Heerlen - Navolaan 83 - Christus Koningkerk

< Rijksmonumenten

(532249) monumentenregisterMonumentnummer: 532249

Introductie

R.K. Kerk Christus Koning met vrijstaande klokkentoren.

moderne kerk met vrijstaande toren
De kerk vanuit het westen. Foto: beeldbank RCE, Sergé Technau, 2012 CC BY-SA 3.0
voorgevel van een moderne kerk
Voorgevel, portalen en devotiekapel uit het westen. Foto: beeldbank RCE, Sergé Technau, 2012 CC BY-SA 3.0
baksteenmozaïek aan de buitenzijde van een kerk
Detail devotiekapel met baksteenmozaïek door L. Ramakers. Foto: beeldbank RCE, Sergé Technau, 2012 CC BY-SA 3.0

Kenmerken

  • Datering: 1961-1965
  • Architect: J.J. Fanchamps
  • Kunstenaar: L. Ramakers
  • Bouwstijl: naoorlogs modernisme
  • Rijksmonument sinds: 5 september 2018

De voormalige rooms-katholieke parochiekerk verving een nabijgelegen kerk uit 1927, die wegens mijnschade moest worden afgebroken. De kerk ligt te midden van de wijk Vrieheide uit de jaren 1960, die uit woonblokken en veel groen bestaat en een van de laatst opgetrokken mijnwerkerskoloniën was. De vierkante zaalkerk met vrijstaande opengewerkte toren werd opgetrokken uit innovatieve materialen als beton en glasbouwsteen. In liturgisch opzicht was het kerkontwerp vooruitstrevend vanwege de opstelling van het tabernakel en de ambon (spreekgestoelte) op een verhoging achter de priester, als teken van gelijkwaardigheid tussen het woord en het sacrament in de eredienst. Onder de kerkzaal (bovenkerk) bevindt zich een souterrain met daarin o.a. een dagkapel. Middenin de kerkzaal bevond zich het tafelaltaar op een verhoging, waaromheen de banken concentrisch waren opgesteld. In de voorgevel bevindt zich een halfronde devotiekapel met aan de buitenzijde een baksteenmozaïek van L. Ramakers, dat de Intocht van Christus in Jeruzalem (Palmzondag) voorstelt. In de jaren 1980 werd de in slechte staat verkerende kerk gerenoveerd en inwendig gewijzigd. In 2004 is de kerk wegens het teruggelopen kerkbezoek aan de eredienst onttrokken en in 2021 verbouwd tot archiefruimte.

Geschiedenis

In 1959 wijzigde de gemeente het karakter van de voormalige mijnkolonie Vrieheide door haar op te nemen in de stadsuitbreidingsplannen. Daarmee kreeg de wijk in plaats van de dorpse structuur een meer stadse uitstraling. Omdat de bestaande kerk te klein was moest een nieuwe kerk worden gebouwd. In 1961 kwam J.J. Fanchamps met een eerste ontwerp. Op 25 juli 1965 kon de kerk worden geconsacreerd.

In 1964 splitste het bisdom het rectoraat. Het rectoraat Christus Koning werd verheven tot parochie en het nieuwe rectoraat H. Judas Thaddeus nam de boerderij Carisborg in gebruik als noodkerk. Het gevolg was dat de financiële draagkracht van de nieuwe parochie sterk achteruit ging. Bovendien bleek de kerk al zeer snel te groot te zijn. De kerk kreeg al gauw met bouwtechnisch problemen te kampen. De in beton gevatte glasbouwstenen lekten tussen de voegen, zodat rondom in de kerk aan de binnenzijde goten werden geplaatst om het water af te voeren. Het vlechtijzer van de dragende kolommen was niet voldoende bedekt met beton, waardoor betonrot de constructie verzwakte. Ook het dak was lek. Daarnaast ontstonden er door de grote problemen m.b.t. de klimaatregeling. Daarom waren er in 1977 al plannen om de kerk te slopen en te vervangen. Dit mede omdat de bovenkerk slechts bij uitzondering werd gebruikt, meestal was de dagkerk groot genoeg, ook op de zondagen. Omdat er voor de parochie geen betaalbare alternatieven waren, werd toch in 1984 besloten de kerk op te knappen. In juli 2004 werd de kerk aan de eredienst onttrokken. In 2008 vond ook de laatste viering plaats in de dagkapel.

Omschrijving

Stedenbouwkundige situering

De kerk is centraal gelegen in de wijk Vrieheide. De kerk staat aan de achterzijde aan een kleine straat, de hoofdingang ligt aan een groot plein, zodat de kerk hier de omgeving bepaalt. De toren fungeert als landmark, ondanks de begroeiing, de glooiingen in het landschap en de omringende bebouwing.

Exterieur

De bovenkerk is kubusvormig en staat op een ingesnoerd vierkant onderlichaam. Langs de kerk staan de betonnen kolommen van het skelet. Aan de westzijde van de kerk is aan het plein een halfronde kapel tegen de bovenkerk geplaatst. Aan weerszijden bevinden zich de twee deuren van de hoofdingang, die worden bereikt door een trap. Tochtportalen en kapel zijn zwevend tegen de kerk geplaatst onder platte daken. Aan de zijde van de Navolaan is de zijingang van de bovenkerk bereikbaar via een trap. Aan de noordwestzijde van de kerk staat los hiervan een betonnen klokkentoren. Deze is geheel gesloten op een sleuf aan de hoekzijde na. Aan de noordzijde ligt een trap naast de kerk, die vanaf het plein langs de campanile naar beneden voert. Hier bevindt de toegang tot de dagkapel, die is afgesloten met een dubbele houten deur.

