Brandpreventie voor historische boerderijen

Introductie

De laatste decennia gingen er meer historische boerderijen in vlammen op dan voorheen. Dat constateert de RCE. Deze toename is zorgelijk en vormt aanleiding om met dit item eigenaren, bewoners, boeren en andere gebruikers van boerderijen bewust te maken van de noodzaak van preventieve maatregelen.

Afb. 1. Een rietdekker legt bliksembeveiliging op het dak aan
Afb. 2. Het levert risico op brand op als een trekker met een hete motor in een schuur met hooi en stro op de vloer gestald wordt De brandweer maakt gebruik van een zwemvijver voor bluswater (Foto Aerolin).
Boerderij Lindenhoeve, Groningen
Afb. 3. Boerderij Lindenhoeve, Groningen
Een rieten dak op een boerderij uit de achttiende eeuw bij Nijensleek in Drenthe
Afb. 4. Een rieten dak op een boerderij uit de achttiende eeuw bij Nijensleek in Drenthe
Boerderij Uilsmahorn isbij Holwerd in Friesland, tegenwoordig een rijksmonument
Afb. 5. Boerderij Uilsmahorn bij Holwerd in Friesland is in 1911 gebouwd en tegenwoordig een rijksmonument
Foto van het interieur van een oude stal met een koe
Afb. 6. Het dagelijkse werk op een boerderij levert een hoog risico op brand op
Asbestplaten op een dak
Afb. 7. Asbestplaten op het dak leveren gevaar op bij brand
Een schoorsteen op een boerderij bij Roovert in Noord-Brabant
Afb. 8. Een schoorsteen op een boerderij bij Roovert in Noord-Brabant
De brandweer maakt gebruik van een zwemvijver voor bluswater
Afb. 9. De brandweer maakt gebruik van een zwemvijver voor bluswater. Foto: Aerolin
Foto van een uitgebrande boerderij
Afb. 10. Na de brand is een zorgvuldige afweging nodig voor herstel
Achter de schoorsteen is de brandmuur te zien
Afb. 11. Achter de schoorsteen is de brandmuur te zien
Een boerderij uit de achttiende eeuw tijdens een brand
Afb. 12a.
Een boerderij uit de achttiende eeuw na een brand
Afb. 12b.
Een boerderij uit de achttiende eeuw in herstelde staat
Afb. 12a-c. Een boerderij uit de achttiende eeuw tijdens en na een brand, en in herstelde staat. Deze brand was als schoorsteenbrand begonnen
Boerderij met een harde dakbedekking
Afb. 13. Een boerderij met een harde dakbedekking loopt een veel kleinere kans op brand na blikseminslag dan een boerderij met een rieten dak
Een brandweeraansluiting voor het oppompen van water
Afb. 14. Een brandweeraansluiting voor het oppompen van water
Een boerderij bij Noordeloos in Zuid-Holland, in 1958
Afb. 15. Een boerderij bij Noordeloos in Zuid-Holland, in 1958
Foto van een vonkenvanger
Afb. 16. Een Vonkenvanger
De brandweer bezoekt de eigenaren van boerderij Haugesund in Linschote
Afb. 17. De brandweer bezoekt de eigenaren van boerderij Haugesund in Linschoten
Foto van een brandweerman met een blusnaald
Afb. 18. Een blusnaald is een hulpstuk om vuur in rieten daken mee te blussen
Brede brandweerwagen op een smalle weg
Afb. 19a.
Brede brandweerwagen op een smalle weg
Afb. 19a-b. De brede brandweerwagens moeten vaak over smalle wegen rijden om een boerderij te bereiken
De brandweer bij een historische boerderij in Linschoten in Utrecht
Afb. 20. De brandweer bij een historische boerderij in Linschoten in Utrecht

Historische boerderijen bepalen voor een belangrijk deel het beeld van het Nederlandse platteland. Helaas zijn ze tamelijk gevoelig voor brand, omdat ze voor een groot deel uit organische en dus brandbare materialen opgebouwd zijn, zoals hout en riet. En het is niet alleen de plaats waar de boer en zijn gezin wonen, maar ze werken er ook. Zij slaan bijvoorbeeld brandbare materialen als hooi en stro op, werken met risicovolle machines, lassen zelf en leggen zelf elektra aan. Omdat de boerderijen meestal afgelegen op het platteland liggen, is de kans op blikseminslag er vrij groot. Bovendien zijn de installaties en de veiligheidsvoorzieningen van een flink aantal oude boerderijen nog niet aangepast aan moderne eisen.

