Arnhem - Gasthuisstraat 1 - Agnietenkapel, Waalse kerk
< RijksmonumentenMonumentnummer: 8310
Introductie
Waals Hervormde kerk, voormalig Agnietenkapel. Eénbeukige kloosterkapel met driezijdige sluiting met steunberen en tongewelf. Oorspronkelijke dubbelkerk met nonnengalerij, gesticht in 1404 als kapel van het St. Agnesklooster. Moderne westgevel na restauratie oorlogsschade (1950/52). In het inwendige eiken kansel en makelaar (eerste kwart 17de eeuw, afkomstig van kerk te Susteren), drie zerken (16de en 17de eeuw), rouwborden (17de en 18de eeuw) en twee kleine kroonluchters (17de eeuw). Eén klaviersorgel, in 1777 gemaakt voor de Waalse kerk te Nijmegen door C.P. König, overgeplaatst in 1958 naar Arnhem, restauratie in 1988.
Kenmerken
- Datering: 1404 (stichting) latere wijzigingen, diverse perioden (interieur), 1777 (orgel)
- Architect: L.H. Eberson (verbouwing 1860), ir. W. de Bruyn en ir. J. Baron van Asbeck (restauratie 1946 e.v.)
- Orgelbouwer C.P. Köning
- Bouwstijl: Gotiek, Delftse School (westbouw 1946)
- Rijksmonument sinds: 14 oktober 1965
Historische gegevens rijksmonumenten Arnhem
Onderstaande gegevens over dit rijksmonument zijn in 1995 door de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) bij elkaar gezet. De opzet van de tekst volgt die van de MIP/MSP 1850-1940 rijksmonumentenregister systematiek. Deze systematiek was in die jaren in zwang. Het monument is echter al vóór die tijd beschermd. Vermoedelijk is het een vingeroefening geweest om oudere monumenten op een zelfde wijze in het register op te nemen. Dit is gedaan voor ca. 50 Arnhemse rijksmonumenten. In de meeste gevallen is de wijziging niet doorgevoerd in het register. De tekst geeft een korte geschiedenis, beschrijving en de monumentale waarden van het monument. Deze gegevens worden nu nog relevant geacht voor de kennisbank.
Heeft u aanvullingen of verbeteringen? U kunt op deze kennisbank reageren via het reactieformulier.
Geschiedenis
De Waalse kerk is in 1404 gesticht als kloosterkapel voor het plaatselijke Agnietenklooster en had, zoals Agnietenkapellen elders in het land, oorspronkelijk in het schip een nonnengalerij, welke in 19de eeuw werd ingekort en na de verwoesting in de Tweede Wereldoorlog niet meer terugkeerde. De verder vrij sober uitgevoerde bakstenen kapel is vermoedelijk in één worp tot stand gekomen (periode 1404-20) en maakte onderdeel uit van een groot kloostercomplex met kloostergang. Tot aan de Reformatie werd de kapel gebruikt door zusters Regularissen, welke als orde in Arnhem na de Reformatie waren gedoemd uit te sterven. Deze "sterfhuisconstructie" werd in 1601 door het stadsbestuur opgesteld en in 1636, toen de kloostergebouwen door de stad ter beschikking werden gesteld aan het Catharinagasthuis (afkomstig van de Bakkerstraat) woonden er nog vier zusters. De kloosterkapel kreeg toen de naam Gasthuiskerk. Het gebied waar de kapel stond werd ook wel "Insula Deï" genoemd, een naam die teruggaat tot de tijd waarin op het terrein van de Graaf van Gelre, Reinald I, naast een gasthuis ook het complex van Sint Walburgis werd gebouwd.
Reinald gaf het terrein met Gasthuis deze naam ter nagedachtenis van de dood van zijn zuster Maria. Het gasthuis, dat een tijdlang naast het Agnietenconvent heeft bestaan als zelfstandige stichting van Maria en Reinald, ging uiteindelijk met het Catharinagasthuis samen, waarna een groot complex ontstond. De oude kloostergebouwen werden in 1858 gesloopt, ten behoeve van nieuwbouw naar ontwerp van stadsarchitect H.J. Heuvelink met latere uitbreidingen op het eigenlijke "Insula Deï-terrein (o.a. neogotische kapel van J.W. Boerbooms). De Waalse gemeente, welke kerkte in de oude Broerenkerk, kreeg in 1751 de beschikking over de kapel.
