Rabat (cultuurhistorisch beheer)

Een hoogstamboomgaard op rabatten, in Houten..
Afb 1. Een hoogstamboomgaard op rabatten, in Houten.
Een rabat in een bos. In de voorgrond ligt een stuk stam met eromheen een plas water.
Afb 2. Rabatten met restanten van eikenhakhout, in de buurt van Maarsbergen (Utrecht).
Door werkzaamheden waardoor er geen bomen meer op de rabatten staan, is de structuur ervan weer goed te zien.
Afb 3. Door natuurherstel werkzaamheden bij Lage Vuursche (Utrecht) is de oude rabatten structuur van het bos weer goed zichtbaar geworden.
Een rabat in een bos. De bladeren beginnen van de bomen te vallen
Afb 4. Rabatten in het natuurgebied De Geelders bij Liempde (Noord- Brabant). Dit bos zal worden omgevormd tot een meer natuurlijk bos, waarbij het de vraag is of deze rabattenstructuur bewaard zal blijven.

Definitie, ouderdom en verspreiding

Rabatten zijn opgehoogde plantstroken voor bomen in natte gebieden. Het ophogen van de ‘bedden’ waarop de bomen moeten worden geplant gebeurt met grond die vrijkomt bij het graven van waterafvoerende greppels. De bomen staan daardoor hoger en profiteren van de relatieve droogheid van de groeiplaats. De breedte van het bed hangt af van de vochtigheid van de locatie en de boomkeuze en varieert van twee tot tien meter. Vaak is de grond op de locaties waar rabatten liggen enigszins kleiig. Rabatten worden zowel toegepast in boomgaarden als bij productiebossen (populieren, naaldhout) en grienden.

Wanneer het rabattensysteem is uitgevonden is niet bekend, maar het komt al voor in een schoolboek uit 1799, dus het zal ouder zijn. Het principe van de rabatten werd ook nog toegepast in de 20ste eeuw. Rabatten treffen we in bijna alle provincies aan.

Aantastingen en bedreigingen

Zoals alle hoogteverschillen kunnen rabatten door erosie geleidelijk verdwijnen. Nu het technisch mogelijk is waterpeilen drastisch te verlagen hebben de greppels geen functie meer voor de afwatering.

Heel het perceel kan nu immers droog worden gezet. Rabatten hebben veel onderhoud nodig, omdat de greppels gevuld raken met takken en bladeren en doordat erosie de hoogteverschillen afvlakt. Die erosie is sterker wanneer er geen sprake is van kruidige ondergroei onder de bomen. Het gevolg is dat de rabatten langzamerhand verdwijnen door verwaarlozing en bijvoorbeeld het storten van maaisel of takken. Wordt er een machinaal maaibeheer uitgevoerd, dan wordende rabatten als hindernissen ervaren. Wanneer het beheer van hakhout of hoogstamfruit op de rabatten wordt stopgezet is dat ook een bedreiging voor het rabattensysteem.

Bij bossen die ooit op rabatten zijn aangeplant kan de behoefte aan meer natuurlijk bos ook leiden tot het egaliseren van het terrein en het vergraven van de rabatten.

Beheeropties

Behoud en consolidatie

Rabatten blijven alleen in stand als de greppel met enige regelmaat (bijvoorbeeld aan een keer in de vijf jaar) opnieuw op diepte worden gebracht, een diepte van ongeveer 50 centimeter onder de ‘kruin’ van de bedden. Voor de natuurwaarde is het belangrijk dat dit niet op het hele terrein tegelijkertijd (of in één jaar) gebeurt. Het materiaal kan op de bedden worden gestort, liefst in het midden, maar als dat lastig is door de bomen die er staan kan dat ook iets uit het centrum. Bovendien is het voor het voorkómen van erosie belangrijk dat de bodemvegetatie in stand blijft, dat kan door het hakhoutbeheer in stand te houden of te herstellen. Is er al geen sprake meer van hakhout of ontbreken de mogelijkheden om hakhoutbeheer uit te voeren (bijvoorbeeld omdat dat te arbeidsintensief is en er onvoldoende opbrengst tegenover staat) dan kan met het dunnen van de opstand hetzelfde bereikt worden.

