Panorama Landschap - Lauwers

Versie door RCEbot (overleg | bijdragen) op 3 nov 2022 om 18:18

Introductie

De regio Lauwers bestaat uit zeekleipolders in en rond de voormalige Lauwerszee. Thans betreft het vooral natuur- en recreatiegebieden en een militair oefenterrein. De regio Lauwers is waterrijk.


Deze regiobeschrijving maakt deel uit van Panorama Landschap - Karakterisering van het Nederlandse landschap in 78 regio’s.
Op de interactieve kaart van Panorama Landschap zijn alle regio's terug te vinden.

Luchtfoto van Senneroog 2011 , Lauwersmeer
Afb. 1. Senneroog 2011 , Lauwersmeer
Kaart van de inpolderingen van de Lauwerszee
Afb. 2. De inpolderingen van de Lauwerszee. Bron: www.landschapsgeschiedenis.nl, deelgebied Lauwersland
Luchtfoto van het Lauwersmeer-Ezumakeeg met een vogelkijkhut
Afb. 3. Lauwersmeer-Ezumakeeg vogelkijkhut
Foto van de zeesluis van Lauwersoog
Afb. 4. Lauwersoog - Zeesluis, foto: Foto Jos Stöver
Foto van de poort van Anjum - Esonstad
Afb. 5. Anjum - Esonstad, foto: Jos Stöver
Foto van het Lauwersmeer met een bootje
Afb. 6. Lauwersmeer, foto: Wim van der Ende
Bestand:Lauwers.png
Afb. 7. Lauwers

Karakteristiek

De regio Lauwers bestaat uit zeekleipolders in het gebied van de rivier de Lauwers en de voormalige Lauwerszee. Voor een deel gaat het om oude zeekleipolders, voor een deel uit heel jonge polders. De regio is tegenwoordig vooral bekend als recreatiegebied, als natuurgebied en om het grote militaire oefenterrein. Landschappelijk draagt de regio de kenmerken van een oude zeeboezem, die na zijn maximale uitbreiding stukje bij beetje op de zee is teruggewonnen.

Er liggen polders, voormalige zeedijken en verschillende natuurlijke wateren met sluizen die uitmonden in de Lauwerszee. Het zuidelijke deel, rond Burum, is onderdeel van het wierden- en terpenlandschap. Het grootste deel van het gebied wordt gevormd door de bedijkte Lauwerszee. De wadplaten kwamen na de inpoldering gedeeltelijke droog te liggen en kregen verschillende bestemmingen. Het grootste deel is open water: het Lauwersmeer. Het is onderdeel van het Unesco werelderfgoed Waddenzee.

Ontstaan van het natuurlijke landschap

Aan het oppervlak van de regio liggen geen afzettingen ouder dat het holoceen. De (Lauwers)zee heeft klei afgezet over de pleistocene ondergrond, die aanvankelijk was overdekt met een laag veen. In de vroege middeleeuwen schuurde de zee de monding van de Lauwers uit tot een breed estuarium: de Lauwerszee. Via de dalen van de Lauwers, de Dokkumer Ee en het Reitdiep drong de zee diep het land in. Langs de rivieren werden kleiige oeverwallen afgezet. Door daling van het achterliggende veenland kwamen deze wallen relatief hoog te liggen. Op veel plaatsen zijn deze later afgegraven ten behoeve van steenbakkerijen. Er ontstond een waddenlandschap met geulen, zandplaten en kwelders. Aan de oostkant van de Lauwerszee veranderde het kweldergebied in een aantal eilanden en schiereilanden, gescheiden door kreken.

Eén van deze kreken maakte contact met de benedenloop van de Hunze, die vervolgens in plaats van in noordelijke richting, naar het westen ging stromen. Dit deel van de Hunze kreeg de naam Rietdiep. De mens heeft een deel van het verloren land teruggewonnen. Een deel van deze kwelders en klei-op-veengebieden is bepolderd, waardoor de Lauwerszee na zijn maximale uitbreiding langzaam kleiner is geworden.

Landschappenkaart

Op de archeologische landschappenkaart hoort de regio tot de Jonge zeeinbraken en Jonge aanwas. Daarbinnen zijn als landschapszones onderscheiden kwelders, kwelder- en kreegruggen en kreken en prielen.

Bewoningsgeschiedenis

Prehistorie en Romeinse Tijd

Over bewoning in de prehistorie en de Romeinse tijd in de regio Lauwers is niets bekend. Eventuele bewoningssporen zijn weggeslagen bij de inbraken van de zee of zijn bedekt met jongere afzettingen.

