Terp (cultuurhistorisch beheer)

Een huis dat op een terp staat. De voortuin wordt begrensd door een heg. Ernaast ligt gras.
Afb 1. Een huisterp op het Kampereiland.
Luchtfoto van de hoogste terp van Nederland. Het is goed te zien dat de weg die aan de voet van de terp ligt in een rondje loopt.
Afb 2. Luchtfoto van de terp van Hogebeintum in Friesland, de hoogste terp van Nederland
Aan weerszijden ligt een grasveld. Het linkerveld wordt begrensd door paaltjes en prikkeldraad. Tussen de velden door ligt een pad dat naar de terp/wierde leidt. Hierop staan bomen.
Afb 3. De wierde Ezinge in het Reitdiepgebied (Groningen), afgegraven door de beroemde archeoloog Van Giffen
Het linker plaatje laat zien hoe de wierde er nu bij ligt: afgegraven en zonder begroeiing. Het rechter plaatje is een bord waarop staat beschreven welke werkzaamheden er op deze plek gaan plaatsvinden.
Afb 4. Een nieuw verschijnsel: een afgegraven terp (hier de wierde Losdorp in Groningen) wordt weer aangevuld met grond om het (kwetsbare) bodemarchief te beschermen. De geschiedenis van het terp afgraven, ook heel bepalend voor de manier waarop de terpen er nu uitzien, wordt zo wel minder goed 'leesbaar'.
Een betegeld pad dat naar de wierde leidt. Aan beide kanten van het pad ligt een lagergelegen stuk land begroeid met gras. De weg wordt begrensd door paaltjes en ijzerdraad.
Afb 5. Een onbewoonde wierde in de Groningse zeekleilandschap
Grasveld vol met paardenbloemen. In de achtergrond staan een aantal bomen.
Afb 6. De terp van Emmeloord op Schokland, in de Noordoostpolder.
Terp met daarop drie huizen. Ze hebben allemaal een aflopende voortuin die begrensd wordt met houten paaltjes en hekken. Voorlangs stroomt een sloot.
Afb 7. Een terp (werf) op Marken.
topografische kaart waarop de locaties van terpen en wierden in Nederland zijn aangegeven.
Afb 8. Terpen of wierden zijn opgeworpen heuvels waarop meerdere huizen of een heel dorp heeft gestaan. De huisterpen zijn bedoeld om één huis te beschermen tegen het opkomende water. Terpen, wierden en huisterpen komen voor in gebieden waar in het verleden een risico aanwezig was van overstroming zoals in het rivierengebied, het Groningse en Friese zeekleigebied, Noord Holland en Zeeland. (Bron: Archis, RCE)
Grasveld met in het midden een hoger gelegen stuk land waarop en waaromheen bomen staan.
Afb 9. Een vluchtheuvel (een terp die is opgeworpen als tijdelijke opvang bij hoog water) in de polder de Koekoek nabij de Biesbosch.

Definitie, ouderdom en verspreiding

Een terp (in Groningen spreekt men van wierden) is een opgeworpen verhoging in het landschap met als doel een woonplek te maken waar men veilig is voor hoog water. Het kan gaan om zowel zeewater als binnenwater dat periodiek hoog staat, door bijvoorbeeld eb en vloed of door seizoensinvloeden. Terpen zijn ook verhogingen van waaruit permanent drassige streken werden ontgonnen of geëxploiteerd.

De ouderdom van terpen varieert sterk. De oudste zijn prehistorisch en dateren mogelijk uit ongeveer 500 voor Christus. Andere zijn aangelegd in de Middeleeuwen, gewoonlijk in de periode voordat er een aaneengesloten bedijking bestond (omstreeks 1300). Terpen werden na hun aanleg nog regelmatig verder opgehoogd, tot ze rond 1200 hun maximale hoogte bereikten.

Terpen vinden we hoofdzakelijk in het kustgebied Friesland en Groningen. Het woord terp is oorspronkelijk Fries, maar is in de loop van de tijd ook een algemene aanduiding voor woonheuvels geworden. In beide gebieden komen grote dorpsterpen, maar ook kleine huisterpen voor. Elders in Nederland komen onder meer terpen voor op het Kampereiland, in het rivierengebied (waar men spreekt van pollen) en in (voormalige) veengebieden (bijvoorbeeld in de Kop van Noord-Holland en op Marken (waar men spreekt van werven). In deze gebieden gaat het meestal om huisterpen, waarop slechts een enkele boerderij staat.

