Celtic fields of raatakkers (cultuurhistorisch beheer)

Versie door RCEbot (overleg | bijdragen) op 24 aug 2023 om 03:02
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Luchtfoto van landschap dat is gevormd door celtic fields. Het weiland is omgeven door begroeiing en bebouwing.
Afb 1. De door Het Geldersch Landschap gereconstrueerde celtic fields even ten noorden van het Wekeromse Zand bij Lunteren (Gelderland). Duidelijk steken de begroeide zandwallen af bij de tussenliggende akkers.
Luchtfoto van een akker waarin de sporen van celtic fields goed te zien zijn door middel van bodemverkleuring.
Afb 2. Van boven zijn de sporen van celtic fields goed te zien in een geploegde akker bij het Hijkerveld (Drenthe).
geploegde akker waarin de bodemverkleuringen te zien zijn.
Afb 3. Het ploegen vormt een bedreiging voor celtic fields. Slechts verkleuringen van de bodem laten in deze geploegde akker op het Hijkerveld (Drenthe) nog de ligging zien van de voormalige zandwallen.
Stuk weiland dat uit aarde bestaat. Het is omgeven door zandwallen.
Afb 4. Het Geldersch Landschap heeft de wallen en akkers van deze gereconstrueerde celtic fields bij Wekeromse Zand (Gelderland) ook vanaf de grond goed zichtbaar gemaakt.
Luchtfoto van weilanden gescheiden door water, wegen en bomenrijen.
Afb 5. Naast resten van celtic fields zijn ook oude karrensporen zichtbaar op de heide van het Noordsche Veld (Drenthe).
Met heide begroeide zandwallen die duidelijk de celtic fields laten zien. Ver in de achtergrond staan bomen.
Afb 6. Door de begroeiing met heide zijn de wallen van deze celtic fields duidelijk te onderscheiden van de drasse voormalige akkers. Wateroverlast kan de oorzaak zijn geweest waardoor men indertijd de gewassen op de wallen is gaan verbouwen i.p.v. op de akkers.
Kaart van Nederland met daarop de verspreiding van celtic fields.
Afb 7. Verspreidingskaart van de celtic fields in Nederland. Opvallend is het ontbreken van celtic fields in Brabant en Limburg. Er bestaan echter wel aanwijzingen dat daar onder esdekken resten verborgen liggen. (Bron: Archis, RCE)

Definitie, ouderdom en verspreiding

Celtic fields of raatakkers, zoals ze in het Nederlands heten, zijn kleine vierkante veldjes van 20-35 bij 35-40 meter die worden omringd door een lage wal van 6 à 12 meter breed. De veldjes liggen in grote complexen bij elkaar, waardoor een dambordachtig patroon is ontstaan. De wallen bestaan uit aarde en stenen. De akkers zijn nergens meer in gebruik. Volgens de laatste inzichten werd er aan het einde van de gebruiksperiode niet op de lager gelegen percelen geakkerd, maar op de wallen die de percelen omsloten. De naam komt uit Engeland, waar men deze akkers toeschreef aan Keltische stammen. Dit bleek niet te kloppen, maar de naam is gebleven.

Celtic fields zijn samen met grafheuvels, urnenvelden en hunebedden de best zichtbare prehistorische overblijfselen in het hedendaagse landschap. Rond 1100 voor Christus zijn de akkers ontstaan en in de eerste eeuwen na Christus zijn ze in onbruik geraakt. Ze zijn voornamelijk tijdens de ijzertijd en romeinse tijd in gebruik geweest, toen de mens zich in onze streken op vaste plekken ging vestigen en landbouwer werd. Ze zijn het meest intensief gebruikt vanaf het begin van de jaartelling tot ongeveer 300 na Christus.

Celtic fields zijn vooral te vinden op de hogere zandgronden in Drenthe, Twente, op de Veluwe en de Utrechtse Heuvelrug. In Noord-Brabant en Limburg bevinden zich vermoedelijk ook enkele locaties. Raatakkers liggen ook elders in Noordwest Europa, in het bijzonder in Denemarken en Duitsland. In Zweden en op de Britse eilanden liggen varianten waarbij de veldjes zijn omringd door stenen walletjes.

