook erfgenamen kunnen zich als rechthebbende aansluiten.  +
Op de geologische tijdschaal het eerste en langste tijdvak van het quartair. Het pleistoceen duurde van ongeveer 1,8 miljoen jaar geleden tot 10.000 v.Chr., en is vooral bekend als het tijdvak waarin de aarde zijn meest recente ijstijd doormaakte.(AAT)  +
Portland: kalksteen welke gewonnen wordt in Dorset, Engeland. De steen is fijnkorrelig van structuur. Het breukvlak is fijnkorrelig. Portland whit bed: variant van Portland, oölitische kalksteen met een vrij open structuur waarin veelvuldig schelpen voorkomen. Portland base bed: variant van Portland met een fijnere en meer dichte structuur dan Portland whit bed, waarin minder grote schelpen voorkomen. Portland roach: variant van Portland met een grovere, meer open structuur dan Portland whit bed, waarin kleine en grote, deels open schelpen voorkomen.  +
R
Regeling rijkssubsidiëring instandhouding monumenten of Rrim is een Nederlandse regeling bedoeld voor van rijkswege beschermde monumenten (rijksmonumenten, niet zijnde archeologische monumenten). De regeling is samen met de Leidraad Brim subsidiabele instandhoudingskosten onderdeel van het Besluit rijkssubsidiëring instandhouding monumenten of Brim welke sinds 1 februari 2006 van kracht is.  +
Belangenvereniging van de beroepsgroep.  +
Register van restauratoren van roerend erfgoed en historische binnenruimten.  +
Rijndekking is leibedekking van schubvormige leien, die in enkele dekking in schuin oplopende rijen gelegd worden, zoals in Duitsland gebruikelijk is. (Haslinghuis)  +
Romaanse pannen (en Gotische pannen) zijn keramische dakpannen die gekenmerkt worden door een grote golving en relatief klein plat vlak. Zij zijn hoofdzakelijk gebruikt voor woningen in Spaanse/Romaanse stijl in de typische zuidelijke afwerkingskleuren. Dit type pan is geschikt voor daken met een minimum helling van 25° (met onderdak). De Romaanse pan heeft een constante wel (bolling) en de Gotische een meer of minder taps toelopende wel.  +
S
Het Saalien is een geologisch tijdvak aan het eind van het Midden-Pleistoceen. Tijdens het Laat-Saalien (ca. 150.000 jaar geleden) bereikte het landijs Nederland (voorlaatste ijstijd).  +
Scheldegotiek is een vroege regionale variant van de gotiek, waarvan de verspreiding samenhangt met het gebruik van Doornikse steen. Kenmerkend aan de Scheldegotiek zijn de zuilen met knopkapitelen, het drielichtvenster met colonetten in de dagkanten en de voorliefde voor - meest achthoekige - torens op de kruising van schip en dwarsbeuk. (Haslinghuis)  +
De Stichting Beeldrecht is een voormalige Nederlandse organisatie die voor de bij haar aangesloten beeldend kunstenaars en architecten het beeldrecht inde. Op 1 januari 2008 is Stichting Beeldrecht opgegaan in Stichting Pictoright.De stichting gaf ook juridisch advies en bijstand aan de aangesloten kunstenaars.  +
U
Uitvoeringsrichtlijn Restauratie Steenhouwwerk.  +
UMTS of Universal Mobile Telecommunications System wordt gezien als de opvolger voor GSM/GPRS (General Packet Radio Services) en biedt net als de voorgangers zowel circuitgeschakelde als pakketgeschakelde communicatiediensten. UMTS werd aanvankelijk bedreven in de frequentieband tussen 2,0-2,15 GHz, maar om de uitrol te versnellen besliste Europa in juli 2009 dat ook de 900MHz- en 1800MHz-band (vroeger exclusief voorbehouden voor GSM) gebruikt mogen worden. In België was dit al toegestaan sinds 2008. De grootste voordelen van die beslissing zijn een betere dekking en een kostenbesparing voor de providers die hierdoor minder masten hoeven te plaatsen.  +
Een Usselo-bodem is een type paleobodem die gevormd werd in de periode van het Allerød-interstadiaal. Deze bodems komen voor in dek- en duinzanden, en worden in hun meest uitgesproken vorm gekenmerkt door een grijze uitlogingshorizont en een humeuze aanrijkingslaag. In deze bodems komen soms archeologische vondsten voor uit het Laat-Paleolithicum. (Bron: Thesaurus ontroerenderfgoed.be)  +
W
Weiberner tufsteen: tufsteen: welke gewonnen wordt in de Eifel, Duitsland. De ondergrond is bruinachtig beige. De steen is fijnkorrelig en poreus met kleine steensplinters van ongeveer vijf millimeter, gelijkmatig over de steen verspreid. De bims (puimsteen) vullingen zijn van dezelfde grootte.  +
