Grafheuvel en urnenveld (cultuurhistorisch beheer)

Grafheuvel op de Veluwe. Het land loopt een beetje omhoog. Bovenop de grafheuvel staan bomen. De grond is bezaaid met bruine bladeren.
Afb 1. Grafheuvel bij Hoog-Soeren, op de Veluwe.
Kaart van Nederland met daarop aangegeven waar urnenvelden en grafheuvels te vinden zijn.
Afb 2. Grafheuvels zijn grafmonumenten daterend van laat Neolithicum tot aan de Late Bronstijd. Urnenvelden zijn grafvelden met lagere grafheuvels die een crematiegrafoverdekken en dateren uit de IJzertijd. Urnenvelden en grafheuvel zijn voornamelijk terug te vinden op de pleistocene zandgronden. (Bron: Archis, RCE).
Foto van een grafheuvel in een weiland. Hij is te herkennen aan de bomen die erop staan.
Afb 3. Het Eppiesbergje, een enorme grafheuvel in de buurt van Odoorn in Drenthe. Hij dankt deze naam aan een zekere Egbert (Eppie) die hier aan de galg zou zijn opgehangen. In de moderne tijd deden veel prehistorische grafheuvels namelijk dienst als galgenberg.
Werklui zijn een grafheuvel aan het herstellen middenin een bos / Herstelwerkzaamheden aan een grafheuvel met behulp van een graafmachine / Werklui staan te overleggen bij herstelwerkzaamheden bij een grafheuvel in een bos
Afb 4, Herstel van een grafheuvel bij Oosterbeek.
Afb 5. Herstel grafheuvel aan de Loolaan, Apeldoorn.
Afb 6. Herstel grafheuvel aan de Loolaan, Apeldoorn.
Twee mannen met schep op een grafheuvel bij Apeldoorn om deze te onderhouden .
Afb 7. Onderhoudswerkzaamheden aan een grafheuvel in de Kroondomeinen bij Apeldoorn.
Man met bladblazer die de grafheuvel onderhoudt.
Afb 8. Onderhoudswerkzaamheden aan een graf heuvel in de Kroondomeinen bij Apeldoorn.
Opgraving van een urnenveld. Aan de rand van de opgraving staan auto’s en mensen toe te kijken en praten.
Afb 9. Opgraving van een urnenveld.

Definitie, ouderdom en verspreiding

Grafheuvels (ook wel tumuli genaamd) en urnenvelden zijn prehistorische begraafplaatsen in of onder met zand of plaggen opgebouwde verhogingen. Sommige dateren uit de Late Steentijd, andere uit de Brons- en IJzertijd. Grafheuvels uit de Late Steentijd zijn in de regel bestemd voor één persoon. In de Bronstijd werden meerdere personen in een heuvel bijgezet, die daardoor groter is. In Nederland zijn uit de Romeinse tijd ook enkele grafheuvels bekend.

Urnenvelden zijn locaties waar tussen 1200 en 500 voor Christus meerdere urnen zijn begraven. Op de begraafplaats werd vaak een lage heuvel opgeworpen, die na verloop van tijd door natuurlijke verwering vaak weer is verdwenen. Om die heuvel werd een greppel gegraven. Ook wanneer die greppel later verdween is de locatie gewoonlijk terug te vinden door verkleuringen in de bodem. Op die manier kan de ligging van urnenvelden deels gereconstrueerd worden. Ze worden nogal eens - bij toeval - aangetroffen in de buurt van grafheuvels. Mede daarom moeten werkzaamheden bij grafheuvels met grote voorzichtigheid worden uitgevoerd.

Grafheuvels en urnenvelden geven informatie over de geschiedenis van de prehistorische bewoning van ons land. Ze hebben een relatie met andere landschapselementen zoals oude akkers, prehistorische bewoningsplaatsen en wegen. Ze geven hiermee een indicatie van de locatie van inmiddels verdwenen nederzettingen. Aan de ene kant zijn grafheuvels waarschijnlijk vaak aangelegd langs wegen, bijvoorbeeld karrensporen. Maar anderzijds zijn sommige wegen georiënteerd op eerder aangelegde grafheuvels of grafheuvelcomplexen.

Grafheuvels treffen we aan op de hogere zandgronden van Drenthe, Overijssel, Gelderland, Utrecht, Brabant en Limburg. Daarnaast zijn ze ook ontdekt in zeekleigebieden, zoals West- Friesland. Ze komen in de grootste dichtheid voor op de Veluwe. Er zijn ongeveer 2300 grafheuvels bekend in Nederland. Het grootste, gedeeltelijk bewaard gebleven urnenveld bevindt zich op de Boshoverheide in de gemeente Weert (Limburg). Hier zijn zo’n honderd heuvels gerestaureerd.

