Eigenschap:Omschrijving

Kennismodel
:
Type eigenschap
:
Tekst
Geldige waarden
:
Meerdere waarden toegestaan
:
Nee
Weergave op formulieren
:
Tekstvak
Initiële waarde
:
Verplicht veld
:
Nee
Toelichting op formulier
:
Bevat de tekst van het kennisitem
Subeigenschap van
:
Geïmporteerd uit
:
Formatteerfunctie externe URI
:

Klik op de button om een nieuwe eigenschap te maken:


Showing 100 pages using this property.
A
==Lijst van beschrijvingen== '"`UNIQ--item-16--QINU`"'  +
==Tabel van beschrijvingen== '"`UNIQ--item-21--QINU`"'  +
==='"`UNIQ--h-0--QINU`"'Onderdeel van complex=== <div class="attentie klein"> Dit monument is onderdeel van [[Complexen/515753|rijksmonumentencomplex 515753]]. </div>  +
==='"`UNIQ--h-0--QINU`"'Onderdeel van complex=== <div class="attentie klein"> Dit monument is onderdeel van [[Complexen/515753|rijksmonumentencomplex 515753]]. </div>  +
==='"`UNIQ--h-0--QINU`"'Onderdeel van complex=== <div class="attentie klein"> Dit monument is onderdeel van [[Complexen/515753|rijksmonumentencomplex 515753]]. </div>  +
==='"`UNIQ--h-0--QINU`"'Onderdeel van complex=== <div class="attentie klein"> Dit monument is onderdeel van [[Complexen/515753|rijksmonumentencomplex 515753]]. </div>  +
==='"`UNIQ--h-0--QINU`"'Onderdeel van complex=== <div class="attentie klein"> Dit monument is onderdeel van [[Complexen/515753|rijksmonumentencomplex 515753]]. </div>  +
==Geschiedenis en omschrijving== Het Kastelenlexicon, een database van het Kenniscentrum voor Kasteel en Buitenplaats (Nederlandse Kastelenstichting), bevat uitgebreide informatie over dit object. Zie de link naar het Kastelenlexicon onder het kopje Bronnen en verwijzingen.  +
==='"`UNIQ--h-0--QINU`"'Onderdeel van complex=== <div class="attentie klein"> Dit monument is onderdeel van [[Complexen/515753|rijksmonumentencomplex 515753]]. </div>  +
==='"`UNIQ--h-0--QINU`"'Onderdeel van complex=== <div class="attentie klein"> Dit monument is onderdeel van [[Complexen/515753|rijksmonumentencomplex 515753]]. </div>  +
<div class="attentie klein"> Voor de exacte locatie en begrenzing van dit archeologisch rijksmonument: volg de link naar het Monumentenregister rechts bovenaan deze kennisbankpagina, en klik vervolgens daar op het bijbehorende kaartje. </div> Een kasteel is een goed verdedigbaar wooncomplex met verschillende gebouwen, zoals torens, woonvleugels, een poortgebouw en kapel. De gebouwen zijn uitgevoerd in hout, natuur- of baksteen en hebben vaak weergangen, kantelen en schietgaten. Een kasteel is meestal omgeven door een of meer grachten en wallen met een ophaalbrug. Kastelen komen voor vanaf de middeleeuwen (ca. 1050 na Chr.). ==Vrijstellingsdiepte== 35 cm onder maaiveld. Bij dit rijksmonument liggen de archeologische resten dieper in de ondergrond waardoor er een vrijstellingsdiepte van 35 cm onder maaiveld van toepassing is. Wel is altijd een vergunning vereist voor: * bouwwerkzaamheden; * het aanbrengen van verhardingen; * ophogen, verlagen of egaliseren; * het wijzigen van het grondwaterpeil; * het dempen van watergangen of depressies. ---- =='"`UNIQ--h-0--QINU`"'Archeologisch rijksmonumentenpaspoort== <div class="attentie klein"> Nederland kent circa 1500 archeologische rijksmonumenten. Om eigenaren beter te informeren over 'hun' monument heeft de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed in 2023 per monument een [https://www.cultureelerfgoed.nl/onderwerpen/archeologische-rijksmonumenten/archeologisch-rijksmonumentenpaspoort archeologisch rijksmonumentenpaspoort] uitgegeven. Het bevat informatie over locatie, ouderdom en het [[Archeologie - types complexen|type monument]], aangevuld met gegevens over [[Archeologische monumentenzorg|bescherming en zorgvuldig gebruik]]. Deze pagina is (deels) opgesteld en/of aangevuld op basis van dit paspoort. Het is een aanvulling op de [[Monumenten#rijksmonumentenregister|monumentgegevens in het Rijksmonumentenregister]]. </div> ----  +
<div class="attentie klein"> Voor de exacte locatie en begrenzing van dit archeologisch rijksmonument: volg de link naar het Monumentenregister rechts bovenaan deze kennisbankpagina, en klik vervolgens daar op het bijbehorende kaartje. </div> Een kasteel is een goed verdedigbaar wooncomplex met verschillende gebouwen, zoals torens, woonvleugels, een poortgebouw en kapel. De gebouwen zijn uitgevoerd in hout, natuur- of baksteen en hebben vaak weergangen, kantelen en schietgaten. Een kasteel is meestal omgeven door een of meer grachten en wallen met een ophaalbrug. Kastelen komen voor vanaf de middeleeuwen (ca. 1050 na Chr.). ==Vrijstellingsdiepte== 30 cm onder maaiveld. Bij dit rijksmonument liggen de archeologische resten dieper in de ondergrond waardoor er een vrijstellingsdiepte van 30 cm onder maaiveld van toepassing is. Wel is altijd een vergunning vereist voor: * het verrichten van bouwwerkzaamheden; * het aanbrengen van verhardingen; * het ophogen, verlagen of egaliseren van het terrein; * het wijzigen van het grondwaterpeil; * het dempen van watergangen of depressies. ---- =='"`UNIQ--h-0--QINU`"'Archeologisch rijksmonumentenpaspoort== <div class="attentie klein"> Nederland kent circa 1500 archeologische rijksmonumenten. Om eigenaren beter te informeren over 'hun' monument heeft de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed in 2023 per monument een [https://www.cultureelerfgoed.nl/onderwerpen/archeologische-rijksmonumenten/archeologisch-rijksmonumentenpaspoort archeologisch rijksmonumentenpaspoort] uitgegeven. Het bevat informatie over locatie, ouderdom en het [[Archeologie - types complexen|type monument]], aangevuld met gegevens over [[Archeologische monumentenzorg|bescherming en zorgvuldig gebruik]]. Deze pagina is (deels) opgesteld en/of aangevuld op basis van dit paspoort. Het is een aanvulling op de [[Monumenten#rijksmonumentenregister|monumentgegevens in het Rijksmonumentenregister]]. </div> ----  +
==Besluit== Omschrijving van het besluit, toelichting en overige gegevens.  +
==Besluit== Omschrijving van het besluit, toelichting en overige gegevens.  +
<div class="attentie klein"> Voor de exacte locatie en begrenzing van dit archeologisch rijksmonument: volg de link naar het Monumentenregister rechts bovenaan deze kennisbankpagina, en klik vervolgens daar op het bijbehorende kaartje. </div> Een kasteel is een goed verdedigbaar wooncomplex met verschillende gebouwen, zoals torens, woonvleugels, een poortgebouw en kapel. De gebouwen zijn uitgevoerd in hout, natuur- of baksteen en hebben vaak weergangen, kantelen en schietgaten. Een kasteel is meestal omgeven door een of meer grachten en wallen met een ophaalbrug. Kastelen komen voor vanaf de middeleeuwen (ca. 1050 na Chr.). ==Vrijstellingsdiepte== 15 cm onder maaiveld. Bij dit rijksmonument liggen de archeologische resten dieper in de ondergrond waardoor er een vrijstellingsdiepte van 15 cm onder maaiveld van toepassing is. Wel is altijd een vergunning vereist voor: * het verrichten van bouwwerkzaamheden; * het aanbrengen van verhardingen; * het ophogen, verlagen of egaliseren van het terrein; * het wijzigen van het grondwaterpeil; * het dempen van watergangen of depressies. ---- =='"`UNIQ--h-0--QINU`"'Archeologisch rijksmonumentenpaspoort== <div class="attentie klein"> Nederland kent circa 1500 archeologische rijksmonumenten. Om eigenaren beter te informeren over 'hun' monument heeft de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed in 2023 per monument een [https://www.cultureelerfgoed.nl/onderwerpen/archeologische-rijksmonumenten/archeologisch-rijksmonumentenpaspoort archeologisch rijksmonumentenpaspoort] uitgegeven. Het bevat informatie over locatie, ouderdom en het [[Archeologie - types complexen|type monument]], aangevuld met gegevens over [[Archeologische monumentenzorg|bescherming en zorgvuldig gebruik]]. Deze pagina is (deels) opgesteld en/of aangevuld op basis van dit paspoort. Het is een aanvulling op de [[Monumenten#rijksmonumentenregister|monumentgegevens in het Rijksmonumentenregister]]. </div> ----  +
==Overlap met eerder genoemd aardkundig erfgoed== * GEA-object: - * Van Beusekom (2007): FL 6 Voorsterbos  +
==Besluit== Omschrijving van het besluit, toelichting en overige gegevens.  +
<div class="attentie klein"> Voor de exacte locatie en begrenzing van dit archeologisch rijksmonument: volg de link naar het Monumentenregister rechts bovenaan deze kennisbankpagina, en klik vervolgens daar op het bijbehorende kaartje. </div> Een kasteel is een goed verdedigbaar wooncomplex met verschillende gebouwen, zoals torens, woonvleugels, een poortgebouw en kapel. De gebouwen zijn uitgevoerd in hout, natuur- of baksteen en hebben vaak weergangen, kantelen en schietgaten. Een kasteel is meestal omgeven door een of meer grachten en wallen met een ophaalbrug. Kastelen komen voor vanaf de middeleeuwen (ca. 1050 na Chr.). ==Vrijstellingsdiepte== 30 cm onder maaiveld. Bij dit rijksmonument liggen de archeologische resten dieper in de ondergrond waardoor er een vrijstellingsdiepte van 30 cm onder maaiveld van toepassing is. Wel is altijd een vergunning vereist voor: * het verrichten van bouwwerkzaamheden; * het aanbrengen van verhardingen; * het ophogen, verlagen of egaliseren van het terrein; * het wijzigen van het grondwaterpeil; * het dempen van watergangen of depressies. ---- =='"`UNIQ--h-0--QINU`"'Archeologisch rijksmonumentenpaspoort== <div class="attentie klein"> Nederland kent circa 1500 archeologische rijksmonumenten. Om eigenaren beter te informeren over 'hun' monument heeft de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed in 2023 per monument een [https://www.cultureelerfgoed.nl/onderwerpen/archeologische-rijksmonumenten/archeologisch-rijksmonumentenpaspoort archeologisch rijksmonumentenpaspoort] uitgegeven. Het bevat informatie over locatie, ouderdom en het [[Archeologie - types complexen|type monument]], aangevuld met gegevens over [[Archeologische monumentenzorg|bescherming en zorgvuldig gebruik]]. Deze pagina is (deels) opgesteld en/of aangevuld op basis van dit paspoort. Het is een aanvulling op de [[Monumenten#rijksmonumentenregister|monumentgegevens in het Rijksmonumentenregister]]. </div> ----  +
==='"`UNIQ--h-0--QINU`"'Kennis in monumentenregister=== <div class="attentie klein"> Kennis over dit monument is momenteel (ook) nog terug te vinden in het monumentenregister: [https://monumentenregister.cultureelerfgoed.nl/monumenten/524228 rijksmonument 524228].</div>  +
==Besluit== Omschrijving van het besluit, toelichting en overige gegevens.  +
==Rotterdamse bakkersfamilie== De geboren Rotterdammer (1937–2015) was de dochter van broodbakker Antoon Engelman en Adriana Bakker. Ze volgde het bakkersbestaan van haar vader echter niet op en ging in 1960 naar de Rotterdamse Academie. In 1963 studeerde Engelman verder aan de Academie ’63 in Haarlem. In de academie ontving ze lessen van kunstenaar Ger Lataster en wist in haar tweede studiejaar een academieprijs van 500 gulden voor zich te winnen. De succesvolle vrouwelijke kunstenaar had meerdere imposante tentoonstellingen op haar naam staan, zoals in het Stedelijk Museum Amsterdam (1969), de Vleeshal Haarlem (1981), de Salon des Réalités Nouvelles (1972) en de wereldtuinbouwtentoonstelling De Floriade (1972). ==Metaforische vormen== Engelman kon uit de voeten met meerdere kunstmedia en was beeldhouwer, schilder en tekenaar. In al haar werken staat de speling van vormen, lijnen en kleuren centraal en ze componeerde losse vormen tot een groter geheel. De bijna 400 kilogram wegende Staalplastiek draaiende vorm (1965) bestaat uit gedraaide vervormde metalen platen gesoldeerd aan een statief. Toch gaat het abstracte werk niet alleen over vormen en lijnen, ook de compositie van de elementen staat voor een metafoor. Kunsthistoricus Paul Hefting stelde over het werk van Engelman: ‘het beeld staat voor iets anders, hoe zeer het zichzelf ook in vorm en kleur manifesteert.’ ==Abstractie als bevrijding== Het gebruik van abstracte vormen zag Engelman als een verzekering van haar bestaan. De toevallige rangschikking van vormen om haar gevoel te uiten noemde ze een ‘bevrijding’. Haar bestaan is niet altijd makkelijk geweest en ze is één van de weinige transgender kunstenaars van wie de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed werk in de collectie heeft. In de kunstwereld is de vertegenwoordiging van transgender kunstenaars nog minimaal. Engelman was daarentegen niet alleen een succesvolle vrouwelijke kunstenaar, maar ook betrokken bij meerdere verenigingen waaronder de Nederlandse Kring van Beeldhouwers en de Beroepsvereniging van Beeldende Kunstenaars. Bovendien was ze in 1977 lid van de afdeling Kunst en Cultuur in de provincie Noord-Holland. Het gebruik van abstracte vormen in verschillende materialen was voor Engelman een manier om zichzelf te uiten met haar minimalistische kunst. Vanuit een innerlijke manifestatie heeft Engelman met de rangschikking van vormen toch haar handtekening in de kunstwereld gezet. ---- <blockquote class="templatetekst"><div class="tekst">Tekst: Gabriëlle Negrón</div> </blockquote> In de Rijkscollectie RCE zijn van Adine Engelman 11 objecten beschikbaar voor bruikleen.  
