Erkers: verschil tussen versies

k (Dvmersbergen heeft de pagina Historische erkers hernoemd naar Erkers zonder een doorverwijzing achter te laten)
k (Tekst vervangen - "|Kennisitemtype=Object" door "|Artikelsoort=Object")
(11 tussenliggende versies door 3 gebruikers niet weergegeven)
Regel 1: Regel 1:
{{#element:
{{#element:
|Paginanaam=Erkers
|Paginanaam=Erkers
|Elementtype=Kennisitem
|Elementtype=Artikel
|Voorkeurslabel=Erkers
|Voorkeurslabel=Erkers
|Kennisitemtype=Beschrijving van het betreffend object
|Artikelsoort=Object
|Introductie=Je komt ze in elke jarendertigwijk tegen, maar ook boven historische winkels, bij statige woonpanden uit de negentiende eeuw, boerderijen, kloosters en kastelen. Ons land kent vele tienduizenden erkers, ze zijn populair.  
|Introductie=Een erker is een ondiepe uitbouw met veel glas, die buiten de gevel steekt. Als je bijvoorbeeld in Den Haag door het statige Noordeinde loopt, zie je tientallen erkers boven de winkels, op de verdieping van de woonhuizen. Sommige zijn eenvoudig van vorm, andere zijn rijk uitgevoerd en fijn gedetailleerd. Even verderop kom je erkers ‘aan de straat’, dus op de begane grond, tegen. Zo zijn er ook in andere steden vele erkers te vinden. In een willekeurige woonwijk uit het interbellum, zoals in de westelijke delen van Zeist en Haarlem, zie je veel erkers op de begane grond. Ook bij boerderijen, kastelen en watertorens komen ze voor.
|Omschrijving===Geschiedenis==
===Middeleeuwen===
Om van bovenaf een ruim zicht op de straat te hebben, creëerden onze voorouders in de middeleeuwen veelhoekige of ronde uitbouwsels van steen of hout boven aan hun huizen en kastelen, vooral op de hoeken. We noemen ze arkels. Wanneer ze een torenachtige bekroning hebben, spreken we over arkeltorentjes of erkertorentjes. Ze zijn nog te zien bij onder andere het vijftiende-eeuwse stadhuis van Veere  en het zestiende-eeuwse kasteel Schaloen in Schin op Geul.  


Een erker is een ondiepe uitbouw met veel glas, die buiten de gevel steekt. Als je bijvoorbeeld in Den Haag door het statige Noordeinde loopt, zie je tientallen erkers boven de winkels, op de verdieping van de woonhuizen. Sommige zijn eenvoudig van vorm, andere rijk uitgevoerd en fijn gedetailleerd. Even verderop kom je erkers ‘aan de straat’, dus op de begane grond, tegen. Zo zijn er ook in andere steden vele erkers te vinden. In een willekeurige woonwijk uit het interbellum, zoals in de westelijk delen van Zeist en Haarlem, zie je veel erkers op de begane grond. Bij boerderijen, kastelen, watertorens en kloosters komen ze eveneens voor.
===Uitkijkposten===
 
De ideeën om arkels aan te brengen deden Nederlanders op bij de vestingen en kastelen in het Midden-Oosten. Hoewel de arkels doorgaans klein waren, boden ze schildwachten de nodige bescherming én goed zicht op de omgeving. De negentiende-eeuwse Franse architect en auteur Eugène Viollet-le-Duc schrijft in zijn Dictionnaire raisonné de l’architecture française du XIe au XVe siècle (1854-1868) dat de eerste arkeltorentjes mogelijk van hout waren. In tijden van oorlog werden ze op houten balken aan de muren bevestigd. Ze stonden vanaf de elfde eeuw bekend als hordijzen. Al in de twaalfde eeuw volgde een verbeterde uitvoering in steen op kraagstenen: de mezekooi of mezekouw. Daarvan is helaas geen enkel Nederlands voorbeeld overgebleven. Maar een kopergravure van Matthäus Merian uit 1647 van de middeleeuwse stadsmuur van Aken geeft een goed beeld van de verschillende mezekouwen.  
Dat niet alleen veel Nederlanders verknocht zijn aan hun erkers, bewijzen bijvoorbeeld de hoge huizen met erkers in het centrum van Valletta, de oude hoofdstad van Malta, met zijn smalle straten. Naar welk land je ook gaat, onderweg kom je de mooiste exemplaren tegen.
|Omschrijving===Brede blik naar buiten==
Als je in een woonkamer aan de straatkant voor het raam staat, merk je direct dat de straat niet goed te overzien is. Soms kun je zelfs iemand die voor de deur staat, niet zien of je moet je wang tegen het glas duwen. Vanuit een erker is dat anders: die biedt je een bredere blik naar buiten. Wie op een verdieping woont, merkt des te sterker hoe het zicht op de omgeving beperkt is. Een erker verruimt niet alleen de blik naar links en rechts, maar ook naar boven en beneden. Vanuit de erker kun je goed zien of er een koerier met een bestelling voor de deur staat, of iemand die wat aan je wil slijten.


In ons wisselvallige klimaat hebben we behoefte regelmatig even naar buiten te kijken om de lucht te controleren - zelfs al kan dat tegenwoordig met een app op de smartphone. Moet ik zo direct een paraplu meenemen of kan ik zonder? Een erker helpt dus om de blik naar buiten te verruimen en een gevoel van controle te hebben. Een bijkomend voordeel is dat een erker extra licht in de aangrenzende ruimte binnen laat.
===Ontwikkeling===
In de loop der eeuwen ontwikkelden de arkels zich via de stadskastelen tot de nu bekende hangerkers. In de laatste fase van hun ontwikkeling belandden ze op de begane grond. Opvallend is het toenemend gebruik van glas, soms zelfs glas-in-lood, en licht. Erkers zijn dus al een tamelijk oud bouwkundig fenomeen en onverminderd populair bij huiseigenaren, architecten en projectontwikkelaars.  


