Monumenten/46140: verschil tussen versies

< Rijksmonumenten
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
 
(6 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven)
Regel 6: Regel 6:
|Plaatsnaam=Valkenburg
|Plaatsnaam=Valkenburg
|Adres=Terrein aan de Castelweg
|Adres=Terrein aan de Castelweg
|Introductie=Resten van het castellum Praetorium Agrippinae aan de Castelweg in Valkenburg, onderdeel van de [[Neder-Germaanse limes]]. Het is UNESCO Werelderfgoed.
|Naam monument=Praetorium Agrippinae
|Introductie=Resten van het castellum Praetorium Agrippinae aan de Castelweg in Valkenburg.


===Kenmerken===
{{Monumenten - Limes}}
* Type: [[Archeologie - types complexen#castellum|castellum]]
|Kenmerken=* Type: [[Archeologie - types complexen#castellum|castellum]]
* Datering: Romeinse tijd: 40 tot midden 3e eeuw
* Datering: Romeinse tijd: 40 tot midden 3e eeuw
* Rijksmonument sinds: 14 juli 1982
* Rijksmonument sinds: 14 juli 1982
* Uitbreiding omvang van de bescherming: 21 januari 2021
* Uitbreiding omvang van de bescherming: 21 januari 2021
|Omschrijving===Verhaal over het rijksmonument==
|Omschrijving={{Monumenten - Archeologie locatie}}
 
==Verhaal over het rijksmonument==


Keizer Caligula, die van 37 tot 41 na Chr. over het Romeinse rijk heerste, heeft in de geschiedenisboeken
Keizer Caligula, die van 37 tot 41 na Chr. over het Romeinse rijk heerste, heeft in de geschiedenisboeken
een slechte naam gekregen. Zo dreven Romeinse geschiedschrijvers de spot met de veldtocht die hij hield tegen
een slechte naam gekregen. Zo dreven Romeinse geschiedschrijvers de spot met de veldtocht die hij hield tegen de Germanen langs de Rijn en zijn plannen om naar Engeland over te steken. Voor ons is die campagne heel interessant, omdat zijn leger in dat kader ook in Nederland heeft geopereerd. Caligula’s troepen verkenden als eerste Romeinen de benedenloop van de Rijn van Utrecht tot de kust. In het jaar 39 gingen ze aan land op de plek waar nu het dorp Valkenburg ligt. Dat was toen een nauwelijks bewoonde streek, niet ver van de wijde monding waarmee de (Oude) Rijn in zee uitmondde. De soldaten sloegen hier letterlijk hun tenten op. In 39-40 na Chr. verrezen verschillende versterkingen op de zuidelijke oever van de Rijn, waaronder een groot legerkamp. Toen het expeditieleger vertrok, bleef een van de versterkingen staan: een fort, door de Romeinen castellum genoemd, op de plek van het huidige Castellumplein. Het bleef meer dan tweehonderd jaar functioneren als onderdeel van de versterkte grenslinie langs de Rijn, de limes. De goed bewaarde resten ervan zijn in de oorlogsjaren 1941-1943 voor een deel opgegraven, en ook later heeft er nog belangrijk archeologisch onderzoek plaatsgevonden. Valkenburg is nationaal en internationaal een van de bekendste Romeinse forten, vooral vanwege de goede conserveringstoestand van houten bouwmateriaal.
de Germanen langs de Rijn en zijn plannen
om naar Engeland over te steken. Voor ons
is die campagne heel interessant, omdat zijn
leger in dat kader ook in Nederland heeft geopereerd.
Caligula’s troepen verkenden als
eerste Romeinen de benedenloop van de Rijn
van Utrecht tot de kust. In het jaar 39 gingen
ze aan land op de plek waar nu het dorp Valkenburg
ligt. Dat was toen een nauwelijks bewoonde
streek, niet ver van de wijde monding
waarmee de (Oude) Rijn in zee uitmondde. De
soldaten sloegen hier letterlijk hun tenten
op. In 39-40 na Chr. verrezen verschillende
versterkingen op de zuidelijke oever van de
Rijn, waaronder een groot legerkamp. Toen
het expeditieleger vertrok, bleef een van de
versterkingen staan: een fort, door de Romeinen
castellum genoemd, op de plek van het
huidige Castellumplein. Het bleef meer dan
tweehonderd jaar functioneren als onderdeel
van de versterkte grenslinie langs de Rijn, de
limes. De goed bewaarde resten ervan zijn in
de oorlogsjaren 1941-1943 voor een deel opgegraven,
en ook later heeft er nog belangrijk
archeologisch onderzoek plaatsgevonden.
Valkenburg is nationaal en internationaal een
van de bekendste Romeinse forten, vooral
vanwege de goede conserveringstoestand
van houten bouwmateriaal.