Aantastingen en bedreigingen

Grafheuvels en urnenvelden kunnen te lijden hebben van vandalisme. Ook kunnen dieren schade aanrichten, bijvoorbeeld door vraat of het graven van holen. Frequente betreding van de grafheuvel is eveneens een bedreiging, bijvoorbeeld als gevolg van recreatieve paden voor terreinfietsen, ruiters en motorcrossers. Bosbouw- of landbouwwerkzaamheden, maar ook natuurontwikkeling en plagwerkzaamheden vormen ook een bedreidging voor dit type kwetsbare objecten.

Grafheuvels en urnenvelden zijn vaak begroeid, soms ook met dikke bomen. Dit is nadelig voor het bodemarchief: door de groei van de wortels en het gevaar bestaat dat de boom wanneer die omwaait een groot deel van de heuvel meeneemt. Is de vegetatiebedekking op de heuvel slecht, dan zal erosie optreden.

Deze bedreigingen van grafheuvels zijn deels een gevolg van hun zichtbaarheid, bij urnenvelden komt de belangrijkste bedreiging juist voort uit hun ónzichtbaarheid: aan de oppervlakte is de ligging van de urnenvelden niet of nauwelijks zichtbaar. Het gevaar bestaat dan dat allerlei werkzaamheden zoals aanleg van kabels en leidingen, ploegen en afplaggen het urnenveld beschadigen.

Beheeropties

Behoud en consolidatie

De Rijksdienst voor archeologie, cultuurlandschap en monumenten (RACM) en de Stichting Archeologische Monumentenwacht (AMW) hebben richtlijnen opgesteld voor restauratie en beheer van grafheuvels. Consolidatie, restauratie en inrichting vereisen specialistische kennis en moet daarom ook archeologisch begeleid worden. Win hiervoor altijd advies in bij RACM of AMW. Regulier onderhoud, zoals het verwijderen van opslag is niet vergunningplichtig.

Hoe het oorspronkelijke beheer van de grafheuvels is geweest zal wel nooit bekend worden. In de 19e eeuw werden de grafheuvels als ze in open terreinen lagen waarschijnlijk begraasd, samen met de omgeving. Grafheuvels liggen nu nogal eens in een bos, dat zal oorspronkelijk niet het geval zijn geweest: de terreinen waren veel meer open dan nu. Ze lagen vaak in heideterrein, waarvan grote delen sinds 1850 zijn omgezet in bouwland of productiebos.

Een belangrijk element bij het beheer van grafheuvels is het zichtbaar maken of houden van de grafheuvel. Dit kan door verwijderen van bomen en struiken. Beschadiging in toekomst wordt voorkomen door afzagen de bomen zonder de stobben te verwijderen; dat zou juist schade veróórzaken. Bij het onderhoud hoort ook het herstellen van kleine beschadigingen van het zandlichaam of het plaggendek, zoals konijnengaten of graafwerk door honden. Kleine gaten en oneffenheden kunnen worden opgevuld. Het leggen van gaas onder de gras- of plaggenzode voorkomt een herhaling van gatengraverij. Ook moeten dode takken en rommel verwijderd worden om de grafheuvel beter zichtbaar te maken.

Ligt een grafheuvel in het bos dan kunnen de bomen in een zone van 10 meter gekapt worden om de zichtbaarheid te verbeteren. In verband met de aanwezigheid van archeologische waarden in die zone kan dit alleen na controle en advisering door RACM/AMW gebeuren. De herstelde delen van de heuvel worden met plaggen bedekt om verstuiving te voorkomen. Die plaggen moeten uiteraard nooit van de heuvel zelf worden gehaald, maar ook niet binnen een kring van 10 meter rondom de grafheuvel. Het afdekken gebeurt wel met gebiedseigen materiaal: plaggen op heide of grasland, strooisel in een bosgebied.

Gewoonlijk wordt ernaar gestreefd dat de vegetatie op de grafheuvel niet afwijkt van die van de om geving. Maaiwerkzaamheden op en rond de grafheuvel moeten verricht worden met licht materieel: een bosmaaier of een eenassige trekker met dubbele banden en maaibalk. Door het maaisel af te ruimen voorkomt men verruiging en kan op den duur minder frequent gemaaid worden. Er is geen bezwaar tegen begrazing door kleinvee (schapen), als er maar opgelet wordt dat er geen beschadiging plaatsvindt door intensieve betreding.

Bij veel grafheuvels worden tegenwoordig informatiepanelen geplaatst. Daarvoor is geen vergunning nodig als dat buiten de 10 meter beschermde randzone gebeurt of bij monumenten buiten de rand van het beschermde deel.

