Arnhem - Onderlangs 9 - Academie voor Beeldende Kunst en Kunstnijverheid (ArtEZ)

< Rijksmonumenten
Versie door RCEbot (overleg | bijdragen) op 7 jun 2024 om 02:02
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)

(532208) monumentenregisterMonumentnummer: 532208

Introductie

Kunstacademie met sculptuur.

Foto van een van de kanten van het monument. Daarvoor een grasveld en daarachter meerdere gebouwen.
Afb. 1. Exterieur ArtEZ Academie voor de Beeldende Kunsten. Foto door N. de Jong, Beeldbank RCE CC BY-SA 3.0
Een grote langwerpige lichte ruimte, centraal gefotografeerd. De metalen draagconstructie van het gebouw is goed zichtbaar. In het midden een grijs looppad, rechts daarnaast een iets verlaagde zone met felrode strakke bankjes. Meer naar achteren bevinden zich brede open trappen.
Afb. 2. Interieur ArtEZ Academie voor de Beeldende Kunsten. Foto door N. de Jong, Beeldbank RCE CC BY-SA 3.0
De sculptuur is grijs en staat centraal op de foto, in het midden van een grasveldje. Het kunstwerk bestaat uit slanke hoekige vlakken die loodrecht naast en door elkaar staan. Op de achtergrond de academie.
Afb. 3. Sculptuur door André Volten. Foto door FakirNL, Wikimedia Commons CC BY-SA 4.0

Kenmerken

  • Datering: 1957-1963
  • Architect: G.Th. Rietveld, H.J. Henket (renovatie 1996-1997)
  • Bouwstijl: functionalisme
  • Rijksmonument sinds: 1 juni 2015

Geschiedenis

De Academie voor Beeldende Kunst en Kunstnijverheid was in 1926 opgericht onder de naam Academie Kunstbeoefening in Arnhem. In 1988 is deze gefuseerd met de Toneelschool uit 1956, het Conservatorium, de Academie van Bouwkunst uit 1949 en de Dansacademie uit de jaren 1930, alle uit Arnhem, onder de naam Hogeschool voor de Kunsten Arnhem (HKA). In 2002 is de HKA gefuseerd met de Academie voor Kunst en Industrie uit Enschede uit 1949 en de Hogeschool voor de Kunsten Constantijn Huygens uit Kampen/Zwolle en voert sindsdien de naam ArtEZ.

Het gebouw van de Academie is ontworpen als een variatie op het pand van het Instituut voor Kunstnijverheidsonderwijs (IvKNO) in Amsterdam. Dit gebouw werd door Rietveld ontworpen in de periode 1951-59, maar is pas in 1967 opgeleverd.

Rietveld hoorde in de jaren 1920 bij de groep vernieuwende architecten en speelde daar een belangrijke rol: eerst bij De Stijl en daarna het functionalisme. In de jaren vijftig kreeg zijn werk een herwaardering.

Het was Rietvelds bedoeling beide gebouwen tegelijk te realiseren om voordeel te halen uit de grotere hoeveelheid raam- en prefab betonelementen. Beide schoolgebouwen hebben hetzelfde materiaalgebruik, constructie, stramien van 2,1 m en flexibele indeling. Overigens kreeg Amsterdam uiteindelijk standaard stoeltjesprofielen voor de vliesgevel en niet de speciaal door Rietveld ontworpen profielen.

Bezuinigingen en concessies tijdens de bouw zijn ten koste gegaan van de algehele uitvoering en de klimaatbeheersing. Het gebouw vertoonde al in 1963 een eerste bouwkundig gebrek: lekkende ruiten. Na ingebruikname bleek de ventilatie onvoldoende, met als gevolg hitteopbouw dan wel koudeval bij de vliesgevel aan de zuidzijde.

Het schoolgebouw is evenwijdig gesitueerd aan de oever van de Rijn en tegen de achtergrond van een hoge, steile, begroeide stuwwal. Voor het pand is een gazon aangelegd met enkele bomen en een sculptuur van Andre Volten. Het schoolgebouw wordt van de Rijn gescheiden door de weg en woonboten.

Het gebouw heeft een paviljoenachtig karakter. De begane grond ligt circa één meter boven het maaiveld met eronder een terugliggend souterrain, waardoor het gebouw los komt van de grond. In de architectuur is een relatie gelegd met de omgeving. De situering en de hoogteverschillen van de volumes en de transparantie van het gebouw spelen in op de vorm van het terrein, op de achtergrond van een hoge, steile, begroeide stuwwal en op de ligging aan de oever van de Rijn met aan de overzijde de destijds schaars bebouwde Betuwevlakte. Dankzij de transparantie van het gebouw is ook aan de binnenzijde de omgeving en het landschap te ervaren.

