Tilburg - Louis Bouwmeesterplein 1

< Rijksmonumenten

(532169) monumentenregisterMonumentnummer: 532169

Introductie

Schouwburg.

Op de voorgrond de ingang van de schouwburg, een rechthoekig laag bouwvolume met een luifel. Daarachter een afgerond bakstenen bouwvolume.
Afb. 1. Omgeving exterieur van de schouwburg, september 2012. Foto door Sergé Technau, Beeldbank RCE CC BY-SA 3.0

Kenmerken

  • Datering: 1955-1961
  • Architect: Ir. B. Bijvoet, Prof. G.H.M. Holt
  • Bouwstijl: Geen specifieke stroming
  • Rijksmonument sinds: 26 juni 2015

Geschiedenis

Binnen het centrumplan voor Tilburg, dat in de jaren 60 en 70 van de twintigste eeuw werd uitgevoerd, was een kavel met een bijzondere vorm beschikbaar voor de bouw van de schouwburg. Dit verklaart de opzet van het gebouw met een lang glazen toegangsgedeelte, van waaruit het deel met de theaterzalen wordt bereikt. Door de architectonische opzet opent het gebouw zich naar de stad. Een visuele relatie het plein voor het Paleis-raadhuis wordt bewerkstelligd door deze glazen gang en de met metselwerk beklede foyerruimte rondom de theaterzalen, die de vorm van een wal heeft en van waaruit grote rondlopende vensterpartijen uitzicht bieden op de stad. ’s Avonds bood de verlichte schouwburg ook een uitnodigende, feestelijke aanblik vanuit het centrum. Auto’s kunnen vanaf de schouwburgring voor het gebouw komen voorrijden, zodat theaterbezoekers voor de deur (onder de luifel) kunnen uitstappen.

Exterieur

Het gebouw bestaat uit drie hoofdvolumes, een vleugel met glazen wanden, een rond volume in metselwerk met daarin de grote zaal en met daaromheen een walvormige foyer, daarachter de toneeltoren met aan weerszijden jalouziebouw. De schouwburg is gebouwd van beton, met baksteenmetselwerk en glasvensters in stalen profielen.

Interieur

In het glazen gedeelte is de entree, met een kassa, garderobebalie, foyer en grote trappartij. Hier is ook een restaurant gevestigd. De ruimte op de vide kan ook als tentoonstellingsruimte fungeren. Het glazen bouwdeel leidt naar de grote zaal, met 555 plaatsen beneden, 175 op elk van twee balkons. Bijvoet wilde de zaal ‘geconcentreerd’ laten zijn, met weinig afstand tussen het publiek en het toneel. Om de grote zaal heen ligt de foyer in de vorm van een wandelgang, door de architect Bijvoet de ‘salle des pas perdus’ genoemd. Tegen de grote zaal aan ligt de artiestenfoyer. Daarnaast toiletten. Er is een scheiding met de vertrekken die alleen voor artiesten en personeel bereikbaar zijn, met ruimtes voor de toneelmeester, toneelpersoneel, diverse kleedkamers, een grote toneelberging, de toneelsluis en nog een artiestenfoyer.

De kleine zaal is gelegen onder de grote zaal en is apart toegankelijk, via de entree met een de luifel met de naam “studio”. De kleine zaal telt ca 400 plaatsen en heeft eigen garderobes en foyerruimten.

Bijvoet ontwierp ook het interieur met onder andere een indrukwekkende trappartij met daarboven een zaagtandplafond, een opvallende aluminium cilinder wenteltrap, bars, tafeltjes, ligbanken, verlichtingsornamenten en aluminium balustrades.

De gebruikte materialen zijn: schoon metselwerk met reliëf van schuin uitstekende koppen, natuursteen (vloeren, balie bij de garderobe, pleister- en stucwerk (wanden, plafonds), aluminium (wenteltrap, tafeltjes, bars), donkerrode vloerbedekking, stoelen in grote zaal bekleed met donkerrode stof. De werking van het kunstlicht is een belangrijk immaterieel element.

Bijvoet en Holt ontwierpen ook het interieur en een deel van het meubilair. Van belang zijn o.a. de zogenaamde “Cleopatra banken”, rustbanken in staal en bekleed met zwart leer, tafeltjes en zuilen met spiegels bekleed en voorzien van een tafelrand erom heen waarop een glas neergezet kan worden, verder aluminium tafeltjes en verlichtingsornamenten. Er zijn meubels aanwezig van de ontwerpers Bijvoet, Martin Visser, Paul Kjaerholm en Arne Jacobsen.

De letters “studio” op de luifel boven de entree van de kleine zaal zijn ontworpen door Josephine Holt, dochter van de architect en echtgenote van de architect Cees Dam.

In 1990-1996 heeft een renovatie plaatsgevonden door de Architectengroep Tilburg (DAT). Hierbij zijn wijzigingen aangebracht om het gebouw te laten voldoen aan actuele regelgeving. Aanpassingen zijn gedaan op het gebied van akoestiek, installaties, constructie, lichttechniek. Twee vrachtwagenliften zijn aangebracht. De wijzigingen zijn in vier fases uitgevoerd. Recentere wijzigingen zijn vernieuwing van de entree door DAT in 2011 en aanpassingen aan de kleine zaal met aanbrengen van een extra bar in 2012.

Monumentale waarde

De schouwburg is een bijzondere uitdrukking van de culturele en maatschappelijke ontwikkeling, vanaf de jaren vijftig en in de jaren zestig, waarbij een schouwburg gezien werd als noodzakelijk onderdeel van een gemeenschap. De theaterfunctie is gecombineerd met een restaurant. De grote raampartijen die de communicatie met de stad verbeelden zijn kenmerkend voor het sociale karakter van de theaterbouw in deze periode. De kleine zaal bood o.a. ruimte voor experimenteel theater, wat zeer kenmerkend is voor dit tijdperk.

Het gebouw is van belang voor de architectuurgeschiedenis, vooral voor de geschiedenis van de theaterbouw. Bovendien is het een belangrijk werk in het oeuvre van de architecten Bijvoet en Holt.

Ook is sprake van bijzonder materiaalgebruik, met het decoratieve metselwerk en de ronde glazen vensters.

Er is een bijzondere samenhang van het exterieur en het interieur met fraaie ruimtewerking. De relatie met buiten, de interieurafwerking en inrichting, als een geheel ontworpen door de architecten, is van groot belang.

Bronnen en verwijzingen

Meer informatie
Meer over het monumentenregister en de pagina's in deze kennisbank is te vinden in Monumenten - Rijksmonumentenregister.
Meer over wat er is beschermd is te vinden in de leeswijzer.

Vragen, verbeteringen of opmerkingen?
U kunt op deze kennisbank reageren via het reactieformulier.

Deze pagina is voor het laatst bewerkt op 28 mrt 2024 om 14:54.