Textiel - objecten met glazen kralen

Versie door RCEbot (overleg | bijdragen) op 14 apr 2022 om 13:21 (Nieuwe pagina aangemaakt met '{{#element: |Paginanaam=Zorg voor textiele objecten met glazen kralen |Elementtype=Artikel |Status=Publiceren |Voorkeurslabel=Textiel - objecten met glazen kralen |...')
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)

Introductie

Wanneer een object met glazen kralen is versierd, is zorgvuldig hanteren het eerste devies. Glazen kralen zijn er in vele kleuren, vormen en maten, en worden bijna altijd toegepast in combinatie met andere materialen: geregen aan garens van pees, katoen of wol, of vastgezet op een ondergrond van leer, wol of zijde.

De ondergrond van de kralen en de draden waaraan de kralen zijn geregen kunnen heel zwak zijn. Door het relatief hoge gewicht van de glazen kralen kunnen ze bij het hanteren of verplaatsen gemakkelijk beschadigen. Verlies van of schade aan de kralen en dus aan het object is dan het gevolg.

Een tekening die laat zien hoe je een veiligheidsknoop legt in textiel waar kralen aan zitten.
Een veiligheidsknoop, gemaakt met een tweede draad, zodat de kralen niet van de draad af kunnen glijden.
Een tekening die laat zien hoe je een bevestigingsknoop legt in textiel waar kralen aan zitten.
Het vastzetten van een losse draad met behulp van een bevestigingsknoop.
Een tekening die laat zien hoe je een platte knoop legt in textiel waar kralen aan zitten.
Het vastzetten van kralen door er een tweede draad doorheen te rijgen.

Relatieve luchtvochtigheid

De meeste (organische) materialen reageren op veranderingen in luchtvochtigheid. Ze zetten uit of krimpen al naar gelang de mate van luchtvochtigheid. Elk materiaal doet dit op zijn eigen manier. Vooral op punten waar verschillende materialen met elkaar zijn verbonden kan dit spanningen veroorzaken. Daarom is het van belang een geschikte en vooral ook stabiele relatieve luchtvochtigheid (RV) te handhaven, of op zijn minst wisselingen in luchtvochtigheid zo langzaam mogelijk te laten verlopen. Wisselingen in RV leiden tot materiaalmoeheid.

De optimale RV voor de meeste objecten met glaskralen is een stabiele, vaste waarde tussen de 45% en 55%. Een RV lager dan 45% kan er de oorzaak van zijn dat het materiaal waarmee de kralen zijn geregen krimpt en bros wordt. Door krimp worden de kralen bij elkaar getrokken en gaan dan grote druk op elkaar uitoefenen. Hierdoor kunnen zij splijten, vooral wanneer de naastliggende kraal een ruwe of scherpe kant heeft. Wanneer kralen in bijvoorbeeld een gedecoreerd paneel op deze manier sterk worden samengetrokken, kan de flexibiliteit van het paneel verloren gaan en in extreme gevallen zelfs geheel kromtrekken. In een omgeving met een RV boven de 55% kan schimmel goed gedijen, bijvoorbeeld op de garens of het steunmateriaal. De schimmel kan deze materialen verzwakken en verkleuren, of vlekken veroorzaken.

Een te hoge of juist te lage RV kan ook de degradatie van instabiel glas versnellen. Tekenen van instabiliteit van glas zijn onder meer: een fijn craquelépatroon, een kleverige of brosse afzetting op het oppervlak, of barsten of breuken in het glas. Bij tekenen van dit soort instabiliteit kan het beste advies worden ingewonnen bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) of bij een ervaren glasrestaurator.

Temperatuur

Een te hoge omgevingstemperatuur kan het bros worden van de (organische) materialen versnellen. Zorg er daarom voor dat zowel bij opslag als bij expositie de temperatuur zo constant mogelijk is en beneden de 25°C blijft. Voorkom ook stralingswarmte van verlichting en gebruik uitsluitend led of andere koele lichtbronnen.