Echter in 1963 werd deze groene achtergrond geweld aangedaan door de bouw op 18 m afstand van een kantoor van de Provinciale Gelderse Electriciteits Maatschappij (PGEM). In 1993 zijn dit en een aangrenzend, hoger gelegen, ouder gebouw van de PGEM door de Academie betrokken en met het Rietveldgebouw verbonden door een glazen loopbrug.

Exterieur

Kenmerkend voor het functionalisme zijn de rechthoekige volumes en de horizontaliteit. Gestandaardiseerde prefab-onderdelen en industriële materialen zijn toegepast. Rietveld heeft het materiaalgebruik tot een minimum beperkt. Rietveld zag het exterieur als een gaaf ritmisch betonskelet, niet verder bekleed dan voor goed onderhoud en aangenaam gebruik wenselijk is. Kenmerkend voor de ontwerpen van Rietveld is de toepassing van een maatvoering. Het hele gebouw (in alle drie dimensies) is gebaseerd op een stramien van 2,1 m (ook verdubbeld of gehalveerd toegepast). Bijvoorbeeld in de vierkante ramen van de vliesgevel, vensterstroken, keldervensters, werkplaatsen, interne kolommenstructuur en de balken. Rietveld paste dit niet dogmatisch toe: uit praktische overwegingen liet hij kleine afwijkingen toe op onopvallende plaatsen. Een stramien geeft volgens Rietveld verantwoorde en rustige verhoudingen met mathematische zuiverheid en orde. En meer praktisch: het maakt het gebruik van fabrieksmatig vervaardigde bouwelementen mogelijk. Rietveld ontwierp veel zelf, zoals de glasprofielen en de stalen profielen voor de binnenmuren. Zijn ontwerpen moesten op industrieel-mechanische wijze te vervaardigen zijn.

Constructie

Betonnen skelet met kolommen en balken. Vloer van gewapend beton. Vernieuwde vliesgevel van glazen panelen in stalen profielen met horizontale schuiframen. Gesloten kopgevels in wit geschilderde baksteen. Blauw geglazuurde baksteen bij de hoofdingang. Grijs-beige schoorsteen. Platte daken van gewapend beton. De werkplaatsen zijn uitgevoerd als staalconstructie met sheddaken. Rietveld heeft het materiaalgebruik tot een minimum beperkt. De detaillering is sober, minimaal en doelmatig, zoals bijvoorbeeld bij de glasprofielen.

Rietveld heeft altijd veel glas toegepast om een ruimtelijk effect te creëren en om binnenruimtes over te laten lopen in de buitenruimte. De vliesgevel is hiervan een voorbeeld bij uitstek. Transparantie diende ook om een overzicht door het gebouw mogelijk te maken.

Rietveld wilde mensen bewust, actief de ruimte laten gebruiken, bv door verschuifbare wanden en meervoudig gebruik van de ruimte. In het schoolgebouw is dit gebeurd door de verplaatsbare en vrij invulbare binnenmuren. Maar ook de brede gangen zijn voor meerdere doeleinden bruikbaar.

Rietveld gaf de ruimtes vorm door kleurvlakken op muren, plafond en vloer. Voor de Academie koos hij rustige kleuren, overwegend grijs: de mensen en de kunstwerken zouden kleur geven aan het gebouw en zo beter uitkomen. Hij gebruikte grijs ook om de architectuur te nuanceren; en kleuren voor optische effecten of elementen op de laten vallen. In dit geval rood, geel, blauw, oranje, groen, roze.

Interieur

Het motto licht, lucht en ruimte is ook hier van toepassing. De ruimte is te vinden in de brede gangen en trappen. De indeling is praktisch en aan het gebruik aan te passen door de verplaatsbare binnenwanden. Dankzij de glasgevel hebben alle ruimtes een relatie met buiten en kan het daglicht naar binnen stromen. Er is zicht van buiten naar binnen en overhoekse doorzichten door de transparante verticale hoeken van de gevels. Intern is het gebouw ook zeer transparant, bv door de lichtstroken en open vitrines in de binnenwanden. Volgens Rietveld was goed zicht en overzicht erg belangrijk bij “de beoefening van het visuele” en verschillende afdelingen kunnen door zichtbaarheid stimulerend voor elkaar.

Het gebouw heeft linoleum- en betonvloeren. Wanden van schoon metselwerk. Verplaatsbare tussenwanden met stalen kokerprofielen, waarin spaanplaatpanelen en ruiten (tussen de klaslokalen) of kast- of vitrine-elementen en ruiten (tussen de gang en klaslokalen). Trappen van gewapend beton met een metalen leuning. Verlaagd plafond van wegneembare platen.

Rietveld gaf de ruimtes vorm door kleurvlakken op muren, plafond en vloer. Voor de Academie koos hij rustige kleuren, overwegend grijs: de mensen en de kunstwerken zouden kleur geven aan het gebouw en zo beter uitkomen. Hij gebruikte wel kleuren voor optische effecten of om elementen op te laten vallen. In dit geval rood, geel, blauw, oranje, groen, roze. Helaas is het kleurschema verloren gegaan.

