Arnhem - Rosendaalseweg 505 - Nieuwe Kerk

< Rijksmonumenten

(532198) monumentenregisterMonumentnummer: 532198

Introductie

Opstandingskerk met kosterswoning.

modern kerkgebouw aan een voorplein
Kerk, ingangshal en nevenruimten vanuit het zuiden. Foto: beeldbank RCE, 2004 CC BY-SA 4.0
modern kerkgebouw in een gazon
De kerk uit het zuidwesten. Foto: Herman Wesselink, 2020
glas-in-betonraam in een bakstenen muur
Glas-in-betonraam zuidgevel. Foto: Herman Wesselink, 2020
modern protestants kerkinterieur met wandkleed en banken
Interieur met zicht op liturgisch centrum, glas-in-betonraam en wandkleed. Foto: beeldbank RCE, Nanette de Jong, 2012 CC BY-SA 3.0

Kenmerken

  • Datering: 1959-1962
  • Architect: Rotshuizen & Dekker
  • Bouwstijl: naoorlogs modernisme
  • Rijksmonument sinds: 31 juli 2015

Het kerkgebouw werd opgetrokken als gereformeerde wijkkerk aan de rand van de Arnhemse wijk Geitenkamp. De oorspronkelijke naam was Opstandingskerk. Het complex, bestaande uit een kerkzaal, klokkentoren en aangebouwde nevenruimten, is opvallend gesitueerd tegen de flank van de Veluwezoom. De architect paste de zogenaamde verdiepingskerk toe, waarbij hij het niveauverschil van kerkzaal en souterrain inpaste in de hellende omgeving. De ellipsvormige kerkzaal bestaat uit een doorlopende, gebogen wand die grotendeels gesloten is. De functie van de kerkruimte onderscheidt zich door middel van de gesloten wand ten opzichte van de veel opener ontworpen nevenruimten. Het interieur is voorzien van kunstwerken, waaronder een glas-in-betonraam en een wandkleed uit de bouwtijd, kenmerkend voor de korte opleving van kunst in gereformeerde kerkgebouwen gedurende de jaren 1960. In 2020 is de kerk inwendig verbouwd tot multifunctionele ruimte en sindsdien heeft het de huidige naam "Nieuwe Kerk".

Geschiedenis

Al voor de Tweede Wereldoorlog waren er plannen voor een nieuw kerkgebouw, gesitueerd op de hoek van de Julianalaan en de Karthuizerstraat. Op die plek is in 1949 een noodkerk van betonplaten neergezet: de Julianakerk. Tot die tijd werd gekerkt in het gymlokaal van de Talmaschool. Voor de bouw van het nieuwe gebouw aan de Julianalaan werd een ontwerpprijsvraag uitgeschreven. Onder het motto “Hora est” won ir. Rotshuizen, lid van de Gereformeerde Kerken in Nederland. Het plan werd echter niet uitgevoerd en er werd een andere, betere locatie voor een kerkgebouw gevonden, waarvoor Rotshuizen de ontwerpopdracht kreeg.

De naam Opstandingskerk is het resultaat van een prijsvraag onder de gemeenteleden en was geïnspireerd op de haan in het glas-in-betonraam (de haan die Petrus wakker riep is een symbool van de Opstanding). Rotshuizen was lid van de Gereformeerde Kerk Arnhem. Rotshuizen heeft meer kerken ontworpen, onder meer de Salvatorkerk uit 1954-55 en deKandelaar uit 1975, beide gereformeerd en in Arnhem. In 1969 is er brand geweest op de benedenverdieping. In de loop der jaren zijn meubelen en kunstwerken van elders in het kerkgebouw ingebracht

Omschrijving

Stedenbouwkundige situering

De kerk ligt niet in een rijksbeschermd stads/dorpsgezicht. Bij het ontwerp is gebruik gemaakt van de helling op het terrein, waardoor men letterlijk “opgaat” naar de kerk. Het geheel is gesitueerd aan de Rosendaalseweg, een belangrijke verbindingsweg tussen het centrum en Rozendaal. Het terrein wordt omgeven door woningen van de wijk Geitenkamp en Monnikenhuizen. De kerk bevindt zich tussen de groengebieden van Monnikenhuizen en park Angerenstein in Arnhem-Noord.

Exterieur

Het aanzien van het kerkgebouw wordt bepaald door de vrije en verhoogde ligging op een helling. verbindingsweg. Aan de voorzijde van het kerkgebouw ligt een gazon met enkele bomen. Een oprit leidt omhoog naar een voorpleintje met twee niveaus. Het pleintje wordt aan de zuidoost zijde begrensd door de hoge eivormige kerkzaal met de aangebouwde toren, aan de noordoost zijde door het lagere rechthoekige bijgebouw en door bakstenen plantenbakken. De bouwmassa van de kerk is vrij gesloten. De massieve hoge muren met afgeronde hoeken geven de kerk een log, maar opvallend uiterlijk. De benedenverdieping heeft in de voorgevel een brede glaspui met metalen kozijnen en een dubbele deur. De onderverdieping is van de kerk gescheiden door een betonnen band. In de voorgevel van de kerkruimte is een betonnen paneel, waarin kleine raampjes van gekleurd glas zijn geplaatst. In de achtergevel zijn hoge rechthoekige vensters geplaatst.

