Voorschoten - Knippolder - Kanaal van Corbulo

< Rijksmonumenten

(532520) monumentenregisterMonumentnummer: 532520

Introductie

Resten van het Kanaal van Corbulo uit de Romeinse tijd.

Neder-Germaanse limes

Dit rijksmonument is onderdeel van de Neder-Germaanse limes, de noordgrens van het Romeinse Rijk. Deze is sinds juli 2021 UNESCO werelderfgoed.

Gedetailleerde en realistische reconstructietekening in kleur. Schuin zijzicht op een kanaal van ongeveer 10 meter breed. Op het kanaal varen verschillende schepen. Daarachter is de oever goed te zien, met een groepje mensen met een paard en op de achtergrond een kleine nederzetting met licht gekleurde huizen met rode daken.
Afb. 1. Een klein patrouilleschip van de Romeinse vloot passeert een paar vrachtschepen op het Kanaal van Corbulo. Eeuwenlang was dit een belangrijke binnenvaartroute tussen de mondingen van Rijn en Maas. Beeld © Ulco Glimmerveen.
Kaartje met afbakening van het terrein
Afb. 2 Kaartje van het terrein

Kenmerken

  • Periode: Romeinse tijd
  • Rijksmonument sinds: 3 juni 2021

Voor de exacte locatie en begrenzing van dit archeologisch rijksmonument: volg de link naar het Monumentenregister rechts bovenaan deze kennisbankpagina, en klik vervolgens daar op het bijbehorende kaartje.

Kanaal van Corbulo

Het Kanaal van Corbulo is een watergang vernoemd naar de Romeinse legeraanvoerder Gnaius Domitius Corbulo. Rond 50 na Chr. vormden de Romeinen dit kanaal door natuurlijke geulen met elkaar te verbinden. Zo ontstond er een waterweg van ca. 30 km, een verbinding tussen Rijn en Maas. Het verbeterde de transportmogelijkheden.

Verhaal over het rijksmonument

De vroegste gebeurtenissen in het westen van Nederland waarover ooit iets is opgeschreven, spelen zich af in en kort na 47 na Chr. De Romeinse veldheer Corbulo trekt zich in dat jaar terug ten zuiden van de Rijn, na een veldtocht tegen noordelijke stammen. Hij laat zijn soldaten dan een kanaal graven tussen de Rijn en de Maas. Het was 23 mijl oftewel 34 kilometer lang, meldt de geschiedschrijver Tacitus. Volgens hem diende het om schepen veilig binnendoor te laten varen, in plaats van langs de kust. De mannen moeten er jaren werk aan hebben gehad om met behulp van schoppen en houwelen een brede geul door het wilde, natte land te graven.

Latere onderzoekers vroegen zich af waar dit 'Kanaal van Corbulo' gelegen kon hebben. Het werd altijd in Zuid-Holland gelokaliseerd en beschouwd als voorganger van de huidige Vliet. Sinds opgravingen in 1989 in Leidschendam is bekend dat daar in de Romeinse tijd inderdaad een kanaal heeft gelopen, parallel aan de Vliet. De grondsporen lieten duidelijk zien dat er over een grotere afstand een recht, meters breed tracé was gegraven. De wanden van het kanaal waren hier en daar met boomstammetjes beschoeid. De ouderdom van dat hout kon worden vastgesteld: het was gekapt rond het jaar 50, in de tijd van Corbulo.

Sindsdien is er veel meer bekend geworden over de constructie en de loop van het beroemde kanaal. Het is op verschillende plekken aangesneden, vooral in Voorschoten en Leidschendam-Voorburg. Daardoor is nu het tracé tussen Leiden en Voorburg, waar in de Romeinse tijd de stad Forum Hadriani lag, tamelijk nauwkeurig in kaart gebracht. Ook is de plaats bekend waar het kanaal bij Leiden-Roomburg in de Rijn uitkwam. Daar lag een Romeins fort, Matilo.

