Textiel - opbergen: verschil tussen versies

Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 148: Regel 148:
[[Bestand:20210923 strikband om een rol.jpeg|400px|rechts|thumb|Gebruik strikbanden of stroken met klittenband om te voorkomen dat de rol afrolt.|alt=Een strikband om een rol waar katoen in zit.]]
[[Bestand:20210923 strikband om een rol.jpeg|400px|rechts|thumb|Gebruik strikbanden of stroken met klittenband om te voorkomen dat de rol afrolt.|alt=Een strikband om een rol waar katoen in zit.]]
[[Bestand:20210923 oud textiel dat op karton ligt.jpeg|400px|rechts|thumb||alt=oud textiel op karton]]
[[Bestand:20210923 oud textiel dat op karton ligt.jpeg|400px|rechts|thumb||alt=oud textiel op karton]]
|Bron=Bestand:Informatieblad 14 opbergen van textiel.pdf
|Gerelateerd=Textiel - objecten met glazen kralen
|Gerelateerd=Textiel - objecten met glazen kralen
|Lid van=Thema/Collecties, Thema/Textiel
|Lid van=Thema/Collecties, Thema/Textiel
|Specialisten=Hester Lensink
|Specialisten=Hester Lensink
}}
}}

Versie van 14 mei 2022 03:02

Introductie

Textiele objecten behoren tot de meest kwetsbare van alle kunst- en cultuurvoorwerpen. Ze zijn zeer gevoelig voor licht, temperatuurschommelingen, vocht en vuil. Insecten en schimmels kunnen gemakkelijk onherstelbare schade aanrichten. Ook onzorgvuldig en ondeskundig hanteren vormt een risico voor het behoud van textiel.

Goed behoud begint bij een goede opslag. Je kunt textiel grofweg op vier manieren opbergen:

  • liggend (vooral kleine, vlakke voorwerpen, zoals merklappen)
  • opgerold (vloertapijten, wandtapijten, vlaggen)
  • hangend (vaandels, kostuums, wandtapijten, ingelijst textiel)
  • staand, al dan niet met ondersteuning (hoeden, paraplu’s)

Dit artikel biedt een handleiding voor de eerste twee opbergmethoden: liggend en opgerold. Deze methodes zijn specifiek bedoeld voor tweedimensionale, vlakke textiel.

De keuze voor de meest geschikte opbergmethode hangt af van verschillende factoren, zoals de vorm van het object (driedimensionaal of vlak), de staat waarin het object verkeert of de beschikbare bergruimte.

ondersteun het object bij het verplaatsen.
Ondersteun het object bij het verplaatsen, bijvoorbeeld met een plaat karton.
Ondersteun het object bij het verplaatsen, bijvoorbeeld met een plaat karton.
Ondersteun het object bij het verplaatsen, bijvoorbeeld met een plaat karton.
Een depot
Zorg dat de labels van objecten in het depot duidelijk zichtbaar zijn.
Een ladekast met geleiders in de deuren.
Een ladekast met geleiders in de deuren om de (zware) laden bij het openschuiven te ondersteunen.
Grote laden in een depot.
Grote laden kun je ondersteunen door een steun met nokken op de verschillende hoogten van de laden.
Je ziet hoe textiel om een koker wordt gewikkeld.
De koker wordt over een stok geschoven en de stok wordt in een uitsparing van de steun in de kast gelegd.
Hangende opslag van kokers met behulp van kettingen.
Hangende opslag van kokers met behulp van kettingen.
Een vlak textiel object op een plaat karton.
Een vlak textiel object op een plaat karton met een passe-partout eromheen, waardoor je het goed beschermd kunt stapelen.
Een stuk rood katoen
Ondersteun vouwen en plooien met vulmateriaal, zoals fiberfill of rollen vloeipapier.
Textiel wordt om twee kokers gerold.
Rol lang en smal textiel, zoals stroken kant, om twee kokers.
Grote maten textiel worden opgerold.
Oprollen van grote maten textiel.
Katoen in een tussenlaag gewikkeld.
Rol bij voorkeur een tussenlaag van zuurvrij vloeipapier of gewassen katoen mee.
Een strikband om een rol waar katoen in zit.
Gebruik strikbanden of stroken met klittenband om te voorkomen dat de rol afrolt.
oud textiel op karton

De omgeving

Dit artikel gaat niet uitgebreid in op omgevingsfactoren die het behoud van kwetsbaar textiel waarborgen. Zie daarvoor relevante informatie, vermeld in de literatuurlijst onderaan deze pagina. Een algemene opmerking is het echter wel op zijn plaats.

