Katwijk - Zuidstraat 137

< Rijksmonumenten

(23541) monumentenregisterMonumentnummer: 23541

Introductie

Oude begraafplaats met ommuring rondom. Een van de eerste buitenbegraafplaatsen. Toegang 1791. In de muur naast de toegang is een steen met namen van de kerkmeesters ingemetseld. Gemetselde keldergraven.

Links een pad en rechts een grafveld met talloze kleine en grote grafmonumenten met op de achtergrond bedrijfsgebouwen. Alles onder een blauwe lucht.
Overzicht oude deel van de begraafplaats met centraal de grote tombe voor Kneppelhout (foto Leon Bok, RCE)
Plattegrond met een rastersysteem en cijfers ter indicatie van het aantal graven met te behouden grafmonumenten gemarkeerd.
Plattegrond van de begraafplaats met in rood geselecteerde bijzondere grafmonumenten en in oranje bijzondere graven zonder grafmonument.
Voorgrond met grafmonumenten in grijs, wit en zwart met erachter huizen en helemaal achteraan rechts een hoge kerk. Licht bewolkte lucht.
Zicht over de begraafplaats met op de achtergrond de nieuwe hervormde kerk van Katwijk (foto Leon Bok, RCE).

Kenmerken

  • Datering: 1793 met latere uitbreidingen
  • Architect: Onbekend
  • Rijksmonument sinds: 18 november 1971

Historie

Het dorp Katwijk aan Zee stond al vroeg bekend om zijn visserij en binnenvaart. Via de Oude Rijn was niet alleen Leiden snel te bereiken, maar ook Den Haag en Amsterdam. Eeuwenlang had het dorp zijn doden begraven bij de kerk die aan de rand van het dorp lag, dicht bij het strand. Al halverwege de 18de eeuw werd op last van de schout en baljuw van Katwijk aan de kerkelijke gemeente een stuk grond in pacht gegeven, bedoeld voor de aanleg van een begraafplaats. In 1793 werd het stuk grond daadwerkelijk voor dit doel in gebruik genomen.

Buitenbegraafplaatsen

De begraafplaats behoorde bij de ingebruikname tot een van de eerste in Nederland waarbij de doden niet meer in de kerk of op het kerkhof werden begraven. Een begraafplaats buiten het dorp was destijds dus een unicum. Het was allang bekend dat het begraven in de kerken niet bevorderlijk zou zijn voor de algemene volksgezondheid. De geuren en dampen die vrijkwamen van de pas begraven lijken zouden een negatieve invloed hebben op de kerkbezoekers. Eerder was er bij Scheveningen al een stuk duingrond bestemd voor de aanleg van een begraafplaats. Die werd in 1780 in gebruik genomen en bij onder de naam Ter Navolging. In Tiel werd in 1786 ook zo’n begraafplaats aangelegd en rond 1793 werden er ook bij Hilversum, Muiden en Diemen nieuwe begraafplaatsen aangelegd.

De begraafplaats

Het voor de begraafplaats bestemde stuk grond in de duinen werd geëgaliseerd en rondom werd een hoge muur gebouwd. De muur, waarschijnlijk al gereed in 1791 getuige een gevelsteen naast de toegang, was deels ter bescherming tegen stuifzand afkomstig van de duinen. Aan de noordzijde werd een toegangshek aangebracht en naar het zich liet aanzien werd de begraafplaats in twee delen verdeeld. Een gedeelte met grafkelders of eigen graven en een gedeelte waar ‘van de armen’ begraven werd. Het lijkt erop dat niet meteen een groot veld van kelders werd gebouwd, maar dat er in sommige gevallen eerst in het zand begraven werd. Pas bij een volgende begraving werd dan een bakstenen grafkelder gebouwd. Na verloop van tijd bestond het zuidelijke deel van de begraafplaats uit een aaneengesloten veld met 319 grafkelders waarop grote grafmonumenten waren geplaatst. De kelders werden niet alleen gebruikt voor de welgestelde inwoners van Katwijk, maar ook door families uit Leiden, waaronder een groot aantal professoren die verbonden waren aan de Leidse universiteit.

