Nieuw Balinge - Hoogeveenseweg 22-26 - Munitiemagazijnencomplex

(532160) monumentenregisterComplexnummer: 532160

Introductie

Munitiedepot.

Schuin zicht op een eenvoudig laag bakstenen gebouw met zadeldak. Aan de lange zijde bevinden zich vier metalen, bruine, gesloten poorten. Op de achtergrond bomen.
Afb. 1. Overzicht voorzijde west munitiebunker A2, juni 2013. Foto Wouter van der Sar, Beeldbank RCE CC BY-SA 3.0
Een rechte, brede aarden weg door een bos. Rechts vooraan ligt een laag bakstenen gebouw met plat dak aan de weg. In de lange gevel aan de weg bevinden zich twee gesloten bruine metalen poorten. Voor het gebouw staat een vrachtwagen geparkeerd.
Afb. 2. Ligging munitiebunker B1 vanuit het oosten, juni 2013. Foto Wouter van der Sar, Beeldbank RCE CC BY-SA 3.0
Een rechte brede aarden weg door een bos. Aan de linkerkant vooraan een bunker, met de poort goed zichtbaar.
Afb. 3. Ligging grondgedekte munitiebunkers S1 t/m 8 vanuit west, juni 2013. Foto Wouter van der Sar, Beeldbank RCE CC BY-SA 3.0

Kenmerken

  • Datering: 1960
  • Architect: Ministerie van Defensie
  • Bouwstijl: functionalisme
  • Rijksmonument sinds: 10 oktober 2014

Beschrijving

Het munitiemagazijnencomplex Nieuw-Balinge ligt in een relatief jong ontginningsgebied dat tijdens de Duitse bezetting (1940-1945) door Joodse tewerkgestelden is ontgonnen. Het complex is in 1960 gebouwd en in 2009 gesloten.

Het complex van 18,9 hectare bestaat uit een terreinaanleg met in totaal 23 gebouwen, bestaande uit 8 munitiebunkers van het type S (S1-S8), 6 munitiebunkers van het type A (A1-A6), 3 munitiebunkers van het type B (B1-B3) , 3 munitiebunkers van het type C C1-C3, 1 wachtgebouw en 1 onderhoudsgebouw. De bunkers zijn van gewapend beton, onderhoudsgebouw en wachtgebouw zijn ook van baksteen.

Het terrein van het monumentale complex heeft de vorm van een trapezium en is beplant met verschillende soorten bomen en begroeiing met als doel: camouflage van de opstallen en de structuren. Er zijn zowel loof- als naaldbomen geplant. Acht munitiebunkers zijn bovengronds afgedekt met een laag teelaarde en daarop groeien bomen (loof- en naald-) en onderbegroeiing. Vanaf het maaiveld en vanuit de lucht lijkt het munitiemagazijnencomplex een begroeid en geaccidenteerd terrein. Feitelijk is vrijwel het gehele complex beplant en begroeid, met uitzondering van de wegen en de opstelplaatsen (voor motorvoertuigen, bijvoorbeeld aan de voorzijde van de munitiebunkers). De meeste bunkers zijn omgeven door een greppel.

De zes munitiebunkers van het type A1-A6 liggen verspreid over het gehele complex en hebben een rechthoekige plattegrond. Metalen zadeldak. Op de nok 3 ventilatieschoorstenen. Voor de bunker een opstelplaats, geplaveid met betonplaten. Gevels van gele baksteen. Voorgevel ingedeeld met 4 dubbele stalen deuren en op kniehoogte 3 rechthoekige ventilatieopeningen van gegalvaniseerd zink. Rondom de bunker staan 4 hoge metalen masten met bliksemafleiders opgesteld, aan de lange zijden verbonden door kabels. Aan 3 zijden van de bunker lopen greppels. Aan de binnenzijde vier stalen vakwerkspanten.

De drie munitiebunkers van het type B1-B3 zijn gelegen in de noord-oosthoek van het complex. Ze hebben een rechthoekige plattegrond, plat dak, gevels van gele baksteen. Voorgevel met 2 x 2 dubbele stalen deuren en ventilatieluiken op kniehoogte.

Evenwijdig aan de voorgevel staan bij de hoeken 2 masten t.b.v. bliksembeveiliging, onderling door een staalkabel verbonden. Dito aan de achterzijde. Opstelplaats voor de bunker geplaveid met betonplaten. Ongedeelde binnenruimte.

De drie munitiebunkers van het type C1-C3 liggen verspreid over het noordelijke deel van het complex. Zij hebben een vrijwel vierkante plattegrond, een plat dak en gevels van oranje/gele baksteen. Dubbele deur in voorgevel; ventilatieluiken in zijgevel. Evenwijdig aan de voorgevel staan bij de hoeken 2 masten t.b.v. bliksembeveiliging, onderling door een staalkabel verbonden. Dito aan de achterzijde. Opstelplaats voor de bunker geplaveid met betonplaten. De binnenruimte is ongedeeld. De buitendeur is van staal, de binnenmuren van baksteen, het dak is van beton belegd met metalen platen.