Constructietechniek

De vliesgevels zijn geheel opgebouwd uit glasbouwstenen, gevat in een schokbetonnen cassette. Langs het platte dak loopt een, bij de verbouwing in 1984 aangebracht, trespa boeiboord. De vliesgevel rust op een betonnen witte band. Het onderlichaam is eveneens opgebouwd uit glasbouwstenen in een schokbetonnen cassette. Aan de oostzijde is met baksteen in halfsteensverband een uitbreiding gemaakt, zodat de muren nu onder de gevel van de bovenkerk komen.

Interieur: indeling

De entree van de kerk wordt gevormd door de hoofdingangen, die via een tochtportaal uitkomen in de kerk, naast de devotiekapel. Deze kapel ligt achter een met een bakstenen blad afgeschermde trap, die naar de trapeziumvormige zangtribune met twee insnoeringen leidt. De devotiekapel is halfrond en wordt verlicht door een ronde lichtkoepel in het rechte plafond. De kerk is kubusvormig en wordt verlicht door de glasbouwstenen in de vliesgevels.

Centraal in de kerk ligt het priesterkoor, dat is verhoogd door een supedaneum. Het priesterkoor wordt afgesloten door een muur, die los in de kerk staat en het zicht op de trappen en de voormalige ambo- en tabernakelplaats ontneemt. De muur is gebogen en loopt tot halverwege het plafond. Rondom het koor staan banken opgesteld. Achter de sluitmuur loopt een trap naar de benedenkerk, geflankeerd door twee verhogingen. De trap is afgezet met ijzeren hekwerk. Op de beide verhogingen stonden destijds de tabernakel en de ambo. Naast de sluitmuur bevindt zich aan de oostzijde een zijingang met een tochtportaal. Achter de sluitmuur bevinden zich twee devotieplaatsen in de hoeken van de kerk, aan weerszijden van de muur, die zijn opgebouwd uit gordijnen, die aan een ijzeren geraamte zijn opgehangen. De benedenkerk kan worden bereikt door twee trappen vanuit de kerk, via een halletje, waaraan tevens de sacristie, de opslagruimtes en de koffiekamers liggen.

De dagkerk is rechthoekig en kent een axiaal bankenplan. Het vieringaltaar staat op een supedaneum, met daarachter een tabernakel en een expositiekluis. Rechts in de kerk is een wand gebouwd met biechtstolen, waartussen bakstenen devotiealtaren staan. Links treedt licht de ruimte binnen door glasbouwstenen. In het midden bevindt zich de toegang naar buiten in een tochtportaal.

Interieur: techniek en materialen

Het plafond is met hout betimmerd, centraal is een vierkante neonverlichting aangebracht met een oranje geschilderde cassette. Op de vloer ligt vloerbedekking. De glasbouwstenen zijn deels tussen de kolommen van het betonskelet afgeschermd door bladen van houtwolcementplaten.

Waardering

Cultuurhistorische waarde. Belang van het object

De centrale opstelling van het interieur van de kerk is een vroeg voorbeeld van het inrichten van een kerk conform de opvattingen van het Tweede Vaticaans Concilie. De kerk is een goed voorbeeld van de centrale positie die bij de ontwikkeling van stadsuitbreidingen aan kerkelijke voorzieningen binnen de wijken werd toegekend. De kerk is typologisch bijzonder vanwege de toepassing van betonramen op een dergelijke grote schaal.

Architectuur- en kunsthistorische waarde

De kerk is een hoogtepunt in het werk van de architect Fanchamps. De kerk is bijzonder door het gebruik op een dergelijke schaal van glasbouwstenen en de ruimtelijke werking die daar van uitgaat. Het vele invallende licht moet het hemelse Jeruzalem symboliseren. Ook het baksteenmozaïek aan de buitenzijde van de devotiekapel is als onlosmakelijk onderdeel van de architectuur van groot belang.

Situationele en ensemblewaarde

De kerk is van belang als landmark in de wijk. Ook als afsluiting van het grote plein aan de voorzijde is de kerk van grote waarde.

Gaafheid en herkenbaarheid

Aan de buitenkant is de kerk nog vrijwel volledig gaaf. Door de (reversibele) afsluiting van een deel van de glaswanden en de plaatsing van de sluitmuur achter het altaar is de ruimtelijke werking van het interieur wel aangetast. De kerk is neemt een centrale plaats in in het nog steeds herkenbare concept van naoorlogse mijnkolonie, dat aan het ontwerp van de wijk Vrieheide ten grondslag heeft gelegen.

Zeldzaamheid

Door de grootschalige toepassing van betonramen is het ontwerp van deze kerk vrij uniek.

Bronnen en verwijzingen

Zie ook

ArtikelenHoort bij deze thema'sTrefwoorden

Heerlen, Vrieheide, Christus Koningkerk, Parkstad, Fanchamps

Specialist(en)

Meer informatie
Meer over het monumentenregister en de pagina's in deze kennisbank is te vinden in Monumenten - Rijksmonumentenregister.
Meer over wat er is beschermd is te vinden in de leeswijzer.

Vragen, verbeteringen of opmerkingen?
U kunt op deze kennisbank reageren via het reactieformulier.

Deze pagina is voor het laatst bewerkt op 13 mrt 2024 om 04:00.