Is de boomlaag verdwenen, dan is de kans groot dat het perceel - nu gebruikt voor gras of akkerbouw - geëgaliseerd wordt. Het is dus noodzakelijk dat de boomopstand in stand wordt gehouden. Begrazing door schapen is een goede vorm van beheer, maar voorkom overbegrazing of begrazing het jaar rond. Dan kan de vegetatie namelijk te kort worden afgevreten en kunnen kale plekken ontstaan. Ook kunnen schapen steile wanden stuktrappen, zeker als er geen ondergroei is. Het gebruiken van jongvee, koeien en paarden is af te raden in verband met de houtopstand. Maaien kan ook, ruim het maaisel dan af of verzamel het op een centrale stortplaats.

Restauratie

Zijn de rabatten nog zichtbaar, maar zijn ze volgestort met afvalmateriaal, dan is het wenselijk de greppels weer leeg te maken waardoor het oude beeld wordt hersteld. Als er gaten in de bomenrijen zijn gevallen, streef dan naar opvulling door jonge aanplant. Bij aanplant van jonge bomen moet de oude aanplantlijn worden aangehouden. Ook wordt gekozen voor de soorten die traditioneel in de regio voorkomen.

Reconstructie

Reconstructie is voor deze elementen weinig zinvol, of het zou moeten gebeuren uit educatieve of ecologische motieven. Wellicht is het opnieuw graven van rabatten zinvol als waterberging. Uiteraard moeten de rabatten dan niet ontwaterd worden.

Behoud door ontwikkeling

Een houtopstand met rabatten heeft een meer bijzondere natuurwaarde die groter en meer specifiek is dan die van een egaal perceel, maar die meerwaarde is beperkt. De greppels bieden een beperkte mogelijkheid tot waterberging. Wellicht kan het greppelsysteem na aanpassingen gebruikt worden als een helofytenfilter, maar dat vereist nogal wat ingrepen die zich moeilijk verdragen met het cultuurhistorisch karakter van het element.

Een voorbeeld van reeds uitgevoerd beheer

“Ze ontwateren behoorlijk, die rabatten.”

Een van de terreinen van Landschap Overijssel is de 160 hectare grote Lonnekerberg, ten zuidwesten van Oldenzaal. De beheerder van het gebied is Harrie Koster. Hij vertelt over de honderden kilometers rabatten op het terrein.

Om welk element gaat het en waar ligt het?

De Lonnekerberg is een tot ruim 50 meter hoge stuwwal in Twente. Het is een plaats waar in de 19e en 20ste eeuw grootscheepse bebossingen hebben plaats - gevonden, vrijwel overal op daarvoor met de hand gegraven rabatten. De eigenaar heeft voor het graven van 320 kilometer rabatten waarschijnlijk tijdelijk werkloze textielarbeiders ingezet uit zijn eigen fabriek. Maar in de 17e eeuw lagen hier tussen de heidevelden ook al bossen.

Wie is eigenaar en beheerder?

Dat is Landschap Overijssel, op wat kleine particulieren eigendommen na.

Welke partijen zijn er verder bij betrokken?

Met het Waterschap Regge en Dinkel wordt onder andere gepraat over toekomstige projecten. Defensie heeft een munitiemagazijn op de berg staan, naast de berg ligt namelijk het militaire vliegveld Twente.

Wie financiert het beheer?

Het Landschap wordt ondersteund door de provincie en gebruikt verder gelden van de Nationale Postcodeloterij, krijgt donaties en daarnaast voor dit gebied inkomsten uit de Subsidieregeling Natuurbeheer.

Wat is er aan historische informatie?

De berg werd al lang geleden bewoond, er is een vuursteenbijl gevonden die 40.000 tot 90.000 jaar oud is. Op de top liggen ook resten van oude bewoning, onder andere een door alle andere structuren heen lopende houtwal en resten van vloeiveldjes. Op een kaart uit 1788 zijn die elementen zichtbaar.

Welke uitgangspositie werd aangetroffen?