==Geschiedenis==
===Historische voorbeelden===
===Middeleeuwen===
Je komt ze in elke jarendertigwijk tegen, maar ook boven historische winkels, bij statige woonpanden uit de negentiende eeuw, boerderijen, kloosters en kastelen. Ons land kent vele tienduizenden erkers. Een van de oudste voorbeelden zit aan de rechterzijgevel van Janskerkhof 13 in Utrecht. De twee boven elkaar gebouwde stenen erkers dateren uit 1648. Kenmerkend hier en ook bij andere oude voorbeelden is de versiering met festoenen, schelpen en vruchten. Ook in het buitenland zijn ze populair, je kunt er de mooiste exemplaren tegenkomen. Een voorbeeld is Valletta, de oude hoofdstad van Malta, waar de hoge huizen aan de smalle straten van prachtige erkers zijn voorzien.
Om van bovenaf een ruim zicht op de straat te hebben, creëerden onze voorouders in de middeleeuwen veelhoekige of ronde uitbouw¬sels van steen of hout boven aan hun huizen en kastelen, vooral op de hoeken. We noemen ze arkels. Wanneer ze een torenachtige bekroning hebben, spreken we over arkeltorentjes of erkertorentjes. Ze zijn nog te zien bij onder andere het vijftiende-eeuwse stadhuis van Veere en het zestiende-eeuwse kasteel Schaloen in Schin op Geul.


===Uitkijkposten===
===Typen===
De ideeën om arkels aan te brengen deden Nederlanders op bij de vestingen en kastelen in het Midden-Oosten. Hoewel de arkels doorgaans klein waren, boden ze schildwachten de nodige bescherming én goed zicht op de omgeving. De negentiende-eeuwse Franse architect en auteur Viollet-le-Duc schrijft in zijn Dictionnaire raisonné de l’architecture française du XIe au XVe siècle (1854-1868) dat de eerste arkeltorentjes mogelijk van hout waren. In tijden van oorlog werden ze op houten balken aan de muren bevestigd. Ze stonden vanaf de elfde eeuw bekend als hordijzen. Al in de twaalfde eeuw volgde een verbeterde uitvoering in steen op kraagstenen: de mezekooi of mezekouw. Daarvan is helaas geen enkel Nederlands voorbeeld overgebleven. Maar de koper-gravure van Merian uit 1647 van de middeleeuwse stadsmuur van Aken geeft een goed beeld van de verschillende mezekouwen.
Bij monumenten kom je allerlei historische erkers en arkels tegen. De oudst bewaarde zijn gebouwd in classicistische stijl, waar ze zich lastig lieten integreren. Dat lukte al veel beter bij de Lodewijk XIV-, XV- en XVI-stijlen. De jongere voorbeelden zijn te herkennen aan de gedetailleerdheid in uitwerking van de verschillende neostijlen en de vroeg-twintigste-eeuwse stijlen zoals de Chaletstijl en Jugendstil. De Amsterdamse School laat de erkers in baksteen naadloos overvloeien in de strak uitgevoerde gevels. Een architect die de vrije hand kreeg bij een villa-ontwerp integreerde naast een erker vaak ook een serre, een balkon en een veranda. Allemaal geliefde elementen die je in verschillende combinaties en uitvoeringen tegenkomt. Er zijn twee hoofdtypen historische erkers: op de verdieping, de zogenoemde hangerkers, en op de begane grond, de staande erkers. De hangerkers staan het dichtst bij de ‘oervorm’, de arkels, vooral als ze een torenachtige bekroning hebben. Ze verschillen in bouwkundig opzicht sterk van de staande: de hangerkers hebben de constructie van een soort balkon, terwijl de staande erkers op een fundament rusten. Bouwhistorisch kunnen we nog onderscheid maken tussen erkers die samen met de woning zijn ontworpen en gebouwd, en erkers die later zijn toegevoegd met vaak een afwijkende vormgeving.  


In de loop der eeuwen ontwikkelden de arkels zich via de stads¬kastelen tot de nu bekende hangerkers. In de laatste fase van hun ontwikkeling belandden ze op de begane grond. Opvallend is het toenemend gebruik van glas, soms zelfs glas-in-lood, en licht. Erkers zijn dus al een tamelijk oud bouwkundig fenomeen en onverminderd populair bij huiseigenaren, architecten en projectontwikkelaars.


==Historische voorbeelden==
====Hangerkers====
===Hangerkers===
Van het pand Scutterenboeck in Amsterdam, Singel 321, is bekend dat daar in 1553 twee erkers werden geplaatst. Het waren mogelijk de eerste voorbeelden in deze stad, maar ze zijn niet bewaard gebleven. Het enig overgebleven voorbeeld uit de zestiende eeuw is de erker aan het klooster in Ter Apel uit omstreeks 1554. Voorbeelden van zeventiende-eeuwse erkers zijn te vinden in sommige oude steden, zoals aan de Plompetorengracht 10 in Utrecht. Ook achttiende-eeuwse erkers zijn schaars. Een van de fraaiste en interessantste voorbeelden bevindt zich in Alkmaar bij het huis Moriaanshoofd. Deze uitzonderlijk rijke erker met een gecompliceerd ensemble van zinnebeeldige voorstellingen is kort na 1718 gebouwd in opdracht van Simon Schagen, destijds schepen van Alkmaar. De gevel met erker werd aangebracht bij de samenvoeging van twee laatmiddeleeuwse huizen.  
Van het pand Scutterenboeck in Amsterdam, Singel 321, is bekend dat daar in 1553 twee erkers werden geplaatst. Het waren mogelijk de eerste voorbeelden in deze stad, maar ze zijn niet bewaard gebleven. Het enig overgebleven voorbeeld uit de zestiende eeuw is de erker aan het klooster in Ter Apel uit omstreeks 1554. Voorbeelden van zeventiende-eeuwse erkers zijn te vinden in sommige oude steden, zoals aan de Plompetorengracht 10 in Utrecht. Ook achttiende-eeuwse erkers zijn schaars. Een van de fraaiste en interessantste voorbeelden bevindt zich in Alkmaar bij het huis Moriaanshoofd. Deze uitzon¬derlijk rijke erker met een gecompliceerd ensemble van zinnebeeldige voorstellingen is kort na 1718 gebouwd in opdracht van Simon Schagen, destijds schepen van Alkmaar. De gevel met erker werd aangebracht bij de samenvoeging van twee laatmid¬deleeuwse huizen.


