Tuinwal (cultuurhistorisch beheer)

Weiland met hek op tuinwal eromheen en schapen erin. In de verte staat een schapenboet.
Afb 1. Tuinwal en schapenboet op Texel.
Weiland met tuinwal omringd. Links een overhellende boom.
Afb 2. Tuinwal op Wieringen, het voormalige eiland in de Kop van Noord-Holland. Als gevolg van een ruilverkaveling zijn hier nog maar weinig tuinwallen bewaard gebleven, al worden ze nu weer monjesmaat aangelegd, zoals door de Vereniging voor Agrarisch Natuur- en Landschaps - beheer Wieringen.
Kaart van Texel met de verspreiding van de tuinwallen op het eiland.
Afb 3 Verspreidingsgebied van de tuinwallen op Texel. (bron: Ministerie van LNV/ Directie Kennis: cultgis).
Weiland met schapen en een schapenboet. In de voorgrond een tuinwal met begroeiing.
Afb 4. Tuinwal en schapenboet op Texel.
Tuinwal met aan de linkerkant een weg met voetgangers en aan de rechterkant een boerderij.
Afb 5. Tuinwal bij een boerderij op Wieringen

Definitie, ouderdom en verspreiding

Tuinwallen zijn met plaggen opgebouwde lage walletjes zonder bomen of struiken tussen weilanden waarin (klein-)vee graast, tussen akkerbouwpercelen en rondom erven. Het zijn perceelscheidingen op plaatsen waar geen scheiding door sloten of hagen mogelijk is. Op plaatsen op Texel met een stevige ondergrond werden wallen tot 1 meter hoog gebouwd, in zand- en duingebieden werden ze niet hoger dan 60 centimeter. Tuinwallen werden gebouwd van ter plaatse gestoken zoden. Die werden zo opgestapeld dat een wal ontstond die van onderen breder was dan aan de bovenkant, de ruimte tussen de zoden werd opgevuld met zand.

Op Texel is het kleinschalige landschap met de tuinwallen met name in het reservaatgebied De Hoge Berg nog intact. Er wordt gewoonlijk van uit gegaan dat op Texel de oudste tuinwallen dateren van na de afschaffing van het ‘overalweiderecht’ in 1562, maar het systeem kan ook ouder zijn. Dat overalweiderecht hield in dat een deel van het jaar het vee vrij over het hele eiland mocht lopen. Wanneer aan het traditionele maken van tuinwallen een einde kwam is niet bekend. In 1956 zijn bij een ruilverkaveling veel tuinwallen opgeruimd, maar zijn ook verschillende kilometers tuinwal op traditionele wijze aangelegd. Tegenwoordige worden er tuinwallen hersteld vanuit een ecologische en cultuurhistorische motivatie, ook op Texel (zie het voorbeeld hieronder). Ze zijn een zeer kenmerkend landschapselement, met een internationale waarde, omdat ze in deze vorm en omvang nergens buiten Nederland voorkomen. Vergelijkbaar zijn de stenen muurtjes in bijvoorbeeld Engeland en Frankrijk, die daar voorkomen waar heggen en andere houtachtige elementen moeilijk groeien.

Authentieke tuinwallen komen alleen nog op Texel (tuunwaole) voor en in Gaasterland (túnwâltsjes of skiepwâltsjes). Ook op andere plaatsen kwamen ze vroeger voor, maar daar zijn ze verdwenen: op Wieringen (tuunwoalkes of schapenwallen) en in het Land van Vollenhove. Op Wieringen zijn recent enkele stukken gereconstrueerd door de Vereniging voor Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer Wieringen. Opvallend aan dit voormalige verspreidingsgebied is dat het allemaal keileemgebieden (‘bulten’) zijn in de nabijheid van de voormalige Zuiderzee.

Beheeropties

Behoud en consolidatie

Traditioneel worden de zijkanten van de tuinwallen begraasd door schapen, maar soms ook gemaaid en afgeruimd of gebrand. Het maaibeheer dat nu nog plaatsvindt is gericht op het voorkomen van verruiging. Daarom wordt het maaisel afgevoerd. De laatste tijd wordt vaak gekozen voor een combinatie van wallen en palen met schapengaas. Met het gaas wordt voorkomen dat de schapen tegen de wal aanschuren, maar landschappelijk is het minder fraai. De zijkant van de wal kan zo nog wel begraasd worden door de schapen, maar de top verruigt. De grootste natuurwaarde wordt bereikt met het verschralen van de hele tuinwal, dus ook de top.

Op plaatsen waar de top werd begraasd door paarden die op de weilanden liepen bleek dat een goede bestrijding van de verruiging te zijn, die al relatief snel weer soorten als muizenoor en grasklokje opleverde.


Het beheer van de tuinwallen komst steeds vaker bij organisaties als Staatsbosbeheer, de gemeente en bij Landschap Noord-Holland te liggen. Daar spelen vrijwilligers(groepen) en agragrische natuurverenigingen vaak een rol bij. Bij het onderhoud hoort ook het verrichten van kleine herstellende werkzaamheden, zoals het aanvullen van plaatsen waar de wal verzakt is met plaggen. Daarbij moet uiteraard aangesloten worden op de vorm van de wal ter plekke.