Middeleeuwen en nieuwe tijd

Een serie inbraken vanuit de monding van de Lauwers leidde tussen 600 en 800 tot de vorming van de Lauwerszee.

De verlegging van geulen in de Waddenzee en klink en bodemdaling als gevolg van menselijk handelen waren hiervan de oorzaken. Dit laatste werd veroorzaakt door het ontginnen van het veengebied en door turfsteken en selnering (zoutwinning uit veen), waarna enkele stormvloeden de rest deden. Volgens overlevering zou bij een zeeinbraak ‘Esonstad’ in de golven zijn verdwenen. Overtuigend archeologisch of ander bewijs is hier nooit voor gevonden. Het verhaal is kennelijk tot de verbeelding blijven spreken, want Esonstad is wel de naamgever geworden van een recreatiedorp bij Oostmahorn, uit het begin van de 21ste eeuw.

Vanaf de 11de/12de eeuw werd de Lauwerszee door een dijk omgeven en beteugeld. Onderdeel van de zeewering waren de dam in de Zuider Ee en de dijken langs de Dokkumer Ee. Ook de zeedijk van Hunsingo, aan de oostkant van de Lauwerszee (de huidige Oude Provinciale Dijk) behoorde ertoe. Ten zuiden van de Lauwerszee stammen de bedijkingen voor een deel uit de 13de eeuw. De inpoldering van het gebied is vooral geïnitieerd door het Gerkesklooster. Er werd een grote zeedijk aangelegd van Noordhorn en Grijpskerk in de provincie Groningen naar Stroobos en vandaar over de westelijke oeverwal van de Lauwers naar Burum, Kollum en Wijgeest, om van daaruit naar het westen af te buigen en aan te sluiten op de dijk langs het Dokkumerdiep. Nadien zijn steeds naar het noorden dijken gelegd. Voor de afwatering werden sluizen in de dijken aangebracht: bij Zoutkamp in het Reitdiep, bij Munnikezijl de Lauwers, bij Dokkumer Nieuwe Zijlen het Dokkumerdiep en bij Ezumazijl de Zuider Ee.

De ‘zijlnamen’ herinneren aan hun oorsprong, ondanks het feit dat niet alle dorpen nog een zijl hebben of überhaupt nog aan water liggen. Om de afwatering te verbeteren werden poldermolens gebouwd, zodat men minder afhankelijk was van de eb- en vloedbewegingen van het buitenwater. Omstreeks 1900 kwamen de eerste gemalen tot stand.

Het landschap ten zuiden van de Lauwersmeer behoort grotendeels tot het Fries-Gronings kleilandschap. De waterlopen en sloten liggen in een onregelmatige blokverkaveling die herinnert aan de voormalige kwelders. Het bestaat uit klei en is voornamelijk als grasland in gebruik. De onregelmatige blokverkaveling vertoont overeenkomsten met die van Middag-Humsterland.

Het is in de vroege middeleeuwen in cultuur genomen. Burum is een goed ontwikkelde dorpsterp die uit een drietal terpen op een kwelderwal is ontstaan. Het dorp maakt deel uit van de laatste generatie terpen en dateert vermoedelijk uit de 8ste eeuw. Ten noordoosten van Kollum ligt een zwerm van ten minste vijf onbehuisde kleine terpen, die als ‘Kollumer terpen’ worden aangeduid. Kollum zelf is jonger. In de 11de of 12de eeuw is het gebied bedijkt. De dijk liep van Gerkesklooster via de huidige Hesseweg en Oosterboereweg over Kollum en vervolgens in noordelijke richting naar de bedijking van het Dokkumer Grootdiep. De dijk vormt één geheel met de oudste dijk van het Zuidelijk Westerkwartier.

Het gebied rondom Burum is in de 14de eeuw ingepolderd. De oudste dijk is deels bewaard gebleven als Soensterdijk.

Langs deze dijk liggen Kollumerpomp en Warfstermolen. Waar de dijk de Lauwers passeerde werd een uitwateringssluis gelegd: de Munnekezijl. Beide dijken werden slaperdijk toen in 1529 het Nieuwkruisland werd ingedijkt. Daarmee was de bedijking van Oost-Kollum voltooid.

Ondanks de aanleg van dijken vonden overstromingen vaak, veelal na stormvloeden. Ook de mens heeft eraan bijgedragen door zoutwinning die langs de kust plaatsvond, waardoor de dijken werden ondermijnd. Oude doorbraken zijn vaak te herkennen aan een bocht in de dijk.