Begin 20ste eeuw werd een uitbreiding van de begraafplaats noodzakelijk. Die kwam er aan de zuidzijde. Om deze uitbreiding te realiseren werd bij de burgerlijke gemeente van Katwijk om financiële ondersteuning gevraagd. De uitbreiding is ongeveer net zo groot als de originele begraafplaats, maar is echter anders ingericht dan het bestaande. Er werden wel weer kelders aangelegd (336 stuks), maar dit keer iets grotere en nu met enige ruimte tussen de kelders. Hierdoor is er rondom de graven wat meer ruimte ontstaan. In de uitstraling heeft dit nauwelijks effect omdat de paden tussen de graven weinig opvallen. Overigens werd een ander deel wel weer aaneengesloten aangelegd.

In 1908 deed Baron van Wassenaer afstand van de erfpacht op de grond en werd de gemeente Katwijk eigenaar van de grond. In 1938 werd aan de zuidzijde nog een smalle strook met grafkelders aangelegd om de capaciteit te vergroten. In totaal werden 160 kelders aangelegd. Niet veel later werd een deel van waar de algemene graven lagen, omgezet in grafkelders. Deze werden gemetseld van bakstenen die in 1943 vrij waren gekomen bij de afbraak van woningen op last van de Duitse bezetter langs de Boulevard om de verdediging en het schootsveld van de stellingen, onderdeel van de Atlantikwall, te verbeteren. In totaal werden 128 kelders opgeleverd.

In maart 1940 hadden de kerkrentmeesters plannen voor de bouw van een rouwkapel op de begraafplaats. Uit het archief blijkt zelfs dat de bestektekeningen daarvoor al waren uitgewerkt door de architect. De inval van de Duitsers op 10 mei 1940 doorkruiste de uitvoering van deze plannen. Na de oorlog werden de plannen niet doorgezet. In de periode van wederopbouw werd gekozen voor de aanleg van een nieuwe begraafplaats in het zuiden van Katwijk. Op die nieuwe begraafplaats is uiteindelijk een aantal jaren na de ingebruikname in 1952, wel een rouwkapel worden gebouwd.

Blijvend gebruik

In 1988 werden beide begraafplaatsen ondergebracht in een stichting, voluit Stichting Begraafplaatsen Hervormde Gemeente te Katwijk aan Zee. In 2008 werd op de oude begraafplaats een bestaand grafvak voor algemene graven opnieuw ingericht. Naar een ontwerp van “Wille Landschaps- en Begraafplaatsarchitectuur” werd het vak ingericht met moderne grafkelders. Daarbij is ook het hoofdpad opnieuw ingericht. Het grafveld is aangelegd naar huidige maatstaven en eisen voor begraven, maar wel weer met grafkelders. De kelders werden nu niet meer opgemetseld maar gemaakt van beton. Door de ruimere opzet wijkt het grafvak wel af van het stramien en karakter van de oudere delen van de begraafplaats. Ondanks de bescherming als rijksmonument waren er vanuit monumentenzorg geen bezwaren tegen deze nieuwe invulling.

Nadien heeft de stichting de oude begraafplaats goed onderhouden en zijn oude elementen weer onder de aandacht gebracht. Zo werd de muur gerestaureerd, grafkelders hersteld en zijn talloze namen van ooit hier begraven professoren weer zichtbaar gemaakt, mede dankzij bijdragen van het Leids Universiteits Fonds. In 2014 zijn bijzondere grafmonumenten geïnventariseerd en vastgelegd voor behoud.

Rijksmonument

De historische waarde van de begraafplaats werd in 1971 erkend door de aanwijzing van de begraafplaats als rijksmonument. De eerste omschrijving “Oude Begraafplaats. Toegang 1791, op het kerkhof steen met namen van de kerkmeesters”, gaf feitelijk te weinig informatie over wat nu precies beschermd werd. Toen in 2014 plannen ontstonden om de muur te restaureren, bleek dat deze feitelijk niet beschermd was, terwijl dat toch duidelijk wel de bedoeling moet zijn geweest. Hierna werd een procedure gestart waarbij de omschrijving iets aangepast werd. Deze luidt nu: “Oude Begraafplaats met ommuring rondom. Een van de eerste buiten begraafplaatsen. Toegang 1791. In de muur naast de toegang is een steen met namen van de kerkmeesters ingemetseld. Gemetselde keldergraven”. Nadien is de muur met subsidie van het Rijk gerestaureerd.