Voor het duurzaam bewaren van textiel is een stabiel klimaat belangrijk, met 48 à 55 procent luchtvochtigheid en een constante temperatuur van 15 à 18°C met een maximale schommeling van 3 procent. Vermijd pieken en dalen in de luchtvochtigheid en temperatuur, en stel het textiel zo min mogelijk bloot aan licht.

Voorbereiding

Begin met een inventarisatie van de collectie. Om wat voor textiel en om hoeveel objecten gaat het? Wat zijn de afmetingen? En in wat voor staat zijn de objecten? Bedenk ook alvast in wat voor systeem je de object- en standplaatsgegevens gaat vastleggen. Het is belangrijk dat je de objecten kunt terugvinden zonder dat het nodig is deze te hanteren.

  • Hanteer textiel altijd met zorg en aandacht. Ondersteun het object bij het verplaatsen, bijvoorbeeld met een (met textiel overtrokken) plaat karton (afbeelding 1).
  • Draag bij voorkeur handschoenen (van nitril of katoen) om te voorkomen dat huidoliën en zweet op het textiel achterblijven. Handschoenen kunnen echter in de weg zitten, bijvoorbeeld bij zeer fragiel textiel. Als je ervoor kiest om geen handschoenen te dragen, was dan regelmatig je handen.
  • Werk altijd ‘schoon’. Zorg ervoor dat het oppervlak waarop je het textiel legt, je handen en eventueel je handschoenen altijd brandschoon zijn.
  • Zorg dat ook het textiel zo schoon mogelijk is; vuil vormt een willige voedingsbodem voor schimmels en insecten.
  • Controleer het textiel op schimmels en insecten. Verwijder aangetaste voorwerpen en behandel deze buiten de ruimte waar je ze gaat bewaren.
  • Verwijder alle oude insectenresten, zodat er later geen twijfel kan bestaan of er sprake is van een oude dan wel een nieuwe aantasting.
  • Sorteer de objecten naar categorie (vaandels, waaiers, wandtapijten, merklappen, etc.).
  • Het vervolgens sorteren naar formaat en/of materiaal kan handig zijn voor een uniforme wijze van opbergen (denk daarbij aan een uniforme maat voor kast en plank) en het controleren op insecten. Soms is dit onwenselijk, omdat je onderdelen die tot een set behoren (bijvoorbeeld een kazuifel, stola of kelkvelum) dan van elkaar scheidt.
  • Verwijder spelden, paperclips, etc. om roestvlekken te voorkomen. Wikkel mogelijk roestende onderdelen in bijvoorbeeld zuurvrij vloeipapier, of maak ze los en verpak ze apart in een minigrip zakje.
  • Verwijder oud verpakkingsmateriaal (dat is vaak niet zuurvrij), maar bewaar het wel als het informatie over het object bevat. Noteer belangrijke gegevens, zoals identificatienummers, die op het oude materiaal geschreven zijn.
  • Label de objecten op een eenvoudig bereikbare plek en leg het object vervolgens zodanig in doos of lade, of rol het zodanig op, dat het label snel zichtbaar is (afbeelding 2). Er zijn standaard hang-etiketten, maar je kunt ook labels maken van naadband, vlieseline of Japans papier.
  • Merk de labels met een watervaste, kleurechte viltstift en zet ze met een paar naaisteken aan het object vast.

Opbergsystemen

Goede opbergruimten en dito materialen bieden een goede bescherming tegen licht, vervuiling (zowel door stof als door schadelijke gassen) en ongedierte, en zijn bij voorkeur inert. Ze geven geen schadelijke stoffen af en het materiaal versnelt de natuurlijke veroudering van het object niet. Kasten voor opslag van textiel moeten goed sluiten, zodat de inhoud stofvrij blijft. Open stellingen hebben als voordeel dat ze een flexibele indeling mogelijk maken, maar ze bieden geen bescherming tegen vervuiling. Maak daarom bij stellingen gebruik van goed sluitende gordijnen die aan een rail hangen of die je met klittenband bevestigt.

Materialen voor kasten en stellingen

Metaal is als materiaal het meest ideaal om textiel in op te bergen, aangezien dit inert is en geen schadelijke stoffen kan afgeven.