Verreweg de meeste hangerkers dateren uit de periode na het midden van de negentiende eeuw. Spaarzaam zijn de voorbeel¬den bij houten huizen zoals het hoekpand aan de Sandtmannlaan in Naarden.
====Periode====
Verreweg de meeste hangerkers dateren uit de periode na het midden van de negentiende eeuw. Spaarzaam zijn de voorbeelden bij houten huizen zoals het hoekpand aan de Sandtmannlaan in Naarden.


===Staande erkers===
====Staande erkers====
Een van de oudste bewaard gebleven voorbeelden is de erker van het achttiende-eeuwse pand Markt 18 in Maassluis. Deze is mede door het materiaalgebruik en de vormgeving mooi geïntegreerd in de voorgevel. Dat staande erkers niet alleen bij stenen gebouwen voorkomen, toont onder andere de houten dienstwoning met erker, Schattenberg 4, in Zwiggelte (Dr.). Het huis maakt nu deel uit van het Herinneringscentrum Kamp Westerbork.
Een van de oudste bewaard gebleven voorbeelden is de erker van het achttiende-eeuwse pand Markt 18 in Maassluis. Deze is mede door het materiaalgebruik en de vormgeving mooi geïntegreerd in de voorgevel. Dat staande erkers niet alleen bij stenen gebouwen voorkomen, toont onder andere de houten dienstwoning met erker, Schattenberg 4, in Zwiggelte. Het huis maakt nu deel uit van het Herinneringscentrum Kamp Westerbork.  


===Bijzondere combinaties===  
====Bijzondere combinaties====  
Erkers zijn prima te combineren met andere bouwkundige ele¬menten zoals portalen, open en overdekte balkons, een tweede erker en zelfs een dakerker. Als de architect een totaalontwerp heeft gemaakt, vormt de erker doorgaans een harmonieus geheel met de gevel van het huis. Is het huis bovendien in een bijzondere bouwstijl ontworpen, bijvoorbeeld in de neogotiek of art nouveau, dan vormt het vaak een waar pronkstuk.
Erkers zijn prima te combineren met andere bouwkundige elementen zoals portalen, open en overdekte balkons, een tweede erker en zelfs een dakerker. Als de architect een totaalontwerp heeft gemaakt, vormt de erker doorgaans een harmonieus geheel met de gevel van het huis. Is het huis bovendien in een bijzondere bouwstijl ontworpen, bijvoorbeeld in de neogotiek of art nouveau, dan vormt het vaak een waar pronkstuk.  


===Interieur===
====Interieur====
De ondiepe ruimte van een erker laat weinig plek voor meubilair. Wie behoefte heeft om langere tijd naar buiten te kijken of gewoon lekker achter glas in de zon te zitten, zet er een stoel neer. Voor wie regelmatig een blik naar buiten wil werpen, vormt elk meubelstuk een obstakel. Dit geldt vooral voor erkers die niet geheel open zijn verbonden met de woonruimte. Bij hangerkers is de beweegruimte vaak wat beperkter dan bij staande erkers. Anders dan bij balkons is er meestal geen hoogteverschil en ligt er geen drempel tussen de erker en het achterliggende vertrek.  
De ondiepe ruimte van een erker laat weinig plek voor meubilair. Wie behoefte heeft om langere tijd naar buiten te kijken of gewoon lekker achter glas in de zon te zitten, zet er een stoel neer. Voor wie regelmatig een blik naar buiten wil werpen, vormt elk meubelstuk een obstakel. Dit geldt vooral voor erkers die niet geheel open zijn verbonden met de woonruimte. Bij hangerkers is de beweegruimte vaak wat beperkter dan bij staande erkers. Anders dan bij balkons is er meestal geen hoogteverschil en ligt er geen drempel tussen de erker en het achterliggende vertrek.  


====Vitrage====
Veel erkers bieden wel wat ruimte voor een paar planten, die daar vanwege het licht goed gedijen. Sommige eigenaren en bewoners vinden de erker te licht en hebben daarom behoefte aan vitrage, gordijnen of een andere zonwering. Is er glas-in-lood in de erker, dan geldt dat vaak minder. Tenzij de vitrage tegen de inkijk is.
Veel erkers bieden wel wat ruimte voor een paar planten, die daar vanwege het licht goed gedijen. Sommige eigenaren en bewoners vinden de erker te licht en hebben daarom behoefte aan vitrage, gordijnen of een andere zonwering. Is er glas-in-lood in de erker, dan geldt dat vaak minder. Tenzij de vitrage tegen de inkijk is.


