Eijsden-Margraten - Savelsbos - Vuursteenmijnen van Rijckholt (Margraten)

< Rijksmonumenten

(45801) monumentenregisterMonumentnummer: 45801

Introductie

Resten van prehistorische vuursteenmijnen en andere sporen van vuursteenwinning en -bewerking.

Foto van de ingang tot de prehistorische mijnen. In de heuvel zitten twee deuren, waarboven een bos staat. Voor de ingang staat een beeld van twee handen die vuursteen bewerken.
Afb. 1. Vuursteenmijn Rijckholt, 2010. Foto door Romaine, via Wikimedia Commons, CC0
Een ingekleurde pentekening toont een doorsnede van een vuursteenmijn. Verschillende figuren zijn aan het werk op een aantal plekken in de mijn. Van bovenaf wordt met een touw een emmer naar beneden gelaten. In een andere schacht klimt een werker via een touw naar boven.
Afb. 2. Schematische doorsnede van een mijn in Rijckholt. De mijnwerkers groeven verticale schachten tot ze één bepaalde laag vuursteenknollen bereikten. Vervolgens groeven ze horizontale gangen voor de winning van het vuursteen. Foto © Bob Brobbel
Kaartje met afbakening van het terrein
Afb. 3 Kaartje van het terrein

Kenmerken

Voor de exacte locatie en begrenzing van dit archeologisch rijksmonument: volg de link naar het Monumentenregister rechts bovenaan deze kennisbankpagina, en klik vervolgens daar op het bijbehorende kaartje.

Verhaal over het rijksmonument

Hooggelegen in de westelijke helling van het Maasdal, in het Savelsbos en onder akkers op de aangrenzende plateaurand, liggen de prehistorische vuursteenmijnen van Rijckholt. De vorm van het kalksteenplateau in dit landschap is heel karakteristiek. Het is een grote landtong, die ook wel de Kaap wordt genoemd. Kenmerkend is ook het diep ingesneden droogdal, de Schoone Grub. In de hellingen van dit smalle dal is de vuursteenwinning misschien wel begonnen. De vuursteenknollen – ingebed in banken in het kalksteen – waren daar door erosie losgeraakt en zo makkelijk op te graven en te verzamelen. Dat gebeurde al in de vroege steentijd door Neanderthalers die van het vuursteen vuistbijlen en schaven maakten. Ook de eerste boeren van de Bandkeramische cultuur die op het Graetheideplateau woonden, 20 km verder noordelijker, dolven 7300 jaar geleden vuursteenknollen op uit het afgeschoven hellingmateriaal.

Rond 4000 voor Chr. vond er een omslag in de grondstofwinning plaats. De vraag naar vuursteen werd steeds groter en de hellingen raakten uitgeput. Gekozen werd voor het graven van mijnschachten, om zo op zoek te gaan naar lagen met vuursteenknollen van goede kwaliteit. De prehistorische mijnwerkers groeven schachten met een diameter van 1 m en tot een diepte van wel 14 m onder het maaiveld. Aan de basis van een schacht legden ze een stelsel van 60-80 cm hoge mijngangen aan, de zogenaamde galerijen. Het moet zo diep onder de grond vrij donker zijn geweest, want ze werkten alleen met het licht dat via de schacht naar binnen viel. Sporen van vuur of vetlampen zijn niet in de mijnen teruggevonden.

Als gereedschap gebruikten ze korte houwelen met een vuurstenen hakpunt die bij beschadiging makkelijk kon worden gewisseld. Rijckholtvuursteen was een gewilde grondstof. De exploitatie werd minimaal 1000 jaar voortgezet. In die periode ontstonden maar liefst 2000-4000 schachtmijnen binnen een areaal van 8 ha. Het zijn de oudste sporen van systematische grondstofwinning die we in Nederland kennen. De eerste bewerking van gewonnen vuursteenknollen vond plaats in de directe omgeving. Het ‘Groot Atelier’ is zo’n werkplaats waar het ruwe vuursteen tot halffabricaten of eindproducten werd bewerkt. Het bewerkingsafval in de bosbodem bevat een schat aan informatie over dit proces. Uiteindelijk kwamen de werktuigen van Rijckholtvuursteen via uitwisseling op verre plekken terecht, tot aan de Bodensee in Zuid-Duitsland.

Dit bijzondere verhaal over prehistorische vuursteenmijnbouw is gestoeld op meer dan een eeuw onderzoek. Sinds de ontdekking in 1887 van het Savelsbos als prehistorische vuursteenwinplaats hebben er vele opgravingen plaatsgevonden. Veelal waren de onderzoekers van buitenlandse komaf, zoals een groep Franse paters Dominicanen. Internationaal vernieuwend was de onderzoeksmethode van de Werkgroep Prehistorische Vuursteenmijnbouw tussen 1964 en 1972. Veel leden van de werkgroep kwamen uit de Limburgse steenkolenmijnbouw. Met technieken waar ze vertrouwd mee waren, legden ze vanuit de boshelling een 130 m lange verkenningsgang aan, precies op het niveau waar hun voorgangers lang geleden vuursteen hadden gewonnen. Daarbij sneden ze de galerijenstelsels van 76 prehistorische mijnen aan en brachten die in kaart. In 1975 werd de verkenningsgang omgevormd tot een betonnen bezoekersgang van waaruit een blik wordt geboden op de archeologische overblijfselen van vuursteenwinning van 6000 jaar geleden. In 2021-2022 is de beleefbaarheid aanzienlijk vergroot door onder meer de aanleg van zijgangen met wijdere kijkvensters. En zo kunnen bezoekers nog meer oog in oog staan met de ondergrondse sporen van vuursteenwinning.

Vrijstellingsdiepte

Bij dit rijksmonument gaat het om archeologische resten op en/of dicht onder het maaiveld; daarom is er geen vrijstellingsdiepte van toepassing.

Archeologisch rijksmonumentenpaspoort

Nederland kent circa 1500 archeologische rijksmonumenten. Om eigenaren beter te informeren over 'hun' monument heeft de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed in 2023 per monument een archeologisch rijksmonumentenpaspoort uitgegeven. Het bevat informatie over locatie, ouderdom en het type monument, aangevuld met gegevens over bescherming en zorgvuldig gebruik. Deze pagina is (deels) opgesteld en/of aangevuld op basis van dit paspoort. Het is een aanvulling op de monumentgegevens in het Rijksmonumentenregister.


Zie ook

MonumentenArtikelenHoort bij deze thema's

Meer informatie Meer over het monumentenregister en de pagina's in deze kennisbank is te vinden in Monumenten - Rijksmonumentenregister.

Meer over wat er is beschermd is te vinden in de leeswijzer.
U kunt op deze kennisbank reageren via het reactieformulier.

Deze pagina is voor het laatst bewerkt op 28 mrt 2024 om 15:30.