Plantenkassen - onderhoud schadeherstel en restauratie: verschil tussen versies

Geen bewerkingssamenvatting
Regel 21: Regel 21:
Wanneer een kas een gewijzigde functie krijgt, levert dat doorgaans een vermindering van de cultuurhistorische waarde op. Vaak worden onderdelen uit de kas gesloopt om ruimte te creëren. Maar dat is altijd nog beter dan geen functie. Een ruime kas met een goede zonwering en verwarming kan uitstekend worden gebruikt als atelier, ontvangstruimte, fietsenstalling, cursusruimte of kantoor, maar dat gebeurt nog weinig. Enkele kassen hebben de functie van wasdroog- en speelruimte, restaurant, winkel, terras en theetuin gekregen. Bij musea krijgen kassen dikwijls een publieksfunctie als verlengstuk van de expositieruimte. De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed adviseert een nieuwe bestemming zo dicht mogelijk op de oorspronkelijke functie te laten aansluiten.
Wanneer een kas een gewijzigde functie krijgt, levert dat doorgaans een vermindering van de cultuurhistorische waarde op. Vaak worden onderdelen uit de kas gesloopt om ruimte te creëren. Maar dat is altijd nog beter dan geen functie. Een ruime kas met een goede zonwering en verwarming kan uitstekend worden gebruikt als atelier, ontvangstruimte, fietsenstalling, cursusruimte of kantoor, maar dat gebeurt nog weinig. Enkele kassen hebben de functie van wasdroog- en speelruimte, restaurant, winkel, terras en theetuin gekregen. Bij musea krijgen kassen dikwijls een publieksfunctie als verlengstuk van de expositieruimte. De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed adviseert een nieuwe bestemming zo dicht mogelijk op de oorspronkelijke functie te laten aansluiten.


==Schade==
==Schadeherstel==
Herstel en conservering voer je het grondigst uit wanneer de kas wordt gedemonteerd. Het wel of niet demonteren bepaalt welke conserveringstechnieken je in kunt zetten. Zo is het thermisch verzinken of schooperen van ijzeren delen alleen mogelijk als de kas wordt gedemonteerd, terwijl schilderen ook goed ter plaatse in gemonteerde toestand kan. Geverfd ijzer vraagt echter wel veel meer onderhoud dan verzinkt ijzer.
Herstel en conservering voer je het grondigst uit wanneer de kas wordt gedemonteerd. Het wel of niet demonteren bepaalt welke conserveringstechnieken je in kunt zetten. Zo is het thermisch verzinken of schooperen van ijzeren delen alleen mogelijk als de kas wordt gedemonteerd, terwijl schilderen ook goed ter plaatse in gemonteerde toestand kan. Geverfd ijzer vraagt echter wel veel meer onderhoud dan verzinkt ijzer.



Versie van 2 feb 2021 11:44

Introductie

Historische kassen kunnen door langdurig functieverlies en achterstallig onderhoud in verval raken. Onkundig gebruik en vandalisme kunnen dit proces versnellen. Er zijn meerdere vormen van onderhoud mogelijk waarmee verval wordt tegengegaan en restauratie wordt voorkomen.

Een vervallen houten ornament op een kas.
Het kwetsbare houtwerk verdient nodig een schilderbeurt
Een plantenkas met een stenenmuur met een hoger en lager gedeelte.
Deze kas is in twee fases tot stand gekomen. Het lagere zaaikasgedeelte is naderhand toegevoegd
Een rond glasdek van een plantenkas. Een glasdek is gerepareerd met een groene plaat .
Noodreparaties aan het glasdek
Aangetaste kasonderdelen
Aangetaste kasonderdelen
Een kas waarvan het houtwerk en de muur in slechte staat verkeerd.
Aangetaste kasonderdelen
Houten raamwerk van een kas in vervallen staat.
Herstel van houtwerk
Een kas in zeer vervallen staat met wildgroei van planten.
Schade door langdurig functieverlies
Een geraamte van beton met schade.
Betonschade
Een bloemenkas met in het midden een gemetselde kribbe en links en rechts rabattengeraamte.
Bloemenkas met in het midden een gemetselde kribbe en links en rechts rabatten
Schade aan het metselwerk van de onderbouw van een kas.
Schade aan het metselwerk van de onderbouw door roestend ijzer en inwateren
Een plantenkas met opgerolde houten zonwering op het dak.
Opgerolde houten zonwering
Een ongerestaureerde tabletkas. De kas heeft gebroken glazen en een vervallen deur.
Ongerestaureerde tabletkas
Een gerestaureerde collectiekas uit 1907. Uit bruine raamwerk is van ijzer.
Collectiekas uit 1907 kort na restauratie in de Oude Hortus Botanicus van Utrecht
Een druivenkas met deels glas in het ijzeren geraamte.
Een druivenkas na verplaatsing
Aangetaste kasonderdelen.
Aangetaste kasonderdelen