In historische boerderijen wordt brand soms pas laat ontdekt. Dat komt door die afgelegen ligging. Of doordat de brand in het achterhuis ontstaat, of in een stal of een bijgebouw, waardoor het vuur lange tijd niet zichtbaar is. In het buitengebied duurt het doorgaans enige tijd voordat de brandweer ter plaatse is. Als de hulpverleners daarna hun zware materieel niet dichtbij kunnen plaatsen of als er onvoldoende bluswater beschikbaar is, kunnen zij slechts proberen te voorkomen dat de brand ook andere gebouwen in de as legt.

Het is voor eigenaren van historische boerderijen dan ook van groot belang om goed voorbereid te zijn op een brand. Dat is nog geen vanzelfsprekendheid. Door vooraf na te denken over de gevolgen van brand kan er veel schade en leed voorkomen worden. De eigenaar of bewoner is hier zelf verantwoordelijk voor. Het is zaak om een adequate infrastructuur met voorzieningen voor brandbestrijding te realiseren en in stand te houden.

Historische ontwikkeling

In de middeleeuwen legden enorme branden regelmatig grote delen van steden in de as. Ook menige stadsboerderij ging hierdoor verloren. Om dergelijke branden te voorkomen stelden stadsbesturen in de bouwvoorschriften, keuren genoemd, strengere eisen aan de bouw van huizen, met name aan de dakbedekking. Zo verboden zij de zogenaamde ‘weke’ daken van riet en stro, en stonden alleen ‘harde’ daken toe, bedekt met pannen, daktegels of leien. Maar de traditionele bouwwijze in het buitengebied wijzigde nauwelijks. De voorschriften bleven tot de stad beperkt. Boeren bleven met rieten daken bouwen, net als met houten draagconstructies, vlechtwanden, strowanden en houten wanden. Dit duurde tot in de zeventiende eeuw, toen het proces van verstening ook bij boerderijen optrad.

Leem tegen brand

Wel was het in de middeleeuwen ook op boerderijen niet ongebruikelijk om een stro- of rietdak te belemen. Met leem werd vooral de binnenzijde brandveiliger gemaakt. Soms werden beide kanten behandeld. Deze methode beperkte ook het indringen van vocht. Een bijzondere variant, die al in de veertiende eeuw bekend was, is het schindeldak, waarin leem in lagen in het rietpakket is verwerkt. Deze leemlagen overlappen elkaar als leien. Vanaf het begin van de zestiende eeuw raakte schindelen in ongebruik, door de aanscherping van de bouwvoorschriften en de bredere verspreiding van aardewerken dakpannen.

Brandpreventie in bestekken

Bepaalde stedelijke voorschriften zijn soms in de bestekken van boerderijen opgenomen. Zo moesten er in 1636 voor de bouw van een stolpboerderij in de Schermer twee ‘gemene’ ladders, twee brandladders en twee brandhaken ‘na gewoone dicte en langhte’ worden geleverd. Dat neemt niet weg dat boeren afweertekens op hun boerderijen bleven aanbrengen. Een IHS-monogram van de eerste drie letters van ‘Jezus’ in Griekse hoofdletters, het kruis en metseltekens zijn bezwerende pogingen om de bliksem buiten de deur te houden.

Brandmuren

In een eerdere fase trokken de boeren al tussen hun woon- en bedrijfsgedeelte stevige, brandwerende, stenen muren op. Deze muren heten nu brandmuren, maar dit woord is pas in de achttiende eeuw ontstaan. Onze voorouders spraken over middelmuur, middelwand of middelgevel. De tijd waarin brandmuren werden gebouwd varieert per streek. Niet in alle streken bouwde de boer zo’n muur in zijn boerderij. Financiën en traditie speelden hierbij een rol. In het woongedeelte plaatsten de boeren doorgaans een schouw tegen de brandmuur om in te koken, spek in te roken en zich aan te warmen. In delen van ons land leefden vooral oudere boeren en boerinnen nog tot na de Tweede Wereldoorlog met open vuren.

Cultuurhistorisch belang

Iedere streek kent zijn karakteristieke type boerderij. Zo staan er in Noord-Holland stolpboerderijen en in Noord-Brabant langgevelboerderijen. De typen hangen samen met het gebruik van de grond. De ene grondsoort leent zich meer voor veeteelt, de andere meer voor akkerbouw. Op de rijke landbouwgronden is veel opslagcapaciteit nodig. Dat valt af te lezen aan de boerderijen. Waar veel vee rondloopt, zijn een ruime veestalling en opslagruimte voor hooi en stro aanwezig. Naast de boerderij zijn vaak nog allerlei bijgebouwen opgetrokken, zoals loodsen, kippenhokken, varkensstallen en rijtuighuizen. Bij een boerenbedrijf horen meestal ook windsingels en bomen, een boomgaard, moestuin en andere voorzieningen. Wie een historische boerderij nader bekijkt, leest er doorgaans een ontwikkeling over langere tijd aan af. Veel boerderijen hebben groei, verandering en modernisering doorgemaakt.