Tussen Voorburg en Naaldwijk, waar in de Romeinse tijd een haven aan de Maasmonding lag, is de loop minder zeker. Het is wel aannemelijk dat er een belangrijke weg langs de westelijke oever liep. Sporen daarvan zijn in de Haagse wijk Wateringse Veld opgegraven. Het kanaal was niet één rechte waterverbinding die in één keer door Corbulo's soldaten is aangelegd. Ze maakten slim gebruik van bestaande kreken en zijriviertjes, en verbonden die met gegraven tracés aan elkaar. Die waren meestal 12 tot 14 meter breed en 1,5 tot 2 meter diep. De gegraven delen waren samen zo'n 10 kilometer lang. Waar dat nodig was, werden houten beschoeiingen aangebracht. Het kanaal slibde snel dicht en moest dan weer worden uitgegraven, verbreed of zelfs verlegd. Soms werd een tweede tracé aangelegd naast het eerste. Dat lijkt het geval te zijn in de Knippolder in Voorschoten. Daar hebben archeologen de bodem met grondboren onderzocht. Het onderzoek bevestigde wat al op luchtfoto's te zien was: de loop van het kaarsrechte kanaal, dat hier zo'n 15 meter breed was. Ook oudere geulen die op de foto's te zien zijn, werden in kaart gebracht. Ter hoogte van de huidige Landscheiding in Leidschendam – eigenlijk de waterscheiding tussen Rijn en Maas – is waarschijnlijk een sluis, dam of overtoom aangelegd. Daar versmalt het kanaal zich. Er kunnen ook andere maatregelen tegen overstroming of leeglopen zijn getroffen. De ingenieurs van het Romeinse leger waren niet gewend aan dit natte land met zijn vele water, maar leerden het in de loop der jaren redelijk te beheersen.

Het kanaal was ideaal voor schepen van het 'Zwammerdam'-type, lange vaartuigen met platte bodems waarmee grote ladingen konden worden vervoerd. Zulke schepen werden voortgeboomd of geroeid, of via een jaagpad voortgetrokken. Sporen van zo'n jaagpad zijn hier en daar gevonden bij opgravingen. De schepen waren niet zeewaardig. Zeeschepen konden wel vanaf de Maasmonding via het kanaal de haven van Forum Hadriani bereiken.

Waarschijnlijk maakte het kanaal deel uit van een veel langere binnenvaartverbinding, die vanaf Naaldwijk doorliep tot aan de Scheldemonding. Het is bekend dat vandaar schepen vertrokken naar Engeland. De oversteek was korter en veiliger dan vanuit de Rijnmonding. De begindatering van het kanaal, rond 50 na Chr., is steeds weer bevestigd bij onderzoek van hout dat bij opgravingen werd gevonden. De einddatering is minder zeker. Het zuidelijk deel tussen Naaldwijk en Voorburg was nog tot halverwege de derde eeuw in gebruik. Niet lang daarna verlieten de Romeinen dit gebied en slibde het kanaal dicht. Latere overstromingen dekten het af met een laag klei. De goed bewaarde sporen geven een uniek inzicht in de manier waarop de Romeinen in deze streken met land en water omgingen, en hoe hun infrastructuur was georganiseerd.

Vrijstellingsdiepte

Bij dit rijksmonument liggen de archeologische resten dieper in de ondergrond waardoor er een vrijstellingsdiepte van 30 cm onder maaiveld van toepassing is. Wel is altijd een vergunning vereist voor:

  • het verrichten van bouwwerkzaamheden;
  • aanbrengen van verhardingen;
  • het wijzigen van het grondwaterpeil;
  • het dempen/uitdiepen van watergangen of depressies;
  • het ophogen, verlagen of egaliseren van het terrein.

Archeologisch rijksmonumentenpaspoort

Nederland kent circa 1500 archeologische rijksmonumenten. Om eigenaren beter te informeren over 'hun' monument heeft de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed in 2023 per monument een archeologisch rijksmonumentenpaspoort uitgegeven. Het bevat informatie over locatie, ouderdom en het type monument, aangevuld met gegevens over bescherming en zorgvuldig gebruik. Deze pagina is (deels) opgesteld en/of aangevuld op basis van dit paspoort. Het is een aanvulling op de monumentgegevens in het Rijksmonumentenregister.


Meer informatie
Meer over het monumentenregister en de pagina's in deze kennisbank is te vinden in Monumenten - Rijksmonumentenregister.
Meer over wat er is beschermd is te vinden in de leeswijzer.

Vragen, verbeteringen of opmerkingen?
U kunt op deze kennisbank reageren via het reactieformulier.

Deze pagina is voor het laatst bewerkt op 28 mrt 2024 om 14:53.