Verlichting

Gekleurde glaskralen zijn niet bijzonder gevoelig voor een hoog lichtniveau. Ongekleurd glas kan wel bij een hoog lichtniveau of bij ultraviolet licht (UV) paars uitslaan. Textiele materialen zijn daarentegen wel erg lichtgevoelig: zij verkleuren en worden bros onder invloed van licht. Deze schade kan niet ongedaan worden gemaakt. Het lichtniveau voor objecten waarin wol of zijde is verwerkt, kan daarom beter niet boven de 50 lux uitkomen. Het beste kan de gebruikte lichtbron helemaal geen UV bevatten, in ieder geval niet meer dan 10 μW/lm. Huiden en leer zijn minder lichtgevoelig, tenzij ze zijn beschilderd of geverfd. In dat geval mag het lichtniveau tot 150 lux gaan, met eenzelfde UV-waarde (max. 10 μW/lm). Bescherm objecten tijdens expositie tegen zon en daglicht en plaats ze niet vlakbij een kunstmatige lichtbron. Gebruik bij voorkeur ledlampen. Deze hebben geen UV-straling in de lichtbundel en zijn bovendien zeer zuinig in gebruik.

Bewaren

Bewaar met kralen gedecoreerde organische materialen bij voorkeur in een donkere ruimte vanwege hun lichtgevoeligheid. Verpak ze in hygroscopisch materiaal zoals ongebufferd zuurvrij papier of schoon katoen om ze tegen de effecten van eventuele snelle wisselingen in RV te beschermen.

Het onregelmatige oppervlak van kralenwerk vangt veel stofdeeltjes op en houdt deze vast. Behalve dat stof ontsierend is voor het object, draagt het ook bij aan slijtage: het is een voedingsbodem voor insecten en schimmels en kan reageren met vocht, wat weer de chemische degradatie kan versnellen. Bewaar ook daarom de objecten zo stofvrij mogelijk. Dek de kastplanken af met stofhoezen van polyethyleen of katoen en gebruik gesloten zuurvrije dozen.

Flexibele objecten of objecten met een specifieke vorm, zoals kralentasjes, hebben speciale ondersteuning nodig om hun vorm te behouden. Vul ze op met polyester watten of polystyreen balletjes, die zijn verpakt in een gladde katoenen hoes op maat. Zwaar met kralen gedecoreerde objecten kunnen het beste vlak worden bewaard en tentoongesteld. Let erop dat ook kralenfranje ondersteund wordt en dat deze niet over de rand van een plank hangt.

Vanwege het grote gewicht kan ook met kralen gedecoreerde kleding het beste liggend bewaard worden en niet hangend. De spanning die de zwaartekracht op hangend textiel veroorzaakt, heeft versnelde degradatie tot gevolg. Vul mouwen, plooien en andere voorgevormde delen luchtig op met zuurvrij vloeipapier. Wikkel objecten met losse kralen in zuurvrij vloeipapier en doe ze in een zuurvrije doos, samen met de losse kralen, zodat deze in ieder geval bij het object blijven.

Hanteren

Hanteer alle met kralen bewerkte en flexibele objecten zorgvuldig en plaats ze op een stevige ondergrond tijdens het transporteren. Dit kan zuurvrij karton of geribbeld plastic board zijn, waarvan de afmetingen iets groter dan het object zijn. Wees er zeker van dat de franjes niet over de rand heen hangen, maar eveneens goed worden ondersteund. Controleer een kralenobject op losse kralen of draden voordat het wordt verplaatst. Neem niet als vanzelfsprekend aan dat alle kralen nog vastzitten omdat het object nog recent veilig werd verplaatst. Door eerdere hantering, ook als die correct is uitgevoerd, kunnen toch kralen zijn losgeraakt.

Vastzetten van losse kralen

Het vastzetten van losse kralen is heel precies werk en moet worden overgelaten aan een ervaren textielrestaurator. Maar om verlies van kralen te voorkomen, kan wel eerste hulp worden toegepast door de losse draadeinden vast te zetten. Omdat ieder kralenobject zijn eigen unieke problemen heeft, is het moeilijk een algemene methode aan te geven voor het vastzetten van de draden.

In sommige gevallen, als een losse draad lang genoeg is, kan er een tweede draad aan vastgeknoopt worden. Zo ontstaat er een knoop die dik genoeg is om te voorkomen dat kralen van de draad afglijden.

In andere gevallen kan een losse draad met een klein steekje of knoop worden vastgezet op de ondergrond. Gebruik daarvoor een fijne, kleurvaste, katoenen draad.