Restauratie

Plaggen worden gebruikt om stukken tuinwal te herstellen op plaatsen waar die vroeger lagen. Er zijn verschillende plaggenvormen en verschillende methoden van opstapeling, waarbij de ruimte tussen de plaggen wordt opgevuld met zand. Zo zijn er ruitvormige en dakpanvormige plaggen. Bij restauratie moet worden aangesloten op de delen tuinwal die op dat deel van het eiland nog wel intact of authentiek zijn. Er is op Texel een apparaat ontwikkeld voor het maken van plaggen.

Reconstructie

Op Wieringen zijn tuinwallen gereconstrueerd nadat ze daar helemaal verdwenen waren. De nieuwe wallen worden nu vaak gecombineerd met schapengaas of prikkeldraad. Dat kan het beste zo gezet worden dat de schapen toch het grootste deel van de wal kunnen begrazen: dat voorkomt verruiging. De wallen van Wieringen zijn van nature voedselrijker dan die van Texel, door de meer leemhoudende grond.

Behoud door ontwikkeling

Op de weggetjes tussen de tuinwallen is het prachtig wandelen. De belangstelling daarvoor neemt toe en dat leidt tot een toenemende waardering voor de tuinwallen. Belangrijk voor het voortbestaan van de tuinwallen en voor de continuïteit in het (verschralende) beheer is het bestaan van een subsidieregeling voor aanleg én onderhoud.

Een voorbeeld van reeds uitgevoerd beheer

“Er is geen vergoeding voor het beheer” [1]

Een opvallend aspect van het landschap van Texel zijn de tuinwallen. Via Landschap Noord-Holland is Mark Kamoen betrokken bij het beheer van tuinwallen op de Hoge Berg.

Wat trof je aan toen jullie erbij betrokken werden?

Van de tuinwallen waren nogal wat stukken verdwenen en sommige waren sterk verruigd. Er was soms tot vlak aan de voet van de wal geploegd, waardoor die was ondermijnd. Dit komt onder andere doordat het land nu anders gebruikt wordt: bijvoorbeeld voor bollenteelt.

Wat is er daarna gedaan?

De kleine gaten zijn opgevuld door een aannemingsbedrijf in opdracht van de gemeente.

Welke partijen namen deel?

De wallen zijn deels eigendom van Staatsbosbeheer, deels van de gemeente Texel, die werkten mee. En particulieren eigenaren, vrijwilligers en Landschap Noord- Holland.

Wie financierde het?

De Rol-Ral regeling werd toegepast, de gemeente heeft een subsidieregeling voor klein herstelwerk, de Regeling Gebiedsgericht Beleid van het ministerie van LNVPlus voor de eerste herstelimpuls uit 2000 geld van Nationale Postcode Loterij en VSBfonds. Staatsbosbeheer en de Gemeente steken er geen geld in, wel arbeid.

Hoe kwam de historische informatie boven tafel?

De wallen waren al goed gedocumenteerd, onder andere dankzij Oral History: oud-beheerders en een bedrijf dat in het gebied werkte.

Hoe gaat het nu verder?

Er worden nog steeds stukken tuinwal hersteld, maar nu ook op plaatsen waar ze traditioneel niet voorkwamen. Het beheer wordt vooral gedaan door vrijwilligers. De gemeente heeft wel een maaibeheer voor de wallen die langs wegen liggen.

Het onderhoud is heel arbeidsintensief. De agrarische natuurvereniging De Lieuw vraagt daarnaast elk jaar subsidie aan voor het opknappen van een deel.

Is er uitgegaan van de oorspronkelijke functie?

Voor het binnenhouden van vee is gaas veel effectiever, dus dat is geen reden om de tuinwallen te onderhouden. Nu gebeurt het om hun natuurwaarde en hun historische waarde.

Wie was de trekker?

Dat is de coördinator van een groep vrijwilligers, Ben Brugge. Hij ontdekte de grote waarde van de wallen voor bepaalde bijensoorten en zette daarom het herstel en maaibeheer van de tuinwallen op gang.

Waren er tegenvallers?

Weinig Texelaren deden mee met de herstelactie.

Heb je aanbevelingen?

  • Let erop dat de eerste impuls goed lukt, kwalitatief en met veel publiciteit.
  • De nazorg en de continuering zijn veel lastiger. Daar moet vooraf al een regeling voor zijn.
  • Sluit zoveel mogelijk aan op de reguliere werkzaamheden van de beheerder (zijn maaiplan).
  • Kijk ook goed hoe je het herstel doet. Verschillende partijen spreken elkaar tegen over de goede manier.
  • Zorg dat je goed weet waarom je het doet en dat je draagvlak hebt op de locatie zelf. Haal lokaal deskundigheid en kennis! Betrek de bewoners al in een vroeg stadium bij het project.