==Cultuurhistorisch belang==
==Cultuurhistorisch belang==
In feite toont elke erker een fase in de lange ontwikkeling van een middeleeuws bouwkundig element. Aanvankelijk bedoeld om bij vestingwerken en kastelen gevaar tijdig waar te nemen, werden ze later geliefde plekken om naar buiten te kijken. Ze bieden bewoners meer beleving in huis - ze slaan een brug tussen binnen en buiten.
In feite toont elke erker een fase in de lange ontwikkeling van een middeleeuws bouwkundig element. Aanvankelijk bedoeld om bij vestingwerken en kastelen gevaar tijdig waar te nemen, werden ze later geliefde plekken om naar buiten te kijken. Ze bieden bewoners meer beleving in huis - ze slaan een brug tussen binnen en buiten.


Erkers zijn altijd verbonden met het gebouw waarvoor ze zijn bedacht, en maken zo deel uit van de monumentale waarde van het pand. Vaak gaat het om een enkele erker, maar bij ruimer opgezette gebouwen zie je vaak meerdere exemplaren, verspreid of gestapeld.
===Verbonden met het gebouw===
Erkers zijn altijd verbonden met het gebouw waarvoor ze zijn bedacht, en maken zo deel uit van de monumentale waarde van het pand. Vaak gaat het om een enkele erker, maar bij ruimer opgezette gebouwen zie je vaak meerdere exemplaren, verspreid of gestapeld. Aan de gevels zijn erkers echte blikvangers; ze verlevendigen het straatbeeld. Er zitten ware pronkstukken tussen, fraai in de gevel geïntegreerd door de toegepaste materialen, vormgeving en kleur.  


Aan de gevels zijn erkers echte blikvangers; ze verlevendigen het straatbeeld. Er zitten ware pronkstukken tussen, fraai in de gevel geïntegreerd door de toegepaste materialen, vormgeving en kleur.


Bij monumenten kom je allerlei historische erkers en arkels tegen. De oudst bewaarde zijn gebouwd in classicistische stijl, waar ze zich lastig lieten integreren. Dat lukte al veel beter bij de Lodewijk XIV-, XV- en XVI-stijlen. De jongere voorbeelden zijn te herkennen aan de gedetailleerdheid in uitwerking van de verschillende neostijlen en de vroeg-twintigste-eeuwse stijlen zoals de Chaletstijl en Jugendstil. De Amsterdamse School laat de erkers in baksteen naadloos overvloeien in de strak uitgevoerde gevels.
===Brede blik naar buiten===
Als je in een woonkamer aan de straatkant voor het raam staat, merk je direct dat de straat niet goed te overzien is. Soms kun je zelfs iemand die voor de deur staat, niet zien of je moet je wang tegen het glas duwen. Vanuit een erker is dat anders: die biedt je een bredere blik naar buiten. Wie op een verdieping woont, merkt des te sterker hoe het zicht op de omgeving beperkt is. Een erker verruimt niet alleen de blik naar links en rechts, maar ook naar boven en beneden. Vanuit de erker kun je goed zien of er een koerier met een bestelling voor de deur staat, of iemand die wat aan je wil slijten.


Een architect die de vrije hand kreeg bij een villa-ontwerp inte¬greerde naast een erker vaak ook een serre, een balkon en een veranda. Allemaal geliefde elementen die je in verschillende combinaties en uitvoeringen tegenkomt.
====Blik verruimen====
 
In ons wisselvallige klimaat hebben we behoefte regelmatig even naar buiten te kijken om de lucht te controleren - zelfs al kan dat tegenwoordig met een app op de smartphone. Moet ik zo direct een paraplu meenemen of kan ik zonder? Een erker helpt dus om de blik naar buiten te verruimen en een gevoel van controle te hebben. Een bijkomend voordeel is dat een erker extra licht in de aangrenzende ruimte binnen laat.
Een van de oudste voorbeelden zit aan de rechterzijgevel van Janskerkhof 13 in Utrecht. De twee boven elkaar gebouwde stenen erkers dateren uit 1648. Kenmerkend hier en ook bij andere oude voorbeelden is de versiering met festoenen, schelpen en vruchten.
 
==Typen==
Er zijn twee hoofdtypen historische erkers: op de verdieping, de zogenoemde hangerkers, en op de begane grond, de staande erkers. De hanger¬kers staan het dichtst bij de ‘oervorm’, de arkels, vooral als ze een torenachtige bekroning hebben. Ze verschillen in bouwkundig opzicht sterk van de staande: de hangerkers hebben de constructie van een soort balkon, terwijl de staande erkers op een fundament rusten. Bouwhistorisch kunnen we nog onderscheid maken tussen erkers die samen met de woning zijn ontworpen en gebouwd, en erkers die later zijn toegevoegd met vaak een afwijkende vormgeving.


==Oriëntatie==
==Oriëntatie==
De meeste erkers zijn gericht op de tuin of de straat. Enkele bieden een uitzicht op water zoals bij kasteel Heeswijk, waar de hangerker zicht geeft op de slotgracht. Bijzonder in ons land is Appingedam, waar een aantal huizen aan het Damsterdiep aan de achterzijde een hangerker heeft. Deze meer gesloten erkers bieden extra ruimte voor bewoning.
De meeste erkers zijn gericht op de tuin of de straat. Enkele bieden een uitzicht op water zoals bij kasteel Heeswijk, waar de hangerker zicht geeft op de slotgracht. Bijzonder in ons land is Appingedam, waar een aantal huizen aan het Damsterdiep aan de achterzijde een hangerker heeft. Deze meer gesloten erkers bieden extra ruimte voor bewoning. Anders dan serres, die doorgaans naar de zonzijde zijn gericht, komen erkers in alle windrichtingen voor. Zonrijke erkers vragen dikwijls om een gepaste zonwering die het licht en de warmte naar binnen beperkt. Noordwaarts gerichte erkers vergen vaak isolatie, bijvoorbeeld gordijnen, om wind en kou buiten te houden. De meeste erkers zijn vlak tegen de gevels geplaatst, maar bij hoekpanden hebben ze vaak een bijzondere vorm en betekenis.
 