De acht munitiebunkers van het type S1-S8 zijn alle naast elkaar geplaatst en noord-zuid gericht, haaks op de zuidelijke lusweg, met opstelplaats voor de bunker. Met uitzondering van de voorgevel is elke gehele munitiebunker van een gronddekking voorzien. Rechthoekige plattegrond. Gewapend beton. De voorzijde in de vorm van een afgeplatte gelijkbenige driehoek met in het midden dubbele deuren (groen, staal) onder betonnen latei. Stalen elektriciteitskastje en ventilatierooster met schuifluik tegen de voorzijde. Op de bunker ligt grond en daarop groeit beplanting (loof- en naaldhout, onderbegroeiing); aan de achterzijde, bovenop, een ventilatiekanaal. Voor de bunker een opstelplaats, geplaveid met betonplaten. Een indeling ontbreekt. Het betonnen interieur is het best voor te stellen als een tientallen meters diep segment van een overwelfde tunnel. Vloer, wanden en overwelving zijn van gewapend beton, wit geschilderd. Uit veiligheidsoogpunt is het elektriciteitscircuit geaard.

Het onderhoudsgebouw heeft een rechthoekige plattegrond. Gevels van gele baksteen ingedeeld met o.a. ingangspartij, samengestelde (stalen) vensters en 2 dubbele, hoge openslaande (stalen) deuren. Lessenaarsdak. Het OG is aan 3 zijden omgeven door een muur van verticaal opgestelde betonplaten ter hoogte van circa 3.00 m en voorzien van een grondkering (m.u.v. de voorzijde). Tussen de 3 gevels en de betonkering is een pad uitgespaard. Om het OG staan als bliksembeveiliging 4 hoge masten opgesteld die door staalkabels zijn verbonden. Betonnen sokkel met restant van vlaggenmast. De indeling bestaat uit een gang met daaraan verschillende vertrekken voor werk en verblijf (3 stuks), sanitair. Het interieur heeft een betonvloer en bakstenen binnenmuren (wit geschilderd) met betegelde plint (antracietkleurig), aardstrippen tegen binnenmuren. Plafond van betoncassettes op stalen balken, H-profiel. Binnenzijden van vensters voorzien van tralies. Stalen binnendeuren met panieksluiting en stalen deurposten. Binnenwand met 2 dubbele schuif-/doorgeefluiken, afsluitbaar en voorzien van aardedraden en koperstrippen. Stalen kozijnen en stalen balken van de dakconstructie eveneens geaard. Elektrische contactdozen en schakelaars van bakeliet.

Het wachtgebouw ligt onmiddellijk ter linkerzijde van de poort en heeft een rechthoekige plattegrond. Gevels van oranje/gele baksteen. Zadeldak van beton met daarop metalen roevendak. Uitspringende ingangspartij met plateau. Samengestelde vensters in alle gevels (staal, beton). Voorgevel (rechts) met roldeur t.b.v. motorvoertuigen, portaalomlijsting van beton. Voorterrein geplaveid met klinkers. Beplanting met o.a. conifeer en rododendron.

Het monumentale complex is kort na 2009 overgedragen aan Natuurmonumenten. De lokale bevolking sprak een sterke voorkeur uit voor de vestiging van een museum op het terrein genaamd Nationaal Museum Joodse Werkkampen. De stichting Joodse Werkkampen is samen met de Stichting Militair Erfgoed initiatiefnemer voor dit museum in en met de militaire gebouwen. Door de nabijheid van het Herinneringscentrum in Westerbork kan een samengesteld lieu de mémoire ontstaan met een zeer bijzondere en coherente genius loci.

Monumentale waarde

Het complex is een tastbare herinnering aan de periode van de Koude Oorlog, toen het Warschaupact (oost) en de NAVO (west) decennialang in een status quo verkeerden (1940-1989).

Het complex is een icoon uit de tijd van de Koude Oorlog. Het is een militair complex met prachtige en gave munitiebunkers, met en zonder gronddekking en bijbehorende dienstgebouwen. Het complex is een proeve van een doelmatige en sobere, op het militaire bedrijf gerichte ontwerpkunst en –kunde waarin esthetiek een ondergeschikte rol vervult en assimilatie met de (natuurlijke) omgeving leidend is. De doelmatige vormgeving, de uiterst hechte constructie en dito materialisatie, uitsluitend toegepast vanwege de militaire functie van het munitiemagazijnencomplex, bepalen zowel het exterieur als het interieur van “Nieuw-Balinge” en verschaffen het ontwerp een bijzondere cohesie met Spartaanse associaties.

De toepassing van gewapend beton en gronddekking, beplanting met bomen en struweel, het ontbreken van ornamentiek of visuele expressie is in optima forma ten uitvoer gebracht en biedt een treffend voorbeeld van militaire bouw- en ingenieurskunde.

Het complex is zodanig ontworpen en uitgevoerd, dat het niet tot nauwelijks in het omgevende landschap opvalt, integendeel, de ware gesteldheid van het terrein is gecamoufleerd door middel van begroeiing, beplanting, kleur en verborgen opgestelde bouwvolumina.

Bronnen en verwijzingen

Meer informatie
Meer over het monumentenregister en de pagina's in deze kennisbank is te vinden in Monumenten - Rijksmonumentenregister.
Meer over wat er is beschermd is te vinden in de leeswijzer.

Vragen, verbeteringen of opmerkingen?
U kunt op deze kennisbank reageren via het reactieformulier.

Deze pagina is voor het laatst bewerkt op 19 dec 2023 om 04:06.