De klokkentoren is gedeeltelijk in de rechterhoek van de voorgevel geplaatst. In doorsnede is de toren wigvormig met en afgeronde voor- en achterzijde. De ruimte voor de klokken is voorzien van echthoekige openingen in de zijgevels van de toren.

gebouw: constructietechniek

De kerkzaal is opgetrokken in gele, gemêleerde baksteen. De gevels van het bijgebouw zijn roder en voorzien van willekeurig gesitueerde, verdiepte kruisvormen in het metselwerk. Platte daken. Houten deuren. Grote vensterpartijen ter hoogte van de secundaire ruimtes en het bijgebouw

Interieur

Het hoogteverschil op het terrein is gebruikt om onder de kerkzaal een benedenverdieping met secundaire ruimtes te creëren. Hierin zijn de vergaderzalen en andere ruimtes ondergebracht.

Interieur: afwerking

In het kerkgebouw zijn de indeling en de oorspronkelijke interieurafwerkingen aanwezig, zoals de leistenen, betonnen en tegelvloeren, schoon metselwerkwanden en schrootjesplafonds. Ook resteren elementen als de kansel, het doopvont, het wandkleed, het orgel en kerkbanken. Leisteen vloer in de kerkzaal. Vloer van gewassen grindbetonplaten in de hal. Vloeren van kleine witte en grijze tegeltjes op diverse plekken. Wanden van schoon metselwerk. Plafond met zig-zagprofiel en afgewerkt met overdwars aangebrachte schrootjes in de kerkzaal. Schrootjesplafond in de hal.

Kunstwerken/orgels/gedenktekens/meubels die onderdeel zijn van het monument

nr. 1. Muurperforatie. Materiaal/techniek: glas-in-beton. Het glas was afkomstig uit België. Locatie (in/aan het beschermde monument): hoog in de zuidwestgevel. Kunstenaar: Albert Diekerhoff (1917-1997), beeldhouwer uit Arnhem. Met assistentie van mw. A. van Salland uit Arnhem (pseudoniem,1915-2007). Voorstelling: Petrus met haan en opgaande zon, symbool voor de dag van Christus’ opstanding. Datering Circa 1962

nr. 2. Orgel. Materiaal/techniek: elektrisch pijporgel. Mahoniehouten kast. Locatie (in/aan het beschermde monument): in de kerkzaal, op het balkon boven de toegangsdeuren. Kunstenaar: Fa Van den Berg & Wendt, Nijmegen/Zwolle. Datering 1965. In 1969 hersteld na brandschade. Afmetingen: 4,4m breed, 5,5m hoog, 1m diep

Nr. 3. Doopvont, aangeboden door de jeugd. Materiaal/techniek: ruw bewerkte natuursteen. Locatie (in/aan het beschermde monument): in het liturgisch centrum in de kerkzaal. Ontwerp: de heren K.W. Ganzevoort en M. Bakker, twee leden van de jeugdraad. Uitvoering: steenhouwerij Meijer. Datering circa 1962

nr. 4. Kansel, anonieme schenker. Materiaal/techniek Ruw bewerkte natuursteen. Locatie (in/aan het beschermde monument). In het liturgisch centrum in de kerkzaal. Kunstenaar Ontwerp: J. Rotshuizen, de architect van het kerkgebouw. Uitvoering: steenhouwerij Meijer. Datering circa 1962

nr. 5. Wandkleed. Materiaal/techniek: appliqué-techniek. Lapjes textiel afkomstig van de gemeenteleden en winkeliers. Locatie (in/aan het beschermde monument): tegen de achterwand van het liturgisch centrum (zuidwestgevel). Kunstenaar: mw. A. van Salland uit Arnhem (pseudoniem, 1915-2007). Voorstelling: de Ware Wijnstok. Datering 1963. Hersteld in 1968 na brandschade en in 1997. Afmetingen: circa 2m hoog en 10m breed

nr. 6. Drie luidklokken, tonen d, e en fis. Materiaal/techniek: klokkenbrons (koper/tin) met klepels van mangaanbrons. Locatie (in/aan het beschermde monument): toren. Kunstenaar: Nederlandse Klokkengieterij B. Eysbouts nv te Asten. Voorstelling: opschriften resp.: “wij luiden tot eer”, “van God de Heer” “anno 1962”. Datering 1962

nr. 7. ramen afkomstig uit de gesloopte Pniëlkerk in Arnhem. Materiaal/techniek: gebrandschilderde ramen Locatie (in/aan het beschermde monument): het oorspronkelijke raam is uit elkaar gehaald en in de kerkzaal herplaatst. Zes delen zijn voor de vensters in de noordwestgevel geplaatst; de rest tegen de zuidwestgevel. Kunstenaar: Johan Mekkink (1904-1991) uit Oosterbeek. Voorstelling: diverse christelijke symbolen Datering 1961. In 2000 in de Opstandingskerk ingebracht

Waardering

Cultuurhistorische waarde

Het kerkgebouw is een uitdrukking van de ontwikkelingen op religieus gebied, met name die in de gereformeerde kerk. De Opstandingskerk is als nieuwe wijkgemeente een voorbeeld van de naoorlogse expansie. Het kerkgebouw is een uitdrukking van de naoorlogse verzuiling. In de Opstandingskerk wordt dit geïllustreerd door de vele nevenruimtes. De Opstandingskerk is een voorbeeld van het in de jaren 1950-1960 vaak toegepaste type van de zaalkerk. Kenmerkend voor de naoorlogse kerkenbouw is de klokkentoren van bescheiden formaat.