Omploegen en egaliseren van grond is de belangrijkste bedreiging voor de karakteristiek en de herkenbaarheid van celtic fields. Ten tijde van de grote heideontginningen is dit vaak gebeurd. Door die omzetting in akkerland en bos zijn veel relicten verloren gegaan.

Beheeropties

Behoud en consolidatie

Gezien hun kwetsbaarheid moeten celtic fields niet verstoord worden en verdienen een beschermde status als archeologisch monument. Op plekken waar vermoedelijk celtic fields voorkomen, moet men er bij het bewerken van de grond rekening mee houden. Het gebruik van zwaar materiaal wordt ontraden. Bovendien kunnen de velden ook bijzondere archeologische sporen herbergen zoals van een akkerlaag en van spiekers en boerderijen.

Om celtic fields te behouden is zorgvuldig onderhoud nodig. Bij het ploegen moeten de wallen intact blijven. Om de karakteristiek te behouden is het beter om de wallen op de heide niet af te plaggen. Op voormalig akkerland kan het terrein met een grasmengsel worden ingezaaid en beweid met schapen. Dit houdt erosie tegen.

Schapen vertrappen de grasmat op de wallen niet en door hun verspreide ontlasting komt er minder verruiging voor dan met beweiding van runderen of paarden.

Bomen op de wallen zijn ongewenst. De wortels en omvallende bomen de wallen kunnen aantasten. Laat bij het kappen van de bomen de stobben zitten.

Restauratie

Bij herstel van celtic fields is het belangrijk om de oorspronkelijke contouren van de wallen aan te houden. De akkers waren niet altijd perfect vierkant, maar volgden landschappelijke contouren en konden een langwerpig patroon vormen. Zo geven ze ook aanwijzingen over bijvoorbeeld de ligging van inmiddels verdwenen wegen en waterlopen. Verloren gegane (delen van) wallen kunnen hierbij met plaggen worden opgehoogd tot de hoogte van de andere wallen in het raatakkercomplex.

Reconstructie

Reconstructie van celtic fields is interessant om duidelijk te maken hoe het landschap er bijvoorbeeld rond het begin van de jaartelling uit moet hebben gezien. Houdt bij ingrepen rekening met de kwetsbare karakteristieken en herkenbaarheid van celtic fields. Er is een gevaar voor bodemverstoring. Het kan wenselijk zijn de verschillende stadia van een raatakker in beeld te brengen. Het is echter een kostbare ingreep en zal slechts op enkele plaatsen tot de mogelijkheden behoren. Bij een reconstructie is het raadzaam de karakteristieke beplanting af te stemmen op de tijdsperiode of perioden waarin het complex wordt teruggebracht. Zo zullen late raatakkers weliswaar (op de wallen) ook met rogge begroeid zijn geweest, maar vaker zal gewerkt zijn met de voor de ijzertijd kenmerkende gewassen als bedekte gerst, emmer, puimgierst, lijnzaad, huttentut en akkerboon.

Behoud door ontwikkeling

De aanwezigheid van celtic fields zorgt voor een verhoging van de cultuurhistorische waarde van een gebied. Als archeologische monumenten zijn celtic fields goed beschermd en niet snel aan ingrijpende ontwikkelingen blootgesteld.

Een voorbeeld van reeds uitgevoerd beheer

“Door te maaien maak je de celtic fields kwetsbaar”

Op het Noordsche Veld in Drenthe liggen celtic fields midden op een heideveld. Henk Doldersum beheert het gebied namens Staatsbosbeheer. Op de heide grazen 39 Nederlandse landgeiten en vijf Schotse hooglanders.

Wat voor soort gebied is het?

Het gaat om een afgerasterd heideveld van ongeveer 75 ha. Op een halve hectare liggen celtic fields. Daarnaast zijn er nog enkele grafheuvels en sporen van oude karrensporen. Een deel van het archeologische materiaal is tijdens de Tweede Wereldoorlog verdwenen omdat de Duitse bezetter hier een schijnvliegveld wilde aanleggen en een deel geëgaliseerd heeft. Oorspronkelijk zal er misschien wel 30 ha aan celtic fields gelegen hebben.