Het castellum, dat vermoedelijk naar Caligula’s
Het castellum, dat vermoedelijk naar Caligula’s moeder Agrippina Praetorium Agrippinae was vernoemd, had min of meer dezelfde opzet en indeling als alle andere grensforten. Langs twee haaks op elkaar lopende 'straten' op het binnenterrein stonden in de beginfase leren tenten opgesteld. Die werden al snel vervangen door houten barakken, stallen, opslagplaatsen en andere voorzieningen. Dit alles werd uitgevoerd door de soldaten zelf, waarvan er zo’n 500 in het fort konden worden ondergebracht. Zij staken de plaggen voor de wallen, kapten het hout in de wijde omgeving en bouwden er hun onderkomens. Twee gebouwen sprongen er in alle opzichten uit: het hoofdkwartier (principia) en de woning van de commandant (praetorium). Die baadde in luxe en ruimte in vergelijking met zijn ondergeschikten, die met acht man een kamer deelden van 12 m².
moeder Agrippina Praetorium Agrippinae
was vernoemd, had min of meer dezelfde
opzet en indeling als alle andere grensforten.
Langs twee haaks op elkaar lopende 'straten'
op het binnenterrein stonden in de beginfase
leren tenten opgesteld. Die werden al snel
vervangen door houten barakken, stallen,
opslagplaatsen en andere voorzieningen.
Dit alles werd uitgevoerd door de soldaten
zelf, waarvan er zo’n 500 in het fort konden
worden ondergebracht. Zij staken de plaggen
voor de wallen, kapten het hout in de wijde
omgeving en bouwden er hun onderkomens.
Twee gebouwen sprongen er in alle opzichten
uit: het hoofdkwartier (principia) en de woning
van de commandant (praetorium). Die baadde
in luxe en ruimte in vergelijking met zijn ondergeschikten,
die met acht man een kamer
deelden van 12 m².


Die soldaten waren lang niet altijd allemaal
Die soldaten waren lang niet altijd allemaal tegelijkertijd aanwezig. Ze hoefden zelden te vechten, maar werden wel voortdurend beziggehouden. Zo moesten ze onderhoud plegen aan gebouwen, straten en kades, bouwmaterialen ophalen, patrouilles lopen langs de grens en nog veel meer.
tegelijkertijd aanwezig. Ze hoefden zelden te
vechten, maar werden wel voortdurend beziggehouden.
Zo moesten ze onderhoud plegen
aan gebouwen, straten en kades, bouwmaterialen
ophalen, patrouilles lopen langs
de grens en nog veel meer.


En dat 25 jaar lang, of zo lang ze leefden.
En dat 25 jaar lang, of zo lang ze leefden. Want hoewel de medische verzorging in het leger voor die tijd heel goed was, haalde toch de helft van de soldaten het einde van hun diensttijd niet. Velen kwamen door ziekte of ongeval te overlijden. Ze werden bijgezet op de begraafplaats buiten de wallen van het fort.
Want hoewel de medische verzorging in het
leger voor die tijd heel goed was, haalde toch
de helft van de soldaten het einde van hun
diensttijd niet. Velen kwamen door ziekte of
ongeval te overlijden. Ze werden bijgezet op
de begraafplaats buiten de wallen van het
fort.