In het mondingsgebied van het Reitdiep in de Lauwerszee werden in de 18de en 19de eeuw verschillende gebieden ingepolderd, zoals de Zuurdijksterpolders en de Oude en Nieuwe Ruigezandsterpolder. Dit zijn aanwas- en zeeboezemvlakten met een grootschalig verkaveld akkerbouwgebied en verspreid liggende monumentale boerderijen. Bij een voormalige zijl in de Munnikezijlsterried ontstond Lauwerzijl. De laatste inpoldering vond plaats in 1969, waarbij de Lauwerszee werd afgesloten van de Waddenzee (zie ook onder recente ontwikkelingen).

Recente ontwikkelingen

In 1969 werd na jarenlange discussie de Lauwerszee door een 13 kilometer lange Afsluitdijk van de Waddenzee afgesloten. In de dijk werden spuisluizen en een schutsluis aangelegd. Het spuisluizencomplex – de R.J. Cleveringsluizen – bestaat uit drie afzonderlijke bouwwerken met elk vier spuikanalen.

De spuisluizen zorgen ervoor dat het water van de Friese boezem en de Electraboezem bij eb op de Waddenzee kan worden geloosd.

Bij de schutsluis werd een haven aangelegd. Hier ontwikkelde zich het dorp Lauwersoog. De garnalenvloot van Zoutkamp verplaatste zich noodgedwongen naar de haven van Lauwersoog. Sindsdien wordt het peil in het zo ontstane Lauwersmeer op ongeveer een meter beneden NAP gehouden. Hierdoor zijn voormalige kwelders en zandplaten drooggevallen. Een deel van het gebied is ingericht voor de landbouw, een deel is in gebruik als militair oefenterrein en het overige deel bestaat uit bos en natuurgebied. Ongeveer 2000 hectare bleef open water en vormde het Lauwersmeer.

De Rijksdienst IJsselmeerpolders heeft samen met Rijkswaterstaat het nieuwe gebied ingericht. In de regio zijn delen van enkele ruilverkavelingen uitgevoerd. Het totale oppervlak was beperktmet Rijkswaterstaat het nieuwe gebied ingericht. In de regio zijn delen van enkele ruilverkavelingen uitgevoerd. Het totale oppervlak was beperkt.

Ruilverkaveling Oppervlak (ha) Periode % in regio
De Kolken 1424 1949 - 1959 2,9%
Oost- en Westdongeradeel 14185 1970 - 1991 3,0%
Marne, De 7583 1973 - 1987 3,2%
Kollumerland 8164 1992 - 2009 33,1%

Het oostelijke gedeelte van Lauwersoog is nu het militair oefenterrein Marnewaard. Nabij Lauwersoog is het vakantiedorp Robbenoort aangelegd, gevolgd door het bungalowpark Suyderoogh. Aan de westzijde van het meer is bij Oostmahorn recentelijk het in historische stijl opgetrokken vakantiewoningendorp Esonstad gebouwd.

Het grootste deel van het Lauwersmeer – circa 6000 hectare – kreeg de bestemming natuurgebied en een deel is thans Nationaal Park en Natura 2000-gebied, in beheer bij Staatsbosbeheer en Natuurmonumenten.

Specifieke thema’s

Nederzettingen

Zoutkamp was vanouds een vissershaven aan de monding van het Reitdiep in de Lauwerszee. De naam verwijst waarschijnlijk naar de vroegere selnering in het gebied. De industrie ter plaatse was nauw verbonden met de visserij. De grote fabriek van Heiploeg is het bekendste voorbeeld. Nadat de beroeps(garnalen)vissers gedwongen waren te verhuizen naar Lauwersoog, is Zoutkamp vooral voor de recreatievaart van belang geworden. Al voordat de visserij werd verplaatst, was besloten een groot deel van de (verkrotte) vissershuisjes in het dorp te saneren. Ook is een aantal van die huisjes overgebracht naar het Zuiderzeemuseum te Enkhuizen. Het dorp profiteert van de nabijheid van het vakantiepark Esonstad aan de oostzijde van het Lauwersmeer (voltooid in 2007).

Defensie

In de Tachtigjarige Oorlog zijn enkele verdedigingswerken aangelegd, zoals schansen bij Zoutkamp (1575) en Munnekezijl (1576). Ook bij Enumatil, Niezijl en Kommerzijl hebben schansen gelegen. Na de inname van Munnekeburen in 1591 en het vertrek van de Spaanse troepen uit Groningen in 1594 bleef de regio gevrijwaard van oorlogshandelingen. In de Franse tijd zijn enige versterkingen aangebracht bij Zoutkamp. In de Marnewaard ligt de Willem Lodewijk van Nassaukazerne. Eind jaren 1990 werd Marnehuizen aangelegd, het grootste oefendorp van West-Europa, waar legers uit verschillende landen guerrillatechnieken voor de stadsoorlog kunnen oefenen. In het open landschap ten noorden van Burum staat een aantal imposante en al van ver zichtbare schotelantennes van het satellietcommunicatiestation ‘It Greate Ear’ of Grondstation Burum, zoals de naam officieel luidt. Dit is een grondstation voor satellietcommunicatie. Het wordt onder meer gebruikt voor het opvangen van al het langskomend satellietverkeer in het kader van de terrorismebestrijding.

