Rivierduinen Bergharen - Wijchen
< Aardkundig erfgoed - inleiding
Samenvatting
De rivierduinen van Bergharen en Wijchen vormen een groot en langgerekt rivierduincomplex van 500 – 1500 meter breed dat zich uitstrekt vanaf Horssen tot Heumen. Met toppen van 6 -10 meter. Bekende toppen zijn de Galgenberg, de Rakenberg en de Hessenberg. Dit rivierduinencomplex bestaat uit aaneengeschakelde paraboolduinen.
De duinen zijn ontstaan aan het eind van de laatste ijstijd (het Jonge Dryras, 12.900-11.700 jaar geleden) toen wind zand uit het naastgelegen Maasdal vervoerde naar de noordoost zijde van het dal. Ze liggen bovenop een bijzondere oude ondoorlatende kleilaag Rijn, bekend als de Laag van Wijchen. Deze zorgde voor de stagnatie van water, waardoor vennen tussen de duintoppen ontstonden (de Overasseltse en Hatertsche Vennen). In het Holoceen heeft nog lokaal verstuiving plaatsgevonden als gevolg van menselijk landgebruik, waardoor grillige en kleinschaligere reliëfverschillen zijn ontstaan.
Aardkundig fenomeen (primair)
rivierduin
Overige aardkundige fenomenen
paraboolduin, stuifzandduin, ven
Periode(s)
- Pleistoceen - Weichselien - Laat-Glaciaal
- Holoceen
Gevormd door
mens, rivieren, wind
Kenmerkendheid
- Goed ontwikkelde paraboolvormige rivierduinen uit het Laat Glaciaal.
- Typelocatie voor de Laag van Wijchen. Deze kleilaag onder de duinen is afgezet door de meanderende Rijn uit het warmere deel van de laatste ijstijd. De laag ligt ook verder westelijk begraven door jongere rivierafzettingen, het vormt daar de basis van de Rijn-Maasdelta.
- Een groot aantal vennen is ontwikkeld in de laagtes tussen de duinen als gevolg van stagnerend water vanwege de ondoorlatende oude kleilaag.
Ontstaansgeschiedenis
Duinvorming eind laatste ijstijd
De rivierduinen van Bergharen en Wijchen zijn gevormd tijdens het laatste deel van de laatste ijstijd, het Jonge Dryas (12.900-11.700 jaar geleden). Tijdens deze periode was de Maas een brede vlechtende rivier (zie Rivierterras Wijchen). Door de geringe vegetatie en een bedding die vaak in de winter droog viel, kon de wind zand meenemen uit de bedding van de Maas. Het relatief grove zand werd door de overwegend zuidwestelijke wind afgezet aan de noordoost zijde van het Maasdal, op de oude kleiafzettingen van de Laag van Wijchen. Zo ontstonden rivierduinencomplexen van 500 – 1500 meter breed die zich uitstrekken vanaf Horssen tot Heumen, sommigen met de vorm van paraboolduinen. De duinen steken 6 – 10 m boven hun omgeving uit (Afb. 1 en 2). Mooie voorbeelden van paraboolduinen zijn te vinden bij Bergharen en de Overasseltse en Hatertsche Vennen.
Typelocatie Laag van Wijchen
Dit duincomplex ligt op een oude riviervlakte van de Rijn uit de laatste ijstijd, het Weichselien (ongeveer 115.000-11.700 jaar geleden). Tussen ongeveer 35.000 en 12.000 jaar geleden stroomde grote hoeveelheden Rijnafvoer via het Niersdal ten zuiden van de stuwwal van Nijmegen de Betuwe in. Deze Niersdal-Rijn vormde een zijrivier van de Rijn, waarvan de hoofdgeul toen door de Gelderse Poort tussen Nijmegen en het Montferland stroomde. Tijdens de laatste ijstijd heerste een periglaciaal klimaat in Nederland. Door een afwisselend toendra en poolklimaat was de vegetatie spaarzaam. Hierdoor had de Rijn een vlechtend karakter en stroomde over een brede riviervlakte. Het Wijchense Ven is deel van een oude rivierloop die tot dit vlechtende systeem behoorde.
Tijdens een warmere periode aan het einde van de laatste ijstijd (het Bølling en Allerød, 14.500 - 12.900 jaar geleden) ging de Rijn meanderen. Het meergeulige systeem verdween toen één geul dominant werd. Bijzonder is de oude klei dit is afgezet tijdens deze overgangsperiode naar een meanderende rivier aan het eind van de laatste ijstijd. Deze stugge, grijze klei is kenmerkend voor rivierafzettingen uit deze periode en staat bekend als de Laag van Wijchen. Deze kleilaag kan op veel andere locaties in de Nederlandse rivierdalen worden aangetroffen, maar is in het gebied rond Wijchen het best onderzocht, waardoor dit de typelocatie vormt. De rivierduinen van Wijchen zijn gevormd op een kleilaag van 20 tot 40 cm.