Het castellum veranderde meermalen van
Het castellum veranderde meermalen van vorm. Dat kon komen doordat er andere of grotere eenheden werden gelegerd. Uit ingekraste namen op houten plankjes en aardewerk is afgeleid dat in Valkenburg een
vorm. Dat kon komen doordat er andere of
Gallische en een Thracische eenheid waren ondergebracht. De Galliërs verbleven er maar een paar jaar, de Thraciërs, oorspronkelijk uit Bulgarije afkomstig, bleven er misschien wel twee eeuwen. Tussendoor kwam er ook nog een afdeling ruiterij naar Valkenburg. Al deze troepen stelden hun eigen eisen aan de voorzieningen binnen het fort.
grotere eenheden werden gelegerd. Uit ingekraste
namen op houten plankjes en aardewerk
is afgeleid dat in Valkenburg een
Gallische en een Thracische eenheid waren
ondergebracht. De Galliërs verbleven er maar
een paar jaar, de Thraciërs, oorspronkelijk uit
Bulgarije afkomstig, bleven er misschien wel
twee eeuwen. Tussendoor kwam er ook nog
een afdeling ruiterij naar Valkenburg. Al deze
troepen stelden hun eigen eisen aan de voorzieningen
binnen het fort.


Verder eisten overstromingen of branden hun
Verder eisten overstromingen of branden hun tol. Het fort was pal aan de oever van de Rijn gebouwd, waardoor het rivierwater soms het fort binnenstroomde. Tijdens de befaamde Bataafse Opstand van 69-70 na Chr. stak het garnizoen van Valkenburg het eigen fort in brand, om het niet in handen van de opstandelingen te laten vallen. Het werd daarna op dezelfde plaats weer opgebouwd.
tol. Het fort was pal aan de oever van de Rijn
gebouwd, waardoor het rivierwater soms het
fort binnenstroomde. Tijdens de befaamde
Bataafse Opstand van 69-70 na Chr. stak het
garnizoen van Valkenburg het eigen fort in
brand, om het niet in handen van de opstandelingen
te laten vallen. Het werd daarna op
dezelfde plaats weer opgebouwd.


Na 150 vonden opnieuw grootscheepse verbouwingen
Na 150 vonden opnieuw grootscheepse verbouwingen plaats. Er werden stenen gebouwen en stenen muren gebouwd. Grote brokstukken ervan kwamen bij de opgravingen naar boven. Die bevinden zich nog steeds onder de kerk en het Castellumplein. Het fort is bij die gelegenheid ook iets groter geworden en bereikte zijn maximale omvang van 1,8 hectare.
plaats. Er werden stenen gebouwen
en stenen muren gebouwd. Grote brokstukken
ervan kwamen bij de opgravingen
naar boven. Die bevinden zich nog steeds
onder de kerk en het Castellumplein. Het fort
is bij die gelegenheid ook iets groter geworden
en bereikte zijn maximale omvang van 1,8
hectare.


Zoals alle castella in het Nederlandse deel van
Zoals alle castella in het Nederlandse deel van de limes is Praetorium Agrippinae aan het eind van de derde eeuw door het leger ontruimd. Het rijk had zijn troepen elders nodig, en mogelijk was de omgeving onleefbaar geworden door wateroverlast. Bodemvondsten tonen aan dat het leger er van tijd tot tijd naar
de limes is Praetorium Agrippinae aan het
terugkeerde, maar een permanente bezetting kende het fort niet meer. De restanten waren nog te zien, toen hier in de vroege middeleeuwen Frankische krijgers hun macht in deze streken vestigden. Zij begroeven hun doden op het terrein van het oude fort, en nog weer later bouwde men daar met stenen uit het fort een voorganger van de huidige kerk.
eind van de derde eeuw door het leger ontruimd.
Het rijk had zijn troepen elders nodig,
en mogelijk was de omgeving onleefbaar geworden
door wateroverlast. Bodemvondsten
tonen aan dat het leger er van tijd tot tijd naar
terugkeerde, maar een permanente bezetting
kende het fort niet meer. De restanten waren
nog te zien, toen hier in de vroege middeleeuwen
Frankische krijgers hun macht in deze
streken vestigden. Zij begroeven hun doden
op het terrein van het oude fort, en nog weer
later bouwde men daar met stenen uit het
fort een voorganger van de huidige kerk.