Beheeropties

Behoud en beheer

Beheer is gericht op het instandhouden van de visueel landschappelijke kwaliteiten van de terp en de samenhang met elementen in de omgeving. Het beheer is dus gericht op openheid. Het onderhoud kan bestaan uit maaien, snoeien of zagen. Belangrijk is het voorkomen van opslag door bomen op hellingen. Bovenop de terp worden de bomen wel onderhouden, bijvoorbeeld rond en op het kerkhof. Ze accentueren de terp in het landschap! Mogelijk zijn er op of bij de wierde laanstructuren die onderhoud behoeven. Voor het behoud van de oorspronkelijke landschapsstructuur kan verharding van de ossengang beter worden voorkomen. Ook aantasting van de radiaire verkaveling is niet gewenst.

Restauratie

Kleinere gaten in de terplichamen kunnen aangevuld worden. Een ossengang kan teruggebracht worden als bekend is waar die vroeger lag. Een (deels) verdwenen kerkenpad kan ook hersteld worden.

Bij deze werkzaamheden is overleg vooraf met de RACM, met de betrokken gemeente en mogelijk met monumentenzorg noodzakelijk. Terpen hebben een beschermde status en gelden als gebieden waar een grote kans op archeologische vondsten bestaat. Elke verstoring moet dus voorkomen worden.

Reconstructie

Wellicht bestaan er mogelijkheden een afgegraven of deels afgegraven terp te herstellen met elders vrijkomende grond? Er is daarbij onder andere gedacht aan de aanvoer van vervuild slib, maar ook aan uitgegraven grond van de Blauwe Stad in de provincie Groningen.

Te denken valt ook aan het markeren van plaatsen waar ooit terpen lagen, bijvoorbeeld door de aanplant van bomen of heggen of het graven van een sloot. Zorgvuldig overleg met RACM en andere instanties zal hierbij noodzakelijk zijn.

Behoud door ontwikkeling

De voorbeelden die hierboven genoemd werden van plannen voor het herstellen van terpen en geven al aan hoe uit een verrassende hoek sprake kan zijn van versterking van de leesbaarheid van het terpenlandschap. Een ander voorbeeld van een nieuwe functie die het behoud van cultuurhistorische waarden makkelijker maakt is het gebruiken van een ossengang of van kerkenpaden als deel van een toeristisch-recreatief.

Een voorbeeld van reeds uitgevoerd beheer

“Goede voorlichting is essentieel.”

Henny Groenendijk werkt als provinciaal archeoloog bij de provincie Groningen. Hij is betrokken bij de projecten 'Wierden en Waarden' en 'Afgegraven en weer aangevuld?'. In het kader van dit laatste project worden de wierderesten van Englum (in de buurt van Oldehove) aangevuld.

Wat trof u aan?

Een gedeeltelijk afgegraven wierde, met inzakkende steilkanten en een archeo - logische inhoud die door uitdroging bedreigd werd. Het te diep afgegraven gedeelte was onbruikbaar boerenland geworden. De landschappelijke waarde werd mede bepaald doordat de dijk van het Reitdiep zich tegen de wierde aanvleit. Nog ongeveer tweederde van de wierde was over. Wierde en omgeving waren eigendom van één boer die in 1999 om aanvulling verzocht.

Wat is er daarna gedaan?

Met baggerspecie uit het nabijgelegen Reitdiep zijn de ontbrekende delen weer aangevuld. Tegen gebiedsvreemde grond bestonden veel bezwaren, vanwege de angst voor verontreinigde grond en mogelijke zettingsproblemen. Maar dat je met deze vorm van landschapsherstel ook een beeldverstorend gronddepot vermijdt, werd algemeen als een voordeel gezien.

Hoe was het voortraject en waar kwam de historische kennis vandaan?

