Kreekruggen

Introductie

Overzicht aardkundig erfgoed

Kreekruggen zijn restanten van oude getijkreken, gevormd in het kustgebied. Ze zijn ongeveer een meter hoog en kronkelen vaak door het landschap. Deze ruggen komen voor in de droogmakerijen, in het veenweidegebied en in oude polders van voor de bedijking. Vanwege hun zandige opvulling zijn ze minder gevoelig voor inklinking en daarom liggen ze nu hoger in het landschap.

Kreekruggen in het kort

Kenmerkendheid

  • Kreekruggen zijn restanten van verlaten (getij)kreken, opgevuld met relatief zandig materiaal.
  • Dankzij hun samenstelling zijn ze minder gevoelig voor inklinking en zichtbaar als een lintvormige welving in het landschap.
  • Soms is in de rug nog een droog restgeultje waar te nemen.

Materiaal

Aan maaiveld ligt een oeverwal bestaande uit (zandige) klei, daaronder ligt vaak een meer zandige bedding (met ook vaak dunne kleilagen). Verder van de rug af ligt meestal klei of veen in de ondergrond. De oudere kreken (in de diepe droogmakerijen) vallen onder het laagpakket van Wormer binnen de Naaldwijk Formatie, de jonge kreken vallen onder het Laagpakket van Walcheren binnen diezelfde formatie.

Huidige aardkundige processen

Kreekruggen worden onder de huidige omstandigheden niet meer gevormd. Door inklinking van (jonge) zeekleipolders kunnen eerder geëgaliseerde kreekruggen weer zichtbaar worden.

AHN hoogtebeeld van kreekruggen op het oudland van Walcheren
Afb.1. AHN hoogtebeeld van kreekruggen op het oudland van Walcheren. In rood en geel zijn vrij rechte kreekruggen te zien (ca. 1 m boven NAP), het omliggende land ligt 1 à 2 meter lager (blauw). De meeste dorpskernen en oude wegen liggen op deze 2000 jaar oude ruggen.
Polder in Utrecht met daarin oude slingerende kreekruggen
Afb.2. Kreekruggen (met slingerende restgeul en naastgelegen oeverwal), zichtbaar geworden door bodemdaling in dit laagveengebied bij Noordeinde in Utrecht. Foto: provincie Utrecht.

Achtergrond

Ontstaan en voorkomen

Kreekruggen zijn restanten van oude inmiddels opgevulde kreekgeulen en hun oeverwallen. De kreken vormden onder invloed van getij in een wad of kwelderachtig milieu. In de kreekgeulen werd overwegend zandig materiaal achtergelaten. Op enige afstand van de geulen, waar het zeewater steeds rustiger bleef, konden de fijnere deeltjes bezinken en vormden kleilagen.

Kreekruggen zijn te vinden in het polderland en de droogmakerijen van Zeeland, Zuid-Holland, Noord-Holland, Utrecht, Friesland en Groningen. In de diepe droogmakerijen zijn veelal ongeveer 6000-5000 jaar oud en zijn gevormd in de laatste fase van getijinvloed, vlak voordat grootschalige veenvorming in laag-Nederland optrad. Langs rivieren in het veenweidegebied (Maasmond, Oude Rijn) liggen kreken van ongeveer 5000-2000 jaar oud die onder getij- (of storm)invloed in het veen vormden langs de Rijn en Maas. Meer recente kreken zijn te vinden in de oude polders van Zeeland, ontstaan na ontwatering van de veengebieden vanaf Romeinse tijd. Deze kreken zijn opvallend recht omdat ze voor een deel oude slootpatronen in het veen volgen (bijv. in het oudland op Walcheren, Afb.1).

Kreken vormden in kleiig kweldergebied of in veenmoerassen. Omdat zowel klei als veen gevoeliger is voor klink dan de meer zandige ruggen, zijn de ruggen nu goed in het landschap te zien. Dit is versterkt door ontwatering door ontginning, ook door doorgaande bodemdaling in het veengebied komen nieuwe kreekruggen boven. Kreekruggen hebben vaak een kronkelig karakter en steken ca. 1 meter boven de omgeving uit. Soms is er nog een restant van de oude geul als een depressie of oude watergang te zien (Afb. 2).

In jonge polders konden kreken zich lang niet altijd opvullend met sediment vanwege bedijking of afdamming, waardoor de sedimentaanvoer geblokkeerd werd. Hierbij ontstonden kreekrestanten.

Bodems en waterhuishouding

Vanwege hun zandige samenstelling en wat hogere ligging kennen kreekruggen wat lagere grondwaterstanden in vergelijking met het omliggende polderland. Door de zandige samenstelling kan echter ook brakwaterkwel optreden, zeker in de buurt van zeearmen (zoals in Zeeland). Als bodemtype zijn er veelal poldervaaggronden of ooivaaggronden te vinden.