Het geologisch tijdvak Weichselien (Vlaanderen: Weichseliaan of Weichsel), ook wel Weichselglaciaal genoemd, is een in Europa gebruikte stratigrafische indeling die overeenkomt met de laatste ijstijd. Deze periode duurde van 115.000 tot 11.700 jaar geleden.  +
a
Een aanbrandlaag is een extra laagje bindmiddel die op het hechtvlak aangebracht wordt om de hechting te verbeteren. Van oudsher gebruikt men hiervoor een mengsel van cement en water.  +
Aangieten is een techniek om metalen werkstukken te verbinden. Eén stuk is een deel van de gietmal, het andere wordt er permanent aan bevestigd door gesmolten metaal in de mal te gieten.  +
Bij deze methode giet men vloeibare specie in een bekisting.Deze methode met name geschikt voor grotere reparaties van staand en hangend werk. Aangieten kan ook een effectieve methode zijn wanneer de reparatie een specifieke oppervlaktestructuur moet krijgen.  +
Aanhelen is het aanbrengen van nieuw materiaal op plaatsen waar beton door schade is verdwenen.  +
Een lager naar beneden doorgetrokken dakdeel. Kap die aan de zijkant van een bestaand dak tegen een gebouw is gezet. (Haslinghuis)  +
Uitleg vanwege de opdrachtgever van de uit te voeren werkzaamheden voorafgaande aan een (zie) aanbesteding, voor zover iets niet duidelijk mocht zijn uit bestek en voorwaarden. (Haslinghuis)  +
Oppervlak van de aarde.  +
Aardewerk is een breekbaar, bij lage temperatuur gebakken (600-900°C), poreus ceramiek dat allerlei kleur kan hebben, met of zonder glazuur.  +
Abri’s zijn niet afgesloten wachtruimten die vooral bij het openbaar vervoer veel voorkomen. Ook op verschillende begraafplaatsen zijn speciale abri’s te vinden. Het woord abri is ontleend aan het Frans en komt van het werkwoord abrier, hetgeen beschutten tegen (de wind) betekent. In het Latijn betekent apricari warm houden. Een abri biedt dus in de eerste plaats beschutting tegen de elementen. Oorspronkelijk waren abri’s vaak voorzien van deuren, in tegenstelling tot een schuilplaats die open was. Op een enkele begraafplaats zijn speciale abri’s ontworpen zoals op de Kleverlaan in Haarlem, maar vaker zijn oude bushokjes gebruikt, zoals op Heidehof in Apeldoorn. (Stichting Dodenakkers.nl)  +
Het absorptiespectrum van een materiaal geeft de absorptie van golven, als functie van de frequentie. Typisch wordt het begrip gebruikt in de context van elektromagnetische golven, zoals licht.  +
Een abstract is een fijn houten latje, doorgaans uit naaldhout dat via tuimelaars en winkelhaken de beweging overbrengt van de toets naar het ventiel in de windlade. Aan elk uiteinde van de abstract zijn messingdraden gewikkeld of vastgehaakt om de verschillende onderdelen te kunnen verbinden of er is metalen schroefdraad aangehecht met een lederen stelmoer om het systeem af te stellen. (Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed)  +
In de organische chemie is een acrylaat of propenoaat een ester of zout van acrylzuur. Acrylaten bevatten een vinylgroep, die gebonden is aan het koolstofatoom uit de carbonylgroep. Acrylaten en methacrylaten doen dienst als monomeren in de plasticindustrie, waarbij ze zeer snel polymeriseren. (Wikipedia)  +
Een kleurloze, transparante, thermoplastische, synthetische hars gemaakt door de polymerisatie van acrylzuur derivaten; wordt gebruikt voor hechtmiddelen, verharders, beschermlagen, vernis en als een bindmiddel in verven. (Zuiderzeemuseum, Project Fotografie)  +
Acrylverf is een mengsel van een acrylhars als bindmiddel en pigment(en).  +
De zaakhouder en/of medebehandelaar kan bij dit taaktype een specifieke vraag of opdracht geven (via een behandelinstructie/notitie). De taakhouder kan alleen via een taaktekst reageren, of kan een document als taakresultaat toevoegen aan de zaak. Een beredeneerde aanbeveling om een bepaalde keuze te maken.  +
Zie afbijtmiddel, voorzwelmiddel.  +
Afschilferen (afgeven) is het verlies van een deel of van het geheel van de binderlaag van een band, in het bijzonder van slecht opgeslagen acetaat geluidsbanden. Afschilferen is het schilferen van de oppervlaktelaag (cellulosenitraat of -acetaat) van de schijf van een direct gesneden plaat. Deze schade is onherstelbaar en wordt meestal veroorzaakt door het krimpen van de laag door hydrolyse.  +

Deze pagina is voor het laatst bewerkt op 11 feb 2020 om 17:26.