Boerderijen op het voormalige eiland Wieringen

Introductie

De boerderijen op Wieringen behoren tot de noordelijke huisgroep. Vanwege hun afwijkende vormgeving en plattegrond onderscheiden ze zich ten opzichte van andere boerderijtypen in Noord-Holland.

Boerderij en handkar
Wieringer boerderij in Hippolytushoef. Foto: beeldbank RCE, IJ.Th. Heins, 2004 CC BY-SA 3.0

Geologie

Wieringen is een voormalig eiland boven in de Kop van Noord-Holland. Het eiland is ontstaan als een stuwwal in de voorlaatste IJstijd. Daaraan dankt het landschap zijn glooiende karakter. De ondergrond bestaat grotendeels uit keileem. Het landijs heeft zwerfkeien vanuit het noorden meegevoerd, die op het gehele eiland te vinden zijn. Wieringen is niet altijd een eiland geweest: tot en met de voorlaatste IJstijd vormde het aaneengesloten land, omdat de Noordzee droog stond. Daarna – in de holocene periode – heeft het eiland geleidelijk aan de huidige vorm gekregen. Sinds de aanleg van de Amsteldiepdijk en Afsluitdijk tijdens de interbellumperiode is Wieringen geen eiland meer. Ten zuiden ervan ligt sinds begin jaren dertig de Wieringermeerpolder. De grond op Wieringen is vanwege de keileemstructuur geschikt voor diverse soorten landbouw. Hierdoor heeft op het eiland vanaf de eerste ontginning in de zevende eeuw na Chr altijd een vorm van gemengd bedrijf met nadruk op akkerbouw bestaan.

Middeleeuwen

Voordat de huidige Wieringer boerderij ontstond, was er sprake van een rechthoekig, laag en geheel houten woonstalhuis, gedekt met rieten dak. De vormgeving was kenmerkend voor de eerste woonstalhuizen in het Hollandse, waarin de boerenfamilie en het vee dicht op elkaar leefden. Het vee stond achter de woonvertrekken in twee rijen met de koppen naar de buitenwand gericht. Achter het vee lag de grup, een ondiepe mestgoot. De oogst werd buiten opgeslagen in kapbergen; de boerderij zelf bood daarvoor onvoldoende ruimte.

Huidige boerderijen

De huidige Wieringer boerderijen zijn vanaf de zeventiende eeuw ontstaan en hebben ten opzichte van de stolpen elders in Noord-Holland een geheel eigen karakter. Vanwege het aanhoudende gemengde bedrijf sluit de min of meer L-vormige bouw ervan aan bij de oorspronkelijke boerderijen. Alleen het opvallend hoge tweebeukige bedrijfsgedeelte, voorzien van een dwarsdeel en een langgerekt schilddak, toont aan dat de boerderijen vanaf de zeventiende eeuw een drastische ontwikkeling hebben doorgemaakt. Hiermee is de Wieringer boerderij een van de kenmerkendste regionale boerderijtypen geworden, die in slechts een klein gebied voorkomen.

De Wieringer boerderij kan als volgt worden omschreven: het bedrijfsgedeelte omvat de lange zijde van de boerderij en haaks daarop sluit het kortere woongedeelte aan. Dat laatste deel is tevens het oudste en oorspronkelijke boerderijdeel en is zoals hierboven vermeld tegenwoordig lager uitgevoerd dan het bedrijfsgedeelte. Het bedrijfsgedeelte is een tweebeukige ruimte van ongeveer drie gebintvakken lang. De constructie bestaat uit dekbalkgebinten. In de middelste van de drie gebintvakken, aan de lange zijde liggen de inrijdeuren die toegang geven tot de als wagenberging in gebruik zijnde dwarsdeel. Direct daaraan sluit de tasruimte aan, die een geheel gebintvak in beslag neemt. Deze bevindt zich vanwege de benodigde ruimte onder het hoogste punt van het dak. In de lagere zijbeuk aan de binnenzijde van het complex ligt de dorsvloer / werkruimte. In de hoek tussen het bedrijfsgedeelte en woongedeelte van de boerderij ligt een koestal met één rij en één grup – vanwege de beperkte vorm van veehouderij kon men op Wieringen volstaan met een kleine stal. De koeien staan met de koppen naar het tasvak gericht, van waaruit ze worden gevoerd. De kleinere ruimten van het bedrijfsgedeelte fungeerden verder als werkruimte en zomerverblijf voor het boerengezin. De wanden van het bedrijfsgedeelte bestaan grotendeels uit gepotdekselde houten delen. De meeste gebouwen hebben tot op heden rieten daken. De verstening vanaf circa 1600 beperkte zich voornamelijk tot het woongedeelte.

Het woongedeelte aan de korte zijde omvat tevens het voorhuis van de vroegere boerderij en is ongeveer één gebintvak diep. Het bestaat uit een woonvertrek aan de voorzijde en daarachter een slaapvertrek voorzien van bedsteden. De keuken lag meestal in of tegen de ruimte van de koestal.

Zie ook

Hoort bij deze thema's Begrippen

boerderijen en Wieringer boerderijen

Specialist(en)
U kunt op deze kennisbank reageren via het reactieformulier.

Deze pagina is voor het laatst bewerkt op 8 aug 2024 om 05:01.