Schoonmaken

Een kas met een schoon en helder glasdek zal beter presteren. Het glasdek raakt zowel van binnenuit als van buitenaf vervuild. Daarom wordt aanbevolen om dit ten minste eenmaal per jaar goed schoon te maken wanneer de planten hier het minst onder lijden. Schoonmaakvocht kan tussen de glasnaden lopen, daarom kan men binnen het beste bovenin beginnen. Het tegelijkertijd reinigen van het schilderwerk en de goten bevordert het behoud. Je kunt eenvoudig schoonmaken door te spoelen met water, maar meestal is dat niet voldoende. Borstelen is ook nodig, eventueel in combinatie met een milieuvriendelijk schoonmaakmiddel.

Algen en mos

Algen, mossen en korstmossen kunnen voorkomen op oude natuur- en bakstenen bouwdelen die in de buitenlucht staan. Men waardeert de uitstraling ervan vaak bij tuinmuren en historische kassen. In het algemeen geldt: hoe ouder de ondergrond, des te meer soorten korstmossen er op voorkomen. Op muren die zijn gevoegd met kalkmortel zitten meer korstmossen dan op muren waar cementspecie is gebruikt. Een dunne laag algen veroorzaakt geen schade. De algen zijn vrij eenvoudig te verwijderen, maar komen ook weer terug als de omstandigheden niet wijzigen. De aantasting die door korstmossen ontstaat, is meestal verwaarloosbaar, evenals die van een dunne laag mos. Een dikke laag mos kan wel schadelijk zijn, omdat het materiaal vocht vasthoudt. Hierdoor blijven de begroeide plaatsen langer nat. Vaak ontstaat er ook mosgroei in capillaire naden bij glaswerk of tegen elkaar geplaatste houten bouwdelen. Dat is een indicator voor een te hoog vochtgehalte.

Klein onderhoud

Kleine reparaties beperken vervolgschade en kun je het hele jaar door uitvoeren. Noodreparaties zijn beter dan geen reparaties, ook al zijn zij niet in stijl, niet in het juiste materiaal of met een hoog doe-het-zelfgehalte uitgevoerd. Noodreparaties voorkomen dat de kas snel achteruitgaat en de constructie wordt aangetast. Tot het kleine onderhoud wordt onder andere gerekend: kapotte ruiten vervangen, schilderwerk van de onderdorpels van kozijnen en ramen, lekkage verhelpen bij het dak, de goten en de ventilatieramen. Hierbij is een voorraad reserveruiten in de kas praktisch.

Groot onderhoud

Grotere reparaties kun je het beste in de nazomer uitvoeren - dan zijn de weersomstandigheden het gunstigst. De werkzaamheden moeten de oogst niet in de weg staan. Direct na de oogst is dus een goed moment. Bij goed voorbereide en snel uitgevoerde reparaties lopen de kasplanten de minste schade op. Werkzaamheden aan de technische installaties voer je bij voorkeur voor de winterperiode uit. Het is aan te bevelen om de installatie minimaal eenmaal per jaar door een deskundige schoon te laten maken, en te laten controleren op lekkages en verstoppingen. In de winter kunnen problemen met de installaties voor onherstelbare schade aan de planten zorgen.