Kunstwerken

  1. André Volten, sculptuur van geschilderd verzonken staal, zonder titel (Afb. 3.). Gelegen op het gazon aan de voorzijde van het gebouw, nabij de hoofdingang.

Relevante wijzigingen

In de loop der decennia zijn binnenwanden verplaatst om lokalen te vergroten. De tweede verdieping is rond 1977 in stijl uitgebreid vanwege het toenemend aantal studenten. De werkplaatsen zijn in stijl uitgebreid. In 1986 zijn de dakbedekking en delen van het linoleum vernieuwd, de luxaflex en plafonds hersteld. In de periode 1993-1995 is de kantine ten koste van twee lokalen uitgebreid en het souterrain opnieuw ingedeeld.

In 1993 is de luchtbrug naar de voormalige PGEM-gebouwen aan de Utrechtsestraat gereliseerd naar ontwerp van Hubert-Jan Henket bna architecten.

Hubert-Jan Henket bna architecten heeft in 1996-1997 een grootscheepse stijlzuivere renovatie verzorgd, waarbij de glazen gevelpanelen zijn vervangen door dubbel glas, glaslatten zijn verdikt en verbreed en eilandplafonds en lamellenplafonds zijn aangebracht. Kleuren aan het exterieur en het interieur zijn opnieuw aangebracht.

In 2001-2004 is naast het hoofdgebouw een ondergrondse dansschool gebouwd naar ontwerp van Hubert-Jan Henket. Deze is via een tunnel verbonden met de hoofdentree van het Rietveldgebouw.

Monumentale waarde

Het schoolgebouw is een uitdrukking van de ontwikkelingen in het hoger onderwijs; meer specifiek als voorbeeld van een kunstacademie. Het gebouw weerspiegelt Rietvelds opvattingen over het onderwijs aan de kunstacademie. Naast de beoefening van de meer traditionele vakkennis, zouden de studenten zich ook moeten richten op de massaproductiewijzen van de eigen tijd. (Dit naar aanleiding van het te lage esthetische peil van de meeste gebruiksvoorwerpen en de stijlloosheid van de meeste meubelen volgens Rietveld). Industriële vormgeving zou een integraal onderdeel van iedere vakles moeten zijn.

De vliesgevel is speciaal door Rietveld voor de Academie (en die van Amsterdam) ontworpen. Destijds was het een ongekende en gedurfde constructie. Het principe van een vliesgevel was in de jaren 1950 niet nieuw. Wel zeer vernieuwend was het feit dat de vliesgevel losstaat van de betonnen draagstructuur en dat de vliesgevel over de volle hoogte transparant is en geen gesloten borstweringen heeft. Kenmerkend zijn de vlakke detaillering met dunne glaslatten. De gevel is zo één ononderbroken glasvlak.

Het schoolgebouw is een belangrijk ontwerp binnen het oeuvre van de architect/meubelontwerper/docent Gerrit Th. Rietveld (1888-1964). Het is samen met het pand voor IvKNO het grootste gebouw binnen zijn oeuvre en een van zijn laatste ontwerpen. Zijn architectonische opvattingen komen er optimaal tot uitdrukking. Rietveld zelf rekende het pand tot zijn belangrijkste projecten. Ook is het gebouw een goed voorbeeld van een renovatie binnen het oeuvre van architect Hubert-Jan Henket (geb. 1940).

Kenmerkend voor Rietveld is dat hij zelf de detaillering ontwierp, bijvoorbeeld de betonconstructie, de glasprofielen (niet meer aanwezig) en de frames van stalen profielen voor de binnenwanden. Rietveld streefde in zijn ontwerpen naar een eenheid tussen buiten en binnen. Dankzij de glasgevel is deze relatie zeer sterk.

Rietveld heeft behalve het exterieur, ook het interieur ontworpen: de indeling, de vloer-, wand- en plafondafwerkingen en de trappen. Maar ook ingebouwde meubelen zijn van zijn hand, zoals wandkasten en wandvitrines. De indeling van het gebouw is in hoge mate flexibel, doordat de gevel los staat van de constructie en doordat de binnenwanden vrij invulbaar zijn.

De sculptuur is van belang als voorbeeld van het oeuvre van André Theo Aart Volten (Andijk 1925 – Amsterdam 2002), een van de belangrijkste Nederlandse beeldhouwers van de generatie na 1945.


Bronnen en verwijzingen

Zie ook

ArtikelenHoort bij deze thema's

Meer informatie Meer over het monumentenregister en de pagina's in deze kennisbank is te vinden in Monumenten - Rijksmonumentenregister.

Meer over wat er is beschermd is te vinden in de leeswijzer.
U kunt op deze kennisbank reageren via het reactieformulier.










" "

Deze pagina is voor het laatst bewerkt op 7 jun 2024 om 02:02.