Relaties met landschappelijke waarden

Cultuurhistorie en archeologie

Indien een kreekrug niet al te smal was en reeds bestond bij de ingebruikname van het land was dit een geliefde vestigingsplaats. Zo zijn in Midden Delfland (ten westen van de Albasserwaard) op de kreekruggen nederzettingen uit de IJzertijd en de Romeinse tijd aangetroffen. Ook in het huidige cultuurlandschap vormen kreekruggen vaak de plek voor oude doorgaande wegen en kernen van nederzettingen (bijvoorbeeld op Walcheren). In het algemeen geldt: hoe ouder een polder, hoe duidelijker de relatie tussen de ligging van kreekruggen, nederzettingen en/of wegen.

Naast wegenaanleg en de bouw van nederzettingen werden kreekruggen aangewezen als locaties om dijken op aan te leggen. In de droogmakerijen bij Mijdrecht was dit bijvoorbeeld het geval. Daar vormen de kreekruggen nu de kronkelende grens tussen de eerste en tweede bedijking.

Ecologie en biodiversiteit

Kreekruggen zijn zandige en banen in het landschap met een wat lagere grondwaterstand, die veelal markant begrensd zijn door natte klei- en/of veengronden. Kreekruggen vormen dus gradiënten in het landschap en leveren zo een belangrijke bijdrage aan de (potentiële) ecologische variatie in een gebied.

Beheer

Aantastingen en bedreigingen

Kreekruggen zijn waarschijnlijk één van de meest bedreigde en kwetsbare aardkundige fenomenen van ons land. Het zijn immers subtiele, niet al te opvallende reliëfvormen die zich veelal in agrarische gebieden bevinden. Zowel beheerders als grondeigenaren zijn niet altijd op de hoogte van de (exacte) ligging van kreekruggen. Vaak liggen kreekruggen ook op moeilijk bereikbare plekken, verder van doorgaande wegen af.

Egalisatiewerkzaamheden hebben er toe geleid dat kreekruggen bewust of onbewust uit het landschap zijn weggevaagd. Zelfs bij natuurontwikkelingsplannen houdt men vaak geen, of te weinig rekening met de aanwezigheid van kreekruggen. Vergraving leidt dan nogal eens tot aantasting of zelfs vernietiging van de bodem- en reliëfkenmerken.

Beheeropties

Bij het beheer van kreekruggen kunnen verschillende strategieën worden toegepast:

Behoud

De beheerwerkzaamheden kunnen bestaan uit:

  • Het inventariseren en op kaart zetten van de aanwezige kreekruggen;
  • Het voorlichten van gemeenteambtenaren, boeren en andere grondeigenaren over de waarden en de exacte ligging van de kreekruggen;
  • Planologische bescherming. Door middel van het aanlegvergunningenstelsel kan vergraving, egalisatie, diepploegen e.d. worden tegengegaan. Bovendien zou de ligging van kreekruggen moeten worden meegenomen bij de afwegingen die men maakt in het kader van ruimtelijke ordenings- en natuurontwikkelingszaken.

Accentueren / zichtbaar(der) maken

De beheerwerkzaamheden kunnen bestaan uit:

  • Het aanbrengen van een, ten opzichte van de omgeving aangepaste vegetatie. Men zou op de kreekruggen bijvoorbeeld een ander gewas kunnen verbouwen. Boeren zullen hier echter alleen toe geneigd zijn als er een vergoeding tegenover staat.
  • Het verwijderen van hoog opgaande begroeiing in de lagere omgeving. Hoog opgaande vegetatie maskeert namelijk de hoogteverschillen. Bovendien bevinden kreekruggen zich van nature in een vrij kaal landschap.
  • Het achterwege laten van bemesting, zodat een, ten opzichte van de omgeving schrale graslandvegetatie tot ontwikkeling kan komen. Schapen kunnen eventueel worden ingezet om de vegetatie te beheren.

Herstel

Willekeurig op kreekruggen aangeplante ruilverkavelingsbosjes zouden verwijderd kunnen worden zodat de oude patronen weer zichtbaar worden.

Voorbeeld van reeds uitgevoerd beheer

  • Bij Penningsveer (NH) heeft de gemeente met het Gewestelijk Milieubureau en de Stichting Landschapsbeheer Noord-Holland in het kader van een herinrichtingsplan beheerwerkzaamheden uitgevoerd aan kreekruggen. De werkzaamheden bestonden vooral uit maaien en hadden tot doel de zichtbaarheid van de ruggen te vergroten.
  • In Swifterbant (FL) heeft men inversieruggen te midden van het agrarisch gebied geaccentueerd door het aanbrengen van beplanting langs de randen aan te brengen. De boogvormige beplantingsstructuren steken duidelijk af bij de blokvormige verkaveling in het gebied. Het project was een initiatief van de provincie.

Knelpunten in de praktijk

Het probleem bij planologische bescherming door middel van het aanlegvergunningenstelsel is de slechte naleving ervan. Kreekruggen beslaan vaak meerdere percelen. Een goed beheer komt dan ook enkel van de grond bij een goede samen- en medewerking van de grondeigenaren.

Verder lezen

Kreken en kreekruggen op geologievannederland.nl

Gebiedsbeschrijvingen

De volgende gebiedsbeschrijvingen horen bij dit landschapselement:


U kunt op deze kennisbank reageren via het reactieformulier.

Deze pagina is voor het laatst bewerkt op 9 aug 2024 om 03:04.