Kronkelwaarden
Introductie
Kronkelwaarden bestaan uit een afwisselend patroon van parallel lopende hogere ruggen en lagere dalen. Ze ontstaan door het zijwaarts verleggen van een riviergeul. Vooral in de uiterwaarden is nog fraai kronkelwaardreliëf bewaard gebleven.
Kronkelwaarden in het kort
Kenmerkendheid
- Kronkelwaarden worden gekenmerkt door ruggen en geulen waartussen het hoogteverschil varieert van enkele decimeters tot hooguit vijf meter.
- De omvang van de kronkelwaard varieert met de grootte van de rivieren, de dikte van de kronkelwaardafzettingen is over het algemeen gelijk aan de diepte van de rivier die deze gevormd heeft.
Materiaal
Het materiaal van de kronkelwaardruggen bestaat uit zand of zandige klei dat matig voedselarm is. Ondiep wordt vaak zand aangetroffen (beddingmateriaal van de rivier). In de kronkelwaardgeulen treft men vaak klei en soms zelfs veen aan. Deze afzettingen horen tot de Echteld Formatie.
Huidige aardkundige processen
Kronkelwaarden zijn te beschouwen als fossiele elementen. Doordat rivieren tegenwoordig vrijwel nergens meer vrij kunnen meanderen en de oevers te steil zijn is echte kronkelwaardvorming een zeldzaam fenomeen geworden. Langs de Dinkel worden heden ten dage nog nieuwe kronkelwaardruggen en –geulen gevormd. Op enkele andere plaatsen in ons land vinden de processen nog op zeer kleine schaal in geringe mate plaats. Zo werd in 1995 bij extreem hoog water in de Zalkerwaard een stukje kronkelwaardrug gevormd dat later weer weggeërodeerde.
Achtergrond
Ontstaan en voorkomen
Toen de rivieren nog vrij meanders vormden werden de oeverwallen aan de buitenbochten ondergraven. Die aan de binnenbochten groeiden juist aaneen. Onder invloed van schommelingen in het debiet en de stroomsnelheid gebeurde dit veelal niet geleidelijk maar schoksgewijs. Het gevolg is dat bij een zich verplaatsende binnenbocht nu en dan een smal oeverwalletje werd gevormd. Dit leidde op de aangroeiende delen van de oeverwallen tot het ontstaan van reeksen vrijwel evenwijdig liggende ruggetjes die zo hoog werden tot ze bij gemiddeld waterpeil droogvielen. Dergelijke ruggetjes noemt men, samen met de ertussen liggende geultjes kronkelwaarden. In de uiterwaarden van de IJssel en in grote meanders langs de Overijsselse Vecht zijn dergelijke fenomenen nog het best bewaard gebleven (Afb. 1 en 2).
Bodems en waterhuishouding
De ruggen zijn relatief droog, terwijl de geulen vaak als drassig kunnen worden geclassificeerd. Vaak komen ooi- en poldervaaggronden voor.
Relaties met landschappelijke waarden
Cultuurhistorie en archeologie
Kronkelwaarden reflecteren rivierdynamiek uit het verleden, en zijn soms indirect het gevolg geweest van menselijke ingrepen. Een voorbeeld hiervan is de aanleg van het Pannerdens kanaal in de 18e eeuw, waardoor de Waal meer water kreeg en actiever kronkelwaarden vormde.
De meeste kronkelwaarden bevinden zich thans in de uiterwaarden. Daar dienden meidoornhagen als veekering, hetgeen betekent dat de kronkelwaarden relatief vaak vergezeld gaan van dit cultuurhistorische fenomeen. De meidoornhagen accentueren het reliëf indien zij loodrecht op de ruggen en geulen zijn aangeplant.
Ecologie en biodiversiteit
De ecologische waarde van kronkelwaarden hangt samen met de grote milieudifferentiatie. De matig voedselarme, zandige ruggen worden afgewisseld met voedselrijkere kleiige geulen.
De natuurlijke vegetatie op de kronkelwaard bestaat uit moerasruigten in de kronkelwaardgeulen en hardhoutooibos of stroomdalgrasland op de kronkelwaardruggen. Het Zalkerbos is de enige plaats in Nederland waar nog hardhoutooibos op de kronkelwaardruggen voorkomt. De meeste kronkelwaarden zijn in gebruik als productiegrasland.
