Laagte Leuvenumse Beek

< Aardkundig erfgoed - inleiding


Overzicht aardkundig erfgoedKaart: Aardkundig Erfgoed

Samenvatting

Laagte tussen de stuwwallen van de Veluwe, ontstaan als smeltwatermeer tijdens de voorlaatste ijstijd, het Laat-Saalien (150.000 jaar geleden). Het gebied omvat o.a. de Leuvenumse Beek en de Elspeetsche Heide. De smeltwaterklei in de ondiepe ondergrond zorgt voor relatief natte omstandigheden in vergelijking met de omliggende drogere delen van de Veluwe. Hierdoor is o.a. de Leuvenumse beek gevormd. Verder komen in dit gebied ook bijzondere doodijsgaten en pingoruïnes voor.

Aardkundig fenomeen (primair)

smeltwaterterras (kame)

Overige aardkundige fenomenen

beekdal, dekzandrug, droogdal, groeve, landduin, paraboolduin, pingoruïne, smeltwaterheuvel (kame), sneeuwsmeltwaterdal

Periode(s)

  • Pleistoceen - Laat-Saalien
  • Pleistoceen - Weichselien
  • Holoceen

Gevormd door

landijs, meren, permafrost, smeltwater

Kenmerkendheid

  • Restanten van oud smeltwatermeer, gevormd tussen stuwwallen tijdens de voorlaatste ijstijd
  • Smeltwaterklei in de ondergrond zorgt ervoor dat dit gebied ondanks de hoogteligging toch vrij nat is.
  • Voorkomen doodijsgaten en pingoruïnes, die een waardevol botanisch en klimatologisch archief vormen (Uddelermeer).
  • Grootste en natuurlijke beek op de verder droge Veluwe.
Put met een opeenvolging van kleilagen die kenmerkend zijn voor (smelt)watermeren
Afb. 1. Ontsluiting van de smeltwaterklei uit het Saalien in de vallei van de Leuvenumse beek. Duidelijk te zien zijn de kenmerkende warven, dit zijn kleilagen met een seizoensgelaagdheid, afgezet in meren. Bron: Kraanen & Pape (1965), STIBOKA foto nr. 15814.
https://www.wikiwand.com/nl/Hierdensche_Beek#Media/Bestand:Leuvenumse_beek.jpg
Afb. 2. Leuvenumse beek ter hoogte van de Zwolse Brug (Bron: Wikiwand, CC-BY-SA-3.0).

Ontstaansgeschiedenis

Dit gebied is gevormd in de voorlaatste ijstijd, het Laat-Saalien (150.000 jaar geleden). Het lag tussen de stuwwallen van de oostelijke Veluwe, Stakenberg en Garderen in. Doordat het gebied omsloten was door ijslobben en stuwwallen, kon het smeltwater van het ijsfront moeilijk afgevoerd worden en ontstond een smeltwatermeer. In dit meer gleden delen van de zandige stuwwal af (hellingzanden), ook werd een dik pakket smeltwaterklei afgezet (Afb. 1). Het meer was naar schatting ongeveer 60 m diep, aan de oostkant van de Leuvenumse Beek zijn nog terrassen in het terrein te herkennen, deze zijn gevormd tijdens het langzaam leeglopen van het meer. Deze afzettingen zijn bedekt door dekzanden en hellingafzettingen van de stuwwal tijdens de laatste ijstijd (het Weichselien 115.000-11.700 jaar geleden). Aan de oostrand ligt een paraboolvormige dekzandrug: het Uddelsche Buurtveld.

Op de Elspeetsche Heide liggen fraaie grindheuvels (Turfberg en Liesberg) als restanten van smeltwaterafzettingen. Deze bevatten zeer grof grind, afkomstig uit Fenno-scandinavië (via het ijs), Noord-Duitsland, Rijngebied en Maasgebied (afkomstig uit de geërodeerde stuwwallen). Bij Oud Milligen liggen mogelijk ook doodijsgaten (restanten van afgesmolten ijsbrokken).

In dit gebied ligt ook het Uddelermeer, een uitzonderlijk diepe pingoruïne ontstaan door de aangroei van een ijslens in de laatste ijstijd (het Weichselien, 115.000-11.700 jaar geleden). In dit meer stapelden organische afzettingen zich op en kon veenvorming plaatsvinden. Dit vormt een rijk geologisch archief van de laatste 14.000 jaar. Hierin zijn klimaatschommelingen, en activiteiten van de mens in de directe omgeving te zien, voornamelijk aan de samenstelling van fossiele stuifmeelkorrels. Ook het naastgelegen Blekemeer en de terreindepressies bij Meerveld zijn mogelijk pingoruïnes.

De kleilaag, die aanwezig is in een groot deel van het gebied zorgt voor stagnatie van grondwater, ondanks hoge ligging is het gebied daardoor toch vrij nat. Het stagnerend grondwater voedt de Leuvenumse of Staverdense beek, de grootste natuurlijke beek van de Veluwe (Afb. 2). Dit beekdal is plaatselijk venig.

Huidige aardkundige processen

geen

Bodems en waterhuishouding

De smeltwaterklei in de ondergrond zorgt voor relatief natte omstandigheden, in vergelijking met de rest van de Veluwe (schijngrondwaterspiegel). Er liggen veldpodzolgronden (wat nattere humuspodzolen) in de zandgebieden, in het beekdal worden meerveengronden (zandige veengronden) aangetroffen.

Relatie met archeologie en cultuurhistorie

  • Aan de beek liggen de landgoederen Leuvenum en Staverden.
  • Door minder droge omstandigheden het gebied rondom de beek eerder dan de omliggende gebieden in cultuur gebracht.
  • In de smeltwaterheuvels van de Elspeetsche Heide zijn veel grindputjes gegraven.

Verder lezen

Overlap met eerder benoemd aardkundig erfgoed

  • GEA-objecten: 27W4 Vallei van de Leuvenumse Beek. Kleinere sites: 27W4a-l.
  • Van Beusekom 2007: GL 28 Elspeetsche heide, GL 71, 72 en 73 (naamloos)
Vragen, verbeteringen of opmerkingen?
U kunt op deze kennisbank reageren via het reactieformulier.

Deze pagina is voor het laatst bewerkt op 9 apr 2024 om 03:02.