Huidige situatie

De begraafplaats kent inmiddels in totaal zo’n 1.050 graven. Er zijn maar weinig graven te vinden die geen grafbedekking kennen. Elk graf, behalve de nieuwste graven, betreft een gemetselde kelder, van oudsher bedekt met een gemetseld tongewelf, inmiddels meestal afgedekt met een betonplaat. De omranding van de graven is dan ook altijd voorzien van een rollaag (een rij op hun kant gemetselde stenen, van een steen hoog) van rode rijnsteen met daartussen ruimte voor het grafmonument. Dit deel wordt standaard voorzien van een opvulling met cement.

Doordat de begraafplaats is aangelegd in een periode waarin vooruitstrevende families zich niet meer in de stad wilden laten begraven, vinden we in Katwijk naast bekende Katwijkers ook veel graven van bekende Leidse burgers. Zo zijn er op de begraafplaats, zoals hiervoor al aangegeven, verschillende graven van hoogleraren van de Leidse Universiteit. Er ligt ook een aantal Leidse burgemeesters,, dichters en schrijvers, naast Katwijker zeekapiteins en reders, burgers en voorgangers. Een van de opvallendste grafmonumenten op de begraafplaats is de grafkelder van Johannes Kneppelhout (1814-1885), beter bekend onder het pseudoniem Klikspaan. Het familiegraf is enkele jaren geleden geheel gerestaureerd. Verder is hier ook het graf te vinden van Elias Annes Borger (1784-1820), hoogleraar theologie en letteren. In 2014 heeft de stichting een overzicht laten opstellen van te behouden grafmonumenten. Honderd graven met in totaal 83 grafmonumenten werden op een lijst geplaatst. Inmiddels is een aantal van de grafmonumenten die in slechte staat verkeerde, gerestaureerd. De stichting is zich bewust van de geschiedenis van de begraafplaats en het belang van de personen die er begraven zijn. Het ruimen van een groot deel van de graven van Leidse hoogleraren is niet terug te draaien, maar dat deze personen hier begraven hebben gelegen, is inmiddels aan de hand van naamstenen weer duidelijk gemaakt. Hardstenen platen met naam en jaartal en een universitair zegel laten nu bezoekers zien waar de hoogleraren begraven hebben gelegen.

Zo zijn onder meer de kleine tekststenen voor de Leidse professoren Adriaan Kluyt, Jan Karel Krausz en Johannes Henricus van der Palm weer zichtbaar. Vooral de persoon Kluyt spreekt tot de verbeelding omdat hij eind 18de eeuw stelling nam tegen het begraven in de kerken. Hij kwam om bij de Leidse buskruitramp in 1807.


Deze pagina is tot stand gekomen in samenwerking met stichting Dodenakkers.

Bronnen en verwijzingen

  • Belonje, J.; Het oude kerkhof te Katwijk aan Zee, in: Jaarboekje voor geschiedenis en oudheidkunde van Leiden en omstreken, Leiden 1949.
  • Bureau Funeraire Adviezen; Karakteristiek en waardering algemene begraafplaats aan de Zuidstraat; geschreven in opdracht van de stichting Begraafplaatsen Hervormde Gemeente te Katwijk aan Zee, november 2014.
  • Korevaart, Korrie; Begraven in Katwijk. Frisse lucht voor Leidse leden van de Maatschappij…, in: Nieuw Letterkundig Magazijn, uitgave Maatschappij der Nederlandse Letterkunde 35 (2017, nr. 2, p. 1-5).
  • Enkele oude foto's van de begraafplaats

Zie ook

Hoort bij deze thema'sTrefwoorden

Begraafplaats

Specialist(en)

Meer informatie
Meer over het monumentenregister en de pagina's in deze kennisbank is te vinden in Monumenten - Rijksmonumentenregister.
Meer over wat er is beschermd is te vinden in de leeswijzer.

Vragen, verbeteringen of opmerkingen?
U kunt op deze kennisbank reageren via het reactieformulier.

Deze pagina is voor het laatst bewerkt op 4 apr 2024 om 03:00.