Isolatie van historische daken
Introductie
Het isoleren van historische daken vraagt om een zorgvuldige aanpak. Daarom is het belangrijk een passend isolatieontwerp op te stellen, waarbij je de plaatsing van de isolatie, het isolatiesysteem en het isolatiemateriaal bepaalt. Of er mogelijkheden zijn om te isoleren is afhankelijk van de cultuurhistorische waarde van het gebouw en de waarde die het dak en dakafwerkingen bevatten. Dit is de basis bij de keuze om het dak wel of niet te isoleren.
In dit artikel komen de volgende plaatsingsmogelijkheden aan bod:
- Buitenzijde van het dak
- Binnenzijde van het dak: met daarbij drie opties: isolatie en dampremmende laag tussen de sporen, isolatie tussen de sporen, en dampremmende laag over of op de sporen.
- Zoldervloer
Buitenzijde van het dak
Het isoleren van een kap heeft gevolgen voor de dakopbouw: pannen en panlatten, eventueel historische (riet)isolatie en de kapconstructie zelf. Over het algemeen lijkt het isoleren aan de buitenzijde van de kap het eenvoudigst en bouwfysisch het minst risicovol: pannen eraf, een isolatielaag aanbrengen en de pannen er weer op. Let wel op dat aan de buitenzijde een dampopen en waterkerende laag wordt aangebracht. Tegen het isoleren aan de buitenzijde bestaan toch grote bezwaren, omdat de visuele beleving en daardoor de monumentale waarde van de karakteristieke kap aangetast worden. De dikte van het nieuwe isolatiemateriaal wordt aan de dakopbouw toegevoegd, waardoor de daklijn meer naar buiten komt te liggen. Met de nieuwe beplating verdwijnt ook de ‘beweging’ die in de kap zichtbaar is: de oude historische bouwmaterialen (stammetjes en dergelijke) waren lang niet zo strak en recht als de hedendaagse materialen. Technisch gezien geeft de isolatie aan de buitenzijde vooral problemen met aansluitingen op de dakkapellen, schoorstenen, dakranden, goten, boeidelen enzovoorts. Om die op te lossen zijn er meer werkzaamheden nodig dan strikt noodzakelijk. Het heeft dan ook de voorkeur een historische kap aan de buitenzijde te isoleren.
Binnenzijde van het dak
Isolatie aan de binnenzijde van de kap heeft in principe de voorkeur, tenzij monumentale waarden dit niet toelaten, zoals bij een bijzonder interieur. Bouwfysisch gezien is dit echter lastig en dit vraagt daarom om een zorgvuldige aanpak.
We onderscheiden:
- Optie 1: isolatie en dampremmende laag tussen de sporen;
- Optie 2: isolatie tussen de sporen en dampremmende laag over of op de sporen;
- Optie 3: isolatie en dampremmende laag over of op de sporen.
Bij isolatie en dampremming tussen de sporen (optie 1) worden van binnenuit eerst isolatie en dan een dampremmende laag tussen de sporen aangebracht. Het aanbrengen van de dampremmende laag is hier het lastigst vanwege de noodzakelijke kierdichting. Alleen de sporen blijven daarbij in het zicht. Bij isolatie tussen de sporen en dampremming over de sporen (optie 2), of isolatie en dampremming over de sporen (optie 3) is het binnenaanzicht vlak. De sporen verdwijnen uit het zicht, maar de spantconstructie blijft vaak nog zichtbaar (Afbeelding 2). Het bouwfysisch risico is in beide gevallen even groot maar kleiner dan bij optie 1 door de hogere uitvoeringskwaliteit van de dampremmende laag. Bij optie 3 wordt de inwendige ruimte kleiner. Deze is wel het eenvoudigst uit te voeren. In alle gevallen bevat de isolatieconstructie bij voorkeur geen holtes en is hij luchtdicht. Is dit niet gegarandeerd, dan kan er condensatie op de houten delen van de kapconstructie ontstaan met aantasting (houtrot) tot gevolg. Het isoleren aan de binnenzijde vereist dus een zeer zorgvuldige damp- maar vooral luchtdichte uitvoering om een afdoende afsluiting te kunnen garanderen. Let op: een dampopen capillair actief isolatiesysteem werkt niet goed samen met hout, zoals het dakbeschot en levert condensatie op met schade als gevolg.
Zoldervloer
De ruimte onder de kap diende in veel panden oorspronkelijk als opslag- of droogruimte. Het hedendaagse gebruik als verblijfsruimte vraagt om comfortverbetering, zoals meer daglicht en een hogere temperatuur. Dat laatste is te bereiken door de kap na te isoleren. Bedenk eerst of isolatie van de kap voor het toekomstige gebruik echt nodig is. Wanneer de zolder niet of nauwelijks gebruikt wordt, verdient het de voorkeur de vliering- of zoldervloer te isoleren. Zo blijft de ventilatie van de kap behouden en dat komt de instandhouding ten goede.
We onderscheiden:
- Isolatie en dampremmende laag op de balken van bovenaf aangebracht.
- Isolatie en dampremmende laag tussen de balken van bovenaf aangebracht.
- Isolatie en dampremmende laag tussen de balken van onderaf aangebracht.
- Isolatie tussen en dampremmende laag over de balken van onderaf aangebracht.
- Isolatie en dampremmende laag onder de balken.
Isolatie en ventilatie
Isoleren noopt tot ventileren. Door het isoleren van de gebouwschil wordt de ventilatie beperkt. Als vuistregel kan voor historische gebouwen een ventilatievoud van 0,8 tot 1,0 worden aangehouden. Dat is globaal twee keer de hoeveelheid ventilatie die voor moderne gebouwen wordt geadviseerd. Voor gebouwen (nieuwe en bestaande) houdt het Bouwbesluit een minimum ventilatie aan van 7 dm3/s, en voor badkamers 14 dm3/s. In het algemeen is het ventilatievoud van historische gebouwen groter. Enige reductie van de infiltratie is dus toegestaan en levert soms een aanzienlijke bijdrage aan de energiebesparing. Voor de instandhouding van het gebouw is het echter zaak de infiltratie niet al te veel te verminderen. Anders zijn aanvullende ventilatievoorzieningen noodzakelijk. En die hebben gevolgen voor het gebouw en de cultuurhistorische waarden daarvan.
Deze drie instructievideo's helpen bij het maken van een zorgvuldige afweging voor dakisolatie, bij de keuze voor een ontwerp, en bij de uitvoering daarvan:
Zie ook
ArtikelenHoort bij deze thema's BegrippenSpecialist(en)Deze pagina is voor het laatst bewerkt op 20 aug 2024 om 11:10.