Hout heeft als voordeel dat het gemakkelijk te verwerken is en dat je kasten en stellingen precies op maat kunt maken. Hout heeft een natuurlijk dempende werking op veranderende relatieve vochtigheid en temperatuur. Maar hout heeft als belangrijk nadeel dat het uitzet en krimpt, wat slecht sluitende laden en kastdeuren tot gevolg kan hebben. Bovendien kan hout schadelijke stoffen als azijnzuur en formaldehyde afgeven. Op termijn veroorzaken deze zure gassen verkleuring van het textiel en zelfs aantasting van de textielvezel.

De minst zure houtsoorten, en dus de meest geschikte houtsoorten voor het maken van kasten en stellingen, zijn mahonie, meranti, vuren, berken, grenen en watervast verlijmd vuren-multiplex. Andere verlijmde houtsoorten, met of zonder coating, zijn niet geschikt voor de opslag van textiel.

Open of gesloten kasten

Grote ladekasten van hout zijn zwaar en hebben vaak de neiging om te verzakken. Als de kast deuren heeft kun je daar geleiders op aanbrengen die de laden ondersteunen wanneer ze uitgetrokken zijn (afbeelding 3). Ook kan een stok met nokken op de hoogte van de laden ondersteuning bieden (afbeelding 4). In plaats van laden kun je ook uitschuifbare planken gebruiken. Textiel op een plank is gemakkelijker toegankelijk dan textiel in een la.

Stapelen of rollen

De hoogte van een la is afhankelijk van de dikte van het textiel of de hoeveelheid die je in de la opbergt. Vermijd hoge laden, aangezien men er dan vaak te veel textiel op elkaar in legt, wat weer problemen oplevert voor de toegankelijkheid. Daarnaast kan het gewicht van gestapeld textiel blijvende schade veroorzaken aan vouwen of kwetsbare objecten.

In een kast kun je in plaats van planken ook steunen aanbrengen om kokers met opgerolde textiel op te hangen. Een koker met textiel moet vrij hangen. Zo voorkom je dat het object door zijn eigen gewicht en dat van de rol platgedrukt wordt. In de koker kun je een stok steken, die je vervolgens in een uitsparing van de steun in de kast legt, of aan een ketting met grote schakels hangt (afbeeldingen 5 en 6).

Om te voorkomen dat de kokers afrollen kan je in de uiteinden van de kokers een witte afsluitdop (polyethyleen) plaatsen. In de dop is van tevoren met een scherp mes een kruisje gesneden, waardoor de stok gestoken is. Gebruik een stok met een vierkante doorsnee die past in een driehoekige uitsparing in de steunen in de kast.

Materialen voor dozen en kokers

Karton heeft, evenals hout, een gunstige dempende werking bij wisselende klimaatomstandigheden. Gebruik bij voorkeur karton dat voldoet aan de kwaliteitseisen van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) voor dozen en kokers om textiel in op te bergen. Dit is ligninevrij, hoogwaardig karton, dat voor 100 procent bestaat uit celstof met een neutrale zuurgraad

Zuurvrije kartonnen dozen zijn in een aantal standaardmaten te koop, maar je kunt ze ook eigenhandig op maat maken. Neem hiervoor platen zuurvrij karton of van een inert, lichtgewicht, synthetisch plaatmateriaal, en verbind de hoeken met naald en draad of met een katoenen band.

In plaats van kartonnen kokers kun je ook grijze PE-buizen (polyethyleen) gebruiken die bij bouwmarkten te koop zijn. Reinig de buizen eerst grondig met een vochtige doek en zo nodig met water en neutrale zeep. Wikkel altijd eerst een laag gewassen katoen , Melinex© of zuurvrij vloeipapier om de buis, voordat je het object eromheen rolt. Ook kun je hiervoor gebruikmaken van rondgebreid katoen (ook wel ‘buiskatoen’ genoemd), dat te koop is als verbandmiddel.

Bekleed kartonnen kokers en dozen die niet voldoen aan de kwaliteitseisen altijd eerst met een isolerende laag van bijvoorbeeld Melinex© en vervolgens met een laag gewassen katoenen weefsel zoals kaasdoek, of met zuurvrij vloeipapier. Het katoen zorgt voor een extra laag bufferend materiaal (zowel bij verzuring als bij vochtwisselingen). Bovendien kun je de inhoud van een doos gemakkelijk aan het katoenen weefsel uit de doos tillen.

Het is in alle gevallen aan te raden laden en dozen met zuurvrij vloeipapier te bekleden voordat je er waardevol textiel in of op legt.

