Leiden - Roomburg

< Rijksmonumenten

(531040) monumentenregisterMonumentnummer: 531040

Introductie

Resten van een kampdorp (vicus) en kanaal uit de Romeinse tijd en vroegmiddeleeuwse bewoningssporen.

Neder-Germaanse limes

Dit rijksmonument is onderdeel van de Neder-Germaanse limes, de noordgrens van het Romeinse Rijk. Deze is sinds juli 2021 UNESCO werelderfgoed.

Foto van een stuk grasland met een grote, kale boom in het midden, en achteraan een bomengrens. Rechts ligt een vijver met daarnaast twee moderne, grijze gebouwen.
Afb. 1. Foto: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed
Kaartje met afbakening van het terrein
Afb. 1 Kaartje van het terrein

Kenmerken

  • Type: bewoning (inclusief verdediging), Kanaal van Corbulo, vicus
  • Periode: Romeinse tijd, Middeleeuwen
  • Rijksmonument sinds: 12 juli 2010

Voor de exacte locatie en begrenzing van dit archeologisch rijksmonument: volg de link naar het Monumentenregister rechts bovenaan deze kennisbankpagina, en klik vervolgens daar op het bijbehorende kaartje.

Verhaal over het rijksmonument

In de jaren veertig van de eerste eeuw na Chr. brak voor het westen van Nederland een nieuwe tijd aan. In het dunbevolkte gebied langs de Rijn, die toen via Utrecht en Leiden naar Katwijk stroomde en daar in zee uitmondde, verschenen schepen die duizenden gewapende mannen aanvoerden. Dit waren soldaten van het Romeinse leger dat zich voorbereidde op grote veldtochten tegen de stammen in Engeland. In dat kader bouwden ze versterkingen op de zuidelijke oever. In het jaar 47 trok het leger van de veldheer Cnaeus Domitius Corbulo over de Rijn en bezette het noorden van Nederland. Op aanwijzingen van de keizer in Rome trok hij zich weer terug achter de rivier en liet nog meer forten bouwen. Uiteindelijk vormden die een versterkte grenslinie langs de rivier die nu bekend staat als de limes.

Corbulo liet in die jaren ook een kanaal aanleggen dat de benedenloop van de Rijn met de monding van de Maas, 34 kilometer naar het zuiden, verbond. Deze waterweg, beschreven door Romeinse geschiedschrijvers, staat sindsdien bekend als het Kanaal van Corbulo.

Waar lag dat kanaal? vroegen latere generaties zich af. Waar nu de Vliet loopt, dacht men. Archeologisch onderzoek heeft uitgewezen dat het voor een deel is opgenomen in de middeleeuwse Vliet, maar dat het voor een belangrijk deel parallel daaraan liep. De eerste keer dat er sporen van werden blootgelegd, was in 1960, en wel bij Leiden-Roomburg. Daar kwam een gekanaliseerde veenstroom uit in de Rijn. Om deze strategisch belangrijke plek te bewaken, bouwde het leger in of kort na het jaar 70 een fort (castellum), dat Matilo werd genoemd.

Latere opgravingen hebben meer details opgeleverd over dit deel van het beroemde kanaal, dat uiteindelijk via Voorburg doorliep naar Naaldwijk aan de toenmalige Maasmonding. Ter hoogte van Matilo was het zo’n 30 meter breed. Het fort lag vlak bij de zuidelijke oever. Beide oevers waren beschoeid met houten palen. Er waren kades, steigers en een insteekhaven aangelegd waar vrachtschepen konden aanleggen en worden geladen of gelost. Bij werkzaamheden in 1912 zijn resten van zo’n schip gevonden in de bedding, maar het is toen te laat gemeld bij archeologen en er is niets van overgebleven.