Restauratie

Delen van grafheuvels die verloren zijn gegaan kunnen weer aangevuld worden met zand. Gebruik daarvoor streekeigen materiaal, dus afkomstig vanuit de directe omgeving. Verder gelden voor deze werkzaamheden dezelfde richtlijnen en adviezen als voor het reguliere beheer. Nog nadrukkelijker moet bij deze beheervariant de betrokkenheid van archeologen zijn (RACM/AMW). Het beheer van een hersteld document moet vastgelegd worden in een toetsbaar beheerplan.

Reconstructie

Reconstructie van een grafheuvel kan gebeuren op een plaats waarvan bekend is dat er vrij recent nog grafheuvels lagen. Of in een gebied waar de grafheuvel een schaars fenomeen is, om een relatie met andere elementen in het landschap zichtbaar te maken. Ook is het mogelijk dat van voormalige grafheuvels alleen de ondergrondse sporen nog bewaard zijn gebleven. In dit geval is bestudering van oud kaartmateriaal en oude inventarisaties een eerste en noodzakelijke stap.

De reconstructie van urnenvelden is meestal geen zinvolle bezigheid: ze zijn onopvallend en worden gewoonlijk pas bij toeval ontdekt, bijvoorbeeld bij de uitvoering van werkzaamheden, zoals restauratie van nabij gelegen grafheuvels of de uitvoering van bouw- en aanlegwerkzaamheden. Wel is bijvoorbeeld in het Brabantse dorp Someren een als gevolg van een opgraving verdwenen urnenveld gemarkeerd in de bestrating van een woonwijk.

Behoud door ontwikkeling

Grafheuvels en in mindere mate urnenheuvels spreken erg tot de verbeelding. Het reconstrueren van verdween grafheuvels kan dan ook een aansprekend project zijn. Op verschillende plaatsen in Nederland bestaan al wandelroutes en fietsroutes langs grafheuvels en andere archeologische objecten, zoals de TRAP-routes van de RACM (voorheen ROB). De grafheuvels dienen zich ook uitstekend voor educatieve projecten.

Een voorbeeld van reeds uitgevoerd beheer

“Je hebt bij deze projecten geen standaardsituaties”

De Stichting Archeologische Monumentenwacht (AMW) controleert in opdracht van terreineigenaren de fysieke toestand van archeologische monumenten en adviseert over beheer en onderhoud. Rob Datema is bij de AMW hoofd Monumentenwacht. Hij vertelt over een grafheuvelcomplex bij Venlo.

Wie is de eigenaar?

De gemeente Venlo.

Sinds wanneer zijn jullie erbij betrokken?

Sinds 1999.

Welke andere partijen zijn er bij betrokken?

De RACM, de Stichting Instandhouding Kleine Landschapselementen in Limburg (IKL), de eigenaar gemeente Venlo en de beheerder, het Limburgs landschap. In het begin ook de toenmalige eigenaar, een bedrijf dat er vlakbij zand en grind won.

Waar kwam de historische informatie vandaan?

Die kwam van de ROB.

Wat troffen jullie aan?

Vijf grafheuvels die er erg slecht aan toe waren. Delen waren vergraven, er stonden grote bomen op en er waren wat bomen omgevallen. Ook werd er gecrost met motoren, ook over de heuvels. Ze liggen in naaldbos, aan de rand van een groeve.

Wat gebeurde er daarna?

De ROB verrichte proefboringen om de omvang van de heuvels precies vast te stellen. Het bleken grote heuvels te zijn,geweest, met diameters van 16 tot 21 meter. De AMW maakte een herstelplan en daarna werden de heuvels vrij gezaagd en gerestaureerd.

Kregen ze een nieuwe functie?

Ze vormen nu een herinnering aan een bepaalde periode van de bewonings - geschiedenis.

Wat gaat er nu verder gebeuren?

Het IKL heeft een beheersovereenkomst opgesteld. De AMW inspecteert de heuvels elke twee jaar: ze zitten in ons abonnementsysteem. Als er bij inspectie blijkt dat er iets gedaan moet worden, stelt de AMW aanvullend onderzoek voor dat vervolgens wordt uitgevoerd door het IKL.

Wie was de trekker?

IKL, dat coördineerde en ook een groot deel van de financiering en de publiciteit regelde.

Waren er onverwachte ontwikkelingen of winstpunten?

Nee, geen archeologische vondsten of dergelijke. Wel werd de onderzoekssleuf uit 1964 teruggevonden. Dit grafveld was al sinds 1880 bekend.

Waren er problemen of complicaties?

  • In het begin wat 'aanloopproblemen' met de toenmalige eigenaar.
  • Door de opknapbeurt is de omgeving opener geworden en de heuvels daardoor beter zichtbaar. Een informatiepaneel is vernield en er werd ook weer gecrost. Door extra surveillance is dat opgelost.

Heb je aanbevelingen?

