Temperatuurverlaging in kerken

Versie door RCEbot (overleg | bijdragen) op 13 okt 2022 om 16:15 (Nieuwe pagina aangemaakt met '{{#element: |Elementtype=Artikel |Status=Publiceren |Voorkeurslabel=Temperatuurverlaging in kerken |Artikelsoort=Overig |Introductie=Ook voor kerken is het stijgen...')
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)

Introductie

Ook voor kerken is het stijgen van de energieprijs een zeer urgent probleem. Energierekeningen kunnen tot wel vier keer hoger worden. Maar is dat wel altijd verstandig? Hoeveel besparen we dan? En wat zijn de neveneffecten?

Ouide foto van de kerk in Veen
Kerk in Veen
Kerk met achtzijdig klokkentoren op koepeldak
Kerk in Alkmaar met achtzijdig klokkentoren op koepeldak

Strategieën

Temperatuurverlaging

Het handhaven van een bepaalde temperatuur is gunstig voor de instandhouding van het gebouw en haar interieur (KÜNZEL 1991)[1]. De absolute ondergrens kan gesteld worden op 5°C. Het beheersen van de relatieve luchtvochtigheid om schimmelgroei te voorkomen is echter het hoofddoel. Daarvoor is het belangrijk om op de juist locaties de relatieve luchtvochtigheid te meten en op basis daarvan de temperatuur te regelen. Het verlangen van de basistemperatuur bespaart zo’n 4% tot 5% energie (NEILEN 2002)[2].

Compartimentering

Voor sommige objecten is het soms wenselijk om de temperatuur, maar belangrijker nog de relatieve luchtvochtigheid te handhaven. Voor het orgel is dit beschreven in STAPPERS en NEUHAUS 2017 [3]. Daarbij is vooral het voorkomen van mechanische schade als gevolg van verandering in de relatieve luchtvochtigheid belang (STAPPERS en ANKERSMIT 2013)[4]. Om het klimaat te beheersen in een kerk is geen eenvoudige opgave. Het volume van de kerk is doorgaans groot en slecht een klein deel daarvan behoeft klimaatcontrole. Met het stijgen van de energieprijzen neemt de uitdaging alleen maar toe. Een mogelijke oplossing is om de objecten die klimaatgevoelig zijn af te scheiden van het kerkklimaat.

Neveneffecten

Een van de belangrijkste gevolgen van het minder of niet verwarmen is dat de gebouwgemiddelde temperatuur gaat dalen en daarmee de gebouwgemiddelde relatieve luchtvochtigheid gaat stijgen. Dat heeft effect op de instandhouding van de kunstschatten in de kerk.

Bevriezing en

Een lage temperatuur is doorgaans niet risicovol voor een gebouw. Voorkomen van het bevriezen van watervoerende leiding is belangrijk. Een ondergrens voor de temperatuur is daarom 5°C.

Discomfort

Daarnaast zal een koude kerk minder of geen thermisch comfort meer bieden. Overweeg het anders plannen van kerkdiensten en ander activiteiten, zodat efficiënter verwarmd kan worden. Misschien dat een ruimte buiten de kerk beschikbaar is voor de koudste maanden.

Schimmelgroei

Een van de grootste risico’s bij het verlagen van de temperatuur is de toename van de het risico op schimmelvorming. De relatieve luchtvochtigheid neemt toe en als deze langdurig hoog is, kan er schimmel ontstaan. Uiteraard is er een relatie tussen de hoogte van relatieve luchtvochtigheid en de tijd waarin schimmelsporen ontkiemen en de snelheid waarmee ze groeien. Om schimmelgroei te voorkomen moet de relatieve luchtvochtigheid onder de 65% blijven. Omdat ontkieming en groei van schimmelsporen tijd kost zijn korte perioden met een relatieve luchtvochtigheid tot 80% aan het oppervlak niet direct risicovol. Het spreekt voor zich dat deze perioden niet te lang moeten duren. Als vuistregel kan hiervoor één week worden aangehouden.