Waren er problemen bij de praktische uitvoering?

Er is geen subsidie voor het maaiwerk. Dat probleem hebben we nu bij de gemeente gelegd. Programma Beheer voorziet er niet in.

Nader signalement

De cultuurhistorische waarde van met name de oude bewaard gebleven tuinwallen is erg groot. Ze liggen niet alleen op het Hooge Land van Texel, maar ook tot bij Den Hoorn, rondom De Koog en tot achter Oosterend. Veel zijn er verdwenen in het gebied tussen Den Burg en De Koog. Die bij De Koog zijn vaak van recente datum en verkeren in slechte toestand.

Zoals reeds eerder opgemerkt komen tuunwallen ook in andere delen van Nederland voor. Op Wieringen zijn de tuinwallen aangelegd in de tijd dat de schapenteelt toenam in omvang (hier worden ze dan ook wel schapenwal genoemd). De wallen waren hier zo’n 1,5 m hoog en dienden naast perceelsscheiding ook als beschutting van vee en gewassen tegen de harde wind. Met de ruilverkaveling zijn vrijwel alle tuunwallen op Wieringen verdwenen en de wallen die bewaard zijn gebleven verkeren over het algemeen in een slechte staat. Er is een aantal nieuwe wallen aangelegd die een goede opgroei van de beplanting mogelijk moeten maken.

In Gaasterland en het Land van Vollenhove kwamen ook wallen voor. Hier werden ze echter beplant met meidoorn of sleedoorn, waardoor het kenmerkende karakter van de onbegroeide wallen van gras- of heidezoden verloren is gegaan. De meeste van de houtwallen in het Land van Vollenhove zijn daarnaast in eerste instantie anders aangelegd, namelijk door boomstobben en stenen langs de akker te leggen. Later werd deze omheining opgehoogd door er struiken op te planten om zodoende het vee van de akker te weren. Net als elders zijn de wallen op het Land van Vollenhove en op Gaasterland grotendeels verdwenen, met name door ruilverkaveling.

De tuunwallen zijn bijzonder in hun soort. Dezelfde vorm van perceelsscheiding komt elders niet voor. Wel zijn bijvoorbeeld houtwallen bekend als perceelsscheiding, deze komen met name voor op de overgang van weidegebieden naar hoger gelegen zandgronden. In het buitenland komen wel perceelsscheidingen voor die op de tuunwallen lijken. Zo zijn er de bekende muurtjes van keien in Groot-Brittannië, Ierland en Frankrijk.

Ecologische waarden en potenties

Doordat de wallen steil zijn hebben ze een kant die extreem warm en zonnig is en een donkere kant, nog sterker als ze van oost naar west lopen. Op tuinwallen leven planten als grasklokje, klein streepzaad, zandblauwtje, muizenoor, Engels gras en geel walstro en ook de ‘Rode Lijst soorten’ verfbrem, kleine ratelaar en hondsviooltje. De tuinwallen zijn aantrekkelijk voor enkele bijzondere insecten, zoals de Texelse zandbij op streepzaad en de klokjesdikpootbij op grasklokje. Ook de Noordse woelmuis leeft op en bij de tuinwallen op Texel. Dat is opvallend omdat deze soort verder vrijwel alleen in natte terreinen voorkomt. Doordat op Texel de concurrerende veldmuis op sommige delen van het eiland ontbreekt kan de Noordse woelmuis zich ook in droge habitats handhaven.

Literatuur

  • Dijkstra, H. (1996), De tuinwal op het eiland Texel. In: Monumenten en bouwhistorie; Jaarboek Monumentenzorg. Zeist.
  • Dirkmaat, J. (2005), Nederland weer mooi. Op weg naar een natuurrijk en idyllisch landschap. ANWB, Den Haag.
  • Haaf, C. ten en E. Kat (2004), Tuinwallen en kolken op Texel. Landschap Noord-Holland (september), pp. 24-27.
  • Heessen, H.J.L. en J.M. Gleichman (1974), Tuinwallen op Texel. Levende Natuur 77, pp. 255-264.
  • Kelder, P. (1982), Advies landschapsbouw voor de ruilverkaveling Wieringen, Noord-Holland.
  • Kroes, J. en T. Hol (1979), Het land van Vollenhove; een historisch geografische studie van het noordwest- Overijsselse kultuurlandschap, Zwolle.

Websites en organisaties

Vragen, verbeteringen of opmerkingen?
U kunt op deze kennisbank reageren via het reactieformulier.

  1. Inmiddels is er een provinciale regeling voor aanleg, herstel en behoud van tuinwallen, als onderdeel van de Subsidieregeling Landschaps elementen. Dankzij deze regeling kon de afgelopen periode achterstallig onderhoud worden uitgevoerd aan ruim 700 meter tuunwal. Bovendien is er ruim 2300 meter tuinwal hersteld en/of aangelegd.

Deze pagina is voor het laatst bewerkt op 24 aug 2023 om 03:01.