  • Let erop dat er geen standaard situaties bij dit soort projecten bestaan. Het blijft maatwerk.
  • Houd rekening met een langdurend vergunningentraject, de eisen zijn verscherpt en de inzagentermijnen zijn langer. De uitvoering kan daardoor vertraagd worden, bijvoorbeeld door de flora en faunawet.
  • Hoewel dit soort projecten bij bedrijven steeds meer gaan leven, kunnen particulieren die zo'n element bezitten soms nog weinig enthousiast over beheer of restauratie zijn. Dat kan de planning vertragen.
  • Zorg voor schriftelijke afspraken met andere partijen over onderhoud, ook van het informatiepaneel.

Nader signalement

In de oudste aanlegperiode waren de grafheuvels laag, waardoor nu vaak geen verhoging meer zichtbaar is. Ligt een aantal van die zogenaamde vlakgraven bij elkaar dan noemen we dat nu een urnenveld. Die graven kunnen tussen heuvels liggen die nu nog als verhoging zichtbaar zijn. In latere perioden werden de heuvels verhoogd met grasplaggen en er werd een greppel rond de heuvel gegraven en soms een palenkrans op de heuvel geplaatst. Grafheuvels uit de Steentijd liggen op lage plekken in het landschap, nogal eens in de buurt van akkers. Vanaf de Bronstijd werden hogere grafheuvels gemaakt, eveneens met behulp van plaggen. Soms werden ook oude heuvels uitgebreid, opgehoogd, of aangevuld met nieuwe bijzettingen. Ze konden dan tot 20 meter in doorsnee worden en meer dan 2 meter hoog, ze liggen vaak op natuurlijke hoogten, meestal in grote groepen bij elkaar. Maar ze komen ook verspreid liggend voor.

Sommige grafheuvels heten ‘galgenberg’: soms zijn de opvallend hoge grafheuvels uit de Bronstijd in de Middeleeuwen of later gebruikt om geëxecuteerde misdadigers aan de galg tentoon te stellen. Ze worden dan galgenberg genoemd, maar ze zijn voor zover bekend nooit speciaal voor dat doel aangelegd. Er kunnen stenen resten van fundamenten in de heuvel liggen. Deze hoge grafheuvels lagen vaak langs doorgaande wegen, waardoor het afschrikwekkend voorbeeld van de galg groot was. Soms werden de resten van de terechtgestelde later in de grafheuvel begraven. Een mooie galgenberg met resten van fundamenten ligt bij Amerongen. Nederland kent er enkele tientallen. De grafheuvel kan later ook een functie als markering hebben gehad: van een markegrens of ter oriëntatie langs oude karrenwegen.

Ecologische waarden en potenties

De grafheuvels waren in het algemeen gelegen in streken met heide. De vegetatie zal dan ook gewoonlijk kort zijn geweest. Er is sprake van een glooiing, maar die was niet zo steil dat die een bijzondere klimaat of extreme groeiomstandigheden opleverde. Op niet gerestaureerde grafheuvels staat toch vaak een afwijkende vegetatie, met bijvoorbeeld adelaarsvaren.

In bouwland uitgespaarde grafheuvelgroepjes dienen soms als refugia voor bedreigde dier- en plantensoorten. Het ruim vrijstellen van grafheuvels in dicht bosgebied zorgt voor meer variatie in de vegetatie. Door het terrein te verschralen (maaien en afvoeren maaisel) krijgen zeldzame kruiden meer kans. Bij uitgekiend beheer zijn grafheuvels botanisch waardevol door het reliëf: variatie in zon- en schaduwzijde en in vochtigheid.

Literatuur

  • Ginkel, E. van en K. Steehouwer (1998), ANWB Archeologieboek Nederland. Monumenten van het verleden. Den Haag.
  • Ginkel, E.J. en B.J. Groenewoudt (z.j.), Archeologische landschapselementen. Utrecht.
  • Grafheuvels – Informatieblad Archeologisch Landschapsbeheer. Uitgave Stichting Archeologische Monumentenwacht en Monumentenwacht Noord-Brabant.
  • Jelgersma, H.G. (1978), Galgebergen en galgevelden in West- en Midden-Nederland. Zutphen.
  • Klok, R.H.J. (1978/79), Ontmoetingen met onze vroegste historie. Prehistorische grafheuvels op de Veluwe Overdruk uit Tijdschrift Koninklijk Nederlands Archeologisch Genootschap.

Websites en organisaties

  • Stichting Archeologische Monumentenwacht, www.archeomw.nl.
  • Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten, www.racm.nl.
Vragen, verbeteringen of opmerkingen?
U kunt op deze kennisbank reageren via het reactieformulier.

Deze pagina is voor het laatst bewerkt op 24 aug 2023 om 03:01.