Tilburg - Warandelaan 2

< Rijksmonumenten

(532244) monumentenregisterMonumentnummer: 532244

Introductie

Universiteitsgebouw met binnenhoven.

Frontale foto van rastervormige gevel met een grid van rechthoekige ramen, twee etages hoog. Voor de gevel staat een rij met hoge bomen.
Afb. 1. Exterieur, september 2012. Foto door Sergé Technau, Beeldbank RCE, CC BY-SA 3.0
Vrij gesloten zijgevel in grijze natuursteen met enkel smalle vensteropeningen op de tweede etage. In het midden een brede onderdoorgang met doorkijk naar een binnentuin. Onder de onderdoorgang staan links en rechts fietsen geparkeerd.
Afb. 2. Gevel met onderdoorgang naar binnenhof, september 2012. Foto door Sergé Technau, Beeldbank RCE, CC BY-SA 3.0
Foto van binnen naar buiten, zicht op binnentuin met strak hoekige beplanting; lage hagen en een paar geknotte bomen en sculpturen. De binnentuin is zichtbaar doorheen een hoge glazen wand (van vloer tot plafond).
Afb. 3. Binnenhof, september 2012. Foto door Sergé Technau, Beeldbank RCE, CC BY-SA 3.0
Foto vanaf de mezzanine. Rechts kijk je naar beneden in een vide, met aan de rechterkant hoge ramen en metselwerk in gele baksteen. Links een reeks vierkante zwarte zuilen.
Afb. 4. Interieur, september 2012. Foto door Sergé Technau, Beeldbank RCE, CC BY-SA 3.0

Kenmerken

  • Datering: 1959-1962
  • Architect: Jos Bedaux
  • Bouwstijl: niet in te delen volgens bepaalde stroming
  • Rijksmonument sinds: 9 april 2015

Exterieur

Rechthoekige plattegrond met twee binnenhoven. Gevels alle vier even hoog (11 meter). Aula, centraal trappenhuis en de grote collegezaal steken er bovenuit. Vensters in verschillende formaten, ritmisch geplaatst. Geveldelen met geprefabriceerde puien. Een brede onderdoorgang in de oostgevel leidt naar een van de binnenhoven. In de binnenhoven een groenaanleg met geometrisch ontwerp. De buitengevels zijn bekleed met platen van lichtgrijze Muschelkalk. Zij bestaan uit drie halfsteenswanden met twee spouwen waarvan de verbindingen ten opzichte van elkaar verspringen. Geprefabriceerde glazen puien.

Interieur

Het interieur kent nog grotendeels de oorspronkelijke indeling. Interieur: begane grond: bibliotheek, hoofdtrappenhuis, instituten, senaatszaal, kamer curatoren, administratiekamers, koffiekamer, aula, collegezaal, werkkamers, twee. Daaromheen gangen die zich hier en daar verbreden zodat ontmoetingsplekken ontstaan.

Een tussenverdieping (mezzanine) met silentium en leeszaal. Op de verdieping een werkcollegezaaltje, collegezaal, trappenhuis, koffiekamer voor hoogleraren en docenten, kamers voor hoogleraren, de kamer van de rector magnificus, instituten, het balkon van de aula, een collegezaal en een psychologisch laboratorium. Kelder: bibliotheek, boekenmagazijn, centraal magazijn, werkplaatsen, garderobe, cv-ruimte, fietsenstalling, collegezaal. Hier was ook de luchtverversingsinstallatie ondergebracht.

Wanden van schoon metselwerk in gele handvormsteen. De (lichtgrijze) voegen zijn gevuld met specie met grof zand en geborsteld. De meeste wanden krijgen indirect licht door lichtkoepels of lichtstroken, veel wanden hebben strijklicht. Vloer van Noorse leisteen met banden van wit marmer. Glazen wanden. Grote trap met balustrade van metaal, witgeschilderd met goudkleurige knoppen.

Het tuinontwerp in de twee binnenhoven is van Pieter Buys. De natuurstenen vloer van het gebouw loopt door in de tuin. Het karakter van de tuin wordt bepaald door grasveldjes, haagjes en enkele kleine boompjes.

Inmiddels hebben enkele wijzigingen plaatsgevonden. De natuurstenen platen op de vloer zijn gevoegd om praktische redenen, onder andere omdat veel dames met dunne hakken in de voegen zouden zijn blijven steken. In 2012 heeft een renovatie plaatsgevonden door architect Jacq. de Brouwer van Bedaux De Brouwer. Daarbij zijn diverse maatregelen getroffen om het gebouw te verduurzamen. Rond de binnenplaats is dubbel glas aangebracht en er is een sedumdak aangebracht.

Kunstwerken

  1. M. Saint Saens, Wandkleed in aula voorstellende Orpheus

Roerende objecten

De (oorspronkelijke) lichtarmaturen zijn in sterke mate sfeerbepalend en vervullen een belangrijke decoratieve rol binnen het verder sobere interieur.

Monumentale waarde

Het gebouw is van belang als uitdrukking van de groei van universiteiten en hogescholen in de jaren zestig, veroorzaakt door de geboortegolf na de Tweede Wereldoorlog, de toegenomen welvaart en emancipatie en het streven van de overheid om kennisachterstand in te halen en is representatief als onderdeel van het campusmodel, dat zich na de oorlog bij de universiteiten ontwikkelde.

Het gebouw wordt algemeen gezien als het hoogtepunt in het oeuvre van de architect Jos. Bedaux. Het markeert de overgang in zijn werk van traditionele naar een modernere stijl, waarbij het gebruik van musschelkalk als gevelbekleding kenmerkend wordt voor het werk van Bedaux, wat zich vertaalt door fraaie verhoudingen, rijk materiaal van het gebouw en de zorgvuldige detaillering. Bedaux heeft natuursteen en baksteen op ambachtelijke wijze toegepast. In het natuursteen van één van de gevels is een kunstwerk aangebracht door Jan Vaes, met het Bijbelse thema van de vijf wijze en de vijf dwaze maagden.

Er is sprake van een bijzondere samenhang tussen interieur en exterieur. Bij één van de binnenhoven is een gevel grotendeels in glas uitgevoerd, de vloer van natuursteen en marmer is doorgezet in de tuin van een van de binnenhoven waardoor het lijkt alsof het interieur en de tuin in elkaar overlopen.

Bronnen en verwijzingen

Meer informatie
Meer over het monumentenregister en de pagina's in deze kennisbank is te vinden in Monumenten - Rijksmonumentenregister.
Meer over wat er is beschermd is te vinden in de leeswijzer.

Vragen, verbeteringen of opmerkingen?
U kunt op deze kennisbank reageren via het reactieformulier.

Deze pagina is voor het laatst bewerkt op 28 mrt 2024 om 16:00.