Behoud

Het is belangrijk dat historische boerderijen met hun karakteristieke onderdelen en omgeving behouden blijven. Niet alleen als tegenwicht tegen de groeiende verstedelijking, de oprukkende bedrijventerreinen en de sterk veranderende maatschappij, maar ook voor de generaties na ons, zodat zij, net als wij, ervan kunnen blijven genieten. Daarnaast blijven historische boerderijen economisch relevant als productiebedrijven van ons voedsel. Door brand kunnen ze verloren gaan. Het veilig in stand houden van cultuurhistorisch waardevolle boerderijen is in ieders belang.

Oorzaken van brand

Er zijn zo’n 6400 historische boerderijen als rijksmonument beschermd. Dit is zeven procent van alle historische boerderijen in Nederland. Van 2008 tot en met 2014 registreerde de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed 56 branden in rijksmonumentale boerderijen. Dat is gemiddeld elke anderhalve maand één brand. Ze leidden vaak tot aanzienlijke schade. In zeventien gevallen was er sprake van een schoorsteenbrand. Zeven keer is er brand gesticht en driemaal ontstond het vuur door blikseminslag. Bij het uitbreken van een brand spelen regelmatig menselijke factoren een cruciale rol, zoals onwetendheid, onvoorzichtigheid en onnadenkendheid.

Schoorsteenbranden

De meeste branden in boerderijen ontstaan in het schoorsteenkanaal, bijvoorbeeld doordat nieuwe bewoners een oud schoorsteenkanaal op een verkeerde manier in gebruik nemen. Of doordat zij niet bekend zijn met verantwoord stookgedrag en de noodzaak van regelmatig vegen.

Brandstichting

Brandstichting komt relatief vaak voor bij historische boerderijen. Ze zijn met hun laag doorlopende rieten dak en vele hout eenvoudig in brand te steken. Ook de vaak afgelegen, eenzame ligging maakt dat een brandstichter zijn gang kan gaan. ’s Nachts is er vaak niemand in het achterhuis en kan een brandstichter ongezien wegkomen.

Blikseminslag

De kans op brand door blikseminslag is bij een boerderij met een rieten dak vele malen groter dan bij een boerderij met harde dakbedekking. De bliksem veroorzaakt doorgaans niet veel bouwkundige schade. Daarentegen is de schade aan elektrische apparatuur vaak aanzienlijk en ontstaat er daardoor brand.

Defecte apparatuur

Bijna de helft van de branden in gebouwen wordt veroorzaakt door defecte elektrische apparatuur en gasapparaten. Ook in historische boerderijen is tegenwoordig veel apparatuur aanwezig, zowel in het bedrijfsgedeelte als in het woongedeelte. Vooral apparaten die warmte ontwikkelen, verhogen de kans op brand. Denk aan ventilatoren en verlichting in de stallen en wasdrogers, fornuizen, elektrische kachels en gasverwarming in de woning. Het stand-by laten staan van apparatuur verhoogt ook het risico op brand.

Hooibroei

Vroeger veroorzaakte hooibroei veel branden. Doordat boeren hun hooi tegenwoordig vrijwel niet meer in hooibergen optasten, maar verwerken in balen of rollen, komt deze oorzaak minder vaak voor dan voorheen.

Werkzaamheden

Op een boerderij wordt doorgaans gewoond én gewerkt. Zowel het dagelijkse werk als het reguliere onderhoud kan brandgevaarlijk zijn. Denk aan het verbranden van groenafval, het afbranden van onkruidstroken, lassen, slijpen en het afbranden van verflagen.

Risicovolle handelingen

Meer dan in de stad kan het open erf rond een boerderij tot onveilige handelingen uitnodigen. Soms spelen kinderen er met vuur. Zeker in de buurt van methaangas- en dieseltanks kan dat tot ongelukken en brand leiden. Als boerenbedrijven stoppen, krijgen de historische gebouwen vaak een nieuwe functie. De boerderij wordt een bed and breakfast, boerencamping of zorgboerderij. Daar verblijven dan meer mensen dan voorheen, die andere activiteiten ontplooien en niet zo zorgzaam zijn als de eigenaar. Veel bezoekers kennen het brandgevaar niet en verkennen de boerderij nietsvermoedend met een sigaret in de hand. Feestgangers laten er brandende wensballonnen op of steken vuurwerk af. En wat is er leuker dan bij de tent barbecueën of een kampvuur maken?

Risico’s verkleinen

Door de juiste maatregelen te treffen zijn de risico’s voor elke historische boerderij te verkleinen. Verhoging van de brandveiligheid kan door bewustwording worden bereikt, ondersteund door bouwkundige en installatietechnische voorzieningen.