<div class="attentie klein"> Voor de exacte locatie en begrenzing van dit archeologisch rijksmonument: volg de link naar het Monumentenregister rechts bovenaan deze kennisbankpagina, en klik vervolgens daar op het bijbehorende kaartje. </div> Een huiswierde is een kunstmatig opgeworpen verhoging waarop een huis stond, vaak met schuren, stallen en andere bijgebouwen. Huiswierden zijn opgeworpen in laaggelegen gebieden, om zo droge voeten te houden. Ze komen voor in het kustgebied, maar ook in veengebieden en de rivierengebieden van Rijn, Waal, Maas en IJssel. We kennen ze vanaf de late bronstijd/ijzertijd tot in de nieuwe tijd. ==Vrijstellingsdiepte== 15 cm onder maaiveld. Bij dit rijksmonument liggen de archeologische resten dieper in de ondergrond waardoor er een vrijstellingsdiepte van 15 cm onder maaiveld van toepassing is. Wel is altijd een vergunning vereist voor: * het verrichten van bouwwerkzaamheden; * het aanbrengen van verhardingen; * het ophogen, verlagen of egaliseren van het terrein; * het wijzigen van het grondwaterpeil; * het dempen/uitdiepen van watergangen of depressies. ---- =='"`UNIQ--h-0--QINU`"'Archeologisch rijksmonumentenpaspoort== <div class="attentie klein"> Nederland kent circa 1500 archeologische rijksmonumenten. Om eigenaren beter te informeren over 'hun' monument heeft de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed in 2023 per monument een [https://www.cultureelerfgoed.nl/onderwerpen/archeologische-rijksmonumenten/archeologisch-rijksmonumentenpaspoort archeologisch rijksmonumentenpaspoort] uitgegeven. Het bevat informatie over locatie, ouderdom en het [[Archeologie - types complexen|type monument]], aangevuld met gegevens over [[Archeologische monumentenzorg|bescherming en zorgvuldig gebruik]]. Deze pagina is (deels) opgesteld en/of aangevuld op basis van dit paspoort. Het is een aanvulling op de [[Monumenten#rijksmonumentenregister|monumentgegevens in het Rijksmonumentenregister]]. </div> ----  +
<div class="attentie klein"> Voor de exacte locatie en begrenzing van dit archeologisch rijksmonument: volg de link naar het Monumentenregister rechts bovenaan deze kennisbankpagina, en klik vervolgens daar op het bijbehorende kaartje. </div> Een wierde (in Friesland spreekt men van 'terp' en in andere delen van Nederland van 'werf' of 'pol') is een kunstmatig opgeworpen verhoging in laag-Nederland om droog te kunnen wonen. Eeuwenlang hebben de bewoners ophogingslagen aangebracht en hun huizen herbouwd. Het ophogen begint in de late ijzertijd (ca. 250 voor Chr.) en loopt door tot in de volle middeleeuwen. Vanaf de wierden is het landschap ontgonnen en benut. Zo ontstonden licht verhoogde akkers rond de wierde, zogenaamde 'valgen'. Veel wierden hebben een radiale indeling met paden die aan de rand samenkomen in een karakteristieke ossengang. De woonheuvels zijn via natuurlijke watergangen verbonden met hun omgeving. Veel wierden zijn tot op de dag van vandaag bewoond en in gebruik. Er zijn er ongeveer 600 in Groningen. ==Vrijstellingsdiepte== 25 cm onder maaiveld. Bij dit rijksmonument liggen de archeologische resten dieper in de ondergrond waardoor er een vrijstellingsdiepte van 25 cm onder maaiveld van toepassing is. Wel is altijd een vergunning vereist voor: * het verrichten van bouwwerkzaamheden; * het aanbrengen van verhardingen; * het ophogen, verlagen of egaliseren van het terrein; * het wijzigen van het grondwaterpeil; * het dempen/uitdiepen van watergangen of depressies. ---- =='"`UNIQ--h-0--QINU`"'Archeologisch rijksmonumentenpaspoort== <div class="attentie klein"> Nederland kent circa 1500 archeologische rijksmonumenten. Om eigenaren beter te informeren over 'hun' monument heeft de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed in 2023 per monument een [https://www.cultureelerfgoed.nl/onderwerpen/archeologische-rijksmonumenten/archeologisch-rijksmonumentenpaspoort archeologisch rijksmonumentenpaspoort] uitgegeven. Het bevat informatie over locatie, ouderdom en het [[Archeologie - types complexen|type monument]], aangevuld met gegevens over [[Archeologische monumentenzorg|bescherming en zorgvuldig gebruik]]. Deze pagina is (deels) opgesteld en/of aangevuld op basis van dit paspoort. Het is een aanvulling op de [[Monumenten#rijksmonumentenregister|monumentgegevens in het Rijksmonumentenregister]]. </div> ----  
<div class="attentie klein"> Voor de exacte locatie en begrenzing van dit archeologisch rijksmonument: volg de link naar het Monumentenregister rechts bovenaan deze kennisbankpagina, en klik vervolgens daar op het bijbehorende kaartje. </div> In een steen- of pannenbakkerij is keramisch bouwmateriaal gebakken, zoals bakstenen, tegels, plavuizen en dakpannen. Vaak liggen er ondiepe kleilagen in de ondergrond. Leemputten en zogeheten 'tichelgaten' liggen dan in de buurt, voor de benodigde klei- en leemwinning. 'Tichel' is afgeleid van het Latijnse tegula (dakpan). Steenbakkerijen komen voor vanaf de Romeinse tijd tot in de nieuwste tijd. ==Vrijstellingsdiepte== 15 cm onder maaiveld. Bij dit rijksmonument liggen de archeologische resten dieper in de ondergrond waardoor er een vrijstellingsdiepte van 15 cm onder maaiveld van toepassing is. Wel is altijd een vergunning vereist voor: * bouwwerkzaamheden; * het aanbrengen van verhardingen; * het ophogen, verlagen of egaliseren van het terrein; * het wijzigen van het grondwaterpeil; * het dempen/uitdiepen van watergangen of depressies. ---- =='"`UNIQ--h-0--QINU`"'Archeologisch rijksmonumentenpaspoort== <div class="attentie klein"> Nederland kent circa 1500 archeologische rijksmonumenten. Om eigenaren beter te informeren over 'hun' monument heeft de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed in 2023 per monument een [https://www.cultureelerfgoed.nl/onderwerpen/archeologische-rijksmonumenten/archeologisch-rijksmonumentenpaspoort archeologisch rijksmonumentenpaspoort] uitgegeven. Het bevat informatie over locatie, ouderdom en het [[Archeologie - types complexen|type monument]], aangevuld met gegevens over [[Archeologische monumentenzorg|bescherming en zorgvuldig gebruik]]. Deze pagina is (deels) opgesteld en/of aangevuld op basis van dit paspoort. Het is een aanvulling op de [[Monumenten#rijksmonumentenregister|monumentgegevens in het Rijksmonumentenregister]]. </div> ----  +
<div class="attentie klein"> Voor de exacte locatie en begrenzing van dit archeologisch rijksmonument: volg de link naar het Monumentenregister rechts bovenaan deze kennisbankpagina, en klik vervolgens daar op het bijbehorende kaartje. </div> Een kasteel is een goed verdedigbaar wooncomplex met verschillende gebouwen, zoals torens, woonvleugels, een poortgebouw en kapel. De gebouwen zijn uitgevoerd in hout, natuur- of baksteen en hebben vaak weergangen, kantelen en schietgaten. Een kasteel is meestal omgeven door een of meer grachten en wallen met een ophaalbrug. Kastelen komen voor vanaf de middeleeuwen (ca. 1050 na Chr.). Een wierde (in Friesland spreekt men van 'terp' en in andere delen van Nederland van 'werf' of 'pol') is een kunstmatig opgeworpen verhoging in laag-Nederland om droog te kunnen wonen. Eeuwenlang hebben de bewoners ophogingslagen aangebracht en hun huizen herbouwd. Het ophogen begint in de late ijzertijd (ca. 250 voor Chr.) en loopt door tot in de volle middeleeuwen. Vanaf de wierden is het landschap ontgonnen en benut. Zo ontstonden licht verhoogde akkers rond de wierde, zogenaamde 'valgen'. Veel wierden hebben een radiale indeling met paden die aan de rand samenkomen in een karakteristieke ossengang. De woonheuvels zijn via natuurlijke watergangen verbonden met hun omgeving. Veel wierden zijn tot op de dag van vandaag bewoond en in gebruik. Er zijn er ongeveer 600 in Groningen. ==Vrijstellingsdiepte== 20 cm onder maaiveld. Bij dit rijksmonument liggen de archeologische resten dieper in de ondergrond waardoor er een vrijstellingsdiepte van 20 cm onder maaiveld van toepassing is. Wel is altijd een vergunning vereist voor: * het verrichten van bouwwerkzaamheden; * het aanbrengen van verhardingen; * het ophogen, verlagen of egaliseren van het terrein; * het dempen van watergangen of depressies; * het graven of verbreden van sloten; * het wijzigen van het grondwaterpeil; * het aanleggen en verwijderen van leidingen; * het aanbrengen van beplantingen; * sloopvergunningplichtige werkzaamheden; * overige wijzigingen. ---- =='"`UNIQ--h-0--QINU`"'Archeologisch rijksmonumentenpaspoort== <div class="attentie klein"> Nederland kent circa 1500 archeologische rijksmonumenten. Om eigenaren beter te informeren over 'hun' monument heeft de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed in 2023 per monument een [https://www.cultureelerfgoed.nl/onderwerpen/archeologische-rijksmonumenten/archeologisch-rijksmonumentenpaspoort archeologisch rijksmonumentenpaspoort] uitgegeven. Het bevat informatie over locatie, ouderdom en het [[Archeologie - types complexen|type monument]], aangevuld met gegevens over [[Archeologische monumentenzorg|bescherming en zorgvuldig gebruik]]. Deze pagina is (deels) opgesteld en/of aangevuld op basis van dit paspoort. Het is een aanvulling op de [[Monumenten#rijksmonumentenregister|monumentgegevens in het Rijksmonumentenregister]]. </div> ----  
<div class="attentie klein"> Voor de exacte locatie en begrenzing van dit archeologisch rijksmonument: volg de link naar het Monumentenregister rechts bovenaan deze kennisbankpagina, en klik vervolgens daar op het bijbehorende kaartje. </div> Een huiswierde is een kunstmatig opgeworpen verhoging waarop een huis stond, vaak met schuren, stallen en andere bijgebouwen. Huiswierden zijn opgeworpen in laaggelegen gebieden, om zo droge voeten te houden. Ze komen voor in het kustgebied, maar ook in veengebieden en de rivierengebieden van Rijn, Waal, Maas en IJssel. We kennen ze vanaf de late bronstijd/ijzertijd tot in de nieuwe tijd. ==Vrijstellingsdiepte== 30 cm onder maaiveld. Bij dit rijksmonument liggen de archeologische resten dieper in de ondergrond waardoor er een vrijstellingsdiepte van 30 cm onder maaiveld van toepassing is. Wel is altijd een vergunning vereist voor: * bouwwerkzaamheden; * het aanbrengen van verhardingen; * ophogen, verlagen of egaliseren; * het wijzigen van het grondwaterpeil; * het dempen/uitdiepen van watergangen of depressies. ---- =='"`UNIQ--h-0--QINU`"'Archeologisch rijksmonumentenpaspoort== <div class="attentie klein"> Nederland kent circa 1500 archeologische rijksmonumenten. Om eigenaren beter te informeren over 'hun' monument heeft de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed in 2023 per monument een [https://www.cultureelerfgoed.nl/onderwerpen/archeologische-rijksmonumenten/archeologisch-rijksmonumentenpaspoort archeologisch rijksmonumentenpaspoort] uitgegeven. Het bevat informatie over locatie, ouderdom en het [[Archeologie - types complexen|type monument]], aangevuld met gegevens over [[Archeologische monumentenzorg|bescherming en zorgvuldig gebruik]]. Deze pagina is (deels) opgesteld en/of aangevuld op basis van dit paspoort. Het is een aanvulling op de [[Monumenten#rijksmonumentenregister|monumentgegevens in het Rijksmonumentenregister]]. </div> ----  +
<div class="attentie klein"> Voor de exacte locatie en begrenzing van dit archeologisch rijksmonument: volg de link naar het Monumentenregister rechts bovenaan deze kennisbankpagina, en klik vervolgens daar op het bijbehorende kaartje. </div> Een wierde (in Friesland spreekt men van 'terp' en in andere delen van Nederland van 'werf' of 'pol') is een kunstmatig opgeworpen verhoging in laag-Nederland om droog te kunnen wonen. Eeuwenlang hebben de bewoners ophogingslagen aangebracht en hun huizen herbouwd. Het ophogen begint in de late ijzertijd (ca. 250 voor Chr.) en loopt door tot in de volle middeleeuwen. Vanaf de wierden is het landschap ontgonnen en benut. Zo ontstonden licht verhoogde akkers rond de terp, zogenaamde 'valgen'. Veel wierden hebben een radiale indeling met paden die aan de rand samenkomen in een karakteristieke ossengang. De woonheuvels zijn via natuurlijke watergangen verbonden met hun omgeving. Veel wierden zijn tot op de dag van vandaag bewoond en in gebruik. Er zijn er ongeveer 600 in Groningen. ==Vrijstellingsdiepte== 30 cm onder maaiveld. Bij dit rijksmonument liggen de archeologische resten dieper in de ondergrond waardoor er een vrijstellingsdiepte van 30 cm onder maaiveld van toepassing is. Wel is altijd een vergunning vereist voor: * het verrichten van bouwwerkzaamheden; * het aanbrengen van verhardingen; * het ophogen, verlagen of egaliseren van het terrein; * het wijzigen van het grondwaterpeil; * het dempen/uitdiepen van watergangen of depressies. ---- =='"`UNIQ--h-0--QINU`"'Archeologisch rijksmonumentenpaspoort== <div class="attentie klein"> Nederland kent circa 1500 archeologische rijksmonumenten. Om eigenaren beter te informeren over 'hun' monument heeft de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed in 2023 per monument een [https://www.cultureelerfgoed.nl/onderwerpen/archeologische-rijksmonumenten/archeologisch-rijksmonumentenpaspoort archeologisch rijksmonumentenpaspoort] uitgegeven. Het bevat informatie over locatie, ouderdom en het [[Archeologie - types complexen|type monument]], aangevuld met gegevens over [[Archeologische monumentenzorg|bescherming en zorgvuldig gebruik]]. Deze pagina is (deels) opgesteld en/of aangevuld op basis van dit paspoort. Het is een aanvulling op de [[Monumenten#rijksmonumentenregister|monumentgegevens in het Rijksmonumentenregister]]. </div> ----  
<div class="attentie klein"> Voor de exacte locatie en begrenzing van dit archeologisch rijksmonument: volg de link naar het Monumentenregister rechts bovenaan deze kennisbankpagina, en klik vervolgens daar op het bijbehorende kaartje. </div> Een wierde (in Friesland spreekt men van 'terp' en in andere delen van Nederland van 'werf' of 'pol') is een kunstmatig opgeworpen verhoging in laag-Nederland om droog te kunnen wonen. Eeuwenlang hebben de bewoners ophogingslagen aangebracht en hun huizen herbouwd. Het ophogen begint in de late ijzertijd (ca. 250 voor Chr.) en loopt door tot in de volle middeleeuwen. Vanaf de wierden is het landschap ontgonnen en benut. Zo ontstonden licht verhoogde akkers rond de wierde, zogenaamde 'valgen'. Veel wierden hebben een radiale indeling met paden die aan de rand samenkomen in een karakteristieke ossengang. De woonheuvels zijn via natuurlijke watergangen verbonden met hun omgeving. Veel wierden zijn tot op de dag van vandaag bewoond en in gebruik. Er zijn er ongeveer 600 in Groningen. ==Vrijstellingsdiepte== 30 cm onder maaiveld. Bij dit rijksmonument liggen de archeologische resten dieper in de ondergrond waardoor er een vrijstellingsdiepte van 30 cm onder maaiveld van toepassing is. Wel is altijd een vergunning vereist voor: * bouwwerkzaamheden; * het aanbrengen van verhardingen; * ophogen, verlagen of egaliseren; * het wijzigen van het grondwaterpeil; * het dempen/uitdiepen van watergangen of depressies. ---- =='"`UNIQ--h-0--QINU`"'Archeologisch rijksmonumentenpaspoort== <div class="attentie klein"> Nederland kent circa 1500 archeologische rijksmonumenten. Om eigenaren beter te informeren over 'hun' monument heeft de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed in 2023 per monument een [https://www.cultureelerfgoed.nl/onderwerpen/archeologische-rijksmonumenten/archeologisch-rijksmonumentenpaspoort archeologisch rijksmonumentenpaspoort] uitgegeven. Het bevat informatie over locatie, ouderdom en het [[Archeologie - types complexen|type monument]], aangevuld met gegevens over [[Archeologische monumentenzorg|bescherming en zorgvuldig gebruik]]. Deze pagina is (deels) opgesteld en/of aangevuld op basis van dit paspoort. Het is een aanvulling op de [[Monumenten#rijksmonumentenregister|monumentgegevens in het Rijksmonumentenregister]]. </div> ----  
<div class="attentie klein"> Voor de exacte locatie en begrenzing van dit archeologisch rijksmonument: volg de link naar het Monumentenregister rechts bovenaan deze kennisbankpagina, en klik vervolgens daar op het bijbehorende kaartje. </div> Een wierde (in Friesland spreekt men van 'terp' en in andere delen van Nederland van 'werf' of 'pol') is een kunstmatig opgeworpen verhoging in laag-Nederland om droog te kunnen wonen. Eeuwenlang hebben de bewoners ophogingslagen aangebracht en hun huizen herbouwd. Het ophogen begint in de late ijzertijd (ca. 250 voor Chr.) en loopt door tot in de volle middeleeuwen. Vanaf de wierden is het landschap ontgonnen en benut. Zo ontstonden licht verhoogde akkers rond de wierde, zogenaamde 'valgen'. Veel wierden hebben een radiale indeling met paden die aan de rand samenkomen in een karakteristieke ossengang. De woonheuvels zijn via natuurlijke watergangen verbonden met hun omgeving. Veel wierden zijn tot op de dag van vandaag bewoond en in gebruik. Er zijn er ongeveer 600 in Groningen. ==Vrijstellingsdiepte== 30 cm onder maaiveld. Bij dit rijksmonument liggen de archeologische resten dieper in de ondergrond waardoor er een vrijstellingsdiepte van 30 cm onder maaiveld van toepassing is. Wel is altijd een vergunning vereist voor: * het verrichten van bouwwerkzaamheden; * het aanbrengen van verhardingen; * het ophogen, verlagen of egaliseren van het terrein; * het wijzigen van het grondwaterpeil; * het dempen/uitdiepen van watergangen of depressies. ---- =='"`UNIQ--h-0--QINU`"'Archeologisch rijksmonumentenpaspoort== <div class="attentie klein"> Nederland kent circa 1500 archeologische rijksmonumenten. Om eigenaren beter te informeren over 'hun' monument heeft de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed in 2023 per monument een [https://www.cultureelerfgoed.nl/onderwerpen/archeologische-rijksmonumenten/archeologisch-rijksmonumentenpaspoort archeologisch rijksmonumentenpaspoort] uitgegeven. Het bevat informatie over locatie, ouderdom en het [[Archeologie - types complexen|type monument]], aangevuld met gegevens over [[Archeologische monumentenzorg|bescherming en zorgvuldig gebruik]]. Deze pagina is (deels) opgesteld en/of aangevuld op basis van dit paspoort. Het is een aanvulling op de [[Monumenten#rijksmonumentenregister|monumentgegevens in het Rijksmonumentenregister]]. </div> ----  
<div class="attentie klein"> Voor de exacte locatie en begrenzing van dit archeologisch rijksmonument: volg de link naar het Monumentenregister rechts bovenaan deze kennisbankpagina, en klik vervolgens daar op het bijbehorende kaartje. </div> Een kasteel is een goed verdedigbaar wooncomplex met verschillende gebouwen, zoals torens, woonvleugels, een poortgebouw en kapel. De gebouwen zijn uitgevoerd in hout, natuur- of baksteen en hebben vaak weergangen, kantelen en schietgaten. Een kasteel is meestal omgeven door een of meer grachten en wallen met een ophaalbrug. Kastelen komen voor vanaf de middeleeuwen (ca. 1050 na Chr.). ==Vrijstellingsdiepte== 25 cm onder maaiveld. Bij dit rijksmonument liggen de archeologische resten dieper in de ondergrond waardoor er een vrijstellingsdiepte van 25 cm onder maaiveld van toepassing is. Wel is altijd een vergunning vereist voor: * het verrichten van bouwwerkzaamheden; * het aanbrengen van verhardingen; * het ophogen, verlagen of egaliseren van het terrein; * het wijzigen van het grondwaterpeil; * het dempen/uitdiepen van watergangen of depressies. ---- =='"`UNIQ--h-0--QINU`"'Archeologisch rijksmonumentenpaspoort== <div class="attentie klein"> Nederland kent circa 1500 archeologische rijksmonumenten. Om eigenaren beter te informeren over 'hun' monument heeft de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed in 2023 per monument een [https://www.cultureelerfgoed.nl/onderwerpen/archeologische-rijksmonumenten/archeologisch-rijksmonumentenpaspoort archeologisch rijksmonumentenpaspoort] uitgegeven. Het bevat informatie over locatie, ouderdom en het [[Archeologie - types complexen|type monument]], aangevuld met gegevens over [[Archeologische monumentenzorg|bescherming en zorgvuldig gebruik]]. Deze pagina is (deels) opgesteld en/of aangevuld op basis van dit paspoort. Het is een aanvulling op de [[Monumenten#rijksmonumentenregister|monumentgegevens in het Rijksmonumentenregister]]. </div> ----  +