Herbestemming

Wanneer een kas een gewijzigde functie krijgt, levert dat doorgaans een vermindering van de cultuurhistorische waarde op. Vaak worden onderdelen uit de kas gesloopt om ruimte te creëren. Maar dat is altijd nog beter dan geen functie. Een ruime kas met een goede zonwering en verwarming kan uitstekend worden gebruikt als atelier, ontvangstruimte, fietsenstalling, cursusruimte of kantoor, maar dat gebeurt nog weinig. Enkele kassen hebben de functie van wasdroog- en speelruimte, restaurant, winkel, terras en theetuin gekregen. Bij musea krijgen kassen dikwijls een publieksfunctie als verlengstuk van de expositieruimte. De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed adviseert een nieuwe bestemming zo dicht mogelijk op de oorspronkelijke functie te laten aansluiten.

Schadeherstel

Herstel en conservering voer je het grondigst uit wanneer de kas wordt gedemonteerd. Het wel of niet demonteren bepaalt welke conserveringstechnieken je in kunt zetten. Zo is het thermisch verzinken of schooperen van ijzeren delen alleen mogelijk als de kas wordt gedemonteerd, terwijl schilderen ook goed ter plaatse in gemonteerde toestand kan. Geverfd ijzer vraagt echter wel veel meer onderhoud dan verzinkt ijzer.

Houtrot

Proces

Ook al is de natuurlijke duurzaamheid van naaldhout beperkt, houten kassen zijn het vaakst gebouwd met grenenhout en minder vaak met vurenhout, larikshout, eikenhout of tropisch hardhout als teak en yang. Herstel van aangetast hout is daardoor regelmatig aan de orde.

Risico

De kasramen, roeden, de nok en de aansluitingen met de onderbouw zijn de kwetsbaarste onderdelen van een houten kas. Daar waar vocht kan binnendringen en blijven hangen, ontstaat houtrot, dat ernstige vormen kan aannemen. Daarom is het vochtprobleem wegnemen een eerste vereiste. De aanwezigheid van kasramen is een kenmerk van oudere kassen, soms kunnen de kasramen glijden. Jongere kassen hebben alleen roeden. Indien de ramen slecht zijn, verkeert vaak ook het glas in slechte staat.

Herstellen

Het uitgangspunt voor herstel is zo veel mogelijk gelijksoortig materiaal te gebruiken. Roeden laten zich moeilijk gedeeltelijk herstellen vanwege de geringe afmetingen. Dit gaat beter bij spanten, nokgordingen, kozijnen, kasramen, regelwerk, deuren en muurplaten. Traditioneel herstel door aanlassen of aanscherven geeft goede resultaten. Houten onderdelen kunnen ook met moderne lijmsoorten met elkaar worden verbonden, zoals epoxylijm. Daarbij kunnen roestvaststalen of glasvezel-wapeningsstaven worden gebruikt, die in de kern van het hout worden gelijmd. Gaten in het hout kun je met hout opvullen ofwel uitstukken. Gaten kleiner dan tien kubieke centimeter kun je ook met kunsthars opvullen.

Roest

Proces

De nok, beluchtingsramen, roosters, hang-en-sluitwerk, roeden en aansluitingen op de onderbouw zijn doorgaans het sterkst aangetast door roest.

Risico

Vloei-ijzer of vloeistaal is corrosiegevoeliger dan welijzer. Gietijzer komt weinig voor bij kassen. Bijna alle gegoten onderdelen zijn van grijs gietijzer, dat goed kan worden gelast, maar wel met speciaal lasmateriaal en een aangepaste werkwijze. Een kenmerk van oude kassen is dat er weinig of geen laswerk aanwezig is. Voor de grote verbindingen zijn klinknagels of bouten toegepast. De kleine verbindingen springen nauwelijks in het oog en zijn vaak onzichtbaar weggewerkt. Een ander kenmerk is de toepassing van gewalste geprofileerde roeden.