Bouwkundige voorzieningen

In Nederland worden eisen gesteld aan de brandveiligheid van gebouwen, maar er zijn geen speciale eisen voor monumenten. Bij een verbouwing van historische boerderijen gelden de regels voor ‘bestaande bouw’ uit het Bouwbesluit 2012. Deze zijn bij elke gemeente op te vragen en op internet te raadplegen. De vereisten in het Bouwbesluit geven het minimale niveau van brandveiligheid aan. Bij een verbouwing hoeft niet aan het niveau ‘nieuwbouw’ te worden voldaan. Als daarbij de functie van een deel van de boerderij verandert, kunnen de vereisten veranderen. Wonen in een stal bijvoorbeeld stelt hogere eisen aan de brandveiligheid dan agrarische bedrijfsvoering. Artikel 1.13 biedt voor monumenten de mogelijkheid af te wijken van de vereisten uit het Bouwbesluit, mits dit in de omgevingsvergunning wordt vastgelegd. Hiermee kunnen voor monumenten de brandveiligheidseisen op een andere manier worden ingevuld. Zo kan dezelfde veiligheid worden bewerkstelligd met andere maatregelen.

Schoorsteen

De constructie van een schoorsteen hoort onbrandbaar en rookdicht te zijn en mag geen warmte doorgeleiden. De schoorsteen moet voor de toegepaste soort verwarming geschikt zijn en een goede trek hebben. Bij een open haard is het zaak een goed functionerende klep aan te brengen, die direct kan worden gesloten bij een schoorsteenbrand. Een bouwkundige controle op optimaal verloop, lekkage door verzakking, blokkades zoals uit het metselwerk stekende balkkoppen en het functioneren van de klep, is een eerste vereiste voor een veilige schoorsteen. Een schoorsteen die oorspronkelijk diende voor gaskachels of als ventilatiekanaal is niet zonder meer geschikt voor een houtkachel, allesbrander of open haard. Voor een goede trek mag het kanaal geen grotere knik dan dertig graden maken. Dit voorkomt ook dat brandgevaarlijk vuil zich in de knik op kan hopen. Een vonkenvanger boven op de schoorsteen verhindert niet alleen dat er vonken op het dak terechtkomen, maar ook dat vogels in het rookkanaal nestelen. Vooral bij een rieten dak is een vonkenvanger essentieel.

Rieten dak

Een rietgedekte boerderij ziet er prachtig uit. Wel is zo’n dak gevoeliger voor brand dan een pannendak. Er zijn twee soorten rieten daken. Bij klassieke rieten daken is het rietpakket op latten aangebracht. Het riet bestaat uit ronde, holle stengels, waar bij weinig wind al veel zuurstof door wordt geblazen. Deze natuurlijke ventilatie wakkert een beginnende brand flink aan. Moderne rieten daken zijn vaak uitgevoerd als schroefdak. Hierbij is het rietpakket op een beplating geschroefd. De brandvrije platen houden aan de binnenkant het vuur en de rook een tijd tegen. Nadeel is dat brand in het riet niet snel binnen zichtbaar is, waardoor het langer kan duren voor deze wordt opgemerkt. Een ander groot nadeel van een schroefdak is dat het rietpakket minder goed droogt, wat resulteert in mos en schimmel. Hierdoor gaat het rietpakket van een schroefdak beduidend korter mee dan dat van een klassiek rieten dak. Bij het aanbrengen van een schroefdak op een rijksmonument horen de karakteristieke vormen van het dak, zoals golvingen en reliëf, behouden te blijven. Het is ook mogelijk een rieten dak tegen brand te impregneren. Nadeel is dat het impregneren regelmatig moet worden herhaald, waardoor deze methode kostbaar is. Ook gaat het rietpakket als gevolg van het impregneren minder lang mee.

Toegangsbrug

Regelmatig scheidt een sloot het erf van de weg. Een zware en brede brandweerwagen moet dan over de brug tot dicht bij de boerderij kunnen komen. Kan dit niet, dan is het raadzaam om te onderzoeken of versteviging of verbreding van de toegangsbrug mogelijk is. Ook een punt van aandacht is of de bluswagen op het erf een goede en veilige plaats kan bereiken om opgesteld te worden. En of de toegangsweg naar de boerderij breed en stevig genoeg is voor brandweerwagens.

Brandcompartimenten

Door de boerderij in te delen in brandcompartimenten, kan worden voorkomen dat een brand het hele gebouw beschadigt. Een brandmuur houdt de brand een aantal minuten tegen. Voor een groot gebouw is de opdeling in compartimenten verplicht volgens het Bouwbesluit. Bij een monumentale boerderij geldt dat vanaf drieduizend vierkante meter. Denk bij compartimentering van een historische boerderij met name aan een brandwerende afscheiding tussen woon- en werkruimten, maar ook aan brandwering tussen de verdiepingen en tussen de belangrijkste verblijfsruimten.