Het Landschap kocht het terrein omstreeks 2000 aan. Het was een gebied dat omstreeks 1920 is bebost. Daarvoor zijn op grote schaal rabatten aangelegd, ook in kwetsbare brongebiedjes en aanzijggebieden. Er waren veel exotische boomsoorten aangeplant en veel naaldbomen. De rabatten werden tot aan de aankoop ook nog onderhouden.

Wat gebeurt er nu?

De bossen zitten in een overgangsbeheer van productiebos naar een natuurlijker bos: exoten en naaldbomen worden weggehaald, waardoor onder andere eikenaanplant meer ruimte en licht krijgt.

Op veel terreinen wordt door ons gekozen voor het behoud van de rabatten, maar op de Lonnekerberg niet. Ze worden niet meer onderhouden en er wordt over gedacht waardevolle ‘parels’ als de bronbossen in hun oude toestand te herstellen. Dat lukt niet als de rabatten blijven liggen, want die ontwateren behoorlijk. Op de bijzondere plekken zijn ook al snel de douglas en de fijnspar weggehaald.

Wat is nu de functie van het terrein?

Het terrein is nu multifunctioneel: zowel voor de houtproductie als voor de natuur. Recreatie speelt een ondergeschikte rol want het nabijgelegen vliegveld maakt het terrein voor recreanten weinig aantrekkelijk.

Heb je aanbevelingen?

  • Probeer in dit soort situaties de oude hydrologische situatie te herstellen op waardevolle locaties.
  • Gebruik voor informatie over die oude hydrologie kaarten uit de 19e eeuw.

Nader signalement

Het inrichten van een perceel met greppels en ‘bedden’ is een arbeidsintensieve manier van bosbouw, zowel qua aanleg als qua onderhoud. Het kan dus alleen lonend zijn geweest wanneer er een goede hout (of fruit) prijs tegenover stond. Met andere woorden: de houtprijs moet hoog zijn geweest en dus hout een relatief schaars product. Bovendien wijst het op aanleg van bossen op gronden die daar niet van nature geschikt voor zijn, waarbij een technische oplossing wordt gekozen die doet denken aan een wetenschappelijke benadering van houtteelt. Dat past goed bij het beeld dat we hebben van de fysiocratische school, die streefde naar een maximale benutting van de natuurlijke potentie van een land, en dus ook gebruik van voorheen extensief gebruikte ‘woeste gronden’. Deze benadering ontstond in Frankrijk omstreeks het midden van de 18e eeuw. Het principe van de rabatten werd tot in de 20ste eeuw toegepast.

De rabatten zijn een fenomeen uit een tijd waarin de mens nauwelijks in staat was het water - peil in natte gebieden drastisch te beïnvloeden. Later werd het rabattensysteem allen nog toegepast op plaatsen waar een regelmatige overstroming van het perceel niet te vermijden of zelfs wenselijk was.

Typisch voor Schouwen zijn de elzemeten. Dat is een rabattensysteem met greppels om de vier meter, waarop elzen geplant werden voor het hakhout. De smalle stroken land (meetjes) werden de eerste jaren na het afzetten van de elzen gebruikt als rogge-akker.

Ecologische waarden en potenties

Een boomaanplant op rabatten kent meer variatie in de vegetatie dan reguliere bossen. Er is namelijk sprake van een regelmatige afwisseling van drogere en natte stroken. Deze variatie binnen een klein oppervlakte vergroot de natuurwaarden. Als de rabatten van oost naar west lopen is er bovendien sprake van een ‘warme’ kant waar de zon op valt en een ‘koude’ er tegenover. Varens zoals stekelvarens, dubbelloof, koningsvaren profiteren daarvan, evenals mossen en paddenstoelen. Hetzelfde geldt voor vogels die houden van vochtige omstandigheden, zoals de houtsnip.

Literatuur

  • Janssen, P. en M. van Benthem (2005), Historische boselementen: geschiedenis, herkenning en beheer. Zwolle.
U kunt op deze kennisbank reageren via het reactieformulier.

Deze pagina is voor het laatst bewerkt op 24 aug 2023 om 03:03.