Wie is de eigenaar en wie de beheerder?

De eigenaar is Staatsbosbeheer. Het is in eigen beheer van de eenheid Veenhuizen, waar ik nu tien jaar beheerder ben. De celtic fields zijn sinds de jaren 70 in beheer bij Staatsbosbeheer. Het is een voordeel dat het terrein in eigen beheer is. Het beheer is zo beter te sturen dan wanneer je met pachters werkt. De celtic fields worden eens in de paar jaar gecontroleerd door de Archeologische Monumentenwacht (AMW). Zij keuren het onderhoud en geven aan de hand daarvan beheeradviezen.

Wat is het voornaamste beheer?

Het kort houden van de vegetatie. Dat gebeurt door de koeien en de geiten. Zij zorgen dat het hier geen bos wordt. Het herstel van de vegetatie doen we jaarlijks. Op de grafheuvels en celtic fields ontstaan soms kleine verstuivingen op plaatsen waar de vegetatie beschadigd is. Hier gaan de dieren vaak in liggen, waardoor de schade toeneemt. We brengen er dan plaggen aan om de grond weer vast te leggen. Ook dichten we de gaten van konijnen en vossen. Daarnaast maaien we de heide eens in de 2 à 3 jaar voor de verjonging.

Rond de heide is een raster. Dat loop ik elke week na om takken en dergelijke weg te halen. We zijn bezig om een samenwerking op te zetten met een zorgboerderij. Zij gaan de controle van het vee en het raster overnemen. Ikzelf kan me dan beperken tot een controle eens per week, want ik heb ook andere gebieden in beheer. Dit is natuurlijk een mooie vorm van samenwerking waar beide partijen wat aan hebben.

Treft u nog andere maatregelen ten aanzien van de celtic fields?

De AMW ziet liever geen begrazing op de celtic fields, maar het kost te veel om alles hier te maaien of te plaggen. Het afrasteren van de archeologische elementen is ook niet praktisch en bovendien mag je er niet zomaar paaltjes in de grond slaan. Wat we nu doen aan onderhoud is voldoende om de elementen intact te houden. Er zijn op andere plaatsen meer mogelijkheden om de celtic fields beter zichtbaar te maken. Hier is dat niet rendabel. Er is wel eens gezegd dat we de wallen van de celtic fields moesten maaien, om ze zo herkenbaarder te maken. We hebben dit toen gedaan, maar zijn er na een aantal jaren mee gestopt. Het bleek dat het vee de zode veel sneller kapot trapte, waardoor er meer schade ontstond. Ook dachten recreanten dat ze over de gemaaide delen mochten lopen. Dat was niet bevorderlijk voor de elementen. Het was wel een mooi gezicht, dat wel.

Waarom hebben jullie hier geiten lopen?

Bijna overal in Nederland lopen tegenwoordig grazers, zoals schapen. Dit spreekt het publiek erg aan. Wij zijn hier bezig gegaan met de bescherming van een oud inheems geitenras: de Nederlandse landgeit. Je hebt er bijna geen omkijken naar, ze hoeven niet geschoren te worden en ze hebben weinig last van maden. In het beheer zijn het erg makkelijke dieren. We hebben nu een goed aangeschreven stamboekkudde.

Bij begrazing is het volgens mij belangrijk om niet te veel vee op de heide te houden, anders loop je meer risico op vergrassing door de hoeveelheid mest. We hebben vorig jaar ook een koe van de heide gehaald en komend seizoen houden we maar 20 geiten aan, dat is voldoende. Het vee wordt dan ook nagenoeg niet bijgevoerd.

Hoe wordt het beheer gefinancierd?