Niet alleen de militairen in het fort maakten gebruik van het kanaal. Het was ook een verbindingsroute voor handelaars die in het `kampdorp’ (vicus) woonden dat buiten de muren van het fort ontstond. Hoewel er bijna geen opgravingen hebben plaatsgevonden, hebben onderzoekers wel een indruk van dat dorp. Het zou rondom het hele fort kunnen hebben gelegen en een oppervlak hebben gehad van 8 hectaren, vijfmaal zo groot als het fort zelf. Aan de overkant van het kanaal lag ook nog een wijkje, met een begraafplaats. Er zijn aanwijzingen dat een houten brug beide oevers met elkaar verbond.

Vondsten die in de bedding van het kanaal zijn gedaan, wijzen op allerlei ambachten die in het kampdorp werden uitgeoefend. Zo zijn er ijzerslakken gevonden, stukken leer en misbaksels van dakpannen. Ze laten zien dat er ijzer werd gesmeed, leer werd gelooid of verwerkt, en dakpannen en tegels werden gebakken. Dat laatste zal het werk zijn geweest van soldaten uit het fort. Burgers en militairen gooiden hun afval in het kanaal, wat latere archeologen zeer konden waarderen.

Eén soldaat heeft een keer iets in het kanaal gegooid dat zeker geen afval was. Het was een bronzen masker dat met een scharnier aan zijn helm bevestigd was. Ruiters gebruikten dit soort helmen bij parades. Archeologen gaan ervanuit dat dit onderdeel als offer was bedoeld. Voor welke hogere macht en bij welke gelegenheid hij dat offer bracht, kunnen we alleen maar raden.

Aan het einde van de derde eeuw heeft het Romeinse leger deze streek ontruimd en verlieten de soldaten Matilo. Nu en dan kwam er nog wel een eenheid tijdelijk langs, maar de limes werd niet meer permanent bezet.

Tussen 300 en 600 woonden er weinig mensen in de omgeving van het vervallen fort. Daarna verschenen er weer mensen, waarvan sommigen zich opnieuw in het fort vestigden. Het is lastig vast te stellen wie dit waren. `Friese’ en Frankische’ groepen betwistten elkaar lange tijd de controle over de Rijn. Er ontstond hoe dan ook grote bedrijvigheid langs de rivier en het oude Kanaal van Corbulo, dat regelmatig opnieuw werd beschoeid. In de zevende en achtste eeuw raakte het terrein van Roomburg definitief onder Frankische invloed. Waarschijnlijk kreeg het toen ook zijn naam: Rodanburg, die in de negende eeuw wordt genoemd. Ook de sporen van deze vroegmiddeleeuwse bewoning en activiteiten liggen nog verborgen in de bodem van het archeologisch rijksmonument.

Vrijstellingsdiepte

Bij dit rijksmonument liggen de archeologische resten dieper in de ondergrond waardoor er een vrijstellingsdiepte van 30 cm onder maaiveld van toepassing is. Wel is altijd een vergunning vereist voor:

  • het verrichten van bouwwerkzaamheden;
  • aanbrengen van verhardingen;
  • het wijzigen van het grondwaterpeil;
  • het dempen/uitdiepen van watergangen of depressies;
  • het ophogen, verlagen of egaliseren van het terrein.

Archeologisch rijksmonumentenpaspoort

Nederland kent circa 1500 archeologische rijksmonumenten. Om eigenaren beter te informeren over 'hun' monument heeft de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed in 2023 per monument een archeologisch rijksmonumentenpaspoort uitgegeven. Het bevat informatie over locatie, ouderdom en het type monument, aangevuld met gegevens over bescherming en zorgvuldig gebruik. Deze pagina is (deels) opgesteld en/of aangevuld op basis van dit paspoort. Het is een aanvulling op de monumentgegevens in het Rijksmonumentenregister.


Meer informatie
Meer over het monumentenregister en de pagina's in deze kennisbank is te vinden in Monumenten - Rijksmonumentenregister.
Meer over wat er is beschermd is te vinden in de leeswijzer.

Vragen, verbeteringen of opmerkingen?
U kunt op deze kennisbank reageren via het reactieformulier.

Deze pagina is voor het laatst bewerkt op 28 mrt 2024 om 15:22.