Vluchtroutes

Het inademen van rook veroorzaakt bij brand de meeste slachtoffers. Het is dan ook zaak zo snel mogelijk naar buiten te gaan. Vluchtroutes dienen daarom altijd naar buiten te leiden en mogen niet te lang zijn. Het Bouwbesluit stelt eisen aan de lengte van de vluchtroute en aan het beslag op de deuren op de route. Wanden en vloeren van de vluchtroute moeten zo veel mogelijk brandwerend zijn, tussendeuren moeten zelfsluitend zijn en deuren moeten naar buiten opendraaien. Ook hier geldt dat hiervan voor monumenten in de omgevingsvergunning kan worden afgeweken, op grond van artikel 1.13 Bouwbesluit 2012.

Asbestgevaar

Op historische boerderijen kan asbest voorkomen. Meestal gaat het om al dan niet gegolfde platen op het dak of tegen de gevel van bijvoorbeeld een schuur. Wanneer er brand uitbreekt ontstaat er een gevaarlijke situatie voor de mens en zijn omgeving, die bovendien de brandbestrijding zal bemoeilijken. Als er tijdens de brand asbestvezels over de omgeving verspreid raken, vooral door de wind, zal de sanering lang duren. De saneringskosten voor de eigenaar zullen dan hoog zijn. Zo’n situatie kan het beste worden vermeden. Het is daarom raadzaam een gespecialiseerd bedrijf het asbesthoudende materiaal van de boerderij te laten verwijderen. Installatietechnische maatregelen Door een historische boerderij van verschillende systemen voor branddetectie te voorzien kan brand in een vroeg stadium worden gesignaleerd. Er kan daarmee erger worden voorkomen. Ook verdient het aanbeveling de elektrische installatie op veiligheid te laten controleren.

Bliksembeveiliging

Beveiliging tegen bliksem voorkomt schade aan de boerderij. In de Leidraad bliksembeveiliging voor monumenten van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed is hier meer over te lezen. Bij een rieten dak is bliksembeveiliging altijd aan te raden. Bomen, maar ook windturbines rond een boerderij zijn eveneens een goed afweermiddel tegen blikseminslag. Het hoogste punt van de boerderij dient dan binnen de veilige zone van zestig graden te vallen, gerekend van de top van de bomen. Let wel dat een boom waar de bliksem in is geslagen op de boerderij kan vallen.

Gas- en elektrische installatie

De elektrische installatie moet berekend zijn op het huidige gebruik van de boerderij. Denk hierbij ook aan verwarmingsketels en krachtstroominstallaties, aan de ouderdom van alle gas- en elektraonderdelen en aan verzakkingen in het terrein die gaslekkages kunnen veroorzaken. Indien er onduidelijkheid of twijfel is, raadpleeg dan een bij voorkeur erkende installateur. Een overspanningsbeveiliging in de meterkast is een vorm van grofbeveiliging tegen een te hoge spanning bij blikseminslag. Fijnbeveiliging bij de stopcontacten beschermt afzonderlijke apparaten tegen te hoge spanning. De beste beveiliging tegen schade door blikseminslag is het uittrekken van stekkers en kabelaansluitingen bij naderend onweer. Een erkend bedrijf inschakelen voor aanpassingen aan de installatie biedt meer zekerheid dat de werkzaamheden goed en veilig uitgevoerd worden. En zorg ervoor dat elektrische apparatuur schoon is en regelmatig wordt onderhouden.

Signalering in rietdaken

Het is mogelijk om brand in een rieten dak in een vroeg stadium te signaleren. Hiervoor bestaan verschillende systemen, zoals een detectielint in het rietpakket. Breekt er brand uit, dan reageert dit op de snelle stijging van de temperatuur. Ook kan een aspiratiedetectiesysteem in het rietpakket worden aangebracht. Dit systeem zuigt via dunne pvc-buizen lucht aan, en neemt zo continu monsters uit het rietdek. Het reageert op kleine rookdeeltjes die tijdens een beginnende brand vrijkomen. Bovendien zijn er systemen die na het signaleren de brand ook automatisch bestrijden, bijvoorbeeld met sprinklers, die direct water sproeien. Een watermist-blussysteem heeft ongeveer dezelfde werking, maar maakt gebruik van dunnere leidingen met een hogere waterdruk.