<div class="attentie klein"> Voor de exacte locatie en begrenzing van dit archeologisch rijksmonument: volg de link naar het Monumentenregister rechts bovenaan deze kennisbankpagina, en klik vervolgens daar op het bijbehorende kaartje. </div> Een huiswierde is een kunstmatig opgeworpen verhoging waarop een huis stond, vaak met schuren, stallen en andere bijgebouwen. Huiswierden zijn opgeworpen in laaggelegen gebieden, om zo droge voeten te houden. Ze komen voor in het kustgebied, maar ook in veengebieden en de rivierengebieden van Rijn, Waal, Maas en IJssel. We kennen ze vanaf de late bronstijd/ijzertijd tot in de nieuwe tijd. ==Vrijstellingsdiepte== 30 cm onder maaiveld. Bij dit rijksmonument liggen de archeologische resten dieper in de ondergrond waardoor er een vrijstellingsdiepte van 30 cm onder maaiveld van toepassing is. Wel is altijd een vergunning vereist voor: * bouwwerkzaamheden; * het aanbrengen van verhardingen; * ophogen, verlagen of egaliseren; * het wijzigen van het grondwaterpeil; * het dempen/uitdiepen van watergangen of depressies. ---- =='"`UNIQ--h-0--QINU`"'Archeologisch rijksmonumentenpaspoort== <div class="attentie klein"> Nederland kent circa 1500 archeologische rijksmonumenten. Om eigenaren beter te informeren over 'hun' monument heeft de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed in 2023 per monument een [https://www.cultureelerfgoed.nl/onderwerpen/archeologische-rijksmonumenten/archeologisch-rijksmonumentenpaspoort archeologisch rijksmonumentenpaspoort] uitgegeven. Het bevat informatie over locatie, ouderdom en het [[Archeologie - types complexen|type monument]], aangevuld met gegevens over [[Archeologische monumentenzorg|bescherming en zorgvuldig gebruik]]. Deze pagina is (deels) opgesteld en/of aangevuld op basis van dit paspoort. Het is een aanvulling op de [[Monumenten#rijksmonumentenregister|monumentgegevens in het Rijksmonumentenregister]]. </div> ----  +
<div class="attentie klein"> Voor de exacte locatie en begrenzing van dit archeologisch rijksmonument: volg de link naar het Monumentenregister rechts bovenaan deze kennisbankpagina, en klik vervolgens daar op het bijbehorende kaartje. </div> Een wierde (in Friesland spreekt men van 'terp' en in andere delen van Nederland van 'werf' of 'pol') is een kunstmatig opgeworpen verhoging in laag-Nederland om droog te kunnen wonen. Eeuwenlang hebben de bewoners ophogingslagen aangebracht en hun huizen herbouwd. Het ophogen begint in de late ijzertijd (ca. 250 voor Chr.) en loopt door tot in de volle middeleeuwen. Vanaf de wierden is het landschap ontgonnen en benut. Zo ontstonden licht verhoogde akkers rond de wierde, zogenaamde 'valgen'. Veel wierden hebben een radiale indeling met paden die aan de rand samenkomen in een karakteristieke ossengang. De woonheuvels zijn via natuurlijke watergangen verbonden met hun omgeving. Veel wierden zijn tot op de dag van vandaag bewoond en in gebruik. Er zijn er ongeveer 600 in Groningen. ==Vrijstellingsdiepte== 10 cm onder maaiveld. Bij dit rijksmonument liggen de archeologische resten dieper in de ondergrond waardoor er een vrijstellingsdiepte van 10 cm onder maaiveld van toepassing is. Wel is altijd een vergunning vereist voor: * het verrichten van bouwwerkzaamheden; * het aanbrengen van verhardingen; * het ophogen, verlagen of egaliseren van het terrein; * het wijzigen van het grondwaterpeil; * het dempen/uitdiepen van watergangen of depressies. ---- =='"`UNIQ--h-0--QINU`"'Archeologisch rijksmonumentenpaspoort== <div class="attentie klein"> Nederland kent circa 1500 archeologische rijksmonumenten. Om eigenaren beter te informeren over 'hun' monument heeft de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed in 2023 per monument een [https://www.cultureelerfgoed.nl/onderwerpen/archeologische-rijksmonumenten/archeologisch-rijksmonumentenpaspoort archeologisch rijksmonumentenpaspoort] uitgegeven. Het bevat informatie over locatie, ouderdom en het [[Archeologie - types complexen|type monument]], aangevuld met gegevens over [[Archeologische monumentenzorg|bescherming en zorgvuldig gebruik]]. Deze pagina is (deels) opgesteld en/of aangevuld op basis van dit paspoort. Het is een aanvulling op de [[Monumenten#rijksmonumentenregister|monumentgegevens in het Rijksmonumentenregister]]. </div> ----  
<div class="attentie klein"> Voor de exacte locatie en begrenzing van dit archeologisch rijksmonument: volg de link naar het Monumentenregister rechts bovenaan deze kennisbankpagina, en klik vervolgens daar op het bijbehorende kaartje. </div> Een huiswierde is een kunstmatig opgeworpen verhoging waarop een huis stond, vaak met schuren, stallen en andere bijgebouwen. Huiswierden zijn opgeworpen in laaggelegen gebieden, om zo droge voeten te houden. Ze komen voor in het kustgebied, maar ook in veengebieden en de rivierengebieden van Rijn, Waal, Maas en IJssel. We kennen ze vanaf de late bronstijd/ijzertijd tot in de nieuwe tijd. ==Vrijstellingsdiepte== 20 cm onder maaiveld. Bij dit rijksmonument liggen de archeologische resten dieper in de ondergrond waardoor er een vrijstellingsdiepte van 20 cm onder maaiveld van toepassing is. Wel is altijd een vergunning vereist voor: * het verrichten van bouwwerkzaamheden; * het aanbrengen van verhardingen; * het ophogen, verlagen of egaliseren van het terrein; * het wijzigen van het grondwaterpeil; * het dempen/uitdiepen van watergangen of depressies. ---- =='"`UNIQ--h-0--QINU`"'Archeologisch rijksmonumentenpaspoort== <div class="attentie klein"> Nederland kent circa 1500 archeologische rijksmonumenten. Om eigenaren beter te informeren over 'hun' monument heeft de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed in 2023 per monument een [https://www.cultureelerfgoed.nl/onderwerpen/archeologische-rijksmonumenten/archeologisch-rijksmonumentenpaspoort archeologisch rijksmonumentenpaspoort] uitgegeven. Het bevat informatie over locatie, ouderdom en het [[Archeologie - types complexen|type monument]], aangevuld met gegevens over [[Archeologische monumentenzorg|bescherming en zorgvuldig gebruik]]. Deze pagina is (deels) opgesteld en/of aangevuld op basis van dit paspoort. Het is een aanvulling op de [[Monumenten#rijksmonumentenregister|monumentgegevens in het Rijksmonumentenregister]]. </div> ----  +
<div class="attentie klein"> Voor de exacte locatie en begrenzing van dit archeologisch rijksmonument: volg de link naar het Monumentenregister rechts bovenaan deze kennisbankpagina, en klik vervolgens daar op het bijbehorende kaartje. </div> Een wierde (in Friesland spreekt men van 'terp' en in andere delen van Nederland van 'werf' of 'pol') is een kunstmatig opgeworpen verhoging in laag-Nederland om droog te kunnen wonen. Eeuwenlang hebben de bewoners ophogingslagen aangebracht en hun huizen herbouwd. Het ophogen begint in de late ijzertijd (ca. 250 voor Chr.) en loopt door tot in de volle middeleeuwen. Vanaf de wierden is het landschap ontgonnen en benut. Zo ontstonden licht verhoogde akkers rond de terp, zogenaamde 'valgen'. Veel wierden hebben een radiale indeling met paden die aan de rand samenkomen in een karakteristieke ossengang. De woonheuvels zijn via natuurlijke watergangen verbonden met hun omgeving. Veel wierden zijn tot op de dag van vandaag bewoond en in gebruik. Er zijn er ongeveer 600 in Groningen. ==Vrijstellingsdiepte== 30 cm onder maaiveld. Bij dit rijksmonument liggen de archeologische resten dieper in de ondergrond waardoor er een vrijstellingsdiepte van 30 cm onder maaiveld van toepassing is. Wel is altijd een vergunning vereist voor: * het verrichten van bouwwerkzaamheden; * het aanbrengen van verhardingen; * het ophogen, verlagen of egaliseren van het terrein; * het wijzigen van het grondwaterpeil; * het dempen/uitdiepen van watergangen of depressies. ---- =='"`UNIQ--h-0--QINU`"'Archeologisch rijksmonumentenpaspoort== <div class="attentie klein"> Nederland kent circa 1500 archeologische rijksmonumenten. Om eigenaren beter te informeren over 'hun' monument heeft de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed in 2023 per monument een [https://www.cultureelerfgoed.nl/onderwerpen/archeologische-rijksmonumenten/archeologisch-rijksmonumentenpaspoort archeologisch rijksmonumentenpaspoort] uitgegeven. Het bevat informatie over locatie, ouderdom en het [[Archeologie - types complexen|type monument]], aangevuld met gegevens over [[Archeologische monumentenzorg|bescherming en zorgvuldig gebruik]]. Deze pagina is (deels) opgesteld en/of aangevuld op basis van dit paspoort. Het is een aanvulling op de [[Monumenten#rijksmonumentenregister|monumentgegevens in het Rijksmonumentenregister]]. </div> ----  
== Kunstig in pastel== De Groote Schouburgh der Nederlantsche konstschilders en schilderessen (1718-1721) van Arnold Houbraken is de belangrijkste bron van informatie over Adriana Spilberg. Houbraken meldt dat Johannes Spilberg ‘ziende dat zy van natuur tot de Konst genegen was’ zijn dochter van jongs af aan in de teken- en schilderkunst onderwees. Volgens Houbraken tekende Adriana Spilberg ‘kunstig in pastel, of met crayon naar ’t leven, ook uitvoerig in olieverf’, en verwierf zij daarmee veel roem. Houbraken schrijft niet over specifieke werken of opdrachten van Spilberg, maar uit bovenstaande beschrijving kunnen we opmaken dat Spilberg vooral actief moet zijn geweest als portretschilder. Op verzoek van de keurvorstin, haalde Johann zijn Amsterdamse huishouden inclusief zijn schilderende dochter omstreeks 1681 naar Düsseldorf. ==Onbekende werken== Spilberg trouwde met schilder Willem Breekvelt, kreeg drie zonen en zou later hertrouwen met schilder Eglon van der Neer. Spilberg zou hebben meegewerkt aan de frescodecoraties van haar vader in het slot van Düsseldorf. Dit zou haar de enige Nederlandse vrouwelijke schilder maken die zich dit vak ook eigen heeft gemaakt. Ondanks haar roem en haar verblijf aan het hof van de Keurvorst zijn er nauwelijks werken van haar hand bekend, al is het niet ondenkbaar dat werk van Spilberg is toegeschreven aan haar meer bekende vader. Heel bijzonder dus dat zich in de collectie van de Rijksdienst een aan Spilberg toegeschreven portret bevindt, al is het een werk uit de NK-collectie, dat in afwachting is van de rechtmatige eigenaar. Afgebeeld is een onbekende zittende vrouw met parelsnoer, in een rood met zwarte jurk met witte mouwen. Zij houdt met haar linkerhand een armband vast die om haar rechterpols zit. Op tafel ligt een horloge met ketting. Het horloge was een modeaccessoire waarmee welgestelde vrouwen en mannen zich graag lieten portretteren. Het was een verwijzing naar de kostbare tijd en de vergankelijkheid. De dood was in de zeventiende eeuw immers altijd nabij. Ondanks dat dit portret mogelijk het enige gesigneerde werk uit het oeuvre van Spilberg is dat aan ons is overgeleverd, is het de afgelopen zeventig jaar niet tentoongesteld ---- <blockquote class="templatetekst"><div class="tekst">Tekst: Simone Vermaat</div> </blockquote> In de Rijkscollectie RCE is van Adriana Spilberg 1 portret beschikbaar voor bruikleen.  
<div class="attentie klein"> Voor de exacte locatie en begrenzing van dit archeologisch rijksmonument: volg de link naar het Monumentenregister rechts bovenaan deze kennisbankpagina, en klik vervolgens daar op het bijbehorende kaartje. </div> Een wierde (in Friesland spreekt men van 'terp' en in andere delen van Nederland van 'werf' of 'pol') is een kunstmatig opgeworpen verhoging in laag-Nederland om droog te kunnen wonen. Eeuwenlang hebben de bewoners ophogingslagen aangebracht en hun huizen herbouwd. Het ophogen begint in de late ijzertijd (ca. 250 voor Chr.) en loopt door tot in de volle middeleeuwen. Vanaf de wierden is het landschap ontgonnen en benut. Zo ontstonden licht verhoogde akkers rond de wierde, zogenaamde 'valgen'. Veel wierden hebben een radiale indeling met paden die aan de rand samenkomen in een karakteristieke ossengang. De woonheuvels zijn via natuurlijke watergangen verbonden met hun omgeving. Veel wierden zijn tot op de dag van vandaag bewoond en in gebruik. Er zijn er ongeveer 600 in Groningen. Een klooster is een complex van gebouwen, bestemd voor een gemeenschap van mannen of vrouwen die binnen de muren een godsdienstig leven leiden. Een klooster bestaat uit een kloosterkerk, kloosterhof en -gang, kapittelzaal, refter, ziekenzaal, keuken en verblijven van de kloosterlingen. In Nederland kennen we kloosters vanaf de vroege middeleeuwen. Klooster Sint Bernardus in Aduard behoorde tot de cisterciënzer orde en werd in 1192 gesticht door twaalf monniken en een abt van het Friese moederklooster Klaarkamp. Het was het eerste Groninger cisterciënzer klooster. Na circa 1240 kreeg de abdij vorm naar het voorbeeld van de Franse cisterciënzerkloosters met monumentale gotische kloosterkerk, waarop aan de zuidzijde een pandhof aansloot, waaromheen diverse vleugels waren gegroepeerd. In deze vleugels bevonden zich het dormitorium (slaapzaal), een kapittelzaal, keuken en een scriptorium (schrijfzaal). De Reformatie maakte een eind aan het klooster. Op de ziekenzaal na werd het complex als steengroeve gebruikt. De ziekenzaal (het gebouw met de rode deur op de foto hiernaast) werd als N.H. kerk in gebruik genomen en ontliep daardoor de slopershamer. De overige resten van het kloostercomplex bevinden zich onder de grond. De lay-out van het kloostercomplex is gemarkeerd en voorzien van een informatiepaneel (pagina 2). In Aduard bevindt zich het Kloostermuseum Aduard dat aan de geschiedenis van de cisterciënzer abdij gewijd is. ==Vrijstellingsdiepte== 60 cm onder maaiveld. Bij dit rijksmonument liggen de archeologische resten dieper in de ondergrond waardoor er een vrijstellingsdiepte van 60 cm onder maaiveld van toepassing is. Wel is altijd een vergunning vereist voor: * bouwwerkzaamheden; * het aanbrengen van verhardingen; * ophogen, verlagen of egaliseren; * het dempen van watergangen of depressies; * het graven of verbreden van sloten; * het wijzigen van het grondwaterpeil; * het aanleggen en verwijderen van leidingen; * het aanbrengen van beplantingen; * sloopvergunningsplichtige werkzaamheden; * overige wijzigingen. ---- =='"`UNIQ--h-0--QINU`"'Archeologisch rijksmonumentenpaspoort== <div class="attentie klein"> Nederland kent circa 1500 archeologische rijksmonumenten. Om eigenaren beter te informeren over 'hun' monument heeft de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed in 2023 per monument een [https://www.cultureelerfgoed.nl/onderwerpen/archeologische-rijksmonumenten/archeologisch-rijksmonumentenpaspoort archeologisch rijksmonumentenpaspoort] uitgegeven. Het bevat informatie over locatie, ouderdom en het [[Archeologie - types complexen|type monument]], aangevuld met gegevens over [[Archeologische monumentenzorg|bescherming en zorgvuldig gebruik]]. Deze pagina is (deels) opgesteld en/of aangevuld op basis van dit paspoort. Het is een aanvulling op de [[Monumenten#rijksmonumentenregister|monumentgegevens in het Rijksmonumentenregister]]. </div> ----  
<div class="attentie klein"> Voor de exacte locatie en begrenzing van dit archeologisch rijksmonument: volg de link naar het Monumentenregister rechts bovenaan deze kennisbankpagina, en klik vervolgens daar op het bijbehorende kaartje. </div> Een huiswierde is een kunstmatig opgeworpen verhoging waarop een huis stond, vaak met schuren, stallen en andere bijgebouwen. Huiswierden zijn opgeworpen in laaggelegen gebieden, om zo droge voeten te houden. Ze komen voor in het kustgebied, maar ook in veengebieden en de rivierengebieden van Rijn, Waal, Maas en IJssel. We kennen ze vanaf de late bronstijd/ijzertijd tot in de nieuwe tijd. ==Vrijstellingsdiepte== 40 cm onder maaiveld. Bij dit rijksmonument liggen de archeologische resten dieper in de ondergrond waardoor er een vrijstellingsdiepte van 40 cm onder maaiveld van toepassing is. Wel is altijd een vergunning vereist voor: * bouwwerkzaamheden; * het aanbrengen van verhardingen; * ophogen, verlagen of egaliseren; * het wijzigen van het grondwaterpeil; * het dempen/uitdiepen van watergangen of depressies. ---- =='"`UNIQ--h-0--QINU`"'Archeologisch rijksmonumentenpaspoort== <div class="attentie klein"> Nederland kent circa 1500 archeologische rijksmonumenten. Om eigenaren beter te informeren over 'hun' monument heeft de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed in 2023 per monument een [https://www.cultureelerfgoed.nl/onderwerpen/archeologische-rijksmonumenten/archeologisch-rijksmonumentenpaspoort archeologisch rijksmonumentenpaspoort] uitgegeven. Het bevat informatie over locatie, ouderdom en het [[Archeologie - types complexen|type monument]], aangevuld met gegevens over [[Archeologische monumentenzorg|bescherming en zorgvuldig gebruik]]. Deze pagina is (deels) opgesteld en/of aangevuld op basis van dit paspoort. Het is een aanvulling op de [[Monumenten#rijksmonumentenregister|monumentgegevens in het Rijksmonumentenregister]]. </div> ----  +
<div class="attentie klein"> Voor de exacte locatie en begrenzing van dit archeologisch rijksmonument: volg de link naar het Monumentenregister rechts bovenaan deze kennisbankpagina, en klik vervolgens daar op het bijbehorende kaartje. </div> Een wierde (in Friesland spreekt men van 'terp' en in andere delen van Nederland van 'werf' of 'pol') is een kunstmatig opgeworpen verhoging in laag-Nederland om droog te kunnen wonen. Eeuwenlang hebben de bewoners ophogingslagen aangebracht en hun huizen herbouwd. Het ophogen begint in de late ijzertijd (ca. 250 voor Chr.) en loopt door tot in de volle middeleeuwen. Vanaf de wierden is het landschap ontgonnen en benut. Zo ontstonden licht verhoogde akkers rond de terp, zogenaamde 'valgen'. Veel wierden hebben een radiale indeling met paden die aan de rand samenkomen in een karakteristieke ossengang. De woonheuvels zijn via natuurlijke watergangen verbonden met hun omgeving. Veel wierden zijn tot op de dag van vandaag bewoond en in gebruik. Er zijn er ongeveer 600 in Groningen. ==Vrijstellingsdiepte== 15 cm onder maaiveld. Bij dit rijksmonument liggen de archeologische resten dieper in de ondergrond waardoor er een vrijstellingsdiepte van 15 cm onder maaiveld van toepassing is. Wel is altijd een vergunning vereist voor: * het verrichten van bouwwerkzaamheden; * het aanbrengen van verhardingen; * het ophogen, verlagen of egaliseren van het terrein; * het wijzigen van het grondwaterpeil; * het dempen/uitdiepen van watergangen of depressies. ---- =='"`UNIQ--h-0--QINU`"'Archeologisch rijksmonumentenpaspoort== <div class="attentie klein"> Nederland kent circa 1500 archeologische rijksmonumenten. Om eigenaren beter te informeren over 'hun' monument heeft de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed in 2023 per monument een [https://www.cultureelerfgoed.nl/onderwerpen/archeologische-rijksmonumenten/archeologisch-rijksmonumentenpaspoort archeologisch rijksmonumentenpaspoort] uitgegeven. Het bevat informatie over locatie, ouderdom en het [[Archeologie - types complexen|type monument]], aangevuld met gegevens over [[Archeologische monumentenzorg|bescherming en zorgvuldig gebruik]]. Deze pagina is (deels) opgesteld en/of aangevuld op basis van dit paspoort. Het is een aanvulling op de [[Monumenten#rijksmonumentenregister|monumentgegevens in het Rijksmonumentenregister]]. </div> ----  