Herstellen

Deels weggeroeste onderdelen kun je meestal vrij eenvoudig herstellen door slecht materiaal weg te slijpen en nieuwe stukken in te lassen. Voor het conserveren van ijzer kun je kiezen voor verf of een dunne beschermende metaallaag - meestal zink, tegenwoordig ook wel aluminium. Dit aanbrengen van een metaallaag geeft de beste bescherming, eventueel bedekt met verf. Dit vraagt ook de grootste investering. Voordat je ijzer conserveert, moet het goed schoongemaakt worden.

Carbonatatieschade

Proces

Geprefabriceerde betonnen kasonderdelen zijn gemaakt van droog stampbeton met een dunne wapening. Zelfs de betonnen roeden hebben een wapening. De dekking is vaak zeer gering.

Risico

De onderhoudsbehoefte van beton neemt toe met de leeftijd. Dit komt vooral door het continu voortschrijdende carbonatatieproces. Hierdoor verzuurt beton tot op steeds grotere diepte en wordt het daarin aanwezige wapeningsstaal gevoelig voor corrosie. Het meest voorkomende probleem bij betonconstructies is dan ook roestende wapening, die schollen van het betonoppervlak afdrukt. Deze zogenoemde betonrot kan ook ontstaan door een te hoge concentratie chloride in het materiaal.

Herstellen

Beton aanhelen is de meest voor de hand liggende herstelwijze. Dit doe je met de hand, met een spuit of door middel van aangieten. Meestal wordt er aangeheeld met cementgebonden materiaal dat gelijk of verwant is aan het oorspronkelijke beton. Vaak worden er fabrieksmatig samengestelde materialen gebruikt. De voorkeur gaat uit naar CC-mortels en PCC-mortels. Kunstharsmortel wordt afgeraden. De materiaaleigenschappen daarvan verschillen te sterk van die van traditioneel beton.

Glasschade

Proces

Historisch glas is veelal geblazen en getrokken glas, soms gekleurd. Geblazen glas herken je onder andere aan de luchtbelletjes. Getrokken glas is veel toegepast in de glastuinbouw. Kenmerkend aan het jongere getrokken glas zijn de evenwijdige trekstrepen, die in één richting over het glas lopen. De glasruiten kunnen met glashaakjes geplaatst zijn.

Risico

Behalve naar gebroken ruiten is het belangrijk te kijken naar de bevestiging. Van oudsher werd het glas vastgezet met taaie en slappe stopverf. Een belangrijk nadeel is dat het materiaal geleidelijk steeds harder wordt en wat kan krimpen. Het glas kan daardoor op den duur los komen te zitten. Ook is er gebruikgemaakt van bitumenkit, maar dat wordt vanwege zijn eigenschappen niet meer toegepast.

Herstellen

Het is raadzaam om zo veel mogelijk oud materiaal te behouden, omdat oud glas steeds zeldzamer wordt. Een gebroken ruit repareer je met een zogenaamd breukloodje. De delen glas worden daarbij met elkaar verbonden, zoals bij glas-in-loodramen het geval is. De naad tussen het lood en het glas wordt dicht gewreven met kit, die van oudsher bestaat uit een mengsel van lijnolie en krijtwit. De meest simpele en praktische oplossing is wellicht om gebroken ruiten recht bij te snijden en overlappend met glashaakjes of klemmetjes terug te plaatsen. Dit is tegelijkertijd afwaterend. Door de overlap is er wel extra glas nodig. Wellicht is het mogelijk om meerdere gebroken ruiten te combineren. Door verwarming kun je oude kit verwijderen. Tegenwoordig worden moderne kitten op basis van onder andere butylrubber en acryl gebruikt.

Metselwerk

Proces

Meestal zijn er in kassen rode handvormstenen gebruikt met een kalkmortel. Gele stenen komen beduidend minder voor. Naarmate de kassen jonger zijn, is de kans groter dat er fabrieksmatig vervaardigde stenen met cementmortel zijn toegepast.

Risico

Bij veel schadeprocessen speelt vocht een hoofdrol. Door inwateren, uitspoelen en roestend ijzerwerk ontstaat de meeste schade. Ook een hoge zoutbelasting, een veranderende grondwaterstand of wortelgroei kan schade veroorzaken. Metselwerk kan scheuren, afschilferen of afbrokkelen. Ook kan het metselwerk vorstschade hebben en het voegwerk kan loskomen.