==Uitbreiding omvang van de bescherming (2021)==
==Uitbreiding omvang van de bescherming (2021)==
Regel 143: Regel 45:


De archeologische resten in Valkenburg zijn niet zichtbaar aan het maaiveld. Alleen de hoogteverschillen herinneren aan de Romeinse geschiedenis. De contouren van het castellum evenals een poortgebouw zijn in het plaveisel zichtbaar gemaakt, terwijl een kunstwerk herinnert aan het Romeinse verleden.
De archeologische resten in Valkenburg zijn niet zichtbaar aan het maaiveld. Alleen de hoogteverschillen herinneren aan de Romeinse geschiedenis. De contouren van het castellum evenals een poortgebouw zijn in het plaveisel zichtbaar gemaakt, terwijl een kunstwerk herinnert aan het Romeinse verleden.
==Vrijstellingsdiepte==
Bij dit rijksmonument liggen de archeologische resten dieper in de ondergrond waardoor er verschillende vrijstellingsdiepten van 30, 50 of 70 cm onder maaiveld van toepassing zijn (zie p.3 topografisch kaart). Wel is altijd een vergunning vereist voor:
* het verrichten van bouwwerkzaamheden;
* aanbrengen van verhardingen in de openbare ruimte;
* het wijzigen van het grondwaterpeil;
* het dempen/uitdiepen van watergangen of depressies;
* het ophogen, verlagen of egaliseren van het terrein.
{{Monumenten - Archeologisch paspoort}}
|Afbeelding (intern)=46140 Valkenburg-Centrum p.5A.jpg
|Afbeelding (extern)={{Afbeelding
  |bestand=46140 Valkenburg-Centrum p.5A.jpg
  |bijschrift=Afb. 1. Foto © beeldmateriaal.nl
  |alternatief=Luchtfoto van bovenaf van de site, met de afbakening aangegeven in gekleurde omtreklijnen.
}}
|Gerelateerd aan artikel=Archeologie - types complexen, Archeologische monumentenzorg, Monumenten, Neder-Germaanse limes
|Gerelateerd aan artikel=Archeologie - types complexen, Archeologische monumentenzorg, Monumenten, Neder-Germaanse limes
|Gerelateerd aan thema=Thema/Archeologie, Thema/Monumenten, Thema/Werelderfgoed
|Gerelateerd aan thema=Thema/Archeologie, Thema/Monumenten, Thema/Werelderfgoed, Thema/Neder-Germaanse limes
}}
}}
{{SourceDocument
{{SourceDocument
|Is onderdeel van=Document
|Is onderdeel van=Document
|Voorkeurslabel=Besluit en motivering
|Voorkeurslabel=Besluit en motivering
|Bron text=Besluit en motivering bijbescherming: officieel besluit van de rijksoverheid tot het bijbeschermen van dit rijksmonument, inclusief toelichting van de redenen (21 januari 2021) [[Bestand:Besluit bijbeschermen en motivering 46140.pdf]]
|Bron=https://cultureelerfgoed.info/kennisbank/Besluit_bijbeschermen_en_motivering_46140.pdf
|Bron text=officieel besluit van de rijksoverheid tot het bijbeschermen van dit rijksmonument, inclusief toelichting van de redenen (21 januari 2021)
}}
}}
{{SourceDocument
{{SourceDocument

Huidige versie van 28 mrt 2024 om 15:01

(46140) monumentenregisterMonumentnummer: 46140

Introductie

Resten van het castellum Praetorium Agrippinae aan de Castelweg in Valkenburg.

Neder-Germaanse limes

Dit rijksmonument is onderdeel van de Neder-Germaanse limes, de noordgrens van het Romeinse Rijk. Deze is sinds juli 2021 UNESCO werelderfgoed.

Luchtfoto van bovenaf van de site, met de afbakening aangegeven in gekleurde omtreklijnen.
Afb. 1. Foto © beeldmateriaal.nl

Kenmerken

  • Type: castellum
  • Datering: Romeinse tijd: 40 tot midden 3e eeuw
  • Rijksmonument sinds: 14 juli 1982
  • Uitbreiding omvang van de bescherming: 21 januari 2021

Voor de exacte locatie en begrenzing van dit archeologisch rijksmonument: volg de link naar het Monumentenregister rechts bovenaan deze kennisbankpagina, en klik vervolgens daar op het bijbehorende kaartje.

