Leiden - Roomburg

< Rijksmonumenten

(45576) monumentenregisterMonumentnummer: 45576

Introductie

Resten van een Romeins fort (castellum) en een middeleeuws klooster.

Kaartje met afbakening van het terrein
Afb. 1 Kaartje van het terrein

Kenmerken

  • Type: castellum, klooster
  • Periode: Romeinse tijd, Middeleeuwen
  • Rijksmonument sinds: 8 februari 1978

Voor de exacte locatie en begrenzing van dit archeologisch rijksmonument: volg de link naar het Monumentenregister rechts bovenaan deze kennisbankpagina, en klik vervolgens daar op het bijbehorende kaartje.

Verhaal over het rijksmonument

In het jaar 197 na Chr. vond op het binnenterrein van het Romeinse fort Matilo een feestelijke plechtigheid plaats. De commandant van het garnizoen, Caecilius Bato, keek toe hoe een paar soldaten een steen met inscriptie aanbrachten op de gevel van het hoofdkwartier. In dat imposante gebouw was het wapenmagazijn ondergebracht. Dat was aan ingrijpende verbouwing toe; het stond zelfs op het punt van instorten. De soldaten van de eenheid die hier was gelegerd, het `Vijftiende Cohort Vrijwillige Romeinse Burgers’, hadden zelf voor het herstelwerk gezorgd. Volgens de inscriptie was dat gedaan op instigatie van keizer Septimius Severus en zijn zoon. Ook de stadhouder van de provincie Neder-Germanië, Valerius Pudens, werd genoemd, net als commandant Bato, die toezicht op de werkzaamheden had gehouden. Toekomstige lichtingen militairen zouden aan deze prestatie worden herinnerd, steeds als ze het wapenmagazijn binnengingen.

Meer dan 1800 jaar later is die herinnering nog steeds levend. Dat hebben we te danken aan mensen die in 1502 deze steen met inscriptie vonden op het terrein van het toenmalige Sint-Margarethaconvent, een vrouwenklooster in de polder Roomburg bij Leiden. Daar werden veel vondsten gedaan uit de Romeinse tijd, een periode die rond 1500 sterk in de belangstelling stond. Toen keizer Maximiliaan van Oostenrijk in 1508 Leiden bezocht, kreeg hij van het Leidse stadsbestuur verschillende gouden Romeinse munten en andere kostbaarheden uit Roomburg ten geschenke. De bijzondere steen met inscriptie belandde in de collectie van de machtige Heren van Wassenaar, en is nog steeds te zien in de hal van hun kasteel Duivenvoorde.

De resten van het Romeinse fort (een castellum) en het middeleeuwse klooster liggen hier voor het grootste deel nog steeds begraven. Door archeologisch en historisch onderzoek is er veel over bekend. Om te beginnen: het Romeinse fort. De aarden wallen en cortenstalen poorttorens die sinds 2013 het terrein domineren, geven zowel de omvang als de opzet van dat fort duidelijk aan. Ze zijn aangelegd op dezelfde plek waar het Romeinse leger kort na 70 na Chr. een nieuwe versterking aanlegde. Dat was, samen met een klein fort bij Zwammerdam, de jongste toevoeging aan een keten van forten op de zuidelijke oever van de Rijn. Sinds ca. 50 na Chr. lag daar de noordgrens van het Romeinse rijk, door archeologen `limes’ genoemd. In de jaren rond 50 had het leger ook een kanaal aangelegd tussen de benedenloop van de (Oude) Rijn en de Maas. Het is later vernoemd naar de man die de opdracht tot de aanleg gaf, de Romeinse veldheer Corbulo.

Het fort had een oppervlakte van ca. 160 bij 120 meter en lag met een van de lange zijden pal aan de oever van de Rijn. De noordwestelijke korte zijde lag aan de monding van het Kanaal van Corbulo. Daar bevonden zich aanlegsteigers en een insteekhaven. Ten zuidwesten van het fort lag een nederzetting (vicus) waar een paar honderd ambachtslieden, handelaars, vrouwen en kinderen woonden. Van een overgeleverde Romeinse routekaart en een routebeschrijving is de toenmalige naam van het fort bekend: Matilo.

Van het fort en de nederzetting is maar heel weinig opgegraven. Omdat de opzet en indeling van zulke forten overal min of meer hetzelfde waren, kan er wel een reconstructie van worden gemaakt. Binnen de wallen lagen manschappenbarakken, stallen, opslagplaatsen, de woning van de commandant en het hoofdkwartier, inclusief het wapenmagazijn. Via een weg die via twee poorten dwars door het fort liep, was het verbonden met de andere forten langs de limes.

Aan het einde van de derde eeuw heeft het leger de limes langs de Rijn in Nederland ontruimd, inclusief fort Matilo. Het raakte in verval en werd vergeten. In 1464 verhuisden de zusters van het Sint-Margarethaklooster van Leiden naar de plek waar ooit het fort had gestaan. Het was een rijke kloostergemeenschap, waartoe bijna tweehonderd vrouwen behoorden. Ze woonden en werkten met hun personeel in een gebouwencomplex, waaronder een kloosterkerk en een boerderij. Tijdens de Reformatie raakten de bewoonsters in moeilijkheden. In 1572 werden de kloosterbezittingen onteigend door de Staten van Holland en verlieten de zusters het terrein. De gebouwen werden geplunderd en kort na het beleg van Leiden in 1754 gesloopt.

Vrijstellingsdiepte

Bij dit rijksmonument gaat het om archeologische resten op en/of dicht onder het maaiveld; daarom is er geen vrijstellingsdiepte van toepassing.


Archeologisch rijksmonumentenpaspoort

Nederland kent circa 1500 archeologische rijksmonumenten. Om eigenaren beter te informeren over 'hun' monument heeft de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed in 2023 per monument een archeologisch rijksmonumentenpaspoort uitgegeven. Het bevat informatie over locatie, ouderdom en het type monument, aangevuld met gegevens over bescherming en zorgvuldig gebruik. Deze pagina is (deels) opgesteld en/of aangevuld op basis van dit paspoort. Het is een aanvulling op de monumentgegevens in het Rijksmonumentenregister.


Meer informatie
Meer over het monumentenregister en de pagina's in deze kennisbank is te vinden in Monumenten - Rijksmonumentenregister.
Meer over wat er is beschermd is te vinden in de leeswijzer.

Vragen, verbeteringen of opmerkingen?
U kunt op deze kennisbank reageren via het reactieformulier.

Deze pagina is voor het laatst bewerkt op 28 mrt 2024 om 15:24.