Vaarwegen

Het Dokkumerdiep was vanouds een belangrijke scheepvaartroute, die in Dokkum aansloot op de binnenvaart naar Leeuwarden (de Dokkumer Ee). Tot 1729, toen de Dokkumer Nieuwe Zijlen gebouwd werden, lag de zeesluis in het centrum van Dokkum en was de invloed van eb en vloed tot in de stad merkbaar. Na 1855 zijn verschillende meanders rechtgetrokken en is langs de nieuwe loop een jaagpad aangelegd. Vanaf die tijd heet deze vaarweg het Dokkumer Grootdiep.

In 1674 werd het Reitdiep binnen de stad Groningen afgesloten door de bouw van de Grote Spilsluizen. In 1877 kwam de zeesluis bij Zoutkamp gereed. Tot aan de opening van het Eemskanaal, was het de enige toegang tot zee vanuit de stad Groningen. Het belang van het Reitdiep als verbinding met de open zee nam af als gevolg van de aanleg van diverse kanalen, zoals het Eemskanaal, maar ook het Hunsingokanaal en het Van Starckenborghkanaal.

Literatuurlijst

  • Berg, H. M. van den, 1989. Noordelijk Oostergo: Kollumerland en Nieuw Kruisland. Den Haag.
  • Bierma, M. e.a. (red.) , 1988. Terpen en wierden in het Fries- Groningse kustgebied. Groningen.
  • Boiten, P. (red.), 2011. Lauwersland. Leeuwarden.
  • Gerrets, D.A., Op de grens van land en water. Barkhuis, Groningen University Library.
  • Nicolay, J. (red.), 2010. Terpbewoning in oostelijk Friesland. Barkhuis, Groningen University Library.
  • Schroor, M. en J. Meijering, 2007. Golden Raand. Landschappen van Groningen. Assen.
  • Zomer, J., 2016,Middeleeuwse veenontginningen in het getijdenbekken van de Hunze: Een interdisciplinair landschapshistorisch onderzoek naar de paleogeografie, ontginning en waterhuishouding (ca 800-ca 1500) (diss. RUG), Groningen

Structuurdragers

Landschapsvormende functies Elementen en structuren in het huidige landschap

Lauwers

Wonen Zijldorpen bij (vml) zeedijken
Bewoning op terpen en verspreid in open polders
Landbouw en visserij Onregelmatige blokverkaveling wierden en terpenlandschap
Zeekleipolders met meer rationele inrichting en bijbehorende boerderijen
Haven Lauwersoog (v/h Zoutkamp)
Waterstaat Afsluitdijk Lauwersmeer
Vml. zee- en slaperdijken
Voormalige kreken/geulen (Riet/Ried/Ryd)
Sluizen en gemalen
Lauwersmeer met kreken/geulen en platen
Defensie Militair oefenterrein en kazerne
Delfstoffenwinning Gaswinningslocatie Grijpskerk
Bedrijvigheid Visverwerkende industrie
Verkeer Veerdienst Schiermonnikoog
Recreatie en natuur Nationaal Park Lauwersmeer (N2000)
Vakantieparken
Jachthavens
Recreatiebossen

Over Panorama Landschap

Panorama Landschap beschrijft het karakter van het Nederlandse landschap in 78 regio’s en biedt hiermee inspiratie voor ruimtelijke ontwikkelingen. Panorama Landschap geeft voor heel Nederland -in 78 regio’s en een apart artikel over de grote wateren- een korte karakterschets van de geschiedenis van het landschap, vanuit het perspectief van eeuwenlange veranderingen. Deze landschapskarakteriseringen bevatten geen waardering voor het landschappelijke erfgoed, of een uitputtende inventarisatie van allerlei elementen en patronen. Het zijn kleine biografieën, gericht op de genese (wordingsgeschiedenis) van het landschap: van de prehistorie tot het heden.

Tekst: Edwin Raap. Foto’s: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, tenzij anders vermeld.
Aan dit artikel kunnen geen rechten worden ontleend.

Vragen, verbeteringen of opmerkingen?
U kunt op deze kennisbank reageren via het reactieformulier.

Deze pagina is voor het laatst bewerkt op 3 nov 2022 om 18:18.