Verhaal over het rijksmonument

Keizer Caligula, die van 37 tot 41 na Chr. over het Romeinse rijk heerste, heeft in de geschiedenisboeken een slechte naam gekregen. Zo dreven Romeinse geschiedschrijvers de spot met de veldtocht die hij hield tegen de Germanen langs de Rijn en zijn plannen om naar Engeland over te steken. Voor ons is die campagne heel interessant, omdat zijn leger in dat kader ook in Nederland heeft geopereerd. Caligula’s troepen verkenden als eerste Romeinen de benedenloop van de Rijn van Utrecht tot de kust. In het jaar 39 gingen ze aan land op de plek waar nu het dorp Valkenburg ligt. Dat was toen een nauwelijks bewoonde streek, niet ver van de wijde monding waarmee de (Oude) Rijn in zee uitmondde. De soldaten sloegen hier letterlijk hun tenten op. In 39-40 na Chr. verrezen verschillende versterkingen op de zuidelijke oever van de Rijn, waaronder een groot legerkamp. Toen het expeditieleger vertrok, bleef een van de versterkingen staan: een fort, door de Romeinen castellum genoemd, op de plek van het huidige Castellumplein. Het bleef meer dan tweehonderd jaar functioneren als onderdeel van de versterkte grenslinie langs de Rijn, de limes. De goed bewaarde resten ervan zijn in de oorlogsjaren 1941-1943 voor een deel opgegraven, en ook later heeft er nog belangrijk archeologisch onderzoek plaatsgevonden. Valkenburg is nationaal en internationaal een van de bekendste Romeinse forten, vooral vanwege de goede conserveringstoestand van houten bouwmateriaal.

Het castellum, dat vermoedelijk naar Caligula’s moeder Agrippina Praetorium Agrippinae was vernoemd, had min of meer dezelfde opzet en indeling als alle andere grensforten. Langs twee haaks op elkaar lopende 'straten' op het binnenterrein stonden in de beginfase leren tenten opgesteld. Die werden al snel vervangen door houten barakken, stallen, opslagplaatsen en andere voorzieningen. Dit alles werd uitgevoerd door de soldaten zelf, waarvan er zo’n 500 in het fort konden worden ondergebracht. Zij staken de plaggen voor de wallen, kapten het hout in de wijde omgeving en bouwden er hun onderkomens. Twee gebouwen sprongen er in alle opzichten uit: het hoofdkwartier (principia) en de woning van de commandant (praetorium). Die baadde in luxe en ruimte in vergelijking met zijn ondergeschikten, die met acht man een kamer deelden van 12 m².

Die soldaten waren lang niet altijd allemaal tegelijkertijd aanwezig. Ze hoefden zelden te vechten, maar werden wel voortdurend beziggehouden. Zo moesten ze onderhoud plegen aan gebouwen, straten en kades, bouwmaterialen ophalen, patrouilles lopen langs de grens en nog veel meer.

En dat 25 jaar lang, of zo lang ze leefden. Want hoewel de medische verzorging in het leger voor die tijd heel goed was, haalde toch de helft van de soldaten het einde van hun diensttijd niet. Velen kwamen door ziekte of ongeval te overlijden. Ze werden bijgezet op de begraafplaats buiten de wallen van het fort.

Het castellum veranderde meermalen van vorm. Dat kon komen doordat er andere of grotere eenheden werden gelegerd. Uit ingekraste namen op houten plankjes en aardewerk is afgeleid dat in Valkenburg een Gallische en een Thracische eenheid waren ondergebracht. De Galliërs verbleven er maar een paar jaar, de Thraciërs, oorspronkelijk uit Bulgarije afkomstig, bleven er misschien wel twee eeuwen. Tussendoor kwam er ook nog een afdeling ruiterij naar Valkenburg. Al deze troepen stelden hun eigen eisen aan de voorzieningen binnen het fort.

Verder eisten overstromingen of branden hun tol. Het fort was pal aan de oever van de Rijn gebouwd, waardoor het rivierwater soms het fort binnenstroomde. Tijdens de befaamde Bataafse Opstand van 69-70 na Chr. stak het garnizoen van Valkenburg het eigen fort in brand, om het niet in handen van de opstandelingen te laten vallen. Het werd daarna op dezelfde plaats weer opgebouwd.