Anders dan serres, die doorgaans naar de zonzijde zijn gericht, komen erkers in alle windrichtingen voor. Zonrijke erkers vragen dikwijls om een gepaste zonwering die het licht en de warmte naar binnen beperkt. Noordwaarts gerichte erkers vergen vaak isolatie, bijvoorbeeld gordijnen, om wind en kou buiten te houden. De meeste erkers zijn vlak tegen de gevels geplaatst, maar bij hoekpanden hebben ze vaak een bijzondere vorm en betekenis.


==Hoofdopzet==
==Hoofdopzet==
De meeste erkers zijn in de richting van het gevelvlak relatief breed en uit het gevelvlak vrij ondiep. Dat geldt zowel voor hangende als staande erkers. De basisplattegrond is rechthoekig, maar er zijn allerlei varianten zoals trapeziumvormige, driehoekige, ronde en rechthoekige met afgeronde hoeken. En dan zijn er nog de uitzonderlijke exemplaren met segmentvormige, halfronde, meerhoekige erkerplattegronden, veelal rijk uitgevoerd. In de jaren twintig en dertig van de twintigste eeuw waren trapeziumvormige erkers in zwang, soms fraai afgewerkt met koper.
De meeste erkers zijn in de richting van het gevelvlak relatief breed en uit het gevelvlak vrij ondiep. Dat geldt zowel voor hangende als staande erkers. De basisplattegrond is rechthoekig, maar er zijn allerlei varianten zoals trapeziumvormige, driehoekige, ronde en rechthoekige met afgeronde hoeken. En dan zijn er nog de uitzonderlijke exemplaren met segmentvormige, halfronde, meerhoekige erkerplattegronden, veelal rijk uitgevoerd. In de jaren twintig en dertig van de twintigste eeuw waren trapeziumvormige erkers in zwang, soms fraai afgewerkt met koper. De wandopbouw van oude erkers is vaak dezelfde als die van serres, met een verticale vlakverdeling. Elke travee bestaat uit een borstwering, een hoog raam en een klein bovenraam. Een of meer beweegbare ramen zorgen voor ventilatie. Bij latere erkers is de travee-indeling vaak losgelaten. Kenmerkend voor alle erkers is dat ze geen deuren hebben. Daarmee verschillen zij wezenlijk van serres en uitbouwen. Wel is er net als in serres veel glas in verwerkt.  
 
De wandopbouw van oude erkers is vaak hetzelfde als die van serres, met een verticale vlakverdeling. Elke travee bestaat uit een borstwering, een hoog raam en een klein bovenraam. Een of meer beweegbare ramen zorgen voor ventilatie. Bij latere erkers is de travee-indeling vaak losgelaten. Kenmerkend voor alle erkers is dat ze geen deuren hebben. Daarmee verschillen zij wezenlijk van serres en uitbouwen. Wel is er net als in serres veel glas in verwerkt.


==Materiaalgebruik==
==Materiaal==
Naast glas zijn de belangrijkste bouwmaterialen bij historische erkers natuursteen, baksteen, hout en ijzer - vaak in combinatie - en daarbij nog koper, lood en zink voor de afdichting en de dakbedekking. Leien en dakpannen komen vanwege de beperkte afmetingen van de uitbouwsels weinig voor. Bij de erkers van jongere monumenten hebben sommige architecten beton en ijzer als modern constructiemateriaal toegepast.
Naast glas zijn de belangrijkste bouwmaterialen bij historische erkers natuursteen, baksteen, hout en ijzer - vaak in combinatie - en daarbij nog koper, lood en zink voor de afdichting en de dakbedekking. Leien en dakpannen komen vanwege de beperkte afmetingen van de uitbouwsels weinig voor. Bij de erkers van jongere monumenten hebben sommige architecten beton en ijzer als modern constructiemateriaal toegepast.
 
|Afbeelding (extern)=[[Bestand:202004 Witte gevel in Willem II-straat 47 in Tilburg.jpeg|400px|rechts|thumb|Gevel Willem II-straat 47 in Tilburg S. Technau 2006]]
==Benamingen==
[[Bestand:202004 Winkels met erkers in Den Haag.jpeg|400px|rechts|thumb|Winkels met erkers aan het Noordeinde in Den Haag, 2016]]
Het woord erker is afgeleid van arkel en dat komt weer van het oud-Frans ‘arquiere’ [schietgat]. Het werd waarschijnlijk ergens in de negentiende eeuw in onze taal geïntroduceerd. Welke term men voorheen gebruikte, is niet helemaal duidelijk. In de zeven¬tiende eeuw komen we de term hangkamers tegen. Misschien werden benamingen als arkelraam of arkelvenster gebezigd?
 