Brandmelders

Het is aan te raden om in de belangrijkste verblijfs- en werkruimten van de boerderij een automatische brandmelder aan te brengen. De melders signaleren een beginnende brand en waarschuwen met een luid alarmsignaal de bewoners. Het is sterk aan te bevelen de melders onderling door te koppelen, waardoor de vuurhaard ook wordt opgemerkt als de brand aan de andere kant van de boerderij of op zolder uitbreekt. Brandmelders zijn er in vele soorten, zoals rookmelders, thermische melders, infrarood- en ultravioletvlammenmelders. Temperatuurmelders zijn geschikt voor ruimten waar veel stof of stoom aanwezig is. Koolmonoxidemelders reageren op voor de mens gevaarlijke stoffen die ontstaan bij onvolledige verbranding van vooral fossiele brandstoffen. Handbrandmelders zijn kleine aan de muur gemonteerde apparaten waarmee met de hand een brandalarm kan worden bediend. De keuze hangt af van de situatie.

De melders kunnen gekoppeld worden aan een grotere brandmeldinstallatie, die de brand lokaliseert. Een brandmeldinstallatie kan weer worden gecombineerd met een inbraakalarm. In een aantal situaties zijn rookmelders of brandmeldinstallaties verplicht volgens het Bouwbesluit, bijvoorbeeld wanneer er zorgbehoevenden op de boerderij wonen.

Aandachtspunten voor veilig gedrag

Door in en rondom de boerderij bewust met brandveiligheid bezig te zijn kan er veel leed worden voorkomen. Kinderen doen vaak de volwassenen na. Goed voorbeeld doet goed volgen.

Stookgedrag en schoorsteenvegen

Het stoken van schoon, droog en onbeschilderd hout geeft weinig tot geen aanslag in het schoorsteenkanaal, in tegenstelling tot papier, karton, nat en geschilderd hout, en bouwmaterialen zoals spaanplaat en triplex. Harsrijk hout is minder geschikt voor verbranding in een open haard vanwege opspattende vonken, maar kan wel in bijvoorbeeld een allesbrander veilig worden gebruikt. Onjuist stookgedrag, ook met schoon, droog hout, kan het rookkanaal vervuilen. Verantwoord stoken betekent stoken bij hoge temperatuur, met voldoende zuurstof en de juiste brandstof. Bij goed stoken wordt alle brandstof opgebruikt. Dit wordt ook bereikt door vuren niet te doven, waardoor er afvalstoffen ontstaan, maar door het vuur vanzelf uit te laten branden. Onjuist stookgedrag kan schoorsteenbrand veroorzaken. Die kan het kanaal doen scheuren, waardoor er binnen gevaarlijke gassen kunnen vrijkomen. Houd kleden en tapijten uit de buurt van een brandende haard vanwege wegspattende vonken of gebruik een haardscherm. Laat regelmatig de schoorsteen vegen, bij voorkeur eenmaal per jaar, tweemaal bij intensief gebruik. De schoorsteenveger verwijdert roet en vogelnesten, waardoor een optimale trek is gewaarborgd en de kans op schoorsteenbrand wordt verkleind. Een erkend schoorsteenveegbedrijf heeft alle kennis en kunde hierover in huis.

Brandstichters op afstand houden

Honden en ganzen zijn waakzame dieren en laten van zich horen bij onraad. Een goede omheining en automatische verlichting houden ongewenst bezoek op afstand. Ook georganiseerd buurttoezicht draagt bij aan de veiligheid.

Waakzaam voor hooibroei

Met een hooiprikker en hooibroeimeter kan het fermentatieproces in hooi worden bepaald. Wanneer de temperatuur in een hooiberg tot 80 oC stijgt, ontstaat er een kritieke situatie die tot zelfontbranding kan leiden. Houd in dat geval het hooi nat en alarmeer direct de brandweer.

Veilig werken

Brandbare bestrijdingsmiddelen voor de landbouw behoren veilig te zijn opgeborgen, het liefst achter slot en grendel. Let op dat brandbare gassen die uit gierkelders vrijkomen geen gevaar opleveren en dat de tank met huisbrandolie op een veilige plek staat. Het stallen en het gebruik van motorvoertuigen of landbouwmachines met een verbrandingsmotor zullen minder risico opleveren in een opgeruimde schuur dan in een stal met hooi en stro op de vloer. Werken met een slijpschijf, activiteiten met open vuur en laswerkzaamheden zijn risicovol. Vooral het herstel van goten, de aanleg van leidingen en reparaties aan ketels en koelinstallaties kunnen deze risico’s veroorzaken. Het is aan te raden daarbij blusmiddelen paraat te houden. Instrueer medewerkers, ook hulpkrachten, onderhoudsmonteurs en leveranciers over brand- veiligheid. Wijs hen op veilig gedrag. Medewerkers van erkende, gecertificeerde bedrijven zijn geschoold op het gebied van veiligheid.

