Landduinen noordoostelijke Veluwe

< Aardkundig erfgoed - inleiding


Overzicht aardkundig erfgoedKaart: Aardkundig Erfgoed

Samenvatting

De landduinen van de noordoostelijke Veluwe (Render- en Kamperklippen, omg. Gortelsche Berg, Tongerlose Heide en Wiesel, Regelbergen) zijn zeer goed ontwikkelde en grote paraboolduinen. Deze zijn aan het eind van de laatste ijstijd door westerwind over de Veluwe geblazen.

Aardkundig fenomeen (primair)

dekzandrug

Overige aardkundige fenomenen

landduin, paraboolduin

Periode(s)

  • Pleistoceen - Weichselien - Laat-Glaciaal

Gevormd door

wind

Kenmerkendheid

  • Zeer goed ontwikkelde en grote paraboolduinen uit het Laat-Glaciaal. Vooral bij de met heide begroeide Renderklippen is dit goed te zien.
Fragment van de geomorfologische kaart van de noordoostelijke Veluwe. In rood de stuwwal, in geel zijn de paraboolvormige de landduinen te zien
Afb. 1. Fragment van de geomorfologische kaart van de noordoostelijke Veluwe. In rood de stuwwal, in geel zijn de paraboolvormige de landduinen te zien.
Open heideveld waar het landduin goed te zien is.
Afb. 2. Impressie van de Renderklippen, dit landduin uit de laatste ijstijd steekt lokaal tot meer dan 12 meter boven het omliggende gebied uit. Dankzij de openheid van het gebied is het duinreliëf hier goed te zien. (Foto: Wikipedia, Vincent van Zeijst, CC BY-SA 4.0).

Ontstaansgeschiedenis

Grote langgerekte landduinen (eerder ook wel pseudo-åsars genoemd) op stuwwal van de oostelijke Veluwe (Afb. 1). Het zijn met elkaar verbonden paraboolduinen, die plaatselijk meer dan 12 meter boven de omgeving uitsteken (Afb. 2). Ze vormden in het laatste deel van de laatste ijstijd (Jonge Dryas, ca. 12.000 jaar geleden). Tijdens deze periode was het zeer koud, vrij droog en was de vegetatie spaarzaam, ideale omstandigheden voor de vorming van paraboolduinen. Aan de oriëntatie van de duinen valt af te leiden dat ze gevormd zijn door wind vanuit het westzuidwesten. Het zand waaruit de duinen zijn opgebouwd is dus vanuit het westen getransporteerd, het meeste zand is vermoedelijk afkomstig van de stuwwal zelf. De duincomplexen zijn tot wel 10 à 20 km lang en zeer goed bewaard (bijv. Render- en Kamperklippen (Afb. 2), Wiesel en de Gortelse Berg), ze bestaan voornamelijk uit fijn zand. Zowel de grootte van de duinen als de bodemvorming in het duin, maakt het duin onderscheidend van jonger (Holoceen) stuifzandreliëf.

In Holoceen warmde het klimaat op het gebied raakte verder begroeid en de duinvorming stopte. Ook ontwikkelden podzolbodems op de ruggen. Rondom de Gortelsche berg liggen vennetjes in de lagere delen, deze zijn ontstaan door de stagnatie van water op de dichte ijzer B-horizont ontstaan in de podzolbodem.

Huidige aardkundige processen

Geen

Bodems en waterhuishouding

De grondwaterstand staat net als op het grootste deel van de stuwwal zeer laag, hydrologisch gezien zijn deze duinen eveneens een infiltratiegebied. De meeste duinen zijn uit arm materiaal van de stuwwal ontwikkeld (witte zanden), hier zijn haarpodzolen ontwikkeld. In de buurt van mineraal rijkere gronden ook bruine bosgronden.

Relatie met archeologie en cultuurhistorie

  • Op de Renderklippen zijn vondsten uit het Paleolithicum aangetroffen.
  • Op sommige plekken zijn wegen aangelegd die de duinen doorkruisen, dit werd een zandklip genoemd. De aanwezigheid van het losse zand veroorzaakte hinder voor het verkeer.

Verder lezen

Overlap met eerder benoemd aardkundig erfgoed

  • GEA-objecten: 33W1d Render- en Kamperklippen, 33Wf Gortelsche Berg, 33W1h Wiesel.
  • Van Beusekom (2007): GL 56 Wiesel, GL 57 Gortelsche Berg, GL 62 Render- en Kamperklippen.

Zie ook

Aardkundig erfgoed
ArtikelenHoort bij deze thema'sTrefwoorden
Veluwe, paraboolduin, dekzandrug, pseudo-åsar
Specialist(en)
Vragen, verbeteringen of opmerkingen?
U kunt op deze kennisbank reageren via het reactieformulier.

Deze pagina is voor het laatst bewerkt op 9 apr 2024 om 03:01.