Uit oude archieven zijn tot nu toe weinig termen voor erkers bekend. Dat is voor historisch onderzoek erg lastig. Daarom is de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) zeer geïnteresseerd in termen uit nieuw onderzoek.
|Afbeelding (intern)=202004 Witte gevel in Willem II-straat 47 in Tilburg 202004 Winkels met erkers in Den Haag 202004 Standbeeld Willem van Oranje op paard voor Paleis Noordeinde 202004 Een kasteel in een groenlandschap 202004 Een ronde erker in Utrecht 202004 Tekening van de voor- en zijkant van een erker in Ter Apel 202004 Een vrijstaand huis op een hoek met een erker in Naarden 202004 Houten dienstwoning met erker 202004 Woonkamer met interieur en erker 202004 Houten erker bij Kasteel 202004 Houten erker bij Kasteel 202004 Huizen met hangerkers Appingedam 202004 Hoekhuis met twee erkers 200204 Rijtjeshuizen met erker
|Afbeelding (extern)=[[Bestand:202004 Witte gevel in Willem II-straat 47 in Tilburg.jpeg|400px|rechts|thumb|Gevel Willem II-straat 47 in Tilburg. S. Technau 2006]]
[[Bestand:202004 Winkels met erkers in Den Haag.jpeg|400px|rechts|thumb|Winkels met erkers aan het Noordeinde in Den Haag. B. Kooij 2016]]
[[Bestand:202004 Standbeeld Willem van Oranje op paard voor Paleis Noordeinde.jpeg|400px|rechts|thumb|Paleis Noordeinde in Den Haag. L.M. Tangel 2003]]
[[Bestand:202004 Standbeeld Willem van Oranje op paard voor Paleis Noordeinde.jpeg|400px|rechts|thumb|Paleis Noordeinde in Den Haag. L.M. Tangel 2003]]
[[Bestand:202004 Een kasteel in een groenlandschap.jpeg|400px|rechts|thumb|Het zestiende-eeuwse Kasteel Schaloen in Schin op Geul. L.M. Tangel 2004]]
[[Bestand:202004 Een kasteel in een groenlandschap.jpeg|400px|rechts|thumb|Het zestiende-eeuwse Kasteel Schaloen in Schin op Geul. L.M. Tangel 2004]]
Regel 86: Regel 74:
[[Bestand:202004 Hoekhuis met twee erkers.jpeg|400px|rechts|thumb|Hoekhuis, Rijnstraat 58A, in Katwijk aan den Rijn. G.J. Dukker 2003]]
[[Bestand:202004 Hoekhuis met twee erkers.jpeg|400px|rechts|thumb|Hoekhuis, Rijnstraat 58A, in Katwijk aan den Rijn. G.J. Dukker 2003]]
[[Bestand:200204 Rijtjeshuizen met erker.jpeg|400px|rechts|thumb|Rijtjeshuizen aan de Lorentzkade in Leiden (1934-1935). J. v. Galen 2007]]
[[Bestand:200204 Rijtjeshuizen met erker.jpeg|400px|rechts|thumb|Rijtjeshuizen aan de Lorentzkade in Leiden (1934-1935). J. v. Galen 2007]]
|Lid van=Steen,Buitenplaatsen
|Bron=Bestand:historische_erkers.pdf
|Lid van=Thema/Buitenplaatsen
|Specialisten=Ben Kooij
|Specialisten=Ben Kooij
}}
}}

Versie van 25 jan 2021 12:50

Introductie

Een erker is een ondiepe uitbouw met veel glas, die buiten de gevel steekt. Als je bijvoorbeeld in Den Haag door het statige Noordeinde loopt, zie je tientallen erkers boven de winkels, op de verdieping van de woonhuizen. Sommige zijn eenvoudig van vorm, andere zijn rijk uitgevoerd en fijn gedetailleerd. Even verderop kom je erkers ‘aan de straat’, dus op de begane grond, tegen. Zo zijn er ook in andere steden vele erkers te vinden. In een willekeurige woonwijk uit het interbellum, zoals in de westelijke delen van Zeist en Haarlem, zie je veel erkers op de begane grond. Ook bij boerderijen, kastelen en watertorens komen ze voor.

Gevel Willem II-straat 47 in Tilburg S. Technau 2006
Winkels met erkers aan het Noordeinde in Den Haag, 2016
Paleis Noordeinde in Den Haag. L.M. Tangel 2003
Het zestiende-eeuwse Kasteel Schaloen in Schin op Geul. L.M. Tangel 2004
Tekening van de erker aan de Kloosterkerk, Boslaan 3 in Ter Apel. Maker onbekend
Sandtmannlaan 34 in Naarden. IJ.Th. Heins 2005
Houten dienstwoning met erker, Schattenberg 4, in Kamp Westerbork te Zwiggelte. W. van der Sar 2014
Interieur Lorentzkade in Leiden, S. Technau 2007
Houten erker bij Kasteel Heeswijk in Heeswijk. S. Technau 2008
Huizen met hangerkers aan het Damsterdiep in Appingedam. M. Sekuur 2011
Hoekhuis, Rijnstraat 58A, in Katwijk aan den Rijn. G.J. Dukker 2003
Rijtjeshuizen aan de Lorentzkade in Leiden (1934-1935). J. v. Galen 2007

Geschiedenis

Middeleeuwen

Om van bovenaf een ruim zicht op de straat te hebben, creëerden onze voorouders in de middeleeuwen veelhoekige of ronde uitbouwsels van steen of hout boven aan hun huizen en kastelen, vooral op de hoeken. We noemen ze arkels. Wanneer ze een torenachtige bekroning hebben, spreken we over arkeltorentjes of erkertorentjes. Ze zijn nog te zien bij onder andere het vijftiende-eeuwse stadhuis van Veere en het zestiende-eeuwse kasteel Schaloen in Schin op Geul.

Uitkijkposten

De ideeën om arkels aan te brengen deden Nederlanders op bij de vestingen en kastelen in het Midden-Oosten. Hoewel de arkels doorgaans klein waren, boden ze schildwachten de nodige bescherming én goed zicht op de omgeving. De negentiende-eeuwse Franse architect en auteur Eugène Viollet-le-Duc schrijft in zijn Dictionnaire raisonné de l’architecture française du XIe au XVe siècle (1854-1868) dat de eerste arkeltorentjes mogelijk van hout waren. In tijden van oorlog werden ze op houten balken aan de muren bevestigd. Ze stonden vanaf de elfde eeuw bekend als hordijzen. Al in de twaalfde eeuw volgde een verbeterde uitvoering in steen op kraagstenen: de mezekooi of mezekouw. Daarvan is helaas geen enkel Nederlands voorbeeld overgebleven. Maar een kopergravure van Matthäus Merian uit 1647 van de middeleeuwse stadsmuur van Aken geeft een goed beeld van de verschillende mezekouwen.

