Amsterdam - Herengracht 344-346 - De Oranje Appel
< RijksmonumentenMonumentnummer: 1812
Introductie
Twee in oorsprong woonhuizen waarin vanaf 1680 tot 1919 het collegianten of doopsgezinde weeshuis De Oranje Appel was gevestigd. In dit weeshuis groeide Aagje Deken op.
Kenmerken
- Datering: 1615 (nr. 344 en nr. 346), met latere verbouwingen, nr. 344 herbouwd in 1920
- Architect: M.A. Ligthart (nr 344 verbouwing 1893)
- Bouwstijl: Hollandse dan wel Amsterdamse renaissance (nr. 346), Amsterdamse School kenmerken ( nr. 344)
- Rijksmonument sinds: 21-05-1970
Aanleiding voor de bescherming
Dit monument is bij de eerste aanwijzing onder de Monumentenwet 1961 ingeschreven in het rijksmonumentenregister. Onder één rijksmonumentennummer zijn beide panden beschermd. Nr. 346 wordt in het register beschreven. Ook Huidenstraat 2, valt onder dit rijksmonumentnummer. Via een poort in de Huidenstraat is het toegankelijk. (De gevelsteen met een oranje appel boven de poort is door één van de vorige bewoners geplaatst, vriendelijke mededeling mevr. N. de Jong). Het pand wordt zowel aangeduid als kapel als als meisjesweeshuis. Later is het tuinhuis apart beschermd onder nr. 528259.
Geschiedenis
Deze geschiedenis beschrijft in het kort het gebruik van de panden als weeshuis. Er wordt niet ingegaan op de bouwgeschiedenis van de panden.
Beide huizen zijn als particuliere woonhuizen aan de Herengracht hun bestaan begonnen. In 1680 is nr. 346 aangekocht ten behoeve van het weeshuis. Eerder was dit gevestigd in het pand Keizersgracht 345 (rijksmonument 2321). Toen dit te klein werd voor het groeiende aantal wezen, is het grotere pand aan de Herengracht betrokken. In 1893 is het weeshuis vergroot door de aankoop van nr. 344. Dit pand is daarna verscheidene malen ingrijpend verbouwd. In 1919 wordt het weeshuis verplaatst naar De Lairessestraat 11 en nog weer later naar Hilversum. Het hele complex aan en achter de Herengracht/Huidenstraat werd in 1921 verkocht aan het Ministerie van Financiën en is het een aantal decennia in gebruik bij het Rijk. Later zijn in het complex appartementen ingericht.
Canon van Nederland, venster 25 - Sara Burgerhart
Na de dood van haar ouders in 1745 werd de vierjarige Agatha Deken ondergebracht in het weeshuis De Oranje Appel in Amsterdam. Zij kreeg hier een goede opvoeding in een vrijzinnig-protestantse sfeer, waarop zij later met goede herinneringen terugkeek. In 1760 liet Agatha Deken zich in het collegiantencentrum Rijnsburg dopen. In 1767, 25 jaar en voor de wet volwassen, verliet ze het weeshuis.
Zij voorzag daarna in haar onderhoud door als dienstbode of gezelschapsdame te werken. Ondertussen begon zij ook met schrijven van vooral gedichten. Uit een eerste ontmoeting met Betje Wolff in 1776 groeide een hechte vriendschap en vanaf 1777 een leven van samen wonen en schrijven.
Bronnen en verwijzingen
- Digitaal grachtenboek
- S. Groenveld De Oranjeappel, 1675-1975; drie eeuwen opvoeding in het weeshuis der Doopsgezinde Collegianten / S. Groenveld. Holland : regionaal-historisch tijdschrift ; Jrg. 8 ; nr. 4 (1976), pagina's 153-176
- Vrouwenlexicon over Aagje Deken
Zie ook
Artikelen- Rijksmonumenten - Canon van Nederland
- Rijksmonumenten
- Rijksmonumenten - Canonvenster 25 - Sara Burgerhart
Meer informatie
Meer over het monumentenregister en de pagina's in deze kennisbank is te vinden in Monumenten - Rijksmonumentenregister.
Deze pagina is voor het laatst bewerkt op 15 mei 2024 om 02:02.