Wanneer het draadeindje te kort is of te zwak om te knopen of vast te zetten, kan een tweede draad door het oog van de kralen geregen worden, parallel aan de oorspronkelijke draad. Zet deze nieuwe draad aan beide einden vast of steek hem door de naastliggende vastzittende kralen of maak een platte knoop.

Wanneer losse draden worden vastgezet is het van belang de originele draden of ondergrond niet te beschadigen.

Het oog van sommige kralen kan soms te klein zijn om er naast de oorspronkelijke draad ook nog een naald met draad doorheen te steken. Wanneer van het originele garen een bruikbare lengte uit de kraal steekt, zet die dan vast op zijn plaats. Is de originele draad hiervoor te kort, verwijder dan de buitenste kraal, zodat voldoende ruimte vrij komt om de originele draad vast te zetten, en zet de verwijderde kraal vast met een nieuwe draad.

Schoonmaken

Vaak zijn de kralen sterk vervuild en soms is het glas gedegradeerd. Het schoonmaken van kralen is heel precies werk en moet worden vermeden of overgelaten aan een restaurator. In noodgevallen is het mogelijk om zelf stof of loszittend vuil te verwijderen. Alvorens hiermee te beginnen is het essentieel het kralenwerk eerst zeer zorgvuldig te onderzoeken op delen met gebroken of zwakke draden, op ondergrondmateriaal en op gebarsten of instabiele glaskralen. Instabiel glas, eigenlijk een resultaat van een niet uitgebalanceerde materiaalsamenstelling tijdens het productieproces, mag nooit worden gereinigd. Instabiel glas is vaak heel fragiel en de aantasting wordt versneld door de aanwezigheid van vocht.

Wanneer het object in goede conditie is en alle draadeinden vastzitten, kan worden begonnen met het verwijderen van het losse vuil. Borstel het stof voorzichtig met een kleine, zachte kwast in de richting van het mondstuk van een stofzuiger, dat op veilige afstand van het object wordt gehouden. Zet deze stofzuiger op de laagste zuigkracht en plaats een stukje fijn gaas over de stofzuigermond om het per ongeluk opzuigen van losse kralen te voorkomen. Maak een klein deel per keer schoon.

Vuil dat tussen de kralen zit, of eraan vastzit, kan maar beter met rust gelaten worden. De druk die nodig is om dit vuil te verwijderen, kan er de oorzaak van zijn dat de originele draden breken.

Documenteer met foto’s en tekst alle handelingen die zijn uitgevoerd om iets vast te zetten of stofvrij te maken en geef schematisch aan op welke plaats op het object dit plaatsvond.

Insecten of schimmels

Schade door insecten is een permanente risicofactor. De larven van bijvoorbeeld klerenmot en tapijtkever kunnen, onder voor hen gunstige omstandigheden, in zeer korte tijd materialen als wol en leer aantasten en vernietigen. Inspecteer daarom de objecten elke drie maanden op aantasting. Wanneer schade door insecten of schimmels wordt vermoed, wacht dan niet langer en neem contact op met de RCE of met een ervaren textielrestaurator.

Literatuur

  • Met zachte hand. Het schoonhouden van bijzondere objecten in interieurs, RCE 2020, 19 pp.
  • Boersma, F. (2000) Op de keper beschouwd - handboek voor het behoud van textielcollecties; Stichting Textielcommissie Nederland, Amsterdam, 256 pp.
  • Stichting Landelijk Contact van Museumconsulenten (2002) Syllabus bij de basiscursus Preventieve Conservering; Amsterdam, 226 pp.
  • Wright, Margot M. (2001) Ethnographic Beadwork - aspects of manufacture, use and conservation; Archetype Publications Ltd., London, 140 pp.
  • Crabtree, C., Stallebrass, P. (2002) Beadwork - a world guide; Thames & Hudson Ltd., London, 208 pp.

Zie ook

Artikelen
    Hoort bij deze thema's

    Specialist(en)

    Vragen, verbeteringen of opmerkingen?
    U kunt op deze kennisbank reageren via het reactieformulier.

    Deze pagina is voor het laatst bewerkt op 14 apr 2022 om 13:21.