Er is een selectie gemaakt van wierden die voor aanvulling in aanmerking komen. Historische gegevens over de ouderdom en oorspronkelijke omvang waren beschikbaar. In 2000 heeft de Universiteit van Groningen de steilwand archeologisch onderzocht en de mate van aantasting vastgesteld. Het feitelijke opvullen gebeurt sinds 2001.

De grond wordt verpompt en via een buis aangevoerd: de enige betaalbare optie. Het heeft zich daarna kunnen zetten en rijpen en wordt in 2006 weer tot wierde gemodelleerd.

Waren er onverwachte ontwikkelingen?

Onverwacht was het grote verschil in zetting van de ingespoten grond, door de gevarieerde samenstelling van de bodem van het Reitdiep: zowel zand- als kleifractie, die verschillend bezonk. De chemische kwaliteit van de grond was vooraf vastgesteld.

Hebt u adviezen?

  • Goede voorlichting is essentieel: maak duidelijk wat je vanuit landschap en archeologie wilt bereiken, krijg helder wat de eigenaar voor ogen staat en stel je doelen bij als daar aanleiding toe is. Wees niet teleurgesteld als de boer zegt dat hij alleen maar betere grond wil.
  • Leg de vorm van de opgeknapte wierde in het bestemmingsplan vast, zodat de instandhouding verzekerd is.

Nader signalement

Wat functie betreft kunnen huisterpen, dorpsterpen en handelsterpen onderscheiden worden. Op de laatste werd een min of meer langwerpige nederzetting gebouwd. Een voorbeeld hiervan is de terp van Dokkum. Huisterpen komen veel voor langs rivieren, dorpsterpen in zeekleigebieden. Dorpsterpen konden ook ontstaan doordat dicht bij elkaar gelegen huisterpen met elkaar verbonden werden. Wierden zijn sterk verbonden met ossengangen (in Groningen) en soms een radiale structuur van de kavels. Dat waarschijnlijk alleen op plaatsen waar de aanleg van de terp samenviel met de ontginning van de rondom gelegen streek. In Zeeland ontbreken terpen.

De locatie van een terp werd in sterke mate bepaald door de mogelijkheden die ter plaatse aanwezig waren voor agrarische activiteiten. De terpbewoners waren voor hun levensonderhoud voor een belangrijk deel aangewezen op landbouw. De hier gebruikelijke vormen van landbouw richtten zich zowel op de voortbrenging van voedsel- en gebruiksgewassen als op de instandhouding van een veestapel. De hoogteligging en de waterhuishouding waren dus zeer belangrijk voor de keuze van een bewoningslocatie. De akkers lagen het hoogst: op de hogere oeverwallen en kwelderruggen. Ook de randen van de terpen zelf waren in gebruik als akkerland. De weilanden bevonden zich op de lagere delen van de kwelders. De weg rondom een terp wordt een ossenweg genoemd.

Een groot aantal terpen is vanaf de 19e eeuw afgegraven voor de winning van terpaarde. De terpen in het Rivierengebied zijn juist na de bedijking opgeworpen, toen een dijkdoorbraak tot hogere overstromingen leidde dan in het eerdere onbedijkte landschap.

Terpen zijn zeer kenmerkend voor het noorden van het land, het Kampereiland en delen van het gebeid van de grote rivieren. Ze zijn in het landschap verbonden met oude woonplaatsen zoals nederzettingen en boerderijen, historische infrastructuur, dijken, kaden, rivieren, boerenerven en begraafplaatsen.

Terpen en wierden

Hieronder volgt een aantal definities van bij terpen en wierden horende termen.

Belt

De term belt wordt in sommige streken gebruikt voor terpen, bijvoorbeeld op het Kampereiland.

Dobbe

Bovenop de terpen kwam vaak een poel voor die zorgde voor zoet water: de dobbe. Ze worden ook fething, fait of vate genoemd.

Dorpsterp

Een dorpsterp is gemaakt voor de bescherming van een dorp. In de ontstaanstijd ging het vaak om een klein aantal primitieve woningen, bijvoorbeeld vier. Een dorpsterp kon ook ontstaan doordat verschillende huisterpen bij elkaar werden gevoegd. Door de voortdurende ophoging van terpen werden die immers ook steeds breder, waardoor de tussenliggende ruimte kleiner werd.