Beheer
Aantastingen en bedreigingen
Kronkelwaarden zijn veelal aangetast ten gevolge van riviernormalisatie, ontzanding en ontkleiing. Momenteel vormt natuurontwikkeling in combinatie met ontzanding en ontkleiing een belangrijke bedreiging. Verdieping van geulen tot soms wel acht meter en bekleding van de wanden met klei ten behoeve van diepte-infiltratie voor de drinkwatervoorziening vormt een ander probleem. Ook door het vergraven van kronkelwaarden tot nevengeulen van rivieren zijn gave kronkelwaarden verdwenen.
Tot slot hebben egalisatiewerkzaamheden tot nivellering van het kronkelwaardreliëf geleid.
Beheeropties
Bij het beheer van kronkelwaarden kunnen verschillende strategieën worden toegepast:
Behoud
De beheerwerkzaamheden kunnen bestaan uit:
- Het inventariseren en op kaart zetten van de in ons land nog aanwezige kronkelwaarden. Dit heeft de hoogste prioriteit, evenals;
- Planologische bescherming door middel van het aanlegvergunningenstelsel om zo egalisatie, vergraving en diepploegen van nog gave kronkelwaarden te voorkomen.
- Het reliëfvolgend ontkleien indien kronkelwaarden worden bedreigt door kleiwinning.
Accentueren / zichtbaar(der) maken
De beheerwerkzaamheden kunnen bestaan uit:
- Het in gebruik nemen of houden van kronkelwaarden als productiegrasland.
- Het aanplanten of, indien aanwezig onderhouden van meidoornhagen loodrecht op de sikkelvormige bogen. Met deze vorm van beheer kan men tevens de cultuurhistorische identiteit en de ecologische gesteldheid van het landschap verbeteren. In de uiterwaarden dienden meidoornhagen immers als veekering. Hagen zijn ecologisch waardevol omdat ze allerlei vogels, insecten en kleine zoogdieren aantrekken. Bovendien fungeren ze als migratieroutes.
Herstel
De beheerwerkzaamheden dienen gericht te zijn op het stimuleren van de natuurlijke begroeiing op de kronkelwaardruggen (hardhoutooibos of stroomdalgrasland) en –geulen (moerasruigten). Extensief graslandbeheer (maaien en begrazen) vormt hiertoe een mogelijkheid. Als gevolg van vegetatieverschillen op de ruggen en geulen zal tevens het reliëf beter tot uiting komen.
Voorbeeld van reeds uitgevoerd beheer
De kronkelwaarden in de Zalkerwaard en bij Kortenoever zijn voorbeelden van goed beheerde kronkelwaarden. In de Zalkerwaard worden de kronkelwaardruggen geaccentueerd door ooibossen. De kronkelwaard bij Kortenoever is begroeid met stroomdalgrasland dat wordt gehooid en vervolgens nabeweid. Het reliëf is hierdoor goed zichtbaar. Tevens vindt men er een goed onderhouden meidoornhaag loodrecht op de reliëfcontouren.
Knelpunten in de praktijk
Het probleem bij planologische bescherming door middel van het aanlegvergunningenstelsel is de slechte naleving ervan.
In de Vierde Nota Waterhuishouding heeft men het principe van ‘Ruimte voor de rivier’ gepresenteerd. Om ervoor te zorgen dat de te verwachten hogere piekafvoeren gecombineerd met een zeespiegelrijzing niet voor problemen gaan zorgen wil men allerlei maatregelen treffen. Zo ook in de uiterwaarden, waar verlaging van het bodemoppervlak en het graven van nevengeulen tot een versnelde afvoer van water moet leiden. Deze maatregelen kunnen de aanwezige kronkelwaarden echter ernstig aantasten. Om de waterafvoer niet te belemmeren streeft men naar zo min mogelijk obstakels (gebouwen, hoog opgaande begroeiing) in de uiterwaarden. Bossen zijn dus niet wenselijk.
Het stimuleren van ooibossen op de kronkelwaardruggen wordt vanuit waterstaatkundig oogpunt dan ook niet toegejuicht. Het beleid t.a.v. de waterhuishouding kan een aardkundig verantwoord beheer van kronkelwaarden dus in de weg staan.
Een probleem dat zich voordoet bij reliëfvolgende ontkleiing is de verwerking van de bovenste, sterk vervuilde grond. Waar laat men dit, economisch weinig waardevolle materiaal ?
Verder lezen
- bronnen
Gebiedsbeschrijvingen
De volgende gebiedsbeschrijvingen horen bij dit landschapselement:
Deze pagina is voor het laatst bewerkt op 9 aug 2024 om 03:13.