Herstellen

Het is belangrijk om nieuwe materialen goed af te stemmen op de nog aanwezige oude materialen. Zo zal het herstellen van voegwerk met een te harde cementmortel schade geven. Voor inboeten en voegwerk kun je het beste dezelfde soort mortel gebruiken. De belangrijkste remedie tegen zoutschade is het beperken van het vochttransport in het metselwerk. Eventueel kun je metselwerk injecteren met middelen die optrekkend vocht tegenhouden. Het waterdicht maken van metselwerk wordt afgeraden. Dit kan namelijk de natuurlijke droging van het metselwerk vertragen waardoor er vorstschade kan ontstaan.

Natuursteen

Toepassing

Het weinige natuursteen dat in kassen is verwerkt, kun je tegenkomen als afdekking van bakstenen muurwerk, als hoekblokken of onderdorpels. Het meest treft men de Belgische kalksteensoorten aan, zoals Namense steen, Doornikse steen of hardsteen. In Limburg is af en toe gebruikgemaakt van mergel en in het oosten van Bentheimer zandsteen, die verkleurt van groengrijs tot zwart.

Risico

De belangrijkste schade bestaat uit scheuren. De richting van deze steken staat meestal loodrecht op het groefleger, de richting waarin de steen in de groef gelegen heeft.

Herstellen

Scheuren en steken die eenmaal zijn ontstaan, worden dichtgezet met reparatiemortel. Hiermee worden de scheuren niet gelijmd, maar wordt de hoeveelheid water die indringt verminderd. Dit vermindert ook de kans op schade door vorst. Op deze wijze wordt verder verval vertraagd. Soms kunnen kapotte delen steen bij elkaar worden gehouden met een bronzen of geverfde roestvaststalen knelband of met krammen. Gescheurde natuurstenen onderdelen kunnen soms worden behouden door ze te lijmen. Ook dat vergt specialistische kennis en vaardigheid.

Restauratie

Kleuronderzoek

Met scalpel en loep kun je door gespecialiseerd onderzoek materiaal blootleggen dat informatie geeft over oude kleurlagen. Dergelijk kleuronderzoek moet worden uitgevoerd door deskundigen. Na het schoonstralen van het ijzerwerk of het afkrabben van het houtwerk kan geen kleuronderzoek meer plaatsvinden.

Restauratieplan

Architecten, opdrachtgevers en aannemers willen de betreffende kas technisch vaak beter maken dan hij was, bijvoorbeeld omdat de detaillering in bepaalde gevallen niet optimaal is. Maar niet elke keuze die voor minder onderhoud zorgt, is de juiste – denk aan houten roeden vervangen door aluminium roeden en bakstenen muurafdekkingen vervangen door betonnen platen. Het is beter om onderdelen te verbeteren met kleine omkeerbare oplossingen, door bijvoorbeeld gootjes of loodslabben aan te brengen.

Materiaal behouden

Het uitgangspunt bij restauratie is om zo veel mogelijk origineel materiaal te behouden. Als er niet veel materiaal rest, kan men kiezen voor vervanging. Dit kan alleen als er na onderzoek voldoende duidelijke aanwijzingen zijn. Vraag jezelf wel af welk stadium van de kas weer opgebouwd moet worden. In de loop der tijd zijn kassen namelijk vaak hersteld en gemoderniseerd. Een restauratievisie geeft hierbij richting in de keuze.

Verplaatsen

Kassen verplaatsen gebeurt in de glastuinbouw meer dan elders, maar monumenten worden bij hoge uitzondering verplaatst. Hier moet altijd een duidelijke reden voor zijn, zoals dreigende sloop of herontwikkeling van de omgeving. Alleen dan zal de gemeente toestemming geven. Verplaatsing met eventueel herstel geeft doorgaans geen recht op subsidiëring. Betonnen en ijzeren kassen laten zich het eenvoudigst verplaatsen, omdat zij uit geprefabriceerde onderdelen bestaan. Vooraf verwijder je het glas en verpak je dit in kisten, voor zover dit lukt. Het glas uitnemen is vaak lastig vanwege oude kit- en stopverflagen in combinatie met oude roeden.