Vennen, doorbraken en stuifzand in het Holoceen
In het Holoceen warmde het klimaat op en werd het natter, de duinvorming stopte geleidelijk aan door de toegenomen groei van vegetatie. Bovendien ontwikkelde de Maas zich tot een meanderende rivier met een kleinere en stabielere afvoer, waardoor de droogvallende brede bedding verdween. De rivierduinen bij Wijchen kenmerken zich door een groot aantal vennen (Afb. 3). Deze zijn ontstaan doordat water in de uitblazingslaagtes van de duinen stagneerde op de onderliggende kleilaag (Laag van Wijchen) uit de ijstijd. Op deze manier zijn de Overasseltse en Hatertsche Vennen gevormd. Rondom de wetelijker gelegen rivierduinen bij Bergharen is in het Holoceen een 1 – 2 meter dik kleipakket afgezet. De vennen ontbreken in dit gebied.
In het Holoceen hebben enkele doorbraken plaatsgevonden vanuit de Maas door het rivierduincomplex heen. Op deze manier is het Hernensche Meer ontstaan, hier is de duin zowel vanuit noordoostelijke richting als vanuit zuidwestelijke richting doorgebroken. Dit is te zien aan waaiermateriaal dat zich aan beide zijden van de doorbraak bevindt. Ook liggen oude restgeulen van de Maas door de duinen heen, zoals het Wijchens Meer dat rond de Romeinse Tijd deel was van een geul van de Maas.
Het duinzand is daarnaast plaatselijk verstoven als gevolg van menselijke invloed, namelijk het steken van plaggen, wat tot een sterk geaccentueerd stuifzandreliëf leidde. Deze stuifzanden zijn te herkennen aan het ontbreken van ontwikkelde podzols, hier liggen bijvoorbeeld duinvaaggronden en vorstvaaggronden. Mensen ontgonnen voornamelijk de flanken van de rivierduinen ten zuiden van Wijchen.
Huidige aardkundige processen
Geen
Bodems en waterhuishouding
Vorstvaaggronden en duinvaaggronden liggen op de hoogste delen van de rivierduinen, die gevormd worden door Holocene stuifzanden. In de laagtes tussen de toppen waar vennen zijn ontwikkeld, liggen haarpodzolgronden en veldpodzolgronden. Verder liggen moderpodzolgronden in deze laagtes. In gebieden die als bouwland gebruikt zijn, zijn enkeerdgronden gevormd als gevolg van ophoging met een plaggendek.
Relatie met cultuurhistorie en archeologie
- Het reliëf was belangrijk voor de locatie van meerdere grafheuvels uit de Bronstijd en IJzertijd, die bij de Overasseltse en Hatertsche vennen zijn gevonden. Ook is aan het Wijchens meer de grootste Romeinse grafheuvel (tumulus) uit de 2e eeuw na Chr. gevonden, naast de restanten van een Romeinse villa.
- Cultuurlandschap volgt het reliëf van de duinen, zoals wegen en bebouwing. Op de flanken van de duinen ontstonden de woonkernen, zoals Bergharen, Hernen, Wijchen en Alverna.
- Enkeerdgronden zijn oude bouwlanden die zijn ontstaan door eeuwenlange bemesting van een dik humushoudend dek, het zogenaamde potstalmest dat gevormd werd met behulp van plaggen. Deze zijn te vinden rond de oude woonkernen.
Verder lezen
- Berendsen, H. J. A., Hoek, W. Z., Schorn, E. A., & Frenzel, B. (1995). Late Weichselian and Holocene river channel changes of the rivers Rhine and Meuse in the central Netherlands (Land van Maas en Waal): Paläoklimaforschung/Palaeoclimate research Bd. 14, Special Issue ESF Project European Palaeoclimate and Man 9.
- Cohen, K. M., Stouthamer, E., Hoek, W. Z., Berendsen, H. J. A., & Kempen, H. F. J. (2009). Zand in banen: zanddieptekaarten van het Rivierengebied en het IJsseldal in de provincies Gelderland en Overijssel.
- Gonggijp, G. P. (1988). Gea-objecten van Gelderland. Leersum, Rijksinstituut voor natuurbeheer, RIN-rapport, 88, 64.
- Pons, L. J. (1957). De geologie, de bodemvorming en de waterstaatkundige ontwikkeling van het Land van Maas en Waal en een gedeelte van het Rijk van Nijmegen. Wageningen University and Research.
- Stichting voor Bodemkartering (1979). Bodemkaart van Nederland, Schaal 1:50 000: Toelichting bij de kaartbladen 45 Oost ’s-Hertogenbosch en 46 West – 46 Oost Vierlingsbeek. Pudoc, Wageningen.
Overlap met eerder genoemd aardkundig erfgoed
- GEA-object: 39O10 Bergharen, 46W7 Wijchen, 46W7a Hernensche Meer, 46W7b Wijchense Ven
- Van Beusekom (2007): GL 44 Rivierduincomplex bij Bergharen
Zie ook
Artikelen- Panorama Landschap - Land van Maas en Waal
- Rivierduinen en donken
- Vennen, uitblazingsgaten en pingoruïnes
Rivierduinen, vennen, Laag van Wijchen
Specialist(en)
Deze pagina is voor het laatst bewerkt op 30 aug 2024 om 03:01.