Ontwikkeling

In de loop der eeuwen ontwikkelden de arkels zich via de stadskastelen tot de nu bekende hangerkers. In de laatste fase van hun ontwikkeling belandden ze op de begane grond. Opvallend is het toenemend gebruik van glas, soms zelfs glas-in-lood, en licht. Erkers zijn dus al een tamelijk oud bouwkundig fenomeen en onverminderd populair bij huiseigenaren, architecten en projectontwikkelaars.

Historische voorbeelden

Je komt ze in elke jarendertigwijk tegen, maar ook boven historische winkels, bij statige woonpanden uit de negentiende eeuw, boerderijen, kloosters en kastelen. Ons land kent vele tienduizenden erkers. Een van de oudste voorbeelden zit aan de rechterzijgevel van Janskerkhof 13 in Utrecht. De twee boven elkaar gebouwde stenen erkers dateren uit 1648. Kenmerkend hier en ook bij andere oude voorbeelden is de versiering met festoenen, schelpen en vruchten. Ook in het buitenland zijn ze populair, je kunt er de mooiste exemplaren tegenkomen. Een voorbeeld is Valletta, de oude hoofdstad van Malta, waar de hoge huizen aan de smalle straten van prachtige erkers zijn voorzien.

Typen

Bij monumenten kom je allerlei historische erkers en arkels tegen. De oudst bewaarde zijn gebouwd in classicistische stijl, waar ze zich lastig lieten integreren. Dat lukte al veel beter bij de Lodewijk XIV-, XV- en XVI-stijlen. De jongere voorbeelden zijn te herkennen aan de gedetailleerdheid in uitwerking van de verschillende neostijlen en de vroeg-twintigste-eeuwse stijlen zoals de Chaletstijl en Jugendstil. De Amsterdamse School laat de erkers in baksteen naadloos overvloeien in de strak uitgevoerde gevels. Een architect die de vrije hand kreeg bij een villa-ontwerp integreerde naast een erker vaak ook een serre, een balkon en een veranda. Allemaal geliefde elementen die je in verschillende combinaties en uitvoeringen tegenkomt. Er zijn twee hoofdtypen historische erkers: op de verdieping, de zogenoemde hangerkers, en op de begane grond, de staande erkers. De hangerkers staan het dichtst bij de ‘oervorm’, de arkels, vooral als ze een torenachtige bekroning hebben. Ze verschillen in bouwkundig opzicht sterk van de staande: de hangerkers hebben de constructie van een soort balkon, terwijl de staande erkers op een fundament rusten. Bouwhistorisch kunnen we nog onderscheid maken tussen erkers die samen met de woning zijn ontworpen en gebouwd, en erkers die later zijn toegevoegd met vaak een afwijkende vormgeving.


Hangerkers

Van het pand Scutterenboeck in Amsterdam, Singel 321, is bekend dat daar in 1553 twee erkers werden geplaatst. Het waren mogelijk de eerste voorbeelden in deze stad, maar ze zijn niet bewaard gebleven. Het enig overgebleven voorbeeld uit de zestiende eeuw is de erker aan het klooster in Ter Apel uit omstreeks 1554. Voorbeelden van zeventiende-eeuwse erkers zijn te vinden in sommige oude steden, zoals aan de Plompetorengracht 10 in Utrecht. Ook achttiende-eeuwse erkers zijn schaars. Een van de fraaiste en interessantste voorbeelden bevindt zich in Alkmaar bij het huis Moriaanshoofd. Deze uitzonderlijk rijke erker met een gecompliceerd ensemble van zinnebeeldige voorstellingen is kort na 1718 gebouwd in opdracht van Simon Schagen, destijds schepen van Alkmaar. De gevel met erker werd aangebracht bij de samenvoeging van twee laatmiddeleeuwse huizen.

Periode

Verreweg de meeste hangerkers dateren uit de periode na het midden van de negentiende eeuw. Spaarzaam zijn de voorbeelden bij houten huizen zoals het hoekpand aan de Sandtmannlaan in Naarden.

Staande erkers

Een van de oudste bewaard gebleven voorbeelden is de erker van het achttiende-eeuwse pand Markt 18 in Maassluis. Deze is mede door het materiaalgebruik en de vormgeving mooi geïntegreerd in de voorgevel. Dat staande erkers niet alleen bij stenen gebouwen voorkomen, toont onder andere de houten dienstwoning met erker, Schattenberg 4, in Zwiggelte. Het huis maakt nu deel uit van het Herinneringscentrum Kamp Westerbork.

Bijzondere combinaties

Erkers zijn prima te combineren met andere bouwkundige elementen zoals portalen, open en overdekte balkons, een tweede erker en zelfs een dakerker. Als de architect een totaalontwerp heeft gemaakt, vormt de erker doorgaans een harmonieus geheel met de gevel van het huis. Is het huis bovendien in een bijzondere bouwstijl ontworpen, bijvoorbeeld in de neogotiek of art nouveau, dan vormt het vaak een waar pronkstuk.