Afspraken met omwonenden

Door vooraf na te denken over de opvang van het vee kunnen bij brand veel zorgen worden voorkomen. Spreek hierover met de buren. Het is verstandig bereikbaar te zijn voor de buren en elkaar de mobiele telefoonnummers te geven voor het geval dat het vaste net uitvalt. Als er bij de boerderij weinig bluswater aanwezig is, dan kunnen er vooraf afspraken worden gemaakt om bij brand met bijvoorbeeld gierwagens van omliggende boerenbedrijven water aan te voeren.

Veilig bezoek

Zorg dat de barbecue of een houtkorf op ruime en veilige afstand van de boerderij staat en houd een geschikt blusmiddel in de buurt. Let op de windrichting en op de buurpanden als er vuurwerk wordt afgestoken en wensballonnen worden opgelaten. De wind kan het vuur een eind meevoeren.

Bestrijden van brand

Veel historische boerderijen liggen buiten de bebouwde kom. Hierdoor duurt het langer voordat de brandweer aankomt dan op een locatie dichter bij een brandweerkazerne. Bij brand telt elke seconde. Hoe sneller professionele hulpverleners ter plaatse zijn, hoe groter de kans is dat de schade beperkt blijft. Het is daarom van belang om de brandweer zo snel mogelijk te alarmeren. Dat geldt ook voor wie denkt de brand zelf te kunnen blussen. Geef via 112 ook postcode en huisnummer door, zodat de brandweer meteen op het goede adres komt.

Help de brandweer

De brandweer kan zijn werk goed doen als de boerderij goed bereikbaar is met grote brandweervoertuigen. De oprit naar de boerderij moet daarvoor wel breed en stevig genoeg zijn. Ook een toegangsbrug hoort het gewicht van een brandweerauto te kunnen dragen. Om de brand te kunnen blussen is veel water nodig. Vaak zijn er aan de weg brandkranen aangelegd, maar soms moet er water uit een sloot worden gepompt. Die sloot moet dan minimaal zeventig centimeter diep zijn. Ook een waterput, regenwaterbassin of -kelder, grote vijver of zwembad kan uitkomst bieden. Belangrijk is dat een brandweerauto hier dichtbij kan worden opgesteld. Daarnaast is het van belang om de brandweer te informeren waar het vee is, of er asbest of een tank met brandbare of gevaarlijke stoffen aanwezig is en waar de gasleidingen liggen.

Zelf blussen

Wie, als dat mogelijk is, zelf begint met blussen, moet over zijn eigen veiligheid waken. De keuze van het blusmiddel hangt af van het brandende materiaal: vaste stof, vloeistof of gas. Dit staat met pictogrammen op de brandblusser aangegeven. Blus nooit een brandende gasleiding, maar houd de omgeving nat tot het gas is afgesloten. Ook elektrische installaties, vet, benzine en olie mogen niet met water worden geblust. Blijf laag bij de grond, om rook en hitte zo veel mogelijk te vermijden. Vlucht meteen als de bluspoging geen effect heeft en sluit zo mogelijk alle deuren.

Schoorsteenbrand verhelpen

Een brand in de schoorsteen is te herkennen aan een bulderend geluid in het rookkanaal. Sluit direct de schoorsteenklep of de luchttoevoer van de aangesloten kachel en bel de brandweer. Blus het vuur niet met water. Hierdoor ontstaat stoom, waardoor het rookkanaal kan scheuren. Zand, zout en een poederblusser zijn betere middelen. De brandweer kan voor de bestrijding een ramoneur inzetten, een ketting met kogel en staalborstel of kettinkjes met plaatjes. Met dit gereedschap worden de gloeiende deeltjes uit het kanaal losgemaakt, waarna ze beneden worden opgevangen.

Brand in een rieten dak

Staat een rieten dak in brand, dan kan het desbetreffende deel van het dak doorgaans als verloren worden beschouwd. Het vuur verplaatst zich snel door de holle rietstengels. Bel zo snel mogelijk de brandweer. Deze zal alles in het werk stellen om het niet-brandende deel te behouden door bijvoorbeeld een sleuf in het riet te trekken, die verspreiding van het vuur belemmert. Sommige brandweerkorpsen hebben speciaal opgeleide teams die bij brandende rieten daken worden ingezet.

Nazorg

Na de brand spelen instanties als verzekeringsmaatschappij, politie, brandweer, gemeente, Slachtofferhulp, Stichting Salvage en – bij rijksmonumenten – de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed een rol. Vastgesteld wordt waaruit de schade bestaat, en wat de oorzaak en de herbouwwaarde zijn. Om te voorkomen dat ongewenst publiek het terrein betreedt en zo sporen vernietigt en zaken ontvreemdt, is het raadzaam om snel een afscheiding te plaatsen. In overleg met de gemeente en de verzekeraar kan hiervoor een aannemer worden ingeschakeld.

