Attentielijst bedreigde wilde bomen en struiken - Groningen

Introductie

Per provincie is een zogenoemde attentielijst gemaakt, met daarin alle soorten bedreigde wilde bomen en struiken van die provincie. Dit is de attentielijst voor Groningen.

Vruchten van grootvruchtige meidoorn
Afb. 1. Vruchten van grootvruchtige meidoorn, de kruising van de in Nederland uitgestorven koraalmeidoorn met tweestijlige meidoorn
Vruchten van beklierde heggenroos
Afb. 2. Vruchten van de beklierde heggenroos, in Groningen een kwetsbare soort
Bottels van de kale struweelroos
Afb. 3. Bottels van de kale struweelroos, in ons land een ernstig bedreigde wilde rozensoort

Inheemse soorten met wilde populaties in Groningen

Een groot deel van Groningen is arm aan oude bossen en houtwallen. In het zuiden van de provincie Groningen komen drie landschappen belangrijk voor wilde bomen en struiken: de Doezemer Mieden, het Westerkwartier en in het oosten Westerwolde met het dal van de RuitenAa. De Doezemer Mieden sluiten aan op de Noordelijke Friese Wouden. Het is een waterrijk oud ontginningslandschap met zwarte elzen, zachte berk en schietwilg, met o.a. tweestijlige meidoorn, grootvruchtige meidoorn, geoorde wilg en heggenroos.

Het Westerkwartier is nog weinig onderzocht maar herbergt zeker verrassingen waaronder meidoorns en wilde rozen. Westerwolde is een bijzonder genenbronnengebied met beekbegeleidende bosrestanten. We zien er zwarte els, es en zomereik met verder o.a. tweestijlige meidoorn, grootvruchtige meidoorn, kale struweelroos, wilde kardinaalsmuts, gewone vogelkers en Gelderse roos. Opmerkelijk is dat de hier voorkomende grootvruchtige meidoorn een andere variëteit is dan de populatie van het potkleigebied Roden-Norg. Diverse ook minder zeldzame soorten zoals Gelderse roos, gewone vogelkers, zomereik, wilde hazelaar, hondsroos, geoorde wilg, es, en eenstijlige meidoorn zijn kwetsbaar geworden. Enkele kansrijke gebieden zijn in de provincie nog niet of onvoldoende onderzocht. Aanbevolen wordt om deze ook in kaart te brengen.

Attentielijst

Wetenschappelijke naam Nederlandse naam
Crataegus laevigata Tweestijlige meidoorn
Crataegus x macrocarpa Grootvruchtige meidoorn
Crataegus x subsphaericea Schijnkoraalmeidoorn
Rosa corymbifera Heggenroos
Rosa vosagiaca Kale struweelroos
Rosa sherardii Berijpte viltroos
Rosa rubiginosa Egelantier
Rosa tomentella Beklierde heggenroos
Salix pentandra Laurierwilg

Soortbeschrijvingen

Meidoorns

Crataegus ssp.: tweestijlige meidoorn (Crataegus laevigata), grootvruchtige meidoorn (Crataegus x macrocarpa) en schijnkoraalmeidoorn (Crataegus x subsphaerica).

Kwetsbaar

tweestijlige meidoorn en grootvruchtige meidoorn

Ernstig bedreigd

schijnkoraalmeidoorn

Meidoorns hebben de tijd overleefd in oude heggen, houtwallen en struwelen. Ook komen wilde meidoorns voor in de struiklaag van lichte bossen en bosranden. De tweestijlige meidoorn kan schaduw verdragen en is meer een bossoort. De tweestijlige meidoorn is een soort van leemhoudende bodems in rivier- en beekdalen en in Zuid-Limburg op krijt- en lössbodems. Een derde meidoornsoort, de koraalmeidoorn (Cratageus rhipidophylla) is waarschijnlijk uitgestorven in Nederland, maar kruisingen met de tweestijlige meidoorn (grootvruchtige meidoorn) komt als gestabiliseerde hybride populatie nog voor. Om die reden worden deze hybriden als autochtone genenbronnen van belang gevonden. Ook met eenstijlige meidoorn kan de tweestijlige meidoorn hybridiseren (Basterdmeidoorn, Crataegus x media) en is dan vaak indicatief voor oude groeiplaatsen.