De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) publiceert op deze kennisbank verschillende adviezen en besluiten. Het gaat om adviezen over het wijzigen van gebouwde en groene rijksmonumenten, besluiten over het aan- en afvoeren van rijksmonumenten, besluiten over vergunningen voor archeologische monumenten en gevallen van te vervreemden cultuurgoederen.  +
===Geëngageerde rebel=== Adya groeit op in een vooraanstaande Rotterdamse patriciërs familie. Haar vader Francois Dutilh is zakenman. Het gezin Dutilh woont naast Rotterdam in Utrecht, Zeist en Den Haag en Brussel. In Brussel volgt Adya tekenlessen in het atelier voor mannelijke en vrouwelijke studenten van de Frans Belgische schilder Ernest Blanc Garin. Ze maakt er realistisch, sociaal geëngageerd werk. Uit verzet tegen haar welvarende milieu vestigt Adya zich in 1898 in Laren waar ze samenwoont en exposeert met de kunstenares Jo Koster. Uit haar modelkeuze blijkt haar sociaal gevoel. In 1901 verhuist ze naar Blaricum waar ze zich aansluit bij de christen-anarchistische, drankbestrijder en antimilitarist Jacob van Rees. Ze gaat wonen op de door hem opgerichte Landbouwkolonie van de internationale broederschap en krijgt een relatie met zijn zoon Otto van Rees. ===Rooms-Katholiek=== In 1904 voegt Adya zich bij Otto in Parijs waar hij een atelier heeft in het vermaarde le Bateau-Lavoir in Montmartre. Hier onderhouden ze vriendschappelijke banden met avantgardistische collega schilders en schrijvers. Ze krijgen twee dochters en een zoon en wonen en werken in Italië, Frankrijk en vanaf 1910 ook in Ascona (Zwitserland). In Zwitserland bekeert Adya zich tot het Rooms Katholicisme. ===Avantgarde kunstenares=== Beeldhouwer, collagist, illustrator, lithograaf, schilder, tekenaar, pianist en naaldkunstenaar .. Adya was het allemaal. Bekendheid kreeg ze vooral door haar progressieve, abstracte naaldwerken van wol en zijde. Zij liet zich inspireren door het werk van Otto Freundlich en Hans Arp met wie ze nauw samenwerkte. Adya’s naaldwerken behoren tot de eerste volledig abstracte kunstwerken van een Nederlands kunstenaar. In hoeverre zij hierover contacten had met Sophie Taeuber-Arp zou nader onderzocht moeten worden. ===Dada=== In 1913 werkt Adya mee aan de befaamde futuristische tentoonstelling in Galerie Der Sturm in Berlijn en in 1917 aan de tentoonstelling in Zurich die wordt gezien als het begin van Dada. Samen met Otto ondertekende zij het eerste Berlijnse Dada manifest (1918). In het in 1965 gepubliceerde boek ‘Dada: Kunst en anti-kunst’ schrijft Hans Richter, lid van de eerste Dada-groep in Zürich : “the first abstracts i saw in Zurich were pictures and silk embroderies by Otto van Rees and his wife, shown in 1916”. ===Tegenslag=== Als hun dochter in 1919 door een noodlottig spoorwegongeluk om het leven komt, vestigen Otto en Adya zich in Nederland. Hun huis “Het Kleine kasteel” in Deurne wordt het trefpunt voor de schrijvers van het Katholieke tijdschrift De Gemeenschap. In 1928 verhuizen ze terug naar Parijs waar ze contact onderhouden met hun oude vrienden zoals Arp en Freundlich maar ook met leden van de constructivistische groep Cercle et Carré. Vanaf de jaren 30 leven Otto en Adya, door de crisis en de oorlog, twintig jaar veelal gescheiden van elkaar. Otto werkt en verblijft vooral in Nederland en Adya in Zwitserland. Met borduurwerk, portretopdrachten en pianolessen voorziet ze zich van een inkomen. Vanaf 1952 trekt ze voorgoed in bij Otto in Utrecht. Hier overlijdt Adya op 11 oktober 1959. In de collectie van de Rijksdienst bevinden zich 6 werken van de hand van Otto van Rees. Van Adya geen enkel.  
==='"`UNIQ--h-0--QINU`"'Kennis in monumentenregister=== <div class="attentie klein"> Kennis over dit monument is momenteel (ook) nog terug te vinden in het monumentenregister: [https://monumentenregister.cultureelerfgoed.nl/monumenten/530984 rijksmonument 530984].</div>  +
==='"`UNIQ--h-0--QINU`"'Onderdeel van complex=== <div class="attentie klein"> Dit monument is onderdeel van [[Complexen/529985|rijksmonumentencomplex 529985]]. </div>  +
==='"`UNIQ--h-0--QINU`"'Onderdeel van complex=== <div class="attentie klein"> Dit monument is onderdeel van [[Complexen/529985|rijksmonumentencomplex 529985]]. </div>  +
==Geschiedenis en omschrijving== Het Kastelenlexicon, een database van het Kenniscentrum voor Kasteel en Buitenplaats (Nederlandse Kastelenstichting), bevat uitgebreide informatie over dit object. Zie de link naar het Kastelenlexicon onder het kopje Bronnen en verwijzingen.  +
==Stedelijk Museum Amsterdam== Het grootste deel van de collectie (6100 stuks) was jarenlang in het depot van het Stedelijk Museum Amsterdam opgeslagen. De collectie is eind 2012 vanuit Amsterdam naar Rijswijk gebracht om de registratie te controleren en te voltooien. ==Rijksdienst Beeldende Kunst== In 1992 zijn de affiches van de Rijksdienst Beeldende Kunst (RBK) beschreven in 2 deelcatalogi. Deze werkcatalogi hadden als doel inzicht te geven in de samenstelling van de rijkscollectie . Ze waren met name bedoeld voor tentoonstellingsorganisaties, universiteiten, wetenschappelijke onderzoekers en kunstenaars. De registratie gebeurde in het kader van het Nederlands Affiche Project dat begin 1990 van start ging en waaraan 14 instellingen meededen. Hieronder waren de RBK en het Gemeentemuseum Den Haag. ==Over deze deelcollectie== ===Depotschatten=== Tot de meest interessante exemplaren horen de bladen van Jan Lavies Zandvoort Holland 1954 en van Karel Schmidt voor een tentoonstelling van Aziatische kunst. Daarnaast zijn er nog niet geïnventariseerde werken aanwezig van Anton Beeke, Peter Brattinga, Wim Crouwel, Dick Bruna, Dick Elffers, Donald Janssen, Ton Martens, Frans Mettes, Ralph Prins, Richard Roland Holst, Willem Sandberg, Willy Sluiter, Swip Stolk, Jan van Toorn, Aart Verhoeven, Nicolaas Wijnberg en Benno Wissing. ===Herkomst=== Het Gemeentemuseum Den Haag heeft in maart 1992 ongeveer 6100 affiches in eigendom overgedragen aan de Rijksdienst Beeldende Kunst (RBK). In 1993 is de collectie in bruikleen gegeven aan het Stedelijk Museum Amsterdam. Behalve deze 6100 affiches zijn een kleine 130 bladen afkomstig uit de nalatenschappen van Theo van Doesburg (aankoop/legaat 1981), Dolf Henkes (schenking 1990), Jan Lavies (schenking/legaat 1999-2005) en enkele andere laat 20e eeuwse kunstenaars. ===Relatie met andere collecties=== De verzameling affiches is niet met een vooropgesteld idee samengesteld. ===Zoeken in deze deelcollectie=== Op collectienederland.nl is deze [https://www.collectienederland.nl/vc/rce-affiches/ deelcollectie te doorzoeken].  
=== Ook afstoten is collectiebeheer === Selecteren en afstoten van objecten uit een museumcollectie is sinds het museumcongres ‘Grenzen aan de groei’ in 1999 onderdeel van het professioneel collectiebeheer. De algemene ethische uitgangspunten van de ''International Council of Museums'' (ICOM) werden toen omgezet in een praktische richtlijn hoe deze konden worden gerespecteerd en toegepast bij het overdragen van het eigendom van de objecten, zoals door verkoop. Aan een dergelijke richtlijn bleek behoefte te zijn. De collecties van musea waren in de tweede helft van de twintigste eeuw sterk gegroeid en veel depots bleken niet langer toereikend om alles op een verantwoorde wijze te kunnen bewaren. Bovendien was in de loop van de tijd de grens voor de kwaliteit van de objecten hoger komen te liggen waardoor sommige objecten niet langer aan de norm voldeden. Er was een noodzaak ontstaan om sommige collecties te kunnen opschonen. In verschillende pilot-projecten werd ervaring en kennis opgedaan met selecteren en afstoten, waaronder verkoop via veiling. Mede op basis hiervan werd in 2009 de brochure [https://www.cultureelerfgoed.nl/publicaties/publicaties/2009/01/01/handreiking-museumveiling Handreiking Museumveiling] geschreven. De informatie in de brochure is nog steeds relevant aangezien de principes en de procedures die worden beschreven nog altijd gehanteerd worden. Het is daarom de moeite waard de brochure te lezen als bij het afstoten van objecten door een museum de samenwerking met een veilinghuis overwogen wordt. === Verkoop door veiling - in het kort === Wanneer een groot aantal objecten in korte tijd verkocht moet worden, biedt veilen verschillende voordelen. Het is in veel opzichten een efficiënte manier om een geïnteresseerde koper voor de objecten te vinden. Veilinghuizen beschikken over een grote kennis van de actuele verkoopwaardes van objecten. Ze kunnen in korte tijd een verkoopcatalogus produceren en beschikken meestal over marketing en communicatie waarmee een potentiële kopers worden bereikt. De verkoop en de prijsbepaling is een transparant proces, waarbij iedereen in principe kan volgen hoe de gegadigden door te bieden de uiteindelijke prijs bepalen. En niet in de laatste plaats: de verkoop van de objecten wordt in een tevoren bepaalde tijdspanne afgewerkt. Er is, met andere woorden, zekerheid over de datum waarop de objecten verkocht en overgedragen zijn. Dat laatste is niet onbelangrijk wanneer er niet gewacht kan worden, bijvoorbeeld omdat het museum de depotruimte voor andere doeleinden wil gebruiken. Veilingen hanteren een gemiddelde kostprijs die alle kosten moet dekken die het veilinghuis moet maken. Dit varieert per veilinghuis en is mede afhankelijk van extra inspanningen of risico’s. Maar ook huisvestingskosten (kantoren en toonzalen) spelen een rol. De objecten die musea willen afstoten zijn soms minder gewild en brengen in verhouding weinig op. Soms wordt daardoor de kostprijs die het veilinghuis per object berekent hoger dan de te verwachten opbrengst. Om die reden is het in sommige gevallen voor musea aantrekkelijk om te kiezen voor een veilinghuis dat een lage kostprijs kan hanteren, zoals bijvoorbeeld internetveilinghuizen. ==Meer informatie== * [https://www.cultureelerfgoed.nl/publicaties/publicaties/2009/01/01/handreiking-museumveiling Handreiking Museumveiling] * [https://www.cultureelerfgoed.nl/onderwerpen/vervreemdingsprocedure Vervreemding]  
==Indeling== Agrarisch erfgoed is onder te verdelen in: * Gebouwde monumenten, erf en bijgebouwen (onroerend agrarisch erfgoed) * In cultuur gebracht landschap (cultuurlandschap) * Objecten die werden gebruikt in de agrarische bedrijfstak (agrarische collecties en verzamelingen) * Verhalen, gebruiken, feesten (immaterieel agrarisch erfgoed) ==Waar vinden we agrarisch erfgoed?== # De kern is de boer en zijn bedrijfsgebouw/grond. # Types van landbouw: akkerbouw, veeteelt, tuinbouw, fruitteelt, bollenteelt. # Per type landbouw is er diversificatie: Bij veeteelt: diverse dieren. Bij akkerbouw/ tuinbouw/ fruitteelt/ bollenteelt: diverse gewassen, fruit en bloemen. # Vervolgens is er basale output in de vorm van grondstoffen: Bij veeteelt: melk, vlees. Bij akkerbouw: graan, aardappelen of suikerbieten. Bij fruitteelt: fruit. Bij bollenteelt: bloemen. Maar er zijn ook andere vormen van output zoals bijvoorbeeld: mest, stro, hooi, bietenloof. # Er is een output in de vorm van derivaten na verwerking, zoals: boter, aardappelzetmeel, suiker, conserven, jam. # En er is sprake van input: bijvoorbeeld kunstmest, veevoer, brandstoffen en bestrijdingsmiddelen. # Daaromheen zit handel: de veehandelaar, de graanhandelaar, de commissionair, de veiling. # Gekoppeld daaraan: transport . # Verder is er sprake van import en export: vee- en vlees-export, soja-import. # En er is sprake van een middenstand om de (historische) landbouw heen: de smid, de wagenmaker, de klompenmaker, de melkboer, de slager, de bakker, de veearts. In al deze domeinen bevinden zicht cultuurgoederen in de vorm van: gebruiksvoorwerpen, gereedschappen werktuigen, foto’s, film en documenten.  +
Agrarische collecties en verzamelingen bestaan uit roerende cultuurgoederen op het gebied van agrarisch erfgoed. We vinden dergelijke cultuurgoederen in veel streekmusea in Nederland.  +
== Bouw in 1830 == <div class="kader"> In januari 2023 ontving de RCE e-mail van een privépersoon, met informatie over de akte van het bestek van de bouw uit 1830. Relevante links naar archiefdocumenten en een krantenartikel zijn op deze pagina beschikbaar gesteld onder het kopje Bronnen. </div>  +
<div class="attentie klein"> Voor de exacte locatie en begrenzing van dit archeologisch rijksmonument: volg de link naar het Monumentenregister rechts bovenaan deze kennisbankpagina, en klik vervolgens daar op het bijbehorende kaartje. </div> Een moated site, Engels voor 'omgracht bezit', is een door een gracht omgeven woonplaats, waarvan het voornaamste gebouw in baksteen is uitgevoerd en de andere gebouwen in hout. De gebouwen zijn vaak voorzien van verdedigingselementen, zoals kantelen, torens en een poortgebouw. Andere benamingen voor zo'n woonplek zijn: stenen kamer, havezate (Oost-Nederland), begraven hofstad (West-Nederland), borg (Groningen) en stins (Friesland). ==Vrijstellingsdiepte== 25 cm onder maaiveld. Bij dit rijksmonument liggen de archeologische resten dieper in de ondergrond waardoor er een vrijstellingsdiepte van 25 cm onder maaiveld van toepassing is. Wel is altijd een vergunning vereist voor: * bouwwerkzaamheden; * het aanbrengen van verhardingen; * ophogen, verlagen of egaliseren; * het wijzigen van het grondwaterpeil; * het dempen/uitdiepen van watergangen of depressies. ---- =='"`UNIQ--h-0--QINU`"'Archeologisch rijksmonumentenpaspoort== <div class="attentie klein"> Nederland kent circa 1500 archeologische rijksmonumenten. Om eigenaren beter te informeren over 'hun' monument heeft de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed in 2023 per monument een [https://www.cultureelerfgoed.nl/onderwerpen/archeologische-rijksmonumenten/archeologisch-rijksmonumentenpaspoort archeologisch rijksmonumentenpaspoort] uitgegeven. Het bevat informatie over locatie, ouderdom en het [[Archeologie - types complexen|type monument]], aangevuld met gegevens over [[Archeologische monumentenzorg|bescherming en zorgvuldig gebruik]]. Deze pagina is (deels) opgesteld en/of aangevuld op basis van dit paspoort. Het is een aanvulling op de [[Monumenten#rijksmonumentenregister|monumentgegevens in het Rijksmonumentenregister]]. </div> ----  +
<div class="attentie klein"> Voor de exacte locatie en begrenzing van dit archeologisch rijksmonument: volg de link naar het Monumentenregister rechts bovenaan deze kennisbankpagina, en klik vervolgens daar op het bijbehorende kaartje. </div> Een grafheuvel is een door nabestaanden aangelegde heuvel van heideplaggen of ander materiaal waaronder of -in overledenen zijn begraven. De eerste grafheuvels zijn opgeworpen in de late steentijd, toen lijkbegraving – het onverbrand begraven van het lichaam – in zwang was. Vanaf de bronstijd tot in de Romeinse tijd zijn de doden gecremeerd onder de heuvel begraven. Meestal zaten hun resten in een urn. Door het graf met een heuvel te markeren, creëerden de mensen van toen duidelijk zichtbare elementen in het landschap. Grafheuvels treffen we vooral aan op de zandgronden van Drenthe, Overijssel, Gelderland, Utrecht, Noord-Brabant en Limburg. Zo zijn de Veluwe, de Utrechtse Heuvelrug en de Drentse Hondsrug grafheuvelrijke regio's. Deze prehistorische grafheuvels herbergen informatie over het vroege verleden. Ze bevatten gegevens over hoe de mensen vroeger met hun overledenen zijn omgegaan. Vaak hebben de begraafplaatsen een duidelijke relatie met het landschap. Een urnenveld is een grafveld waar gecremeerde overledenen zijn bijgezet, al dan niet in een urn. Iedere dode werd onder een eigen heuvel begraven die is opgericht in de directe nabijheid van een andere. De heuvels zijn opgeworpen van heideplaggen en van grond die uit een omringende greppel afkomstig is. Urnenvelden dateren vanaf de late bronstijd tot in de midden-ijzertijd (ca. 1100-400 voor Chr.). ==Vrijstellingsdiepte== Geen vrijstellingsdiepte. Bij dit rijksmonument gaat het om archeologische resten op en/of dicht onder het maaiveld; daarom is er geen vrijstellingsdiepte van toepassing. ---- =='"`UNIQ--h-0--QINU`"'Archeologisch rijksmonumentenpaspoort== <div class="attentie klein"> Nederland kent circa 1500 archeologische rijksmonumenten. Om eigenaren beter te informeren over 'hun' monument heeft de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed in 2023 per monument een [https://www.cultureelerfgoed.nl/onderwerpen/archeologische-rijksmonumenten/archeologisch-rijksmonumentenpaspoort archeologisch rijksmonumentenpaspoort] uitgegeven. Het bevat informatie over locatie, ouderdom en het [[Archeologie - types complexen|type monument]], aangevuld met gegevens over [[Archeologische monumentenzorg|bescherming en zorgvuldig gebruik]]. Deze pagina is (deels) opgesteld en/of aangevuld op basis van dit paspoort. Het is een aanvulling op de [[Monumenten#rijksmonumentenregister|monumentgegevens in het Rijksmonumentenregister]]. </div> ----  
==Potlood, inkt en krijt== Het zijn werken in potlood, inkt en krijt. Plasschaert was naast autodidactisch tekenaar, schilder en glaskunstenaar ook mysticus, godsdienstzendeling, schrijver en dichter. Onder invloed van oosters georiënteerde religieuze bewegingen die opkwamen rond de eeuwwisseling, ontwikkelde Plasschaert een mystiek-religieuze filosofie. Deze concretiseerde hij zowel op een figuratieve als een abstracte manier in zijn kunst. ==Vroegste voorbeelden van abstracte kunst in Nederland== Zijn tekeningen uit de jaren 1913-1917 behoren tot de vroegste voorbeelden van abstracte kunst in Nederland. Plasschaert gaf zijn tekeningen ‘opusnummers’ en hij beschreef ze vaak met diepzinnige titels en teksten. In dit samengaan van tekst en beeld en in zijn excentrieke en solitaire kunstenaarschap is hij het equivalent van de Engelse tekenaar-mysticus en dichter William Blake (18e en 19e eeuw). Ook kan hij worden gezien als voorloper van een kunstenaar als Anton Heyboer. ==Avant-garde== Sinds 1975 is Plasschaert op alle grote internationale overzichtstentoonstellingen van de Europese avant-garde te zien geweest. Een paar van zijn werken zijn in bruikleen bij het Rijksmuseum. ==Over deze deelcollectie== ===Depotschatten=== De tekeningen zijn vaak klein, maar een enkel blad is monumentaal (opus 125, 1528, 1616, 3389). Bijzonder zijn de tekeningen met handgeschreven teksten (opus 324, 326, 1311, 1537). Van historisch belang zijn de vroegste abstracte werken (uit 1913: opus 33; uit 1915: opus 152, 298, 326, 330; uit 1916: opus 391-393, 679; uit 1917: opus 1200, 1311). ===Herkomst=== Het Stedelijk Museum Zutphen heeft de collectie Plasschaert in 1975 geschonken aan het Rijk. ===Relatie met andere collecties=== De Rijksdienst bezit een representatief overzicht van de ‘Kunstenaren der Idee’ die aansluiten bij het symbolisme van Plasschaert: Johan Tielens (kunstenaarsgroep De Branding), Willem van Konijnenburg en Karel Schmidt (kunstenaarsgroep De Smeden) en Johan Miedema. Plasschaerts vroege abstractie sluit aan bij de pioniers van de abstractie: Janus de Winter, Janus van Zeegen, Jacoba van Heemskerck en de kunstenaars van De Stijl. In de collectie van de Rijksdienst zijn voorbeelden daarvan te vinden in werk van Theo van Doesburg en Vilmos Huszár. Verschil is dat Plasschaerts abstractie een uitdrukking is van de ziel en het innerlijk terwijl de kunstenaars van De Stijl op zoek zijn naar de strenge vormwetten van de werkelijkheid. Markant is de relatie met 20e eeuwse kunstenaars als Karel Schmidt, Anton Heyboer, Viktor IV (Walter Karl Glück) en Jacob Kloppenburg. ===Zoeken in deze deelcollectie=== Op collectienederland.nl is deze [https://www.collectienederland.nl/vc/albert-plasschaert/search/?q= deelcollectie te doorzoeken].  