Aan de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed kan expertise en advies worden gevraagd als de brand in een rijksmonument heeft gewoed. Op een bepaald moment moet worden vastgesteld in hoeverre de brand de monumentale waarde van het rijksmonument heeft aangetast en of het gerechtvaardigd is dat de boerderij een rijksmonument blijft. Een goede en snelle communicatie tussen alle partijen helpt de eigenaar het herstel vlot ter hand te nemen. Hierbij kan de Rijksdienst advies geven over hoe dit herstel cultuurhistorisch verantwoord kan gebeuren. Voor het handelen na brand in rijksmonumenten heeft de Rijksdienst het Protocol rijksmonumenten ontwikkeld. Dit document is op www.cultureelerfgoed.nl te vinden.

Verzekeraars

Verzekeraars stellen weinig of geen eisen. Zij beoordelen een boerderij naar herbouwwaarde, bedrijfsrisico’s en brandgevoeligheid. Controleer of de herbouwwaarde van het pand is vastgesteld en of in de polis staat vermeld dat het een rijksmonument betreft. Een fotoserie van het in- en exterieur van de boerderij voor de brand helpt om de schade snel met de verzekeringsmaatschappij af te handelen. Daarnaast is het van belang te kunnen aantonen welke voorzorgsmaatregelen er zijn getroffen. Verzekeraars stellen een brandmeldinstallatie of brandwerende voorzieningen niet verplicht, maar soms kunnen zij wel een korting op de premie geven bij het voldoen aan een bepaalde norm.

Omgevingsvergunning en subsidie

Voor het geheel of deels wijzigen of slopen van een rijksmonument, en voor het herstellen of gebruiken ervan op een manier waardoor het wordt ontsierd of waardoor de monumentale waarde in gevaar wordt gebracht, is een omgevingsvergunning vereist. Ondeskundig herstel kan ook schade toebrengen. De gemeente bepaalt of er een omgevingsvergunning nodig is en beslist of zij deze verleent of weigert. Het aanbrengen van brand- of bliksembeveiliging is niet verplicht in een monument, maar kan wel als voorwaarde worden opgevoerd bij de toekenning van subsidie. Het onderhoud van brandveiligheidsvoorzieningen in rijksmonumenten is subsidiabel in het kader van de instandhoudingsregeling.

Informatie en advies

Bronnen

  • Brandschadewiel. Zie www.veilig-erfgoed.nl en webwinkel.mijngelderland.nl.
  • Een toekomst voor boerderijen: Handreiking voor de herbestemming en verbouwing van monumentale boerderijen, Amersfoort 2014. Zie www.cultureelerfgoed.nl.
  • E. Janse, Brandveilige rieten daken: Detaillering gelijkwaardige oplossing, Rotterdam 2010. Zie www.sbrcurnet.nl.
  • Leidraad bliksembeveiliging voor monumenten, Amersfoort 2010. Zie www.veilig-erfgoed.nl.
  • ’n Goed beheer van brandmeldinstallaties: Minder nodeloze meldingen. Zie www.vebon.org.
  • H. Nuijten, ‘Schoorsteenbrand!’; in Monumenten 10 2013, p. 36.
  • Protocol rijksmonumenten: Interne handleiding voor de omgang met incidenten. Zie www.veilig-erfgoed.nl.
  • Rieten daken en het beperken van schade door brand, water en storm, Zeist 2012. Zie www.myfov.nl.
  • Schoorstenen: Veilig stoken met vaste brandstoffen, Zeist 2012. Zie www.myfov.nl.

Normen

  • NEN 2525. Deze norm geeft algemene voorschriften over brandveiligheid van gebouwen, brandmeldinstallaties, systeem- en kwaliteitseisen en projectierichtlijnen.
  • NEN 2535. Deze norm gaat over brandveiligheid van gebouwen, brandmeldinstallaties, systeem- en kwaliteitseisen en projectierichtlijnen.
  • NEN 2555. Deze norm gaat over brandveiligheid van gebouwen en rookmelders voor woonfuncties.
  • NEN 2575. Deze norm gaat over brandveiligheid van gebouwen, ontruimingsalarminstallaties, systeem- en kwaliteitseisen en projectierichtlijnen.
  • NEN 4001. Deze norm geeft algemene voorschriften voor brandveiligheid en projectering van draagbare en verrijdbare blustoestellen.

Websites

Zie ook

Artikelen
    Hoort bij deze thema's

    Specialist(en)

    Vragen, verbeteringen of opmerkingen?
    U kunt op deze kennisbank reageren via het reactieformulier.

    Deze pagina is voor het laatst bewerkt op 11 jan 2023 om 03:01.