Droogdalen

Introductie

Overzicht aardkundig erfgoed

Droogdalen (of sneeuwsmeltwaterdalen, grubben in Zuid-Limburg) zijn dalen op de flanken van hellingen die tegenwoordig niet meer watervoerend zijn. Ze komen vooral voor aan de randen van de stuwwallen in aan de randen van de plateaus in Zuid-Limburg. Droogdalen zijn veelal ontstaan tijdens de laatste ijstijd, toen de ondergrond grotendeels bevroren was en de vegetatie schaars. In het voorjaar en in de zomer kon smeltwater niet goed in de ondergrond wegzakken en spoelde zo af. Dit smeltwater concentreerde zich in beekjes die zich in de ondergrond insneden en zo kleine dalen vormden.

Droogdalen in het kort

Kenmerkendheid

  • Droogdalen zijn dalen die niet meer watervoerend zijn,
  • Vaak zijn ze gevormd aan het einde van de laatste ijstijd onder nattere omstandigheden (door een grotendeels bevroren ondergrond).
  • Droogdalen kunnen geïsoleerd voorkomen of als vertakt dalsysteem. Door verschil in bezonning zijn ze vaak asymmetrisch.
  • De meest uitgesproken voorbeelden zijn te vinden op hellingen, bijvoorbeeld in Zuid-Limburg of langs stuwwallen.

Materiaal

De ondergrond van droogdalen in de stuwwallen bestaat voornamelijk uit oude, gestuwde grofzandige en grindrijke rivierafzettingen. In de dalen is dekzand afgezet. In Limburg, het Rijk van Nijmegen en de Zuid-Veluwe zijn de dalen deels bedekt met een mantel van löss.

Huidige aardkundige processen

Bij zeer hevige buien kan het voorkomen dat de grond het water niet snel genoeg opneemt. Het water stroomt dan oppervlakkig via de ‘droogdalen’ af. Dit gaat gepaard met erosie van de helling en sedimentatie in de dalbodem.

Heide met goed zichtbaar droogdal
Afb 1. Dit droogdal op de Mookerheide is goed te zien door de openheid van het landschap. Foto: Robin Ammerlaan, RCE.
Hoogtebeeld van droogdalen op de Veluwe
Afb 2. AHN hoogtebeeld van de Posbank op de Veluwe. Aan de flank van de Veluwe is hier een vertakt patroon van asymmetrische droogdalen gevormd. Beeld: AHN3, via ESRI webviewer.

Achtergrond

Ontstaan en voorkomen

Droogdalen zijn gevormd tijdens de laatste ijstijd toen de bodem vrijwel permanent bevroren was. Het (sneeuw)smeltwater dat gedurende het voorjaar en de zomer vrijkwam kon niet in de ondergrond wegzakken. De ontdooide toplaag van de bodem raakte daardoor verzadigd met smeltwater. Op plekken waar kleine laagten aanwezig waren stroomde dit water oppervlakkig af, nam het materiaal mee, en sleet zo dalen uit. Droogdalen treft men onder andere aan in het heuvelland van Zuid-Limburg en elders op de flanken van stuwwallen en op terrasranden (Afb. 1 en 2).

De dalen zijn vaak asymmetrisch (oost en noordhellingen zijn vaak steiler, zie Afb. 2) hetgeen voor een belangrijk deel samenhangt met de expositie van de hellingen ten opzichte van de zon. Aan de voet van de dalen werd het meegevoerde materiaal soms in de vorm van een puinwaaier afgezet. Doordat onder de huidige omstandigheden de neerslag grotendeels in de bodem kan infiltreren zijn de meeste dalen thans droog.

Een specifieke vorm van een droogdal is een grubbe, een in een relatief korte tijd door bodemerosie ontstaan droogdal in Zuid-Limburg.

Bodems en waterhuishouding

Droogdalen in de stuwwalen liggen tegenwoordig vaak hoog en droog.