Interieur

De ondiepe ruimte van een erker laat weinig plek voor meubilair. Wie behoefte heeft om langere tijd naar buiten te kijken of gewoon lekker achter glas in de zon te zitten, zet er een stoel neer. Voor wie regelmatig een blik naar buiten wil werpen, vormt elk meubelstuk een obstakel. Dit geldt vooral voor erkers die niet geheel open zijn verbonden met de woonruimte. Bij hangerkers is de beweegruimte vaak wat beperkter dan bij staande erkers. Anders dan bij balkons is er meestal geen hoogteverschil en ligt er geen drempel tussen de erker en het achterliggende vertrek.

Vitrage

Veel erkers bieden wel wat ruimte voor een paar planten, die daar vanwege het licht goed gedijen. Sommige eigenaren en bewoners vinden de erker te licht en hebben daarom behoefte aan vitrage, gordijnen of een andere zonwering. Is er glas-in-lood in de erker, dan geldt dat vaak minder. Tenzij de vitrage tegen de inkijk is.


Cultuurhistorisch belang

In feite toont elke erker een fase in de lange ontwikkeling van een middeleeuws bouwkundig element. Aanvankelijk bedoeld om bij vestingwerken en kastelen gevaar tijdig waar te nemen, werden ze later geliefde plekken om naar buiten te kijken. Ze bieden bewoners meer beleving in huis - ze slaan een brug tussen binnen en buiten.

Verbonden met het gebouw

Erkers zijn altijd verbonden met het gebouw waarvoor ze zijn bedacht, en maken zo deel uit van de monumentale waarde van het pand. Vaak gaat het om een enkele erker, maar bij ruimer opgezette gebouwen zie je vaak meerdere exemplaren, verspreid of gestapeld. Aan de gevels zijn erkers echte blikvangers; ze verlevendigen het straatbeeld. Er zitten ware pronkstukken tussen, fraai in de gevel geïntegreerd door de toegepaste materialen, vormgeving en kleur.


Brede blik naar buiten

Als je in een woonkamer aan de straatkant voor het raam staat, merk je direct dat de straat niet goed te overzien is. Soms kun je zelfs iemand die voor de deur staat, niet zien of je moet je wang tegen het glas duwen. Vanuit een erker is dat anders: die biedt je een bredere blik naar buiten. Wie op een verdieping woont, merkt des te sterker hoe het zicht op de omgeving beperkt is. Een erker verruimt niet alleen de blik naar links en rechts, maar ook naar boven en beneden. Vanuit de erker kun je goed zien of er een koerier met een bestelling voor de deur staat, of iemand die wat aan je wil slijten.

Blik verruimen

In ons wisselvallige klimaat hebben we behoefte regelmatig even naar buiten te kijken om de lucht te controleren - zelfs al kan dat tegenwoordig met een app op de smartphone. Moet ik zo direct een paraplu meenemen of kan ik zonder? Een erker helpt dus om de blik naar buiten te verruimen en een gevoel van controle te hebben. Een bijkomend voordeel is dat een erker extra licht in de aangrenzende ruimte binnen laat.

Oriëntatie

De meeste erkers zijn gericht op de tuin of de straat. Enkele bieden een uitzicht op water zoals bij kasteel Heeswijk, waar de hangerker zicht geeft op de slotgracht. Bijzonder in ons land is Appingedam, waar een aantal huizen aan het Damsterdiep aan de achterzijde een hangerker heeft. Deze meer gesloten erkers bieden extra ruimte voor bewoning. Anders dan serres, die doorgaans naar de zonzijde zijn gericht, komen erkers in alle windrichtingen voor. Zonrijke erkers vragen dikwijls om een gepaste zonwering die het licht en de warmte naar binnen beperkt. Noordwaarts gerichte erkers vergen vaak isolatie, bijvoorbeeld gordijnen, om wind en kou buiten te houden. De meeste erkers zijn vlak tegen de gevels geplaatst, maar bij hoekpanden hebben ze vaak een bijzondere vorm en betekenis.

Hoofdopzet

De meeste erkers zijn in de richting van het gevelvlak relatief breed en uit het gevelvlak vrij ondiep. Dat geldt zowel voor hangende als staande erkers. De basisplattegrond is rechthoekig, maar er zijn allerlei varianten zoals trapeziumvormige, driehoekige, ronde en rechthoekige met afgeronde hoeken. En dan zijn er nog de uitzonderlijke exemplaren met segmentvormige, halfronde, meerhoekige erkerplattegronden, veelal rijk uitgevoerd. In de jaren twintig en dertig van de twintigste eeuw waren trapeziumvormige erkers in zwang, soms fraai afgewerkt met koper. De wandopbouw van oude erkers is vaak dezelfde als die van serres, met een verticale vlakverdeling. Elke travee bestaat uit een borstwering, een hoog raam en een klein bovenraam. Een of meer beweegbare ramen zorgen voor ventilatie. Bij latere erkers is de travee-indeling vaak losgelaten. Kenmerkend voor alle erkers is dat ze geen deuren hebben. Daarmee verschillen zij wezenlijk van serres en uitbouwen. Wel is er net als in serres veel glas in verwerkt.

Materiaal

Naast glas zijn de belangrijkste bouwmaterialen bij historische erkers natuursteen, baksteen, hout en ijzer - vaak in combinatie - en daarbij nog koper, lood en zink voor de afdichting en de dakbedekking. Leien en dakpannen komen vanwege de beperkte afmetingen van de uitbouwsels weinig voor. Bij de erkers van jongere monumenten hebben sommige architecten beton en ijzer als modern constructiemateriaal toegepast.

Zie ook

Artikelen
    Hoort bij deze thema's

    Specialist(en)

    Vragen, verbeteringen of opmerkingen?
    U kunt op deze kennisbank reageren via het reactieformulier.

    Deze pagina is voor het laatst bewerkt op 25 jan 2021 om 12:50.