Meerssen - Tussen de Bruggen - Joodse begraafplaats
< Rijksmonumenten⇐ (28464) monumentenregisterMonumentnummer: 28464
Introductie
Joodse begraafplaats, gelegen langs de Geul ten zuiden van Meerssen. Het ontstaan lag waarschijnlijk al ver voor de eerste helft van de 19de eeuw.
Kenmerken
- Datering: 1715
- Architect: Onbekend
- Rijksmonument sinds: 17 januari 1967
Historie
De Joodse begraafplaats van Meerssen is aangelegd net over de brug richting Rothem, langs de Kleine Geul, de zuidelijke arm van de Geul. Het gedeelte werd heel toepasselijk ‘tussen de bruggen’ genoemd. De Joodse gemeenschap in Meerssen kwam eind 17de eeuw tot stand, niet lang daarna kocht Bernard Levy een stuk grond langs de weg van Meerssen naar Rothem. Heir werd vermoedelijk al in 1715 een begraafplaats ingericht. In het huis van de broer van Bernard, Levi Soesman had men een kleine huissynagoge ingericht. Begin 19de eeuw telde Meerssen zo’n 64 Joden en in 1853 bouwde de groeiende gemeente een nieuwe synagoge.
Op de kadastrale kaart van 1830 van Meerssen is de Joodse begraafplaats opgenomen met een oppervlak van 1.100 m2. De begraafplaats lag direct langs de Geul en erachter lag een vergelijkbaar perceel dat kadastraal beschreven stond als lusttuin. Woningen of boerderijen stonden er niet in de omgeving. Naar verluid werd de begraafplaats in 1868 afgesloten met een ijzeren hek en een mergelmuur. De bouw werd mede betaald door de gemeente Meerssen. Er schijnt in 1878 een lijkenhuis gebouwd te zijn op de begraafplaats, zoals verplicht was bij wet in 1872. Het huisje werd in 1896 herbouwd en stond achter de begraafplaats.
Al voor de oorlog was het aantal Joden in Meerssen zover teruggelopen dat nauwelijks nog sprake was van een Joodse gemeente. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden de meeste van de overgebleven Joodse inwoners van Meerssen vermoord in Duitse vernietigingskampen. Na de oorlog is de synagoge verkocht en is de Joodse gemeente toegevoegd aan die van Maastricht. De begraafplaats wordt beheerd door de gemeente Meerssen.
Rijksmonument
De begraafplaats is in 1967 aangewezen als rijksmonument. Abusievelijk is de begraafplaats toen een kerkhof genoemd, wat in de volksmond vaak gebruikelijk was. Echter bij een Joodse begraafplaats kan feitelijk gene geen sprake zijn van een kerkhof door de afwezigheid van een kerk. Inmiddels is de omschrijving gecorrigeerd.
Volgens een verweerd bordje naast de toegang is de begraafplaats in 1990-1991 gerestaureerd. De gemeente droeg hiervoor 75.000 gulden bij. De muur werd hersteld, evenals een groot aantal grafmonumenten. Ook de paden het gazon werden aangepakt.
In juli 2021 werd de begraafplaats getroffen door het hoge water van de Geul. Niet dat de begraafplaats overstroomde, maar een iep van het belendende perceel werd ontworteld door de kracht van het water en viel over een groot aantal grafmonumenten. Meer dan 10 grafmonumenten raakten beschadigd en het duurde enige tijd voordat de boom vakkundig verwijderd kon worden. Samen met de RCE is in 2022 een plan voor de verwijdering opgesteld en daarna kon de boom verwijderd worden en de beschadigde grafmonumenten hersteld.
Als de ingebruikname plaatsvond in 1715 dan is deze begraafplaats de op 1 na oudste Joodse begraafplaats in Limburg.
Huidige situatie
Het aanzicht van de begraafplaats is de laatste eeuw grotendeels bepaald door een forse houtopstand. Van oudere foto’s uit de jaren zestig van de vorige eeuw komt een beeld naar voren met veel loofbomen en ook coniferen. Mede ook omdat het perceel achter de begraafplaats sterk begroeid is. De begraafplaats is doorgaans niet toegankelijk en wordt van de weg gescheiden door de in 1868 gebouwde mergelstenen muur die aansluit op de brug. Centraal is een dubbel smeedijzeren hek geplaatst tussen zware bakstenen pijlers. De grafmonumenten op de begraafplaats tonen een sterk 19de-eeuws beeld door de veelal neoclassicistische vormgeving. Bijna alle grafmonumenten, 65 in totaal, zijn van hardsteen en betreft stèles met een klassiek decoratieschema met timpanen en acroteria. Enkele grafmonumenten zijn uitgebeeld als een cippus, een afgeknotte obelisk. In sommige gevallen is in de top van het grafmonument een Davidsster aangebracht als ornament. Aan de landzijde is de begraafplaats afgezet met prikkeldraad en aan de rivierkant is geen afscheiding.
Het oudste grafmonument dateert van 1849 en is voor Eva Salomon, vermoedelijk geboren in 1809 in Bruggen in Duitsland. Ze was getrouwd met Salomon Wijngaard en stierf op 39-jarige leeftijd. Na de Tweede Wereldoorlog zijn hier nog een aantal Joden begraven, de laatste in 1966.
Deze pagina is tot stand gekomen in samenwerking met stichting Dodenakkers.
Bronnen en verwijzingen
- Bartholomeus, H.; Bijdragen aan de geschiedenis van de Meerssener Joden.
- Michman, Jozeph, Beem, Hartog en Michman, Dan; Pinkas. Geschiedenis van de joodse gemeenschap in Nederland, Amsterdam 1985.
- Project Het Stenen Archief
Zie ook
ArtikelenHoort bij deze thema's Specialist(en)Meer informatie
Meer over het monumentenregister en de pagina's in deze kennisbank is te vinden in Monumenten - Rijksmonumentenregister.
Meer over wat er is beschermd is te vinden in de leeswijzer.
Deze pagina is voor het laatst bewerkt op 4 apr 2024 om 03:01.