<div class="attentie klein"> Voor de exacte locatie en begrenzing van dit archeologisch rijksmonument: volg de link naar het Monumentenregister rechts bovenaan deze kennisbankpagina, en klik vervolgens daar op het bijbehorende kaartje. </div> Een kasteel is een goed verdedigbaar wooncomplex met verschillende gebouwen, zoals torens, woonvleugels, een poortgebouw en kapel. De gebouwen zijn uitgevoerd in hout, natuur- of baksteen en hebben vaak weergangen, kantelen en schietgaten. Een kasteel is meestal omgeven door een of meer grachten en wallen met een ophaalbrug. Kastelen komen voor vanaf de middeleeuwen (ca. 1050 na Chr.). ==Vrijstellingsdiepte== 25 cm onder maaiveld. Bij dit rijksmonument liggen de archeologische resten dieper in de ondergrond waardoor er een vrijstellingsdiepte van 25 cm onder maaiveld van toepassing is. Wel is altijd een vergunning vereist voor: * het verrichten van bouwwerkzaamheden * het aanbrengen van verhardingen in de openbare ruimte * het ophogen, verlagen of egaliseren van het terrein * het wijzigen van het grondwaterpeil * het dempen/uitdiepen van watergangen of depressies ---- =='"`UNIQ--h-0--QINU`"'Archeologisch rijksmonumentenpaspoort== <div class="attentie klein"> Nederland kent circa 1500 archeologische rijksmonumenten. Om eigenaren beter te informeren over 'hun' monument heeft de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed in 2023 per monument een [https://www.cultureelerfgoed.nl/onderwerpen/archeologische-rijksmonumenten/archeologisch-rijksmonumentenpaspoort archeologisch rijksmonumentenpaspoort] uitgegeven. Het bevat informatie over locatie, ouderdom en het [[Archeologie - types complexen|type monument]], aangevuld met gegevens over [[Archeologische monumentenzorg|bescherming en zorgvuldig gebruik]]. Deze pagina is (deels) opgesteld en/of aangevuld op basis van dit paspoort. Het is een aanvulling op de [[Monumenten#rijksmonumentenregister|monumentgegevens in het Rijksmonumentenregister]]. </div> ----  +
<div class="attentie klein"> Voor de exacte locatie en begrenzing van dit archeologisch rijksmonument: volg de link naar het Monumentenregister rechts bovenaan deze kennisbankpagina, en klik vervolgens daar op het bijbehorende kaartje. </div> Een huisterp of huiswierde is een kunstmatig opgeworpen verhoging waarop een huis stond, vaak met schuren, stallen en andere bijgebouwen. Huisterpen zijn opgeworpen in laaggelegen gebieden, om zo droge voeten te houden. Ze komen voor in het kustgebied, maar ook in veengebieden en de rivierengebieden van Rijn, Waal, Maas en IJssel. We kennen ze vanaf de late bronstijd/ijzertijd tot in de nieuwe tijd. ==Vrijstellingsdiepte== 20 cm onder maaiveld. Bij dit rijksmonument liggen de archeologische resten dieper in de ondergrond waardoor er een vrijstellingsdiepte van 20 cm onder maaiveld van toepassing is. Wel is altijd een vergunning vereist voor: * het verrichten van bouwwerkzaamheden * het aanbrengen van verhardingen in de openbare ruimte * het ophogen, verlagen of egaliseren van het terrein * het wijzigen van het grondwaterpeil ---- =='"`UNIQ--h-0--QINU`"'Archeologisch rijksmonumentenpaspoort== <div class="attentie klein"> Nederland kent circa 1500 archeologische rijksmonumenten. Om eigenaren beter te informeren over 'hun' monument heeft de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed in 2023 per monument een [https://www.cultureelerfgoed.nl/onderwerpen/archeologische-rijksmonumenten/archeologisch-rijksmonumentenpaspoort archeologisch rijksmonumentenpaspoort] uitgegeven. Het bevat informatie over locatie, ouderdom en het [[Archeologie - types complexen|type monument]], aangevuld met gegevens over [[Archeologische monumentenzorg|bescherming en zorgvuldig gebruik]]. Deze pagina is (deels) opgesteld en/of aangevuld op basis van dit paspoort. Het is een aanvulling op de [[Monumenten#rijksmonumentenregister|monumentgegevens in het Rijksmonumentenregister]]. </div> ----  +
<div class="attentie klein"> Voor de exacte locatie en begrenzing van dit archeologisch rijksmonument: volg de link naar het Monumentenregister rechts bovenaan deze kennisbankpagina, en klik vervolgens daar op het bijbehorende kaartje. </div> Vanaf de late steentijd gaan mensen zich vestigen op één plaats. Ze kappen bos, leggen akkers aan, bouwen huizen en houden vee. Hun bestaan is gericht op voedselproductie. Deze plaatsvaste agrarische levenswijze wordt steeds verder doorontwikkeld. Vanaf de Romeinse tijd ontstaan steden, waaraan het achterland producten levert. Sommige dorpen, maar vooral steden, krijgen in de late middeleeuwen verdedigende elementen. ==Vrijstellingsdiepte== 30 cm onder maaiveld. Bij dit rijksmonument liggen de archeologische resten dieper in de ondergrond waardoor er een vrijstellingsdiepte van 30 cm onder maaiveld van toepassing is. Wel is altijd een vergunning vereist voor: * het verrichten van bouwwerkzaamheden * het aanbrengen van verhardingen in de openbare ruimte * het ophogen, verlagen of egaliseren van het terrein * het wijzigen van het grondwaterpeil ---- =='"`UNIQ--h-0--QINU`"'Archeologisch rijksmonumentenpaspoort== <div class="attentie klein"> Nederland kent circa 1500 archeologische rijksmonumenten. Om eigenaren beter te informeren over 'hun' monument heeft de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed in 2023 per monument een [https://www.cultureelerfgoed.nl/onderwerpen/archeologische-rijksmonumenten/archeologisch-rijksmonumentenpaspoort archeologisch rijksmonumentenpaspoort] uitgegeven. Het bevat informatie over locatie, ouderdom en het [[Archeologie - types complexen|type monument]], aangevuld met gegevens over [[Archeologische monumentenzorg|bescherming en zorgvuldig gebruik]]. Deze pagina is (deels) opgesteld en/of aangevuld op basis van dit paspoort. Het is een aanvulling op de [[Monumenten#rijksmonumentenregister|monumentgegevens in het Rijksmonumentenregister]]. </div> ----  +
==='"`UNIQ--h-0--QINU`"'Onderdeel van complex=== <div class="attentie klein"> Dit monument is onderdeel van [[Complexen/529158|rijksmonumentencomplex 529158]]. </div>  +
==='"`UNIQ--h-0--QINU`"'Onderdeel van complex=== <div class="attentie klein"> Dit monument is onderdeel van [[Complexen/529158|rijksmonumentencomplex 529158]]. </div>  +
==='"`UNIQ--h-0--QINU`"'Onderdeel van complex=== <div class="attentie klein"> Dit monument is onderdeel van [[Complexen/529158|rijksmonumentencomplex 529158]]. </div>  +
==='"`UNIQ--h-0--QINU`"'Onderdeel van complex=== <div class="attentie klein"> Dit monument is onderdeel van [[Complexen/529158|rijksmonumentencomplex 529158]]. </div>  +
==='"`UNIQ--h-0--QINU`"'Onderdeel van complex=== <div class="attentie klein"> Dit monument is onderdeel van [[Complexen/529158|rijksmonumentencomplex 529158]]. </div>  +
==='"`UNIQ--h-0--QINU`"'Onderdeel van complex=== <div class="attentie klein"> Dit monument is onderdeel van [[Complexen/529158|rijksmonumentencomplex 529158]]. </div>  +
==='"`UNIQ--h-0--QINU`"'Onderdeel van complex=== <div class="attentie klein"> Dit monument is onderdeel van [[Complexen/529158|rijksmonumentencomplex 529158]]. </div>  +
==='"`UNIQ--h-0--QINU`"'Onderdeel van complex=== <div class="attentie klein"> Dit monument is onderdeel van [[Complexen/529158|rijksmonumentencomplex 529158]]. </div>  +
==Geschiedenis== De geschiedenis van De Klinze gaat tenminste terug tot 1511. In dat jaar bezat Willem van Heemstra ter plekke al grond, vermoedelijk ook met een huis daarop. In 1640 was een van de eigenaren van het huis Albert van Loo. Hij was de schoonvader van Hessel van Aysma, de bouwer van de latere buitenplaats uit circa 1665. In 1681 kocht Hobbe Baerdt van Sminia het huis en dat wordt er al gesproken over de Sminiastate ‘de Klinzen genaamt’. De Sminia’s hebben het huis bewoond tot 1949. De laatste mevrouw Sminia verkoopt het huis aan J. Martens die het laat restaureren en verbouwen tot de huidige situatie. ==Omschrijving== De Klinze is rond 1665 gebouwd als een blokvormig huis op de plek van een oudere stins. Rond 1877 is het huis naar beide zijden uitgebreid, maar al twintig jaar later werden de aanbouwen alweer verwijderd. In 1823 is er aan de rechterzijde een koetshuis gebouwd, dat inmiddels met het hoofdhuis is verbonden. Bij de restauratie in 1966 is het hoofdhuis terug gerestaureerd naar de 18de-eeuwse situatie.  +
==='"`UNIQ--h-0--QINU`"'Onderdeel van complex=== <div class="attentie klein"> Dit monument is onderdeel van [[Complexen/529158|rijksmonumentencomplex 529158]]. </div>  +
Senior adviseur collectiemanagement binnen en buiten musea  +
Vaak wordt de monumentale uitstraling van monumenten versterkt door de aanwezigheid van een mos- of korstmosbegroeiing. Denk bij deze monumenten aan ruïnes, kastelen, vestingwerken, kerken, tuinmuren, bruggen, kademuren of grafmonumenten. Bij stenen beelden daarentegen is begroeiing ongewenst, omdat de vormen minder goed zichtbaar en de inscripties onleesbaar worden. Grafmonumenten worden daarom vaak gereinigd. Zo blijven de teksten leesbaar. Korstmossen kunnen behulpzaam zijn bij het bepalen van de ouderdom van monumenten. De ouderdom van de beelden op Paaseiland bijvoorbeeld werd aan de hand van korstmossen gedateerd op minimaal tweehonderd jaar. Maar ook in ons land kunnen begroeiingen op muren eeuwenoud zijn. Op sommige oude muren met een goed ontwikkelde korstmosvegetatie zitten wel vijftig verschillende soorten. In het algemeen geldt: hoe ouder de muur, hoe meer soorten. In de spouwmuren van een paar middeleeuwse stadspanden in Utrecht zijn ‘fossiele’ korstmosbegroeiingen aangetroffen. Deze werden geconserveerd doordat er lang geleden een nieuwe buitenmuur omheen is gebouwd. De toenmalige buitenmuur is nu de binnenmuur. Aan de korstmosresten is te zien dat het ooit een buitenmuur was. Om te kunnen bepalen wanneer verwijdering van algen, mossen of korstmossen noodzakelijk, gewenst of juist onwenselijk is, is het van belang om inzicht te hebben in deze organismen en hun effect op stenen ondergronden. ==Soorten== ===Algen=== Algen vormen meestal een ééncellige, groene aanslag of dunne korst. Op vochtige plekken groeien soms ook draadalgen in een iets dikkere, bij droogte vaak afbladderende korst. ===Mossen=== Mossen zijn kleine plantjes, meestal met stengeltjes en blaadjes. Alle soorten zijn min of meer groen. Er zijn kruipende mossen die in lage matjes groeien. Deze worden vanwege de liggende groeiwijze slaapmossen genoemd. Een andere groep mossen groeit juist rechtop, soms als polletjes, soms als losse plantjes. Deze heten topkapselmossen. Op vochtige plekken, bijvoorbeeld op muren langs de waterkant, groeit een derde type mos: vlezige plakken zonder stengels. Dit zijn levermossen. ===Korstmossen=== Korstmossen zijn geen echte planten. Een korstmos bestaat uit een symbiose van een schimmel en een alg. Dit is alleen onder de microscoop zichtbaar. De twee componenten vormen één functionele eenheid. Veel korstmossen groeien, zoals de naam al zegt, als een korst dicht tegen de ondergrond en zijn daarvan alleen met grote moeite te verwijderen. Ze hoeven niet korstvormig te zijn. Ook bladvormige, struikvormige en bekervormige korstmossen komen voor. Bladvormige korstmossen zitten met kleine wortelachtige orgaantjes vast en zijn daardoor iets losser aangehecht dan korstvormige soorten, die met de hele onderkant vastzitten. Korstmossen kunnen veel verschillende kleuren hebben: geel, oranje, rood, grijs, grijsgroen, bruin of zwart. De heldergroene kleur die de meeste mossen hebben, komt bij korstmossen niet vaak voor. ==Begroeiing== In de ontwikkeling en opeenvolging van soorten van een kale naar een begroeide ondergrond geldt globaal dat als eerste de algen verschijnen. Deze vestigen zich vaak al binnen een jaar. Daarna komen de korstmossen en de mossen, en pas daarna hogere planten. Korstmossen komen vooral voor op relatief droge plaatsen, mossen vooral op vochtige en natte plaatsen. Op drogere en beter belichte oppervlakken komen minder algen voor. ===Opeenvolging=== Op de vochtige noordkant van gebouwen en andere objecten zijn algen onbetwist de eerste kolonisators. Dit geldt ook voor plekken die beschaduwd worden door geboomte. Op muren, dakpannen en rieten daken ontstaat dan een groene aanslag. De algen vormen een dun laagje, dat vocht en stof vasthoudt, waarop korstmossen en mossen zich gemakkelijker vestigen. Als er tevens verrijking met voedingsstoffen plaatsvindt, bijvoorbeeld onder bomen door vogels en stuifmeel, komen er sneller korstmossen die goed gedijen onder stikstofrijke omstandigheden, zoals diverse vingermossen (Physcia) en dooiermossen (Xanthoria). Ook de uitstoot van ammoniak uit de bio-industrie draagt bij aan deze verrijking. Stikstofminnende korstmossen en algen zijn de laatste decennia sterk toegenomen. Kleine, onopvallende, korstvormige korstmosjes, zoals de citroenkorst (Caloplaca citrina), volgen de algen snel op en kunnen binnen een paar jaar flink in aantal en volume toenemen. Dit valt aanvankelijk nauwelijks op, omdat het bouwwerk alleen een wat andere kleur krijgt. De eerste korstmossen worden opgevolgd door grotere grijze en oranje korstmossen, ook bladvormige, zoals groot dooiermos (Xanthoria parietina). Geleidelijk komen ook de echte mossen. Eerst losse plantjes van muurmos (Tortula muralis), later ook kussentjes van bijvoorbeeld muisjesmos (Grimmia pulvinata). Tot slot kunnen zelfs hogere planten komen. Deze vestigen zich op de door de mossen ingevangen aarde en het stof, vooral bij spleten en barsten. Op oude, goed belichte muren die gedurende lange tijd met rust gelaten worden, ontwikkelt zich een bont palet aan korstmossen, zoals kauwgommos (Diploicia canescens) en diverse gele Caloplaca’s. Het kolonisatieproces verloopt doorgaans sneller als er een lichte aanvoer met voedingsstoffen is, bijvoorbeeld door vogels onder schoorstenen. Er verschijnen dan ook andere soorten, zoals muurschotelmos (Lecanora muralis). ===Ondergrond=== Veel soorten mossen en korstmossen hebben een duidelijke voorkeur voor een bepaalde ondergrond, zoals voor zure gesteenten of juist voor kalkrijke steen. Hierdoor komen op baksteen, dat zuur is, andere soorten voor dan op mortel, dat basisch is, terwijl op een natuurstenen ornament, afhankelijk van de steensoort - zuur of basisch - weer andere soorten zitten. Nieuw beton of cementmortel is voor korstmossen en mossen te basisch (zuurgraad (pH-waarde) circa 11). In de loop der tijd wordt de pH-waarde door verzuring lager. Na ongeveer vijf jaar verschijnen de eerste onopvallende soorten. Baksteen is, afhankelijk van het type, voor veel soorten juist iets te zuur, wat mossen en korstmossen niet prettig vinden. Baksteen raakt sneller begroeid als er uit de voeg kalkhoudend vocht lekt, wat het zure karakter van de steen neutraliseert. Moderne mortels, zoals die van portlandcement, geven nauwelijks kalkhoudend vocht af. Oude voegen met kalkmortel echter wel. Met kalkspecie gevoegde muren worden op den duur daardoor over het hele oppervlak neutraal tot zwak basisch, wat veel soorten mossen en korstmossen aantrekkelijke groeiomstandigheden biedt. Bij moderne mortels blijven de grote verschillen in zuurgraad tussen voeg en steen lang in stand, waardoor de aangroei aanzienlijk trager verloopt. De hardheid van de ondergrond en de vochtigheid van de ondergrond en de lucht hebben ook een duidelijke invloed. Zelfs de hellingshoek maakt veel verschil. Op echt vochtige tot natte plekken, bijvoorbeeld boven water, ontwikkelt zich vaak een dikke plak levermossen, veelal met parapluutjesmos (Marchantia polymorpha).   ==Schade== Een dunne algenlaag is vrijwel onschadelijk en gemakkelijk te verwijderen. Na verwijdering zal echter snel weer een nieuwe laag ontstaan. Over het algemeen zijn begroeiingen van korstmossen niet schadelijk voor bouwwerken, omdat alleen een dunne bovenste laag ervan wordt aangetast. Weersinvloeden zorgen altijd voor een zekere mate van verwering van die bovenste laag. Een begroeiing met korstmossen kan dit proces zelfs stoppen dan wel vertragen. Die vormt eerder een beschermende laag, die ervoor zorgt dat de aantasting door weer en wind zich niet dieper voortzet. Verwijdering van korstmossen is dan zelfs onwenselijk, omdat dit leidt tot hernieuwde begroeiing, waardoor er opnieuw een laagje aangetast wordt. Voor mossen geldt in grote lijnen hetzelfde als voor korstmossen. Dikke mosbegroeiingen kunnen daarentegen wel schadelijk zijn, omdat zij gemakkelijk water vasthouden. Dunne lagen mos zijn gewoonlijk vrij onschadelijk. Meestal is de aantasting door korstmossen ondiep, afhankelijk van de hardheid van de steensoort 0,1 tot 1,5 millimeter. Dit komt omdat korstmossen geen voedsel aan de ondergrond onttrekken. Ze hechten zich er alleen op vast. Veel korstmossen scheiden wel zuren uit, waardoor een dun laagje steen aangetast raakt. Bij poreuze en kalkhoudende gesteenten, zoals Euville en Savonnières, treedt dit sterker op dan bij niet poreuze en kalkloze gesteenten, zoals graniet. Als een aantasting eenmaal is ontstaan zal deze gewoonlijk niet meer verdergaan, omdat de aanwezige korstmosbedekking de onderlaag als het ware beschermt. Bepaalde zachtere gesteenten verweren zonder korstmossen zelfs sneller dan met korstmossen. Dit is soms goed zichtbaar: de korstmossen groeien dan op ‘eilandjes’ die 0,5 tot 1,5 millimeter hoger zijn dan het kale gesteente ernaast. De verwering van het gesteente wordt deels veroorzaakt door de natuurlijke invloed van vocht, opwarming door de zon, en vorst, en deels door de effecten van zure regen, waardoor kalk geleidelijk oplost. Ook de aantasting door algen of een dunne mosbegroeiing is gewoonlijk ondiep. Bij een dikke mosbegroeiing gaat de aantasting echter vaak langzaam dieper, niet direct door de mossen zelf, maar doordat de begroeide plaatsen langer vochtig blijven. ==Maatregelen== Afhankelijk van hoe schadelijk het organisme is en in hoeverre de beleving van de aanwezigheid van korstmossen, mossen en algen als storend wordt ervaren, kan na raadpleging van een (natuur- of baksteen)specialist besloten worden tot maatregelen. Hierbij kan gekozen worden tussen verwijdering en bestrijding. Onder verwijdering wordt het wegnemen van de begroeiing verstaan, bijvoorbeeld met een hogedrukreiniger, door borstelen of door afschrapen. Onder bestrijding wordt het doden van de begroeiing verstaan, bijvoorbeeld met stoom. ===Verwijdering=== Het verwijderen van korstmossen is alleen raadzaam indien de begroeiing de monumentale uitstraling van het monument bedreigt en als het technisch noodzakelijk is. Verwijdering is alleen zinvol als er vervolgens regelmatig onderhoud plaatsvindt. ====Borstelen, stomen==== Algen kunnen door hun zeer oppervlakkige groei gewoonlijk zonder problemen verwijderd worden. Kleine oppervlakken kunnen worden behandeld door nat of droog te borstelen, grote oppervlakken door te stomen. De kans is echter groot dat de algengroei, bij ongewijzigde omstandigheden, spoedig terugkeert. Soms is het mogelijk de omstandigheden te veranderen, bijvoorbeeld door in te grijpen in de vochtigheid of de beschaduwing. Het snoeien van takken en struiken kan dan al een oplossing bieden. ====Ondergrond==== In geval van verwijdering van korstmossen wordt meestal ook een klein laagje van de ondergrond verwijderd. Omdat er op het kale oppervlak opnieuw een vestiging zal plaatsvinden, is verwijdering alleen zinnig als het ook regelmatig bijgehouden wordt en nieuwe aangroei wordt tegengegaan. In ieder geval moet worden vermeden dat er elke keer opnieuw een laagje van de ondergrond verdwijnt, waardoor op den duur de ondergrond zijn vorm verliest. Dit is vooral nadelig bij bouwwerken die daarvoor gevoelig zijn, zoals beelden, platen met inscripties en andere reliëfrijke oppervlakken, in het bijzonder als het object uit een kalkrijk of poreus gesteente bestaat. Bij het verwijderen van mosbegroeiing wordt er minder snel een deel van de ondergrond meegenomen. Als er een gesloten mosbedekking aanwezig is van kruipende mossen (slaap- of levermossen), dan kan deze meestal zonder schade simpelweg met een plamuurmes verwijderd worden. Gewoonlijk zijn dergelijke mossen slechts losjes aangehecht. Kussentjes van rechtopgroeiende mossen kunnen ofwel met een plamuurmes ofwel met een stevige, droge kokos- of kunststofborstel worden verwijderd. Een dunne, ijle begroeiing van rechtopgroeiende mossen is meestal moeilijker weg te nemen. Het wordt afgeraden om dergelijke mossen met een hogedrukreiniger te verwijderen, omdat de kracht van de straal bij kwetsbare bouwwerken leidt tot mechanische schade, bijvoorbeeld bij muren met zwakke voegen. Het water zelf leidt bovendien vaak tot vervolgschade, zoals vochtoverlast en schimmel aan de binnenzijde van de muur. Bestrijding door middel van stomen is dan een betere oplossing. ===Bestrijding=== Bestrijding van een algen-, korstmos- of mosbegroeiing kan door middel van stomen, vriesdrogen en eventueel met chemische middelen. In bepaalde gevallen kan het wenselijk zijn om de groei van korstmossen en mossen te bevorderen. ====Stomen==== Bestrijding van een algen-, korstmos- of mosbegroeiing kan in beginsel plaatsvinden door middel van stomen. Algen, mossen en korstmossen in natte toestand overleven niet bij temperaturen boven de 70 graden Celsius. Het stomen moet bij voorkeur plaatsvinden op droge ondergronden bij warm weer, boven de 15 graden Celsius. Alleen dan treedt er in voldoende mate een verhitting op, zodat de begroeiing ook binnenin helemaal afsterft. Het voordeel van deze methode is dat de ondergrond ongemoeid blijft. Bij horizontale oppervlakken, zoals grafzerken, moeten dode resten na een tijdje met een droge borstel zorgvuldig worden verwijderd, omdat bij onvolledige verwijdering witte vlekken kunnen ontstaan. Deze witte vlekken zijn dode korstmossen die na verloop van tijd nauwelijks meer te verwijderen zijn. ====Vriesdrogen==== Bij de bestrijding van een algen-, korstmos- of mosbegroeiing wordt vriesdrogen met koudijs afgeraden. De meeste soorten zijn namelijk bestand tegen extreme omstandigheden. Vriesdrogen heeft daarom geen effect, terwijl vochtige bouwwerken hiervan wel schade kunnen ondervinden. ====Chemische middelen==== Het gebruik van chemische middelen voor de bestrijding van een algen-, korstmos- of mosbegroeiing wordt afgeraden, omdat sommige middelen juist voedingsstoffen voor korstmossen kunnen bevatten. Vaak bevatten dergelijke middelen chloorverbindingen, waaruit later schadelijke zouten worden gevormd. Voor organische, afbreekbare (en voor het milieu minder belastbare) oplossingen geldt over het algemeen dat ze prima algen kunnen doden, maar dat er een ondergrond wordt gecreëerd waarop algen en dus ook korstmossen goed gedijen. Grafmonumenten en -beelden worden tegenwoordig jaarlijks schoongemaakt met een algendoder (vaak op basis van ammoniak). Het materiaal blijft er relatief schoon van, maar over het effect van de algendoders op de stenen ondergrond en hoe schadelijk dat is op de lange termijn, is op dit moment nog weinig bekend. Het is beter de steen schoon te maken met een pH-neutrale zeep en water. Korstmossen gedijen hier ook niet goed bij. ===Groei bevorderen=== Het kan wenselijk zijn om de groei van korstmossen en mossen te bevorderen. Op nieuwe en gerestaureerde muren kunnen in bijzondere gevallen maatregelen tot versnelling van de aangroei gewenst zijn om de muren een ouder aanzien te geven. Soms vallen kale, nieuwe of gerestaureerde muren uit de toon bij een begroeid oud bouwwerk, bijvoorbeeld bij een ruïne, of in een natuurlijke omgeving. In het algemeen zal de kolonisatie sneller verlopen op ruwe oppervlakken, omdat partikeltjes van mossen en korstmossen die met stof in de lucht aangevoerd worden, zich hierop gemakkelijker hechten. Daarnaast treedt er snellere kolonisatie op als er extra voedingsstoffen voor de organismen aangebracht worden. Dit kan worden bereikt door yoghurt, karnemelk of bier op te brengen, gemengd met een kleine hoeveelheid polyvinylacetaat. Dit is een bindmiddel, dat zorgt voor een betere hechting over een lange periode. De behandeling moet ongeveer vier keer per jaar worden uitgevoerd. Na een jaar worden de eerste resultaten zichtbaar. Sterk basische ondergronden, zoals beton, kunnen eerst aangezuurd worden met bijvoorbeeld verdunde koeienmest. ===Bescherming=== Het is belangrijk om te beseffen dat (korst)mossen niet verwijderd mogen worden, als het om beschermde soorten gaat. Monumenten kunnen belangrijke vindplaatsen zijn van zeldzame mossen en korstmossen. Van algen is dit niet bekend. Ons land heeft zich met internationale verdragen verplicht om de aanwezige biodiversiteit te beschermen. Op grond hiervan zijn alle bedreigde en kwetsbare mossen en korstmossen in Nederland op een zogenoemde Rode Lijst geplaatst. Dat de positie van onze korstmossen precair is, blijkt uit het feit dat van de bijna zevenhonderd soorten die in ons land waargenomen zijn ongeveer de helft op de Rode Lijst staat. Het is raadzaam een deskundig bureau een inventarisatie van de mossen en korstmossen op een monument te laten uitvoeren, zodat duidelijk wordt of het monument groeiplaats is van een soort op de Rode Lijst. Indien er belangenconflicten zijn met de monumentale bescherming, dan zullen de belangen afgewogen moeten worden. Soms is het mogelijk alternatieve groeiplaatsen aan te bieden of de desbetreffende begroeide steen elders te handhaven. ==Vergunning en subsidie== Het is goed om te beseffen dat sommige methoden om algen, mossen en korstmossen te verwijderen, schade kunnen veroorzaken aan het monument. Het beschadigen van beschermde monumenten is verboden. Behalve de fysieke schade kan ook de monumentale uitstraling van het monument bij reiniging of verwijdering in negatieve zin wijzigen. Voor het reinigen dan wel verwijderen van algen, mossen en korstmossen waarbij er kans op schade bestaat, is dan ook een omgevingsvergunning vereist. De gemeente beoordeelt per geval of een vergunning inderdaad vereist is, en kan daar vervolgens voorschriften aan verbinden om mogelijke schadelijke (neven)effecten te voorkomen of zoveel mogelijk te beperken. Wanneer algen, mossen of korstmossen zelf schade toebrengen aan delen of onderdelen van monumenten kan het soms nodig zijn deze te verwijderen. Voor het op veilige wijze verwijderen ervan kan bij een rijksmonument in beginsel instandhoudingssubsidie worden aangevraagd. Om te voorkomen dat er bijzondere soorten verwijderd worden of dat er schade aan de ondergrond wordt toegebracht, is de inschakeling van deskundigen op het gebied van mos en de desbetreffende ondergrond vereist. Die kosten zijn in beginsel ook subsidiabel. Of er subsidie kan worden aangevraagd en, zo ja, hoe en vanaf welk bedrag, hangt af van het soort monument. Zie voor meer informatie de website www.cultureelerfgoed.nl. ==Nuttige adressen== * Adviesbureau voor Bryologie en Lichenologie Gerrit van der Veenstraat 107, 3762 XK Soest (035) 60 27 417, [https://www.tuugo.nl/ www.tuugo.nl] * [https://www.blwg.nl/ Bryologische en Lichenologische Werkgroep]  
==Besluit== Omschrijving van het besluit, toelichting en overige gegevens.  +
<div class="attentie klein"> Voor de exacte locatie en begrenzing van dit archeologisch rijksmonument: volg de link naar het Monumentenregister rechts bovenaan deze kennisbankpagina, en klik vervolgens daar op het bijbehorende kaartje. </div> Een kasteel is een goed verdedigbaar wooncomplex met verschillende gebouwen, zoals torens, woonvleugels, een poortgebouw en kapel. De gebouwen zijn uitgevoerd in hout, natuur- of baksteen en hebben vaak weergangen, kantelen en schietgaten. Een kasteel is meestal omgeven door een of meer grachten en wallen met een ophaalbrug. Kastelen komen voor vanaf de middeleeuwen (ca. 1050 na Chr.). ==Vrijstellingsdiepte== Geen vrijstellingsdiepte. Bij dit rijksmonument gaat het om archeologische resten op en/of dicht onder het maaiveld, daarom is er geen vrijstellingsdiepte van toepassing. ---- =='"`UNIQ--h-0--QINU`"'Archeologisch rijksmonumentenpaspoort== <div class="attentie klein"> Nederland kent circa 1500 archeologische rijksmonumenten. Om eigenaren beter te informeren over 'hun' monument heeft de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed in 2023 per monument een [https://www.cultureelerfgoed.nl/onderwerpen/archeologische-rijksmonumenten/archeologisch-rijksmonumentenpaspoort archeologisch rijksmonumentenpaspoort] uitgegeven. Het bevat informatie over locatie, ouderdom en het [[Archeologie - types complexen|type monument]], aangevuld met gegevens over [[Archeologische monumentenzorg|bescherming en zorgvuldig gebruik]]. Deze pagina is (deels) opgesteld en/of aangevuld op basis van dit paspoort. Het is een aanvulling op de [[Monumenten#rijksmonumentenregister|monumentgegevens in het Rijksmonumentenregister]]. </div> ----  +
<div class="attentie klein"> Voor de exacte locatie en begrenzing van dit archeologisch rijksmonument: volg de link naar het Monumentenregister rechts bovenaan deze kennisbankpagina, en klik vervolgens daar op het bijbehorende kaartje. </div> Een kasteel is een goed verdedigbaar wooncomplex met verschillende gebouwen, zoals torens, woonvleugels, een poortgebouw en kapel. De gebouwen zijn uitgevoerd in hout, natuur- of baksteen en hebben vaak weergangen, kantelen en schietgaten. Een kasteel is meestal omgeven door een of meer grachten en wallen met een ophaalbrug. Kastelen komen voor vanaf de middeleeuwen (ca. 1050 na Chr.). ==Vrijstellingsdiepte== 20 cm onder maaiveld. Bij dit rijksmonument liggen de archeologische resten dieper in de ondergrond waardoor er een vrijstellingsdiepte van 20 cm onder maaiveld van toepassing is voor de percelen met de kadastrale aanduiding Oudorp A 5678, 1618 en 1617. Wel is altijd een vergunning vereist voor: * bouwwerkzaamheden; * het aanbrengen van verhardingen in de openbare ruimte; * het wijzigen van het grondwaterpeil; * het dempen/uitdiepen van watergangen of depressies. ---- =='"`UNIQ--h-0--QINU`"'Archeologisch rijksmonumentenpaspoort== <div class="attentie klein"> Nederland kent circa 1500 archeologische rijksmonumenten. Om eigenaren beter te informeren over 'hun' monument heeft de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed in 2023 per monument een [https://www.cultureelerfgoed.nl/onderwerpen/archeologische-rijksmonumenten/archeologisch-rijksmonumentenpaspoort archeologisch rijksmonumentenpaspoort] uitgegeven. Het bevat informatie over locatie, ouderdom en het [[Archeologie - types complexen|type monument]], aangevuld met gegevens over [[Archeologische monumentenzorg|bescherming en zorgvuldig gebruik]]. Deze pagina is (deels) opgesteld en/of aangevuld op basis van dit paspoort. Het is een aanvulling op de [[Monumenten#rijksmonumentenregister|monumentgegevens in het Rijksmonumentenregister]]. </div> ----  +
==Besluit== Omschrijving van het besluit, toelichting en overige gegevens.  +
==='"`UNIQ--h-0--QINU`"'Onderdeel van complex=== <div class="attentie klein"> Dit monument is onderdeel van [[Complexen/507680|rijksmonumentencomplex 507680]]. </div>  +
==='"`UNIQ--h-0--QINU`"'Onderdeel van complex=== <div class="attentie klein"> Dit monument is onderdeel van [[Complexen/529403|rijksmonumentencomplex 529403]]. </div>  +
==='"`UNIQ--h-0--QINU`"'Onderdeel van complex=== <div class="attentie klein"> Dit monument is onderdeel van [[Complexen/529403|rijksmonumentencomplex 529403]]. </div>  +
==='"`UNIQ--h-0--QINU`"'Onderdeel van complex=== <div class="attentie klein"> Dit monument is onderdeel van [[Complexen/529403|rijksmonumentencomplex 529403]]. </div>  +