Aandachtspunten

Bij de restauratie van historische kassen verdienen de systemen extra aandacht. Dit zijn de systemen die de toevoer van lucht, warmte en water regelen. Datzelfde geldt voor de zonwering en de vloer.

Luchtwerk

Het beluchtingssysteem is een van de belangrijkste onderdelen die het goed functioneren van een kas bepalen. Functioneren de beluchtingsramen, -roosters en -luiken goed en kunnen de toegangsdeuren wijd open? Dan geeft dat een garantie dat de kas te veel vocht en warmte snel kan afvoeren.

Verwarmingsinstallatie

De stookketel staat van oudsher in een kelder opgesteld. Dit vanwege de stroming van het warme en koude water in de transportbuizen. Dit verwarmingssysteem, de thermosifon, werkt door het principe dat warm water stijgt in de buizen en koud water daalt. Het werd na 1828 toegepast in ons land, totdat de elektrische pompen opkwamen. Voor die tijd was luchtverwarming het meest gangbaar. Oude ketels laten zich vrijwel niet meer herstellen. Je kunt ze het beste bewaren en ergens in of nabij de kas opstellen. Zo kun je ze aan belangstellenden tonen. Het leidingenstelsel kan vaker wel opnieuw gebruikt worden. Oude leidingen hebben een diameter van ongeveer tien centimeter en zijn aan elkaar bevestigd door middel van flenzen of schroefdraad. Later werd dat via lassen gedaan.

Watervoorziening

In oude kassen vind je vaak waterbakken. Hierin wordt regenwater voor planten opgevangen via loden pijpjes, goten en dergelijke. Door verwaarlozing kan het stelsel in onbruik zijn of verstopt zitten. Waterbakken komen zowel in bovengrondse als in verdiepte opstelling voor. Een goede regenafvoer met goten kan de vochtbelasting verlagen.

Zonwering

Zonwering is een wezenlijk onderdeel van een kas en hoort in goede conditie te zijn. Zonwering weglaten bij een restauratie geeft later vaak problemen. Historische zonwering werd bij kassen altijd aan de buitenzijde aangebracht en met de hand bediend. Droge opslag is voor behoud van zonwering essentieel. Omstreeks 1900 ontstonden er voorzieningen op de nok waarin de zonwering opgerold zit. Door een touw los te maken, rolt de zonwering zich verticaal uit. Het witkalken van het glas gebeurt bij oude kassen alleen in de glastuinbouw.

Vloer

In kassen is meestal geen vloer aangebracht, maar in luxe tabletkassen kan een klinkerstraatje liggen. Bij alle kassen moet er altijd een open verbinding met de grond zijn, zodat vocht probleemloos kan wegzakken. Een betonvloer zal men bij oude kassen dan ook niet zien. Voor het snel drogen van de kas moet hij rondom vrij zijn van plantenopslag en materialen. Door harde bestrating rond de kas spat het regenwater hoog op, waardoor de vervuiling sterk toeneemt.

Vergunning en subsidie

Bij herstel van een rijksmonumentale plantenkas is er meestal sprake van een ingreep die als een wijziging van het monument moet worden aangemerkt. Om iets aan een beschermd monument te wijzigen, heb je een omgevingsvergunning nodig, die de gemeente doorgaans verleent. Herstel en onderhoud, inspectie, onderzoek en analyse van een plantenkas ter voorbereiding van het herstel ervan worden in beginsel aangemerkt als subsidiabele werkzaamheden in het kader van het Besluit rijkssubsidiëring instandhouding monumenten 2011.

Zie ook

Artikelen
    Hoort bij deze thema's

    Specialist(en)

    Vragen, verbeteringen of opmerkingen?
    U kunt op deze kennisbank reageren via het reactieformulier.

    Deze pagina is voor het laatst bewerkt op 2 feb 2021 om 11:44.