Elk jaar stellen we een onderhouds- en beheerplan op van wat er in dit gebied van de Archeologische Monumentenwacht moet gebeuren. Dit plan dienen we in bij Staatsbosbeheer. We betalen jaarlijks een bedrag aan de AMW voor de controle voor de elementen. Soms maaien we stukken heide voor de verjonging, wat extra kosten met zich meebrengt. Afplaggen doen we bijna nooit vanwege de hoge kosten, maar er komen wel eens mensen langs die voor hun hobby een plaggenhut hebben. Zij steken dan zelf wat plaggen. Als we plaggen nodig hebben, bijvoorbeeld voor het herstel van de grafheuvels en celtic fields, dan laten we dat ’s winters doen door de werkvoorziening hier uit de buurt. Het branden van de heide was altijd het goedkoopste, maar dat mag al jaren niet meer. Wie weet komt het over een tijdje weer terug.

Wat zijn de belangrijkste knelpunten in de praktijk?

Begrazing met grote dieren is lastig voor het behoud van het microreliëf. De beschadigingen door de koeien en geiten is een jaarlijks terugkerend probleem. Jaarlijks wordt er veel geld en energie gestoken in het herstel, maar de alternatieven als afrasteren zijn echter nog kostbaarder.

Wat zijn positieve punten aan het huidige beheer?

Het beheer verloopt erg efficiënt. De keuze voor geiten betekent erg weinig onderhoud. Wel is het voor een efficiënt beheer met grazers van groot belang om de afrastering in orde te houden. Ik controleer de afrastering dan ook erg intensief, want koeien breken altijd uit wanneer het niet uitkomt.

Hebt u nog aanbevelingen?

Als je begrazing hebt op de heide, dan moet je de celtic fields niet maaien. Het vergroot de kans op beschadigingen en lokt betreding door recreanten uit. Als je celtic fields goed wil laten zien kun je beter een apart gelegen stuk gebruiken. Dan kun je het meteen goed reconstrueren en zonder schade tonen aan het grote publiek.

Nader signalement

Bij detailonderzoek in het Duitse Flögeln en het Drentse Zeijen is duidelijk geworden dat in de geschiedenis van de celtic fields twee duidelijke fasen zijn te onderscheiden: (1) een extensieve gebruiksfase die duurde van 1100 tot 250 voor Christus; (2) een intensieve gebruiksfase van 250 voor tot 300 na Christus.

In de vroegste periode hadden de celtic fields de nog niet de voor deze akkercomplexen zo kenmerkende walletjes rond de akkers. De percelen werden toen mogelijk begrensd door gevlochten omheiningen of heggen. Enkele van deze percelen werden gebruikt voor de boerderijen en bijbehorende bedrijfsgebouwen. Deze kleine nederzettingen (hooguit 3-5 boerderijen) lagen dus binnen het toenmalige celtic field. Slechts een deel van het celtic field werd gedurende enkele decennia bewoond en gecultiveerd. Daarna werd dat deel voor tientallen jaren verlaten ten gunste van een ander deel van het celtic field. Nederzettingen zwierven dus als het ware door de celtic fields, de boerderijen werden herbouwd. De akkers lagen in die tijd zo lang braak dat ze overgroeid raakten met grassen, kruiden, heide en struiken. Wanneer men het veldje opnieuw in cultuur wilde nemen, brandde men de struiken en heidevegetatie af en verwijderde men de dichte zodenlaag met de hand. Het vrijkomende materiaal werd aan de rand van de akker gedeponeerd, alwaar geleidelijk aan een lichte verhoging ontstond: de aanzet voor de wallen. De belangrijkste gewassen van de celtic fields waren emmertarwe, bedekte gerst, duivenboon, pluimgierst en huttentut.