==='"`UNIQ--h-0--QINU`"'Onderdeel van complex=== <div class="attentie klein"> Dit monument is onderdeel van [[Complexen/529403|rijksmonumentencomplex 529403]]. </div>  +
==='"`UNIQ--h-0--QINU`"'Onderdeel van complex=== <div class="attentie klein"> Dit monument is onderdeel van [[Complexen/529403|rijksmonumentencomplex 529403]]. </div>  +
==='"`UNIQ--h-0--QINU`"'Onderdeel van complex=== <div class="attentie klein"> Dit monument is onderdeel van [[Complexen/529403|rijksmonumentencomplex 529403]]. </div>  +
==='"`UNIQ--h-0--QINU`"'Onderdeel van complex=== <div class="attentie klein"> Dit monument is onderdeel van [[Complexen/507680|rijksmonumentencomplex 507680]]. </div>  +
==='"`UNIQ--h-0--QINU`"'Onderdeel van complex=== <div class="attentie klein"> Dit monument is onderdeel van [[Complexen/507680|rijksmonumentencomplex 507680]]. </div>  +
==='"`UNIQ--h-0--QINU`"'Onderdeel van complex=== <div class="attentie klein"> Dit monument is onderdeel van [[Complexen/529403|rijksmonumentencomplex 529403]]. </div>  +
==Geschiedenis en omschrijving== Het Kastelenlexicon, een database van het Kenniscentrum voor Kasteel en Buitenplaats (Nederlandse Kastelenstichting), bevat uitgebreide informatie over dit object. Zie de link naar het Kastelenlexicon onder het kopje Bronnen en verwijzingen.  +
==='"`UNIQ--h-0--QINU`"'Onderdeel van complex=== <div class="attentie klein"> Dit monument is onderdeel van [[Complexen/529403|rijksmonumentencomplex 529403]]. </div>  +
==='"`UNIQ--h-0--QINU`"'Onderdeel van complex=== <div class="attentie klein"> Dit monument is onderdeel van [[Complexen/529403|rijksmonumentencomplex 529403]]. </div>  +
==='"`UNIQ--h-0--QINU`"'Onderdeel van complex=== <div class="attentie klein"> Dit monument is onderdeel van [[Complexen/529403|rijksmonumentencomplex 529403]]. </div>  +
==='"`UNIQ--h-0--QINU`"'Onderdeel van complex=== <div class="attentie klein"> Dit monument is onderdeel van [[Complexen/529403|rijksmonumentencomplex 529403]]. </div>  +
==='"`UNIQ--h-0--QINU`"'Onderdeel van complex=== <div class="attentie klein"> Dit monument is onderdeel van [[Complexen/529403|rijksmonumentencomplex 529403]]. </div>  +
==='"`UNIQ--h-0--QINU`"'Onderdeel van complex=== <div class="attentie klein"> Dit monument is onderdeel van [[Complexen/529403|rijksmonumentencomplex 529403]]. </div>  +
==='"`UNIQ--h-0--QINU`"'Onderdeel van complex=== <div class="attentie klein"> Dit monument is onderdeel van [[Complexen/529403|rijksmonumentencomplex 529403]]. </div>  +
==='"`UNIQ--h-0--QINU`"'Onderdeel van complex=== <div class="attentie klein"> Dit monument is onderdeel van [[Complexen/529403|rijksmonumentencomplex 529403]]. </div>  +
<div class="attentie klein"> Voor de exacte locatie en begrenzing van dit archeologisch rijksmonument: volg de link naar het Monumentenregister rechts bovenaan deze kennisbankpagina, en klik vervolgens daar op het bijbehorende kaartje. </div> Een kasteel is een goed verdedigbaar wooncomplex met verschillende gebouwen, zoals torens, woonvleugels, een poortgebouw en kapel. De gebouwen zijn uitgevoerd in hout, natuur- of baksteen en hebben vaak weergangen, kantelen en schietgaten. Een kasteel is meestal omgeven door een of meer grachten en wallen met een ophaalbrug. Kastelen komen voor vanaf de middeleeuwen (ca. 1050 na Chr.). ==Vrijstellingsdiepte== Geen vrijstellingsdiepte. Bij dit rijksmonument gaat het om archeologische resten op en/of dicht onder het maaiveld; daarom is er geen vrijstellingsdiepte van toepassing. ---- =='"`UNIQ--h-0--QINU`"'Archeologisch rijksmonumentenpaspoort== <div class="attentie klein"> Nederland kent circa 1500 archeologische rijksmonumenten. Om eigenaren beter te informeren over 'hun' monument heeft de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed in 2023 per monument een [https://www.cultureelerfgoed.nl/onderwerpen/archeologische-rijksmonumenten/archeologisch-rijksmonumentenpaspoort archeologisch rijksmonumentenpaspoort] uitgegeven. Het bevat informatie over locatie, ouderdom en het [[Archeologie - types complexen|type monument]], aangevuld met gegevens over [[Archeologische monumentenzorg|bescherming en zorgvuldig gebruik]]. Deze pagina is (deels) opgesteld en/of aangevuld op basis van dit paspoort. Het is een aanvulling op de [[Monumenten#rijksmonumentenregister|monumentgegevens in het Rijksmonumentenregister]]. </div> ----  +
Het stationsgebouw ligt aan de noordoostzijde langs de ongeveer van noordwest naar zuidoost gerichte spoorweg. Het station ligt iets noordelijker dan het oude gebouw en is hierdoor naast de as van de Egbert Gorterstraat komen te liggen. Het stationsplein kreeg hierdoor ruimte, maar aan de noord- en de oostzijde was de ruimte rond het station nogal krap bemeten. In relatief recente tijd vond herinrichting van de ruimte plaats, waardoor de busperrons naar deze zijde zijn verplaatst en het stationsgebouw ook aan de noordkant een transparant karakter kreeg. De tunnels en kelders zijn in 1960 als eerste geconstrueerd en vervolgens kwam het stationsgebouw aan de beurt. De belangrijkste wijzigingen bestaan uit het pleisteren van de toren, de opening van de noordoostelijke gevel van het hoofdgebouw en de verandering van de toegang naar de kelder, Hiernaast vormt de afbouw van de loketfunctie, in 2004, een belangrijke verandering. De vrachtafhandeling aan de noordoostzijde van het hoofdvolume en via de langgerekte aanbouw is opgeheven. Hierdoor kon het gebouw aan die zijde worden geopend en is er ook een toegang gemaakt die uitgeeft naar het huidige busstation. [[Bestand: station almelo 532159.jpg|400px|rechts|thumb|Afb. 1 Station Almelo. T Houdijk at Dutch Wikipedia, Public domain, via Wikimedia Commons|alt=Foto van een station langs de weg. In de voorgrond staan twee witte busjes geparkeerd, rechts steekt iemand over bij een zebrapad. Het station heeft een plat, wit dak dat uitsteekt over het stationsplein. Op het dak staat een klok.]] ==Exterieur== Het gebouw bestaat in essentie uit een overwegend glazen rechthoek met aan weerszijden hiervan smalle, bakstenen bouwdelen van ongelijke lengte. Het gebouw kent een uit een staalskelet opgetrokken hoofdvolume waarin op grote schaal glazen invulling is gegeven en dat aan de verst van het spoor gelegen zijde (noordoostzijde) op de begane grond eindigt met een eenlaagse in bakstenen uitgevoerde, ook als uitbouw te ervaren beuk. Hier tegenover, aan de spoorzijde, ligt een eveneens deels gesloten gevel, die zich aan de noordoostzijde voortzet in een lange aanbouw en aan de zuidwestzijde in een lange overkapping. Boven beide beuken is een glazen gevelvoortzetting aanwezig. Het gebouw heeft een in hoofdzaak rechthoekige plattegrond van ca. 30 x 25 m. De hoogte bedraagt ongeveer 6 m, maar deze hoogte wordt slechts over één gebruiksvloer benut. De dekking van het stationsgebouw bestaat uit een reeks van zeven haaks op de spoorweg staande, langgerekte, circa 3 m brede, metalen elementen. De omstreeks 40 cm dikke elementen worden gescheiden door ongeveer 1 m brede lichtstroken die bestaan uit in serie geplaatste kunststof koepels; de koepels zijn niet authentiek. Deze sequentie van elementen en lichtstroken wordt voortgezet aan de zuidoostzijde van het gebouw, waar een overgangsruimte of voor(rij)ruimte (zowel voor auto’s als bussen) van ongeveer 25 x 25 m is overkapt. Hiermee wordt goed zichtbaar dat deze zijde de hoofdgevel bevat en dat het gebouw dus niet is voorzien van gelijkwaardige ingangen. Het dak wordt enerzijds gedragen door een haaks op de elementen staande kokervormige ligger. Deze ligger wordt onder meer gedragen via een V-vormige constructie in de voor(rij)ruimte en door profielbalken die in de glazen gevels zijn verwerkt. Aan de spoorzijde is een reeks vergelijkbare, maar belangrijk kleinere V-vormige dragers, die zich uitstrekt over de volle lengte van de voor(rij)ruimte én de hieronder een aanvang nemende lange overkapping met wachtruimte. De dakelementen worden aan de spoorzijde gedragen door een reeks ranke stalen buizen, die paarsgewijze eveneens in V-vorm zijn opgesteld, ten dele bovenop de lange overkapping. Een contrapunt wordt gevormd door de ongeveer 20 m hoge, ranke, gewapend betonnen, opengewerkte uurwerktoren aan de zuidwestelijke spoorzijde van het hoofdvolume. De toren is slechts voorzien van één wijzerplaat: aan de zijde van de voor(rij)ruimte. Ook hiermee wordt de ongelijkwaardigheid van de beide zijden van het station onderstreept. De toren is van oudsher bekleed met verglaasde, zwarte steen, maar het exterieure deel is later voorzien van een donkere pleisterlaag. De toren is voorzien van rookkanalen en kan vanuit de kelder door middel van klimijzers worden bestegen. Ter hoogte van de wijzers is een ijzeren werkkooi. Wijzers en uuraanduiding van oudsher met neonlicht. Het grotendeels door glazen gevels begrensde en bepaalde hoofdvolume kent in de hoofdgevel zeven venstertraveeën en vijf door staalprofielen van elkaar gescheiden glasniveaus. In de tweede travee van rechts de (niet authentieke) toegang met erboven een in gegoten aluminium uitgevoerd reliëf. In de overliggende glazen gevel een vergelijkbare, maar niet identieke invulling: de breedte telt vijf traveeën met de toegang in de tweede van links. De vensters zijn hier tot aan de vierde laag uitsluitend vertikaal van elkaar gescheiden. Het verschil met de hoofdgevel laat zich verklaren uit het andere en mogelijk min of meer tijdelijke karakter dat deze tweede gevel had. Tot in de jaren ’90 was dit deel van het station bestemd voor afwikkeling van stukgoed- en/of postzaken en er waren ondoorzichtige grijze deuren en/of luiken en voor twee traveeën strekte zich een laad- en losbordes uit. Daarna heeft een wijziging plaatsgevonden, waarbij de gevel geheel transparant is gemaakt. Vermoedelijk zijn alle vensters en glazen in beide gevels tegelijkertijd vervangen, waarschijnlijk bij de bestemmingswijziging van dit deel van het station. Er zijn enkele grote en kleine aan- en uitbouwen. De grootste hiervan is een noordwestwaarts vanuit het hoofdvolume voortgezette, langs het spoor liggende aanbouw. Het betreft een ca. 30 x 8 m beslaand, vlak gedekt, bakstenen, eenlaags bouwdeel. Deze zijde van het station bevatte tot enige jaren terug een goederen- en postafdeling. Beide lange gevels bevatten een aantal (al dan niet later ingebrachte) toegangen met ijzeren deuren; de van het spoor afgewende gevel was tot in de jaren ’90 vrijwel blind. Onder het overstekende dak - en boven de toegangen - een doorlopende vensterstrook. Aan de zuidoostzijde van het hoofdvolume strekt zich in het verlengde van dit bouwdeel parallel aan het spoor een tweede constructie uit: een overkapping bij het vroegere busstation die eindigde met een (gesloten) wachtkamer (totaal circa 70 x 8 m). De wachtkamer wordt nu uitgebaat als eetgelegenheid. De overkapping wordt gedragen door een reeks V-vormige, betonnen dragers. Het interieur van de wachtkamer is later aanzienlijk gewijzigd. Een tweede uitbouw bestaat uit een eveneens langgerekt (circa 35 m) bakstenen bouwdeel, dat de totale lengte van de noordoostgevel van het hoofdvolume omvat en aan weerszijden dus enkele meters uitsteekt buiten de 30 m lange, rechthoekige plattegrond. Dit langgerekte bouwdeel is rechts voorzien van een 14-tal vierkante vensters van ca. 1 m2, nog voorzien van authentiek hang- en sluitwerk. Onderlangs deze gevel een flauwe helling met betonnen balustrade en ijzeren leuning die voorheen toegang gaf tot de fietsenkelder. De toegang is echter dichtgemetseld, waardoor de stalling nu alleen nog binnendoor bereikbaar is. De basis van de gevel is langs de helling zichtbaar uitgevoerd in gewapend beton. Het vlak gedekte dak van de uitbouw was vroeger voorzien van enige lichtkoepels, maar deze zijn niet meer aanwezig. Tot de constructie behoort een gewapend betonnen tunnel die naar het eilandperron en naar een stationstoegang aan de andere zijde van het spooremplacement leidt. De tunnel is ongeveer 40 m lang en bestaat uit twee naast elkaar liggende buizen die worden gescheiden door rechte kolommen en een betonnen balustrade. De ene buis (vanuit de hal gezien links) was bedoeld voor passage buiten de stationsfunctie om; de in- en uitgang hiervan bevindt zich onder de luifel, alwaar een helling met goten voor fietsen. De andere tunnelbuis (rechts) voor reizigers. De tunnel eindigt aan de westzijde van oudsher in een tweetal opgangen, die zijn ondergebracht in een smal en langgerekt gebouwtje (circa 30 x 4,50 m) dat grotendeel uit gewapend beton en glas is samengesteld. Eén opgang is lui en is voorzien van goten voor rijwielen. Ter hoogte van het perron ligt een ‘rotonde’ in de tunnel die wordt gekenmerkt door een enigszins verhoogd plafond. In 2008 is een drietal liftinstallaties met aparte entrees in de tunnel ingebracht. ==Interieur== Het interieur van het stationsgebouw wordt weerspiegeld in het exterieur. Door de transparantie van ruimten laten deze zich van buitenaf merendeels gemakkelijk herkennen. Het hoofdvolume wordt geheel ingenomen door een rechthoekige, ongeveer 30 x 25 x 6 m metende stationshal. Een opvallend element in het interieur is de kokervormige ligger die het dak draagt. De parallelle dakelementen zijn aan de binnenzijde voorzien van latjes en de rechthoekige lichtkoepels zijn gevat in een zwarte pakking. De vloer is belegd met grote, vierkante natuurstenen plavuizen. Aan de dichtst bij de sporen gelegen zijde van de hal sluit een plaatskaartenkantoor aan op de lange uitbouw voor de post- en goederenafhandeling. Het plaatskaartenkantoor steekt tot onder de kokervormige ligger in de hal en is circa 6 m breed. De (intussen niet meer als zodanig aanwezige) loketfunctie had een zwaartepunt aan de beide zijden die het dichtst bij de hoofdingang liggen: ze zijn boven de balie van Sainte Anne marmer vrijwel geheel voorzien van een in (zwart geschilderde) platte ijzeren roeden gevatte glazen wand. Geheel links een toegang. Aan de derde zijde is dit slechts ten dele voortgezet en bevinden zich verder een in ijzer gevatte glazen deur en rechts een bakstenen muur waarin drie vierkante, relatief kleine ramen. Boven de loketten een wit overstek van enkele decimeters. In 2004 zijn de loketten gesloten, waarna het interieur van het kantoor integraal is verwijderd; anno 2012 stond het kantoor leeg. Aan de spoorzijde rechts van het plaatskaartenkantoor een eveneens geheel lege, tweede bedrijfsruimte, die deel zal hebben uitgemaakt van het kantoor van de stukgoed- en postafhandeling. Hier een van vloerniveau tot ongeveer 3 m doorlopende, in vergelijkbare ijzeren roeden gevatte glazen wand. Aan de andere zijde van de kantoorruimte een kortere, vergelijkbare glazen wand die uitgeeft op het spoor. Gehele gevel van de hal boven circa 4 m (ook voor zover gelegen boven het plaatskaartenkantoor uitgevoerd in in metaal gevat glas. De huidige geheel transparante (noordoostelijke) gevel was eerder tot diezelfde hoogte ondoorzichtig en gesloten met een toegang (oostelijke travee) en losdeuren. Tegenover de korte zijde van het plaatskaartenkantoor een bakstenen wand, deel uitmakend van de uitbouw aan die zijde. Boven de bakstenen wand integraal een glazen einde van de gevel. Links in de wand in glas en metaal uitgevoerde gevelopening onder betonnen latei; een publieksfunctie (met o.m. bagagedepot) heeft de ruimte, die via enige vierkante ramen ook uitgeeft naar buiten, anno 2012 niet. Rechts in de wand is een tot de buitengevel terugwijkende, eveneens onder betonnen latei gebrachte, brede nis waarin een trap naar de kelder begint Leuningen en balustrade in vierkant ijzer, gelakt hout en rood plastic. Rechts in de nis een authentieke deur; links een relatief recent ingebracht toilet. [[Bestand: station almelo