Vlak opbergen van textiel

De meeste voorwerpen van textiel kunnen het beste liggend bewaard worden. Het hele object wordt daarbij gesteund en hoeft het eigen gewicht niet te dragen. Een nadeel is dat liggende opslag vaak veel ruimte vergt.

Stapel zo min mogelijk textiel op elkaar, om te voorkomen dat de onderste objecten beschadigd raken, maar ook om de toegankelijkheid van de collectie te bewaren. Dit is in het bijzonder van belang bij het controleren van de collectie op schimmel en insecten. Als je dit niet kunt vermijden, plaats dan altijd de zwaardere stukken onderop en plaats tussen aparte stukken een afdekdoek van gewassen katoen of zuurvrij zijdevloeipapier.

Bescherm reliëfborduurwerk of andere verhogingen in het voorwerp met een extra stuk zuurvrij vloeipapier. Leg poolweefsel, zoals fluweel, niet onderop, om te voorkomen dat je de pool plet.

Leg textiel nooit zonder scheidingslaag op hout. Om de schadelijke effecten van hout te verminderen kun je gebruik maken van niet-gasdoorlatende barrièrefolies als Melinex©, Moistop© en Marvelseal 360A©. Hiermee stop je de emissie van schadelijke gassen niet, maar je vermijdt wel direct contact. Als de folie beschadigd raakt of verschuift, gaan de gassen er gewoon langs of doorheen.

Een plaat zuurvrij karton is ook een goede isolatie tussen textiel en hout. Controleer regelmatig of het buffermateriaal nog werkt, bijvoorbeeld met een pH-pen. Als het karton of het katoen verkleurd is, heeft het zijn zuurbufferende werking al lang verloren. De werkzaamheid van het buffermateriaal is afhankelijk van te veel verschillende factoren om een algemene richtlijn voor de duurzaamheid te kunnen geven.

Opbergen in laden

Leg kleine textiele voorwerpen en bijzonder fragiele objecten op een apart stuk (omkleed) zuurvrij karton in een lade. Zo voorkom je het hanteren van het object zelf als je het uit de lade haalt. Om meerdere kartonnen platen met objecten op elkaar te kunnen stapelen zonder dat je deze plet leg je rondom de voorwerpen een passe-partout van zuurvrij karton (afbeelding 7), of plaats je kleine blokjes karton, vurenhout of Ethafoam (open cel polyethyleen schuim) op de hoeken van de platen.

Vermijd het vouwen van textiel zo veel mogelijk, en in het bijzonder elkaar kruisende vouwen. Als vouwen niet te vermijden zijn, plaats dan rolletjes of proppen zuurvrij vloeipapier, nylon tule of fiberfill (verpakt in rondgebreid tricot of een lapje gewassen katoen) in vouwen en plooien om ze minder scherp te maken (afbeelding 8). Dit voorkomt blijvende schade op de vouwen. Verleg de vouwen regelmatig, bijvoorbeeld bij de jaarlijkse inspectie op insecten.

Vermijd in het bijzonder vouwen in brokaatweefsel, beschilderd textiel en textiel met appliques die zijn opgevuld met karton. De vouwen in dit soort textiel zijn vaak niet meer ongedaan te maken.

Dek alle objecten afzonderlijk af, ook die in een gesloten kast of lade liggen (zie afbeelding 4). Zo zijn de objecten gemakkelijker hanteerbaar en beschermd tegen vervuiling. Bovendien kunnen de objecten elkaar zo niet beschadigen. Kies als afdekmateriaal een licht en glad weefsel, zuurvrij vloeipapier, polypropyleen- of polyethyleendoek . Gebruik hiervoor nooit plastic , ook geen Melinex©, want dat trekt stof aan. En aangezien plastic niet ‘ademt’, bestaat het risico op een ongunstig microklimaat en schimmelvorming. Voorkom de vorming van een microklimaat door schommelingen in de omgevingstemperatuur te vermijden. Als dat niet mogelijk is, gebruik dan uitsluitend katoen of zuurvrij vloeipapier.

Oprollen van textiel

Grotere stukken textiel kun je eventueel oprollen. Het opbergen van textiel op kokers kan enorm veel ruimte besparen, maar is niet zonder risico. Het is af te raden samengestelde textiele objecten, zoals vaandels en textiel met een voering, op te rollen. De verschillende lagen zullen ten opzichte van elkaar verschuiven, waardoor spanning ontstaat. Dit kan valse plooien, vouwen en blijvende schade tot gevolg hebben.