De nonnengalerij handhaafde men en gebruikte de verdieping als vergaderruimte. In 1860 vervaardigde architect L.H. Eberson een restauratie- en verbouwplan, waarbij de galerij iets werd ingekort en tegen de koorsluiting een kerkeraadskamer werd gebouwd op achthoekige plattegrond, met een zinken piramidedak. Kerk en kerkeraadskamer waren destijds gepleisterd. Een neoclassicistisch klokketorentje bekroonde destijds de westgevel. Bij de slag om Arnhem werd ook deze kapel niet gespaard en brandde uit. Herstel vond plaats vanaf 1946 naar plannen van ir. W. de Bruyn en ir. J. Baron van Asbeck, waarbij de kapel werd teruggerestaureerd naar haar middeleeuwse vorm, echter zonder galerij. De gevels werden ontpleisterd en de diverse bouwsporen (o.a. van in verleden gesloopte aanbouwen) zijn tijdens herstel weer in het zicht gebracht. De westgevel was te vaak verbouwd om bruikbare gegevens te kunnen leveren en werd in moderne vormgeving (Delftse School-stijl) herbouwd. Wat van de inventaris overbleef werd hersteld.
De Waalse kerk is een voor de gotiek karakteristieke éénbeukige bakstenen kloosterkapel. Opvallend is het feit dat de meeste 15de eeuwse dubbelkapellen van dit type rijziger zijn dan het Arnhemse voorbeeld (bijvoorbeeld Nijmegen).
Omschrijving
Eénbeukige bakstenen laat-gotische kloosterkapel. In de zijgevels zijn diverse bouwsporen zichtbaar, resten van tegen de kapel aangebouwde delen van het convent. De bakstenen kapel heeft een driezijdige koorsluiting, voorzien van steunberen, die bij de zijgevels ontbreken. In de zijgevels zijn de spitsboogvensters smaller en minder ver naar beneden doorgetrokken dan in de koorsluiting vanwege de oorspronkelijk inwendig aanwezige nonnengalerij.
De naoorlogse voorgevel heeft een tufstenen onderbouw met een ingang gevat in een segmentboogopening met schuingeplaatste dagkanten. De bovendelen van deze gevel zijn uitgevoerd in baksteen en bevatten drie hoge segment-boogvensters, met daarboven een bakstenen waterlijst met drie gekoppelde keperbogen. De gevel sluit af met een door een ezelsrug afgedekte klokkenmuur.
De koorsluiting en de aansluitende zijwanden van het schip bezitten hoge spitsboogvensters met tweedelig traceerwerk met in de vensterkoppen traceringen in overwegend laat gotische vormen (blaasbalgen met ingeschreven driepassen en oculus met driepas, lancetten met spitse ojiefboog en ingeschreven driepas). Het venster in de oostelijke sluiting is breder dan de overige en bezit driedelig traceerwerk in dezelfde vormen als de overige vensters. De overige vensters zijn aanmerkelijk korter en bevatten eenvoudig tweedelig traceerwerk. Het gereconstrueerde steile dak is gedekt met leien in Rijndekking.
Het interieur bevat wit gepleisterde wanden en een houten spitsboogvormig tongewelf met trekbalken met schoren op muurstijlen, rustend op kraagstenen (reconstructie van naoorlogse restauratie). In de drie sluitingstraveeën bevinden zich onder de vensters korfboognissen.
Van de inventaris zijn onder meer van belang: Drie oude zerken (l6de- en l7de eeuw), renaissance kansel (oorspronkelijk van de R.K. kerk te Susteren, in bruikleen van Rijksmuseum te Amsterdam), klein orgel uit 1777, gebouwd door Carl Philipp König uit Keulen, afkomstig van de Waalse kerk te Nijmegen, rouwbord met wapens van Verhuell en Rouwenoort uit 1788, twee 17de eeuwse kroonluchters, gezangbord, afkomstig uit Goes, oude torenhaan, opgehangen in interieur.
Waardering
Een voor de eerste helft van de 15de eeuw karakteristieke éénbeukige sobere kloosterkapel, waarvan door middel van herstelde bouwsporen de interessante bouwgeschiedenis (o.a. de oorspronkelijke dubbelkerkfunctie en aanbouwen van het klooster) nog goed afleesbaar is, van belang voor architectuur- en bouwhistorische wetenschap. Voorts kunsthistorische waarde vanwege de historische inventarisstukken.
Meer informatie
Meer over het monumentenregister en de pagina's in deze kennisbank is te vinden in Monumenten - Rijksmonumentenregister.
Meer over wat er is beschermd is te vinden in de leeswijzer.
Deze pagina is voor het laatst bewerkt op 10 jul 2024 om 03:01.