Architectuur- en kunsthistorische waarde

Het kerkgebouw is een voorbeeld van het naoorlogse neo-expressionisme, te herkennen in de ei-vormige plattegrond, de plastische, gebogen gevels van de kerkzaal en de afgeronde vorm van de toren. De Opstandingskerk is een belangrijk ontwerp binnen het oeuvre van de Arnhemse architect ir. Jan Rotshuizen (1917-2007).

De Opstandingskerk heeft een bijzondere vormgeving. De kerk vertoont neo-expressionistische trekken door zijn afgeronde hoeken (ook van de toren) en niervormige plattegrond. Daardoor is deze kerk een vrij unieke variant van een verdiepingskerk. Het gebouw kent een contrast in de architectuur van de kerkzaal en die van de secundaire ruimtes. De kerkzaal is een besloten ruimte met weinig en hooggeplaatste ramen, waardoor de buitenwereld buitengesloten wordt en tegelijkertijd een sterke concentratie naar binnen ontstaat, op het liturgisch centrum. De secundaire ruimtes daarentegen zijn open vormgegeven, met grote raampartijen.

In het kerkgebouw zijn kunstwerken aanwezig als het glas-in-beton en het wandkleed. De kerk illustreert de opkomst van het toepassen van kunst van religieuze aard in de protestantse kerkbouw, wat een breuk met het verleden betekende. Het wandkleed domineert de ruimte door zijn omvang en de soberheid van de verdere inrichting. Rotshuizen ontwierp zowel het exterieur als het interieur.

Situationele en ensemblewaarde

Het kerkgebouw is zeer beeldbepalend door de vrije en verhoogde ligging op een helling langs een drukke verbindingsweg. Ook door zijn omvang is het gebouw beeldbepalend. De klokkentoren werkt als een markeringsteken. De situering en opzet van het gebouw is afgestemd op het terrein en maakt gebruik van de reeds aanwezige niveauverschillen. De verhoogde ligging met een oprit maar het voorplein maakt een letterlijk “opgaan” naar kerk mogelijk. Dit laatste is vaker toegepast bij kerken uit deze periode.

Gaafheid en herkenbaarheid

Het exterieur en het interieur zijn op enkele punten aangepast, waardoor de gaafheid zeer beperkt is aangetast. Het aanzien van het gebouw is niet wezenlijk veranderd. Het beeld van de eivormige kerkzaal met klokkentoren is er nog. In het interieur is de oorspronkelijke plattegrond nog grotendeels aanwezig, evenals interieurafwerkingen en elementen als de kansel, doopvont en wandkleed. De toegevoegde raampartij in de kerkzaal is een aantasting van de beslotenheid van de zaal, maar is aan de minst zichtbare zijde gerealiseerd. De oorspronkelijke indeling van de kosterswoning is nog te herkennen aan de aanzetten van de binnenwanden. De uitbreiding aan de voorzijde is het pand in stijl uitgebreid. De nieuwe entreepartij is door zijn vormgeving als latere toevoeging herkenbaar. Het karakter van het oorspronkelijke bankenplan is nog gedeeltelijk aanwezig. De gaafheid is behouden, ondanks het vervangen van enkele ramen. Het kerkgebouw is als zodanig nog steeds herkenbaar en functioneert nog steeds als protestantse kerk. De hoge en vrijstaande ligging aan een pleintje en gazon langs de verbindingsweg is nog altijd van toepassing.

Zeldzaamheid

De kerk is één van de eerste gereformeerde kerken (waar het woord altijd belangrijker was dan het beeld) waar monumentale kunst een belangrijke rol speelde in het ontwerp. Dat geldt bijvoorbeeld voor het glas-in-betonraam aan de zuidgevel van de kerk, maar vooral voor het grote wandkleed achter het liturgisch centrum dat in het ontwerp van de kerkruimte al ingepland was.


Bronnen en verwijzingen

Zie ook

ArtikelenHoort bij deze thema's Begrippen

Modernisme, glas-in-betonramen, wandkleden, klokkentorens, wederopbouw en Wederopbouwperiode

Specialist(en)Meer informatie

Meer over het monumentenregister en de pagina's in deze kennisbank is te vinden in Monumenten - Rijksmonumentenregister.

Meer over wat er is beschermd is te vinden in de leeswijzer.
U kunt op deze kennisbank reageren via het reactieformulier.




" "

Deze pagina is voor het laatst bewerkt op 5 sep 2024 om 03:00.