Textiel is zelden recht van draad, vaak zijn de randen vervormd of zijn dunne beschadigde plekken aanwezig die problemen bij het oprollen kunnen veroorzaken. Het oprollen om een koker vergt daarom enige vaardigheid.

Werk in de regel altijd met twee personen als het textiel breder is dan een meter.

De diameter van de koker is afhankelijk van de dikte van het textiel. Hoe groter de diameter hoe beter. Kies een diameter die minimaal honderdmaal de dikte van het weefsel heeft. Heel erg lang textiel, zoals stroken kant, kun je het beste om twee kokers rollen (afbeelding 9). Rol in dat geval de beide uiteinden van het object naar elkaar toe.

Neem de koker altijd langer dan het voorwerp. Aan de uitstekende uiteinden kun je de koker vastplakken, zonder dat je het object hoeft aan te raken. Je kunt de koker ophangen of aan de uiteinden op een steun van hout of Ethafoam in de lade of kast leggen.

Leg een koker waaromheen textiel gerold is nooit zonder meer neer. Er ontstaat dan namelijk ongewenste druk op het textiel aan de onderkant.

Oprollen op kokers

Bekleed de koker met rondgebreid katoen (buiskatoen) of rol er een stuk gewassen katoen omheen. Dit vergemakkelijkt het oprollen van het voorwerp. Laat het uiteinde van het stuk katoen ongeveer 30 centimeter uitsteken in de oprolrichting en leg hierop het voorwerp (afbeelding 10). Zo zal het stuk textiel eenvoudig en zonder te verschuiven meerollen.

Leg het voorwerp zo vlak mogelijk op de tafel of, als de tafel te klein is, op de vooraf schoongemaakte grond, eventueel op een katoenen doek. Het object moet in ieder geval in de volledige breedte vlak liggen. Bij het oprollen zal de buitenkant van het textiel uitgerekt worden (rek) en de binnenkant ineengedrukt worden (stuik). Vervorming door rek in textiel blijkt gemakkelijker te regenereren dan vervorming veroorzaakt door stuik. Het ligt daarom voor de hand om de meest fragiele kant van het weefsel aan de buitenkant te rollen. De definitieve beslissing daarover is afhankelijk van het betreffende stuk textiel met zijn specifieke problemen. Poolweefsels, zoals vloertapijten, rolt men in de regel altijd met de pool naar binnen op. De ketting is namelijk het meest kwetsbare onderdeel van het tapijt. De pool wordt op deze manier in elkaar gedrukt, maar niet geplet.

Rol het object bij voorkeur in de richting van de ketting op. Verdikkingen van het weefsel, zoals de broek van een vlag, moeten aan de buitenkant van de rol uitkomen. Vervormingen in het weefsel kun je steunen door een extra (gedeeltelijke) tussenlaag van bijvoorbeeld fiberfill.

Rol bij voorkeur, zeker bij fragiel textiel, een tussenlaag van zuurvrij vloeipapier of gewassen katoen mee, om te voorkomen dat het textiel ‘verkleeft’, waardoor er bij het afrollen schade kan ontstaan (afbeelding 11). Zo voorkom je tevens dat er vuil, vezels en/of vlekken (indien niet van tevoren verwijderbaar) op meerdere plaatsen in het object terecht komen. Leg fragiel textiel tussen twee lagen zijdevloeipapier en rol het geheel op.

Rol nooit meerdere stukken over elkaar op één koker.

Wikkel om het Tyvek of geheel dichtgeweven, gewassen katoen. Neem altijd zoveel afdekmateriaal extra dat dit de rol aan de buitenkant geheel omkleedt. Gebruik strikbanden of stroken met klittenband om te voorkomen dat de rol afrolt (afbeelding 12). Let op dat deze het object niet insnoeren.

N.B.: het ingepakte object is nu onzichtbaar geworden. Zet daarom altijd op de buitenste afdeklaag het inventarisnummer en geef aan om wat voor object het gaat, of hang een identificatiekaart (met foto) aan de buitenkant.

Lees verder

Zie ook

Artikelen
    Hoort bij deze thema's

    Specialist(en)

    Vragen, verbeteringen of opmerkingen?
    U kunt op deze kennisbank reageren via het reactieformulier.

    Deze pagina is voor het laatst bewerkt op 14 mei 2022 om 03:02.