interieur 532159.jpg|400px|rechts|thumb|Ab. 2 De trappen naar de tunnel. Wesseltje14 at Dutch Wikipedia(Original text: W. van Eck), Public domain, via Wikimedia Commons|alt=Foto van de stationshal met grijze tegels, prullenbakken en gele ticketautomaten langs de muur. Rechts langs de wal staat een laag muurtje. Naast de ticketautomaten staan trappen naar beneden met hierboven 'naar de treinen' in grote witte letters. In de bovenkant van de buitenmuren zitten ramen.]] Links naast het plaatskaartenkantoor trap naar de tunnel met hierboven grote witte letters “NAAR DE TREINEN”. Links hier weer van de basis van de toren met rookkanaal, uitgevoerd in zwarte baksteen. Halverwege boven de trap een glasappliqué in blauwtinten en gevat in ijzeren frame-elementen. Eén van de glazen midden onder is blijkens tintverschil vervangen. Onder de stationshal en de uitbouwen bevindt zich een vrij omvangrijk keldercomplex, waarvan het grootste deel steeds in gebruik is geweest als fietsenstalling, maar waarin zich ook (twee) ruimten bevinden die als schuilkelders waren bestemd. De schuilkelders zijn niet bezocht, maar ze laten zich vanaf de publieke ruimte herkennen door de aanwezigheid van zware stalen luiken in gangen en wanden. Een van de kelders strekt zich parallel met de hoofdgevel uit en kon zo’n 100 personen herbergen. Naar verluidt betreft het een schuilkelder voor toevallige aanwezigen in het station en een kelder die in gebruik was van de B.B. (Bescherming Bevolking). Binnen de kelders zijn - naast zware gewapend betonnen muren - vierkante paddenstoelkolommen aanwezig als constructieve elementen. In de kelder bevinden zich beperkte sporen van de vroegere stookinrichting en ook is er een toegang tot de toren / het rookkanaal. De indeling / inrichting van de fietsen- en brommerstalling (voorheen ca. 1000 plaatsen) is relatief recent. Een toegang aan stadzijde is dichtgezet. De zich vanaf de hal naar links uitstrekkende overkapping bestaat uit een witte luifel op ongeveer 4 m hoogte, die aansluit bij de lijn die binnen overal wordt gehanteerd. De luifel eindigt met een wachtruimte voor het (vroegere) busstation. Het gebouwtje is nu in gebruik als eetgelegenheid met keuken en sanitaire voorzieningen en strekt zich uit over ruim twee traveeën, rond drie V-vormige dragers van de luifel. Aan de rechterzijde van de luifel / overkapping ligt een helling naar de fietsenstalling. De tunnel onder sporen door strekt zich vrijwel haaks op de stationshal uit en bestaat uit twee vlak gedekte, parallelle buizen die door middel van een lage balustrade en kolommen van elkaar zijn gescheiden. Vanuit de stationshal bezien is de rechter buis bestemd voor voetgangers, de linker voor fietsen. De buizen komen samen onder het eilandperron, waar tevens een rotonde is gecreëerd met de trap naar boven. De verdere tunnel leidt naar de westelijke zijde van het spoor waar hij uitkomt in een smal gebouwtje dat evenwijdig met het spoor is gebouwd. Rechts bevat het gebouwtje en luie trap met goot voor fietsen; links een trap. In of kort voor 2008 zijn wijzigingen uitgevoerd, waardoor een drietal (nieuwe) personenliften toegang tot de tunnel konden gaan verschaffen. Kunstwerken: #Willem Heessen, Glasappliqué, aan de spoorzijde in de stationshal boven de neergaande trap naar de tunnel en rechts naast de voet van de toren. Geabstraheerd vorm gegeven, overwegend in blauwe tinten uitgevoerd, glazen voorstelling, bestaande uit afzonderlijke elementen die zijn gevat in metalen roeden. De voorstelling laat centraal onder meer twee wuivende personen zien en rechts hiervan een wuivende vrouw met koffer. (Midden onder is een van de glazen elementen vervangen, wat zichtbaar is door tintverschil). #J.H. Baas, Plastiek van gegoten aluminium aan de buitenzijde boven de hoofdtoegang aan het Stationsplein, mogelijk voorstellend een geabstraheerde weergave van de stationsnaam (‘Almelo’ in streektaal). ==Monumentale waarde== De technische en typologische ontwikkeling uit deze periode zijn goed herkenbaar in de wijze van constructie en de transparantie van het dak en hiernaast in de vergaande toepassing van glazen gevels, die tezamen het stationsgebouw een lucide en zwevend karakter verlenen. Innovatief is de afwisselende toepassing van gesloten elementen en licht doorlatende stroken in het dak van het hoofdvolume en de voor(rij)ruimte, waardoor in het interieur een verrassend lichtspel bestaat. Vooral bijzonder is de prominente, V-vormige draagconstructie onder de kokervormige ligger in de voor(rij)ruimte, de reeks kleiner en/of lichter uitgevoerde beeldrijmen hiervan. Verder ook de parallelle elementen die het opengewerkte dak accentueren.  
==='"`UNIQ--h-0--QINU`"'Onderdeel van complex=== <div class="attentie klein"> Dit monument is onderdeel van [[Complexen/507680|rijksmonumentencomplex 507680]]. </div>  +
==='"`UNIQ--h-0--QINU`"'Onderdeel van complex=== <div class="attentie klein"> Dit monument is onderdeel van [[Complexen/507680|rijksmonumentencomplex 507680]]. </div>  +
=='"`UNIQ--h-0--QINU`"'Geschiedenis en omschrijving== Het Kastelenlexicon, een database van het Kenniscentrum voor Kasteel en Buitenplaats (Nederlandse Kastelenstichting), bevat uitgebreide informatie over dit object. Zie de link naar het Kastelenlexicon onder het kopje Bronnen en verwijzingen.  +
==='"`UNIQ--h-0--QINU`"'Onderdeel van complex=== <div class="attentie klein"> Dit monument is onderdeel van [[Complexen/507680|rijksmonumentencomplex 507680]]. </div>  +
==='"`UNIQ--h-0--QINU`"'Onderdeel van complex=== <div class="attentie klein"> Dit monument is onderdeel van [[Complexen/507680|rijksmonumentencomplex 507680]]. </div>  +
==Bijzondere crypte== Aan weerszijden van de kerk bevinden zich vlak boven het maaiveld twee kleine openingen. Van hieruit kan men een blik werpen op de crypte onder de kerk. In de crypte bevinden zich een aantal doodskisten met mummies. De crypte is sinds 1849 niet meer toegankelijk. ===Quickscan=== In 2019 is een quickscan gemaakt van de crypte en een van de mummies. Beide quickscans zijn uitgevoerd door drs. N.T.D. Eeltink van Aestimatica Archeologisch en Cultuurhistorisch Adviesbureau. Het bijzondere verhaal van de crypte en de mummies is nu met deze rapporten ontsloten.  +
<div class="attentie klein"> Voor de exacte locatie en begrenzing van dit archeologisch rijksmonument: volg de link naar het Monumentenregister rechts bovenaan deze kennisbankpagina, en klik vervolgens daar op het bijbehorende kaartje. </div> Een grafheuvel is een door nabestaanden aangelegde heuvel van heideplaggen of ander materiaal waaronder of -in overledenen zijn begraven. De eerste grafheuvels zijn opgeworpen in de late steentijd, toen lijkbegraving – het onverbrand begraven van het lichaam – in zwang was. Vanaf de bronstijd tot in de Romeinse tijd zijn de doden gecremeerd onder de heuvel begraven. Meestal zaten hun resten in een urn. Door het graf met een heuvel te markeren, creëerden de mensen van toen duidelijk zichtbare elementen in het landschap. Grafheuvels treffen we vooral aan op de zandgronden van Drenthe, Overijssel, Gelderland, Utrecht, Noord-Brabant en Limburg. Zo zijn de Veluwe, de Utrechtse Heuvelrug en de Drentse Hondsrug grafheuvelrijke regio's. Deze prehistorische grafheuvels herbergen informatie over het vroege verleden. Ze bevatten gegevens over hoe de mensen in het verleden met hun overledenen zijn omgegaan. Vaak hebben de begraafplaatsen een duidelijke relatie met het landschap. ==Vrijstellingsdiepte== Geen vrijstellingsdiepte. Bij dit rijksmonument gaat het om archeologische resten op en/of dicht onder het maaiveld; daarom is er geen vrijstellingsdiepte van toepassing. ---- =='"`UNIQ--h-0--QINU`"'Archeologisch rijksmonumentenpaspoort== <div class="attentie klein"> Nederland kent circa 1500 archeologische rijksmonumenten. Om eigenaren beter te informeren over 'hun' monument heeft de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed in 2023 per monument een [https://www.cultureelerfgoed.nl/onderwerpen/archeologische-rijksmonumenten/archeologisch-rijksmonumentenpaspoort archeologisch rijksmonumentenpaspoort] uitgegeven. Het bevat informatie over locatie, ouderdom en het [[Archeologie - types complexen|type monument]], aangevuld met gegevens over [[Archeologische monumentenzorg|bescherming en zorgvuldig gebruik]]. Deze pagina is (deels) opgesteld en/of aangevuld op basis van dit paspoort. Het is een aanvulling op de [[Monumenten#rijksmonumentenregister|monumentgegevens in het Rijksmonumentenregister]]. </div> ----  
<div class="attentie klein"> Voor de exacte locatie en begrenzing van dit archeologisch rijksmonument: volg de link naar het Monumentenregister rechts bovenaan deze kennisbankpagina, en klik vervolgens daar op het bijbehorende kaartje. </div> =='"`UNIQ--h-0--QINU`"'Scheepswrakken in de Flevopolders== De provincie Flevoland heeft een bijzondere geschiedenis van land, water en weer land. Duizenden jaren geleden leefden er al mensen, tot het gebied ongeveer vierduizend jaar geleden in een groot moeras veranderde. De mensen trokken weg. Het werd steeds natter en rond het jaar 850 was het geworden tot het water dat het Aelmere genoemd werd. In de loop van de tijd werd dit 'groot meer' steeds groter en zouter. Rond 1600 was het dan ook de Zuiderzee gaan heten. Van de late middeleeuwen tot de afsluiting in 1932 was de Zuiderzee het dagelijks vaargebied van vele schippers. Beurtveren, vissersschepen, vrachtschepen en internationale handelsschepen doorkruisten dit vaarwater jaarlijks vele keren. De vracht- en handelsschepen vervoerden een grote variëteit aan lading. Brandstoffen zoals turf, steenkool en brandhout, bouwmaterialen als bakstenen, dakpannen en kalk en landbouwproducten zoals graan, hooi en aardappelen, maar ook koeien, mest of stadsvuil werden zo verplaatst. Niet alle schepen die de Zuiderzee bevoeren, bereikten de haven, door stormen en ander onheil op zee. Na schipbreuk zakten de schepen weg in de zachte zeebodem en bleven zo goed bewaard. Daarom kwamen bij de inpoldering van Flevoland veel scheepswrakken aan het licht. Archeologisch onderzoek aan deze wrakken levert een bijzonder inkijk over het dagelijkse leven aan boord. De leefruimte, het ruim en allerlei voorwerpen vertellen verhalen over het reilen en zeilen aan boord. Schipbreuk was voor de eigenaar toen een ramp, maar voor de archeologen van nu een gelukstreffer, want scheepswrakken zijn belangrijke informatiebronnen. Een goed bewaard scheepswrak is een tijdcapsule: het vertelt het verhaal van het schip, de lading en de bemanning op het moment van vergaan, op een bevroren moment in de tijd. Van de ca. 450 scheepswrakken die ooit in de Flevopolders zijn gevonden, zijn er nog 73 in de bodem bewaard. Twaalf daarvan zijn archeologische rijksmonumenten. ==Verhaal over het rijksmonument== Rijdend over de snelweg A6 ter hoogte van de Watersnipweg is het moeilijk voor te stellen wat hier eeuwen geleden gebeurde. Hier maakte een schip zwaar slagzij en ging zo zijn ondergang tegemoet. In de waterrijke groenstrook ligt het gekanteld, met de stuurboordzijde het diepst in de bodem. Die kant is daarom zeer compleet bewaard gebleven; het gangboord en ook de boordrand – de bovenzijde van de scheepswand – zijn nog aanwezig. Het wrak werd ontdekt in 1981 bij het graven van ontwateringsgreppels en vervolgens onderzocht door scheepsarcheologen. Zij stelden vast dat het vaartuig een lengte over de stevens heeft van 16 meter en ongeveer 5 meter breed is. Op basis van de in het wrak aanwezige vondsten en de ligging van het schip ten opzichte van de grondlagen in de bodem is geconcludeerd dat het schip dateert uit het midden van de zestiende eeuw. Het gaat vermoedelijk om een vrachtschip omdat het lijkt dat er een laadruim aanwezig is. Wat de lading is geweest is niet bekend. In het midden van het wrak is een grote baksteen aangetroffen. Het was er maar één, dus op basis hiervan kunnen niet echt conclusies worden getrokken. In het achterschip lagen enkele gereedschappen: een slijpsteen, de kop van een hamer en een breeuwijzer. Een breeuwijzer werd gebruikt bij het dichten (breeuwen) van de kieren tussen de planken van het schip met hennep en pek. Dit gereedschap wijst erop dat er aan boord niet alleen werd genavigeerd, maar ook gewerkt en onderhoud gepleegd moest worden. De verwachting is dat een groot deel van de inventaris en eventuele lading nog steeds in de klei verborgen ligt. De constructie van het vaartuig is heel interessant, omdat er kenmerken van de manier van bouwen van zogenaamde koggen in te herkennen zijn. Een kogge is een scheepstype dat in de late middeleeuwen in heel Noorden- en Noordwest-Europa gebruikt werd voor het transport van bulkgoederen. Vaak was er een link met de Hanze, het handelsverbond van steden. De rechte stevens, de overnaads gebouwde boorden en de platte bodem geven dit schip het aanzien van een kogge. De laat-middeleeuwse kogge kent vele verschijningsvormen en afmetingen. Naast grote zeegaande vaartuigen waren er binnenvaartkoggen en kleine schuiten. Deze vormen de basis van de houten scheepsbouw in de Lage Landen, latere typen zijn hieruit voortgekomen. Het is van dit wrak nog niet met zekerheid te zeggen of het daadwerkelijk past binnen deze traditie. Daarvoor is het tot nu toe verrichte onderzoek te kleinschalig. Als het als kogge bestempeld kan worden, is het een van de weinige voorbeelden uit de zestiende eeuw. Het belang van deze vindplaats is dan ook groot. Toekomstige generaties komen met nieuwe onderzoeksvragen en hebben betere technieken tot hun beschikking. Een representatief wrakkenarchief is nodig om nieuwe verhalen te kunnen vertellen. Om het wrak ook voor de toekomst goed te bewaren is het samen met het omringende sediment ingepakt in landbouwplastic en is het terrein opgehoogd. Boven in de ophoging is een gat in het plastic uitgespaard, zodat regenwater naar binnen kan stromen. Verticaal geplaatst landbouwplastic voorkomt dat dit water naar de zijkanten wegstroomt, zodat ter plaatse van het wrak het grondwaterpeil kunstmatig verhoogd wordt. Zo blijft het hout beter bewaard, omdat er geen zuurstof bij kan. ==Vrijstellingsdiepte== "Bij dit rijksmonument liggen de archeologische resten dieper in de ondergrond en zijn er verschillende vrijstellingsdiepten van toepassing: * een vrijstellingsdiepte van 10 cm voor het perceel met de kadastrale aanduiding Almere P2326 * een vrijstellingsdiepte van 100 cm voor het perceel met de kadastrale aanduiding Almere P7778 en P7794 Wel is altijd een vergunning vereist voor: * het verrichten van bouwwerkzaamheden; * het ophogen, verlagen of egaliseren van het terrein; * het aanbrengen van verhardingen in de openbare ruimte; * het wijzigen van het grondwaterpeil. gunning uitgevoerd worden. (namens de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) ---- =='"`UNIQ--h-1--QINU`"'Archeologisch rijksmonumentenpaspoort== <div class="attentie klein"> Nederland kent circa 1500 archeologische rijksmonumenten. Om eigenaren beter te informeren over 'hun' monument heeft de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed in 2023 per monument een [https://www.cultureelerfgoed.nl/onderwerpen/archeologische-rijksmonumenten/archeologisch-rijksmonumentenpaspoort archeologisch rijksmonumentenpaspoort] uitgegeven. Het bevat informatie over locatie, ouderdom en het [[Archeologie - types complexen|type monument]], aangevuld met gegevens over [[Archeologische monumentenzorg|bescherming en zorgvuldig gebruik]]. Deze pagina is (deels) opgesteld en/of aangevuld op basis van dit paspoort. Het is een aanvulling op de [[Monumenten#rijksmonumentenregister|monumentgegevens in het Rijksmonumentenregister]]. </div> ----  

Deze pagina is voor het laatst bewerkt op 11 feb 2020 om 17:53.