In de laatste eeuwen vóór de jaartelling werd het landgebruik sterk geïntensiveerd. In deze eindfase van de celtic fields blijken de akkertjes niet langer door omheiningen te zijn omgrensd maar door brede zandwallen. Het zandige materiaal waaruit de wallen zijn opgebouwd kwam zowel van de akkers zelf, als uit de omgeving. Uit onderzoek blijkt dat in deze fase niet de veldjes, maar juist de zandwallen gebruikt werden om gewassen op te telen. Ze waren in gebruik als een soort akkerbedden. Deze ontwikkeling heeft enkele oorzaken. De groeiende bevolking betekende een intensivering van het grondgebruik. De veldjes hadden een minder goede bodemgesteldheid ten opzichte van de wallen die wat hoger lagen en dus droger waren. Daarnaast is er waarschijnlijk een verband met de stijging van het grondwater. In de periode rond het begin van de jaartelling zijn veel bossen gekapt. Door het kappen van de bossen verminderde de verdamping van de bladeren steeg het grondwaterpeil. De bemesting is in deze eeuwen sterk geïntensiveerd. De akkers werden langduriger en frequenter gebruikt, geen lange braakperioden. Ook werd er met zwaarder materieel geploegd, een eergetouw met ijzeren ploegschoen. Interessant is ook de recent geconstateerde verbouw van het gewas rogge in de eindfase van de celtic fields. Dit gewas arriveerde weliswaar reeds rond de jaartelling als cultuurgewas in onze streken, maar tot voor kort nam men aan dat dit gewas hoorde bij de vroegste essen en niet bij de celtic fields.

Nog steeds worden celtic fields ontdekt op plaatsen waar inmiddels bos staat en waar de wallen moeilijk te herkennen zijn. Dit gebeurt dankzij het beschikbaar komen van het Actueel Hoogtebestand Nederland. In dit digitale bestand worden zeer kleine hoogteverschillen op korte afstand zichtbaar gemaakt, waardoor restanten van de walletjes rondom de celtic fields gesignaleerd kunnen worden. Op enkele plekken zijn grafheuvels opgenomen in de walstructuren van celtic fields, zoals op het bovenbeschreven Noordsche Veld.

Lang werd gedacht dat celtic fields legerkampen waren. Dit idee is in de 17e eeuw geopperd door de Drentse predikant Johan Picardt. Hij dacht dat de perceeltjes aangaven waar de tenten stonden. Tot in de 20e eeuw kwam de term ‘heidensche legerplaatsen’ voor op topografische kaarten. Er liggen in totaal duizenden hectaren celtic field in Nederland (zie kaart).

Ecologische waarden en potenties

De ecologische waarden van celtic fields zijn sterk afhankelijk van het grondgebruik. Vaak liggen ze in bossen, op heide of in wei- en akkerland. In bossen en vooral op de heide kunnen de ecologische waarden hoog zijn, door het aanwezige microreliëf. Op heidevelden zorgt dat voor verschillende belichting en temperaturen. Dit vergroot de soortenrijkdom van planten en dieren en biedt extra kansen aan insectensoorten zoals de mierenleeuw.

Literatuur

  • Brongers, J.A. (1976), Airphotography and celtic field research in the Netherlands. Nederlandse Oudheden 6. Den Haag.
  • Ginkel, E. van & K. Steenhouwer (1998), ANWB Archeologieboek Nederland. Monumenten van het verleden. ANWB i.s.m. ROB, Den Haag
  • Jansen, P. & M. van Benthem (2005), Historische boselementen – geschiedenis, herkenning en beheer. Wageningen.
  • Kooijmans, L. L. (2005), Nederland in de prehistorie, Bert Bakker Amsterdam (in 2009 een nieuwe druk samen met H. Fokkens en P. van den Broeke)
  • Spek, T., e.a. (2003), Formation and land use-history of Celtic fields in North-West Europe - an interdisciplinary case study at Zeijen, the Netherlands. European journal of Archaeology 6(2). pp. 141-173.
  • Spek, T. (2004), Het Drentse esdorpenlandschap; een historisch-geografische studie. Utrecht.
  • Spek, T. (2004), Het Drentse esdorpenlandschap; een historisch-geografische studie, De belangrijkste bevindingen. Utrecht.
  • ROB (1998), In het voetspoor van de Lunterse boer; Wandelen door de IJzertijd. Archeologische routes in Nederland 19. Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek.

Websites en organisaties

U kunt op deze kennisbank reageren via het reactieformulier.

Deze pagina is voor het laatst bewerkt op 24 aug 2023 om 03:02.