Handelsterp

Wanneer het gebied niet meer zelfvoorzienend is of er en surplus aan producten ontstaat kan een dorp mede gesticht worden om van daaruit handel mogelijk te maken, bijvoorbeeld over de Zuiderzee of naar de Oostzee. Deze terpen waren langwerpig en er werden niet-agrarische gebouwen op gezet. Handelsterpen zijn bijvoorbeeld Bolsward en Dokkum.

Huisterp

Een huisterp is een terp die is gebouwd voor één huis. Ze komen in het rivierengebied veel voor, bijvoorbeeld op het Kampereiland en daarnaast in West-Friesland.

Ossengang

Aan de voet van een aantal wierden of terpen liep in sommige gevallen een cirkelvormig onverhard pad. Dat is de zogenaamde ossengang. Die werd door de boeren die op de wierde woonden gebruikt om met de ossen op hun land te kunnen komen. Dit verschijnsel is verbonden met de wierden die het middelpunt vormen van een radiaire structuur.

Veenterp

In het veengebied zijn lage terpjes aangelegd om droog te kunnen wonen in een gebied dat van nature erg nat was en bovendien door maaivelddaling steeds natter werd. Veenterpjes werden ook wel opgeworpen voor tijdelijke bewoning, bijvoorbeeld in het kader van hooiwinning, vervening, beweiding of ontginning (seizoensarbeid). In Friesland komt ook de naam ‘spitbult’ voor. Hiermee worden miniterpjes bedoeld, die tenminste 0,5 meter hoger liggen dan de omgeving, en waarop het vee droog kon liggen. Deze werden ook gebruikt als tijdelijke woonplaats bij seizoensarbeid.

Wierdesloot

Een wierdesloot is een rondom de wierde lopende sloot, parallel aan de ossengang.

Ecologische waarden en potenties

De ecologische waarden van terpen en wierden zijn beperkt. Vaak staat er wel een aantal oude bomen op, bijvoorbeeld op en rond begraafplaatsen. Doordat het omringende landschap open is zijn deze bomen van betekenis voor vogels en vleermuizen. Het is mogelijk dat er op delen van de terp een stinsenflora voorkomt of en anderszins waardevolle flora. Oude gebouwen op de terp kunnen waarde hebben voor vleermuizen en vogels. Mogelijk zijn sommige hellingen van terpen interessant voor insecten.

Literatuur

  • Arjaans, J. (1990), Terpafgravingen in Friesland. Historisch-Geografisch Tijdschrift 8, nr. 2, pp. 54-62.
  • Barends, S. e.a. (red.) (2000), Het Nederlandse landschap. Een historisch-geografische benadering. Matrijs, Utrecht. (8e druk)
  • Bierma, M., A.T. Clason, E. Kramer en G.J. de Langen (red.) (1988), Terpen en wierden in het Fries- Groningse kustgebied. Groningen.
  • Boersma, J.W. (red.) Terpen, mens en milieu. Haren.
  • Bosschaart, A.M.W. en P.M.M. Driessen, (1989), Terpen in de Nederbetuwe en de Tielerwaard. Historisch-Geografisch Tijdschrift 7, nr. 1, pp. 10-17.
  • Ginkel, E. van en K. Steehouwer (1998), ANWB Archeologieboek Nederland. Monumenten van het verleden. Den Haag.
  • Halbertsma, H. (1963), Terpen tussen Vlie en Eems. Een geografisch-historische benadering. Groningen.
  • Henderikx, P.A. (1987), De beneden-delta van Rijn en Maas. Landschap en bewoning van de Romeinse tijd tot circa 1000. Hilversum.
  • Miedema, M.C. (1983), Vijfentwintig eeuwen bewoning in het terpenland ten noorwesten van Groningen. Amsteram.

Websites en organisaties

  • Stichting Archeologische Monumentenwacht, www.archeomw.nl.
  • Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, www.cultureelerfgoed.nl.
Vragen, verbeteringen of opmerkingen?
U kunt op deze kennisbank reageren via het reactieformulier.

Deze pagina is voor het laatst bewerkt op 24 aug 2023 om 03:01.