Na 150 vonden opnieuw grootscheepse verbouwingen plaats. Er werden stenen gebouwen en stenen muren gebouwd. Grote brokstukken ervan kwamen bij de opgravingen naar boven. Die bevinden zich nog steeds onder de kerk en het Castellumplein. Het fort is bij die gelegenheid ook iets groter geworden en bereikte zijn maximale omvang van 1,8 hectare.

Zoals alle castella in het Nederlandse deel van de limes is Praetorium Agrippinae aan het eind van de derde eeuw door het leger ontruimd. Het rijk had zijn troepen elders nodig, en mogelijk was de omgeving onleefbaar geworden door wateroverlast. Bodemvondsten tonen aan dat het leger er van tijd tot tijd naar terugkeerde, maar een permanente bezetting kende het fort niet meer. De restanten waren nog te zien, toen hier in de vroege middeleeuwen Frankische krijgers hun macht in deze streken vestigden. Zij begroeven hun doden op het terrein van het oude fort, en nog weer later bouwde men daar met stenen uit het fort een voorganger van de huidige kerk.

Uitbreiding omvang van de bescherming (2021)

Onder het centrum van Valkenburg bevinden zich de resten van het castellum Praetorium Agrippinae (40 – midden 3e eeuw). In de twintigste eeuw hebben hier opgravingen plaats gevonden waarbij resten van diverse opeenvolgende castella zijn gevonden. Het is een van de best bewaarde en onderzochte castella in dit deel van de Limes.

Sinds 14 juli 1982 zijn de meeste resten, die niet zijn opgegraven, als archeologisch rijksmonument aangewezen. Om verschillende redenen zijn enkele kleine stukjes destijds niet beschermd. Dat wordt met deze bijbescherming geregeld. Bovendien betekent deze bijbescherming een belangrijke informatiebron die een dwarsdoorsnede vormt van het castellum, inclusief binnenbouwing en verdedigingswerken.

De bijbescherming en het bestaande monument maken deel uit van de Neder-Germaanse Limes. Dit is UNESCO Werelderfgoed.

De archeologische resten in Valkenburg zijn niet zichtbaar aan het maaiveld. Alleen de hoogteverschillen herinneren aan de Romeinse geschiedenis. De contouren van het castellum evenals een poortgebouw zijn in het plaveisel zichtbaar gemaakt, terwijl een kunstwerk herinnert aan het Romeinse verleden.

Vrijstellingsdiepte

Bij dit rijksmonument liggen de archeologische resten dieper in de ondergrond waardoor er verschillende vrijstellingsdiepten van 30, 50 of 70 cm onder maaiveld van toepassing zijn (zie p.3 topografisch kaart). Wel is altijd een vergunning vereist voor:

  • het verrichten van bouwwerkzaamheden;
  • aanbrengen van verhardingen in de openbare ruimte;
  • het wijzigen van het grondwaterpeil;
  • het dempen/uitdiepen van watergangen of depressies;
  • het ophogen, verlagen of egaliseren van het terrein.

Archeologisch rijksmonumentenpaspoort

Nederland kent circa 1500 archeologische rijksmonumenten. Om eigenaren beter te informeren over 'hun' monument heeft de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed in 2023 per monument een archeologisch rijksmonumentenpaspoort uitgegeven. Het bevat informatie over locatie, ouderdom en het type monument, aangevuld met gegevens over bescherming en zorgvuldig gebruik. Deze pagina is (deels) opgesteld en/of aangevuld op basis van dit paspoort. Het is een aanvulling op de monumentgegevens in het Rijksmonumentenregister.


Bronnen en verwijzingen

Meer informatie
Meer over het monumentenregister en de pagina's in deze kennisbank is te vinden in Monumenten - Rijksmonumentenregister.
Meer over wat er is beschermd is te vinden in de leeswijzer.

Vragen, verbeteringen of opmerkingen?
U kunt op deze kennisbank reageren via het reactieformulier.

Deze pagina is voor het laatst bewerkt op 28 mrt 2024 om 15:01.