Relaties met landschappelijke waarden

Cultuurhistorie en archeologie

In Limburg treft men op de dalhellingen van de droogdalen als gevolg van erosie, sedimentatie en landbouwactiviteiten graften aan. Bij het ploegen werd de grond binnen elk hellend perceel van de hoge naar de lage zijde bewerkt. Dit leidde tot het ontstaan van terrasachtige hellingen. Vaak bevinden zich houtwallen en meidoornhagen op de graften. In enkele grote droogdalen van de Veluwe zijn sprengen aangelegd als kunstmatige bronnen voor de papierindustrie.

Ecologie en biodiversiteit

Droge dalen kunnen bio-ecologisch waardevol zijn vanwege het microklimaat en de aanwezigheid van gradiënten die samenhangen met verschil in bezonning en vochtigheid.

Beheer

Aantastingen en bedreigingen

Met name bij ondiepe droogdalen is egalisatie en vergraving een bedreiging. Ook recreanten, zoals ruiters, wandelaars en mountainbikers kunnen schade toebrengen. In akkerbouwgebieden is erosie een probleem.

Beheeropties

Bij het beheer van droogdalen kunnen verschillende beheerstrategieën worden toegepast:

Behoud

De beheerwerkzaamheden kunnen bestaan uit:

  • Inventarisatie en waardering van droogdalen.
  • Planologische bescherming. Voorkomen moet worden dat droogdalen worden aangewezen als gebieden waar dorps- of stadsuitbreidingen mogen plaatsvinden. Naast beperkingen ten aanzien van bebouwing is het met name bij kleinere droogdalen belangrijk bescherming te bieden tegen vergraving, egalisatie e.d. door middel van het aanlegvergunningenstelsel;
  • Het omvormen van akkerland in grasland als de droogdalen aan erosie onderhevig zijn. Hellende akkerlanden eroderen als gevolg van ploegwerkzaamheden en periodieke braakligging meer dan graslanden die het hele jaar begroeid zijn;
  • Het stimuleren van kleinschalig grondgebruik om zo erosie te beperken;
  • Het aan grondeigenaren voorstellen niet loodrecht op, maar parallel aan de hoogtelijnen te ploegen;
  • Het verleggen van routes om gegradatie, veroorzaakt door wandelaars, ruiters en/of mountainbikers tegen te gaan.

Accentueren / zichtbaar(der) maken

Indien een droogdal zich in een bos bevindt zou men het bos of eventueel de ondergroei kunnen verwijderen. Droodalen zijn namelijk het best zichtbaar indien zij kaal of met laagopgaande vegetatie, zoals heide begroeid zijn.

Voorbeeld van reeds uitgevoerd beheer

De Lemelerberg in Overijssel wordt onder andere gekenmerkt door het voorkomen van droogdalen. Andere belangrijke natuurwaarden zijn de voorkomende heidesoorten en jeneverbessen. Onder andere ten behoeve van verbetering van de zichtbaarheid van de droge dalen heeft het Landschap Overijssel opslag verwijderd en beplantingen gerooid. De jeneverbessen heeft men daarbij gespaard en een schaapskudde is ingezet om de heide te beheren. De kenmerkende variatie in het landschap blijft op deze manier goed bewaard.

Knelpunten in de praktijk

  • Vanuit ecologisch oogpunt is het verwijderen van bos of de ondergroei wellicht niet wenselijk. Dit is met name het geval indien zich in het droogdal een waardevolle (bos)vegetatie heeft ontwikkeld.
  • Bovendien mag men volgens de Boswet niet zomaar bomen verwijderen. Vaak geldt er een compensatieregeling waarbij elders bos moet worden aangeplant.
  • De omvorming van akker- naar grasland kan vanuit cultuurhistorisch oogpunt onwenselijk zijn.

Verder lezen

Gebiedsbeschrijvingen

De volgende gebiedsbeschrijvingen horen bij dit landschapselement:


U kunt op deze kennisbank reageren via het reactieformulier.

Deze pagina is voor het laatst bewerkt op 9 aug 2024 om 03:08.