Corrosie

De relatieve luchtvochtigheid speelt een rol bij de corrosie van metalen orgelpijpen. Corrosie vindt vooral plaats bij orgels met pijpen van vrij zuiver lood (of vrij zuiver tin). Die zijn historisch gezien vaak het meest waardevol. Voor corrosie van lood spelen vaak de aanwezigheid van azijn- of looizuur, temperatuur en relatieve luchtvochtigheid een rol. Uit onderzoek blijkt dat een hoger temperatuur gunstiger is voor het voorkomen van loodcorrosie (SPREERSTRA 2011, pag. 124)[5]. Ook blijkt de relatieve luchtvochtigheid een belangrijke rol spelen. Boven de 60% neemt de corrosiesnelheid toe (SPREERSTRA 2011, pag. 123)[5]. Voor de corrosie van tin is het vooral de temperatuur. Deze moet bij voorkeur hoger zijn dan 13°C.

Vervorming

Bij het verwarmen van kerken was er altijd aandacht voor het ontstaan van scheurvorming in orgels door een te snel fluctuerende relatieve luchtvochtigheid. Hierdoor ontstaan spanningen tussen de kern en het oppervlak van het gebruikte hout (STAPPERS en ANKERSMIT 2013)[4]. Het omgekeerde komt ook voor. Door het afkoelen van de kerk, zal het hout vocht opnemen waardoor er spanning ontstaan. Wanneer het hout vrij kan bewegen, geeft dat geen direct aanleiding tot schade. Maar wanneer hout niet kan uitzetten, zal het hout gaat stuiken . Dat zal bij een lagere relatieve luchtvochtigheid resulteren in een naad of scheur. Ze komen in de praktijk gelukkig niet vaak voor.

Monitoring

Het ingrijpen in het binnenklimaat is nooit zonder risico, ondanks dat er vooraf heel goed nagedacht is over de te nemen maatregel(en). Daarom is monitoring op drie aspecten van belang:

Het object

Inspecteer het object voorafgaand aan het implementeer van de maatregel. Leg het fotografisch vast. Denk aan reeds aanwezige naden of scheuren, vlekjes, verkleuringen, schilfers, etc.

Het klimaat

Plaats in of bij het object een datalogger voor het monitoren van temperatuur en relatieve luchtvochtigheid met een interval tijd van 15 minuten.

Het energieverbruik

Om de effectiviteit van de maatregel goed inzichtelijk te maken, is het monitoren van het energieverbruik nodig. Soms is het niet eenvoudig om dat goed te scheiden. Kijk of er dan tussenmeters geplaatst kunnen worden. Bij het inzetten van lossen mobiele apparaten kan eenvoudig het stroomverbruik gemeten met een kWh-meter. Op dit manier vallen er voor de eigen organisatie lessen te leren die tevens gedeeld kunnen worden met anderen.

Fasering

Het veranderen van het binnenklimaat is niet zonder risico. Voor daarom de maatregelen stapsgewijs in. Verlaag de basistemperatuur niet ineens van 15°C naar 5°C maar doe dat in twee of drie stappen. Monitor daarbij de relatieve luchtvochtigheid en controleer regelmatig op schimmelvorming.

Samenvattend

De minimale temperatuur is de temperatuur waarbij de relatieve luchtvochtigheid 65% of lager is, maar niet lager dan 5°C. Een relatieve luchtvochtigheid tot 80% van maximaal één week is toegestaan. Visuele inspectie van het orgel en andere belangrijke voorwerpen op met name schimmels is belangrijk.

Tekst: Marc Stappers

Zie ook

Hoort bij deze thema's Trefwoorden

kerk, temperatuurverlaging

Specialist(en)

Vragen, verbeteringen of opmerkingen?
U kunt op deze kennisbank reageren via het reactieformulier.

  1. KÜNZEL, D. 1991. Bauphysikalische Untersuchungen in unbeheizten und beheizten Gebäuden alter Bauart.
  2. NEILEN, Dionne. 2002. Monumentale kerken met verwarming, een bouwfysische vergelijking aan de hand van kengetallen. Technical University of Eindhoven.
  3. STAPPERS, Marc, en Edgar NEUHAUS. 2017. Kerkorgels en binnenklimaat. Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed.
  4. 4,0 4,1 STAPPERS, Marc, en Bart ANKERSMIT. 2013. Waarom scheuren onze orgels? Het Orgel 2: 26–33.
  5. 5,0 5,1 SPREERSTRA, Joel. 2011. The Collapse Project, Corrpsoon of Organ Pipes - Causes and Recommendations. University of Gothenburg, Göteborg Organ Art Center.

Deze pagina is voor het laatst bewerkt op 13 okt 2022 om 16:15.