Heuvelland en lössgebied


Overzicht aardkundig erfgoed

De oudste afzettingen

Het Heuvelland ligt op de grens tussen de Ardennen en het dalende Noordzeebekken. Hier komen in het dal van de Geul de 300 miljoen jaar oude gesteenten van het Carboon aan de oppervlakte (bij Epen). Verder vinden we hier gesteenten uit het Krijt die circa 100 miljoen jaar oud zijn. Het zijn voornamelijk kalksteenformaties die zichtbaar worden in de rivierdalen en de vele steengroeven (bijvoorbeeld ENCI groeve). Typisch voor kalksteenlandschappen zijn de 'karst' verschijnselen die samenhangen met oplossing van kalksteen. Hiertoe behoren dolines, depressies aan het oppervlak. Vuursteenconcentraties in de kalksteen werden al in het Stenen Tijdperk 'commercieel' gewonnen om te voorzien in de behoefte aan pijlpunten en werktuigen.

Rivierterrassen van de Maas

Het Heuvelland is ook een rivierterrassenlandschap. De Ardennen, een oud gebergte dat in de loop van miljoenen jaren tot een schiervlakte was afgesleten, is in het begin van het Pleistoceen omhoog gekomen. De Maas en haar zijrivieren werden daardoor gedwongen zich in te snijden. De oude beddingen bleven als terrassen achter. Doordat de opheffing schoksgewijze plaatsvond, moest de maas zich steeds opnieuw insnijden in haar eigen zand- en grindrijke bedding. Daardoor, vinden we nu een aantal terrassenboven elkaar.

Löss

Ook het Heuvelland heeft sterke invloeden ondergaan van de ijstijden. Grote hoeveelheden stofdeeltjes werden opgewaaid om elders weer te worden afgezet als dikke lösspakketten. Deze löss ligt in een brede gordel over Europa, van Frankrijk tot aan de Oeral. Hier vinden we de meest productieve landbouwgebieden van Europa. Doordat de mineralen weinig verweerd zijn levert hebben de gronden een hoge chemische vruchtbaarheid. Ze zijn echter moeilijk te bewerken en alleen de landeigenaren die over voldoende trekdieren konden beschikken waren daartoe in staat. Löss gaat daarom vaak samen met grootgrondbezit.

Erosie

De asymmetrische droge dalen van het Heuvelland zijn ook ontstaan in de ijstijden, toen de bodem bevroren was en het smeltwater van de sneeuw over de oppervlakte moest weglopen. De hellingen van deze dalen worden gemakkelijk geërodeerd. Door hun percelen smal te houden en evenwijdig aan de helling te leggen, werd het geërodeerde materiaal ingevangen aan het struweel langs de perceelsgrenzen. Hierdoor ontstonden de graften die zo kenmerkend zijn voor het landschap van het Heuvelland. Helaas zijn veel graften door herinrichting verdwenen, waardoor de bodemerosie op deze hellingen vaak catastrofaal is toegenomen. Een ander product van de erosie, in combinatie met betreding, zijn de karakteristieke holle wegen.

Water speelt een aparte rol in het Heuvelland. Door oplossing van kalksteen is dit gesteente rijk aan holle ruimtes. Hierin wordt veel water opgeslagen dat in talrijke bronnen weer aan de dag komt en beken en riviertjes voedt. Bijzonder fraai zijn de dynamische meanders van de Geul. Bij zeer hoge waterstanden kan de rivier over de kronkelwaard gaan stromen en zo de meander afsnijden.

Aardkundige elementen

U kunt op deze kennisbank reageren via het reactieformulier.

Deze pagina is voor het laatst bewerkt op 7 mrt 2024 om 04:00.