Ook de hybride koraalmeidoorn x eenstijlige meidoorn, de schijnkoraalmeidoorn (Crataegus x subsphaerica) komt zeldzaam als gestabiliseerde hybride populatie voor, zoals in Twente en in het Rijngebied bij Amerongen. De grootvruchtige meidoorn komt in het areaal van de tweestijlige meidoorn voor, zij het aanzienlijk zeldzamer. Voor de schijnkoraalmeidoorn geldt hetzelfde, maar deze is het meest zeldzaam. Het landschap van Westerwolde met het dal van de Ruiten Aa en mogelijk het Westerkwartier zijn de belangrijkste groeiplaatsen van de wilde meidoorntaxa.

Aanbevelingen

Meidoorns in heggen en houtsingels adequaat snoeien. Intensieve snoei is cultuurhistorisch van belang. Uitgegroeide bloeiende en vruchtdragende meidoorns zijn ecologisch waardevol. Een gevarieerd en cyclisch beheer heeft de voorkeur zodat er verschillende stadia naast elkaar voorkomen. Meidoorns in bossen dienen vrijgesteld te worden zodat de groeiplaats licht genoeg blijft. Vergroting van kleine populaties is noodzakelijk, bij voorkeur door natuurlijke verjonging. Met het juiste beheer is dit zeker haalbaar voor meidoorns.

Wilde rozen

Rosa ssp. Veel wilde rozensoorten zijn ernstig bedreigd. Over het soortbegrip van de wilde rozen is veel discussie. Dat heeft alles te maken met de ingewikkelde genetica van de rozen, het voorkomen van hybridisatie en zelfbevruchting waarbij klonale groepen ontstaan. Een aantal soorten wilde rozen zal al kort na de IJstijd onze streken bereikt hebben, tenminste vanaf 8000 v. Chr. Diverse rozentaxa kunnen waarschijnlijk als gestabiliseerde hybriden worden opgevat. De berijpte viltroos (Rosa sherardii) is recent in Groningen verdwenen. De viltroos (Rosa tomentosa) is waarschijnlijk al eerder verdwenen.

Ernstig bedreigd

kale struweelroos (Rosa vosagiaca) en egelantier (Rosa rubiginosa)

Kwetsbaar

beklierde heggenroos (Rosa tomentella) en de heggenroos ( Rosa corymbifera)

Het landschap van Westerwolde met het dal van de Ruiten Aa en het Westerkwartier zijn de belangrijkste groeiplaatsen van de wilde rozen.

Aanbevelingen

Behalve de hondsroos, de beklierde hondsroos en de heggenroos zijn alle wilde rozensoorten zeldzaam tot zeer zeldzaam. Rozen zijn lichtminners die bij donker wordende milieus in bossen en struwelen in de knel komen. Natuurontwikkelingsprojecten kunnen zowel gunstig als ongunstig zijn afhankelijk van de mate waarin er rekening met de rozen wordt gehouden. Bosrandprojecten leiden vaak tot verslechtering van rozengroeiplaatsen. Een goede registratie van rozengroeiplaatsen en integratie ervan bij het beheer is hier geboden.

Laurierwilg

Salix pentandra

Kwetsbaar

Wilgen worden al eeuwenlang gekweekt en aangeplant voor velerlei doeleinden. Dat heeft vele hybriden en cultivars opgeleverd met eigen kwaliteiten met name voor de griendteelt. Wilgenhout is waardevol voor manden, visfuiken, wannen, bindmateriaal, zinkstukken, hoepels, klompen, huizenbouw enz. Wilgen zijn ook belangrijke nectarplanten voor bijen en de bladeren en twijgen waren ooit belangrijk veevoer. Wilgenhout is vanaf 5500 v.Chr. aangetoond, maar ongetwijfeld waren er al ver daarvoor wilgensoorten aanwezig. Nu de griendteelt zijn economisch belang nagenoeg heeft verloren groeien de voormalige grienden uit tot bossen en bosjes.

De laurierwilg is in ons land een noordelijke soort van de Waddeneilanden, Drenthe en Overijssel. In Groningen komt de soort verspreid voor op natte voedselarme, echter niet te arme, locaties.

Aanbevelingen

De laurierwilg is in Groningen niet bedreigd, maar wel kwetsbaar. Belangrijk is dat de authentieke groeiplaatsen goed bekend zijn bij de terreinbeheerders.


Tekst: Lodewijk van Kemenade en Bert Maes. Meer informatie: wildebomen.nl.

Zie ook

ArtikelenHoort bij deze thema's Trefwoorden

Provinciale attentielijst Groningen

Specialist(en)

Vragen, verbeteringen of opmerkingen?
U kunt op deze kennisbank reageren via het reactieformulier.

Deze pagina is voor het laatst bewerkt op 6 sep 2023 om 18:34.